Ditjes en Datjes.
Vlaardiogsche IJzerkoekjes.
hoogeschool. Aan de hoogeschool was het Latjjn de
taal, die de geleerden gebruikten. Zoo werd het Latijn
de hoofdstudie aan het gymnasium. Naast het Latijn
kwam toen de studie van het Grieksch, daarna ook de
studie van Fransch, Geschiedenis, Aardrijkskunde en
Rekenen. Maar het Lat jjn bleef hoofdzaak, en het Grieksch
werd tweede hoofdzaak, en de rest was bijzaak. En
dat is zoo gebleven tot op dezen dag. Offerende aan den
geest des tijds, zijn er op het Grieksch en zelfs op bet-
Latijn een paar uurtjes uitgeknepen voor een enkele
les in de andere „moderne" talen en in de „moderne"
natuurwetenschappen. Maar de studie uit de oude doos,
ingericht volgens de eischen van den ouden tijd, is ge
bleven tot schade van de leerlingen, die het met zulk
een verouderd onderwijs moeten doen en van het ge-
heele m°derne wetenschappelijk leven ongeveer niets
weten, en tot schade van een deel der gymnasiale lee
raren die met veroude de opvattingen rondtobbende zich
in ontwikkeling en beschaving ver verheven wanen bo
ven iederen niet-gymnasiaal maar in hun verouderde
beschavingsoplage feite'ijk alleen in een museum van
oudheden thuishooren.
Naast de hoogeschoolstudie der „klassieke" weten
schappen drong de hoogeschoolstudie der moderne"
natuurwetenschappen zich op een voorname plaats.
En op den duur is deze laatste, voortkomende uit het
„moderne" leven der maatschappij, vanzelfsprekend,
de eerste geworden, voornamer dan de „klassieke,"
die teruggebracht is tot wat ze in werkelijkheid moet
zijneen studie die zich met een zeer belangrijke be
schavingsperiode en zeer belangrijke beschavingstalen
bezig houdt, maar ten onrechte zich zelf de eerste,
voornaamste en eenige plaats in het beschavingsonder-
wijs toekenter zijn tallooze andere beschavingsperioden
van evenveel beteekenis, en er zijn tallooze andere
wetenschappen van minstens evenveel belang. Door
deze ontwikkeling der hoogeschoolstudie is het „voor
bereidend" hoogeschoolonderwjjs ook veranderd. De
gymnasia in hun versteenden eigenwaan handhaafden
zóó lang en hardnekkig hun „klassiek" karakter, dat
er naast de gymnasia een voorbereidende school voor
het „moderne" wetenschappelijk onderwijs kan ontstaan,
de hoogere burgerschool en die stijgt in beteekenis
evenals het hoogeschoolonderwijs waarvoor zij voorbe
reidt. En nu verdringen, dat kon niet anders, de
hoogere burgerscholen de gymnasia.
Dat gebeurt in heel Nederland. Overal worden de
gymnasia jaarlijks armer aan leerlingen en de hoogere
burgerscholen rijker. Overal sterft het gymnasiaal
onderwijs af, een noodzakelijk gevolg van zijn „achter
blijven" en van zijn geleidelijk overbodig worden. In
enkele groote s eden moge het leerlingenaantal de
instandhouding van een gymnasium nog wettigen. En
zoolang de wet den verouderden eisch van gymnasiaal
ouderwijs nog stelt aan aanstaande godgeleerden en
rechtsgeleerden en leeraren in „oude" talen, zullen er
nog enkele gymnasia noodig bljjyen. Maar voor kleine
steden, zooals Schiedam, wordt het tijd, zjjn onderwijs
te brengen op de hoogte van zijn tijd, de gymnasia af
te schaffen en sch len voor vakonderwijs naast de H.
B. S. daarvoor in de plaats te brenge 1.
De eerste stap in deze goede richting is door den
Schiedamschen Gemeentelaad op voorstel van De Bruin
gedaan. Wjj hopen dat deze eerste stap do ir de nood
zakelijke volgende stappen met bekwamen spoed zal
worden gevolgd.
De volgende week bekijken wij de gymnasiale kwestie
uog van een andere zjjde.
Knnst aan het Volk. Deze vereeniging heeft
haren leden het eerste nummer vaneen vereenigingsorgaan
toegezonden, in den vorm van een krant, dat er zeer
netjes uitziet. Het bevat een inleidend artikeltj waarin
het bestuur meedeelt, dat het ter wille der kosten dit
eerste nummer nog niet kon laten beantwoorden aan
zjjn doel, maar dat het van plan is, zoodra de geld
middelen dat zullen toelaten, dat blad „ook te gebruiken
voor inleidingen in de kunstwerken die zullen worden
ten gehoore gebracht of vertoond, en in de levens dei-
scheppende kunstenaars, waarvan onze leden door onze
uitvoering n en tentoonstellingen zullen kunnen genieten."
Wii brengen het be-tuur een woord van hulde voor
zijn flinken aanpak. Dit is toch nog wat anders dan
de rook van een uitgaande stroovuurtje, waarvan onze
goeje oue Schiedamsche zoo aandoenlijk profeteerde.
Zondag is het eerste concert; met een prachtig pro
gramma: een sonate van Beethoven en een van Gade,
en eenige kleinere nummers voor piano en viool als
instrumentaalmuziek en een 17-tal Hollandsche liederen
door Orelio te zingen. Dat belooft een zeer genotvolle
avond te worden.
Arbeiders, in de eerste plaats aan u om deze ver
eeniging te steunen en haar uitvoeringen in grooten getale
bn te wonen.
Speenhof en St. Paulus. Wat doen die nu
bij mekaar? zult ge vragen. Luistert:
S, eenhof met zijn vrije tooneel zou komen. De burge
meester gaf permissie. Maar St. Paulus wist, dat een
Brabantsch burgemeestertje, een katholiek, niet op de
hoogte van zijn tijd, niet wetend wie Speenhof was, in
overdreven ijver tot bescherming der „zedelijkheid" (in
Brabant!!!) Speenhof het geven van een uitvoering had
geweigerd. Niet willende achterblijven bij dezen achter
gebleven Brabantschen burgemeester togen de bestuur-
deren van St. Paulus naar Dr. Brants. Maar deze had
reeds toestemming verleend....
Wij vernemen, dat Dr. Brants op de eerste huis
houdelijke vergadering van St. Paulus ter verantwoording
zal worden geroepen over zijn zedelijkheidsafdwalingen.
Speenhof zal als getuige dienst doen.
En op een eerstvolgende uitvoering zal Speenhof dan
als meest pakkend nummer geveneen burgemeester voor
het Panlus-gerecht.
Hoe is-ie?
Tentoonstelling van huisindustrie. Reeds
een paar weken wacht een stuk over dit onderwerp op
plaatsing. Uit plaatsgebrek zullen wij dit nu geheel
achterwege moeten laten, wat wij evenwel vrijmoedig
doen, waar wjj in ons nummer van den 21 September
reeds een artikel in geheel gelijken geest schreven.
Alleen nemen wij het slot ervan nog op. Dit luidt
aldus:
„Zal onze tentoonstelling slagen, zal bovenal de uit
gebreide enquête, waarmede eenige der meest bekende
mannen in den lande bezig zijn en waarvoor de steun
der regeering reeds is toegezegd, goed worden gevoerd,
dan moet ons waarborgfonds geheel volteekend worden.
„Vrouwen en mannen, die in staat zijn ons te helpen,
wij doen een beroep op u.
„Neemt in ons waarborgfonds een aandeel van f 50
of f 100, opdat ons werk voortgang kan hebben.
„Indi-n een of ander u niet duidelijk is of gij nadere
inlichtingen mocht wenschen, dan is ieder der onder-
geteekenden volgaarne bereid deze te verschaffen."
Het Bestuur van de Tentoonstelling:
N. G. Brouwer Jr., Voorzitter, Alg. Ned. Werkl. Verb.,
Utrecht
Bern. A. Wins, Penningmeester, Alg. Ned. Diamant-
bewerkersbond, Amsterdam.
Tb. M. Ketelaar, Vrijzinnig-Dem. Bond, Amsterdam.
J. H. Huijbers, Ned. Sigarenm.- en Tabakbew. Bond,
Amsterdam.
W. a. J. van de Kamp, Ned. R. K. Volksbond, Haarlem.
Mej. Dr. E. Kleerekoper, Vereen, van Adjunct-Insp. en
Inspectrices van den Arbeid, Deventer.
Mej. B. JongbloedBeune, Ned. Christ. Tex. Arb. Bond
„Unitas", Enschedé.
J. Oudegeest, N. V. V., Secretaris, Vondelkerkstraat 27,
Amsterdam.
Door afgevaardigden in het plaatselijk Comité der
Vereeniging voor de Nederlandsche Tentoonstelling van
Huisindustrie uit de vereenigingen Afd.' van den Ned.
R. K. Volksbond, Schiedamsche Bestuurdersbond, Afd.
der Soc.-Dem. Arb.-Partjj, Afd. R. K. Sigaren- en
Tabaksbew.bond, Kath. Soc. Actie, Afd. van den Bond
van Ned Onderwijzers, Afd. van den Alg. Ned. Tim-
merliedenbond, zijn reeds eenige vergaderingen gehouden,
waarop verschillende besprekingen in verband met de
kwestie, waarvoor het Comité is opgericht, hebben
plaats gehad. Door het verspreiden van een manifest
zullen belangstellende ingezetenen worden uitgenoodigd,
als donateur tot de Vereeniging toe te treden.
Het plaatselijk Comité hoopt, dat de uitslag de ver
wachtingen niet teleurstellen zal.
zich wenscht aan te sluiten bij
de Afdeeling „SCHIEDAM" der
S D. A. P. meldt zich bij het
Bestuur aan.
Uit den Raad. O» .-er het algemeen genomen
zjjn Raadszittingen deftig, Raadszalen deftig en Raads
leden deftig. Maar j.l. Vrijdag waren de heeren heele-
maal niet deftig.
Zoo sprak wethouder Versteve, dat men voor iederen
mik-mak geen vergadering kon beleggen en Hoogendijk
sprak over het Kippenbruggetje, hij dacht zeker aan
hoenderparken en V. P. en V.-tentoonstellingen.
Maar laten wij het voorbeeld van die leden niet volgen
en ernstig blijven.
Naast een aantal benoemingen tot onderwijzer of
onderwijzeres, waaruit bleek, dat Vlaardingers de voor
keur hebben, al staan zjj geen no. 1 op de voordracht,
was ondermeer aan de orde een verzoek van de Ver
eeniging van Democratische Ingenieurs, om geen lood-
withoudende verfstoffen te gebruiken.
Zelden zal een adres zoo juist op tjjd bij een Raad
zijn ingediend, want terwijl de voorzitter het adres voor
las, kou men het loodwit in de Raadszaal ruiken, die
op de gang werd gebruikt. Het werd in handen van
B, en W. gesteld ter afdoening, dat wil zooveel zeggen
alsdaar komt niet veel goeds van terecht.
Het kwam blijkbaar in niemands hoofd op, om eens
te vragen op welke wijze B. en W. dit zullen afdoen
Door Witte weid aangedrongen, dat B. en W. hun
invloed eens moesten aanwenden om aan scholieren, die
de school verlaten, in de gelegenheid te stellen, van
den loopenden cursus van het herhalingsonderwijs ge
bruik te maken.
De Burgemeester beloofde zulks.
Een eenigszins warm debat ontspon zich tusschen den
heer De Heer en den we'houder Versteve over het
uitgeven van grond aan den Binnensingel.
De Heer vond dat er te weinig bebouwd oppervlak
werd aangevraagd door adres«ant en op zoo een wijze
oneerlijke concurentie aan andere bouwondernemers
werd gedaan, temeer waar vroegere plannen van grootere
oppervlakte, door de raad werden geweigerd.
De voorzitter antwoordde, dat al es voldeed aan de
Woningwet en Bouwverordening en dat het tevens een
zeer sierlijke gevel zou zijn, welke met den schoonsten
aan den Binnensingel kon wedijveren.
Nu, Sprak de heer De Heer, als er naar sierlijkheid
wordt gekeken, dan moet je eens zien, wat een leelijk
gebouw die Nutsschool is daar aan die Binnensingel.
Daar kwam de voorzitter van Volksonderwijs, de heer
Hoogendijk los: zeg je wat van die Nutsschool, dan zeg
je wat van mij. Ik zal niet zeggen dat zij schoon en
sierlijk is, maar zij is vol met kinderen hoorZij is vol
Eu bovendien, zij is van het geld van particulieren
gebouwd, wat eigenlijk het werk van de gemeente
moest zijn, dan kon zij sierlijk zijn.
De Heer zei nog dat hjj niets onaangenaams had
willen zeggen van die Nutsschool.
De Wit'e merkte terecht op dat èn Woningwet èn
Bouwverordening de minimum eischen bevat, en stelde
derhalve voor om die zaak eerst nog eens te onder
zoeken, wat evenwel werd verworpen.
Ook was aan de orde, het adres van den Centralen
Metselaarsbond en Arbeid Adelt over bestekbepalingen
in gemeentewerken. Uit De Moker der vorige week
weet men het halfslagtig standpunt van B. en W.
Witte betoogde, dat er al ondervinding genoeg was
opgedaan met die voorwaarden, dat men dus best met
een beslist antwoord had kunnen komen. Hij zou B.
en W. er nog wel eens aan herinneren.
Daarna moesten wij een kwartiertje op de gang
gaan staan, want de heeren moesten over Ploeg spreken
en dat mochten wij niet hooreu.
De Raad besloot met algemeene stemmen een proces
met Ploeg aan te gaan.
Er was een adres ingekomen van de vereeniging
voor Volksonderwijs, om aan de school voorM. U. L. 0.
het den arme wat gemakkelijker te maken, zijn kin
deren van dat onderwis te laten profiteeren.
Onze klerikale raad en dito Burgemeester, de heele
kliek was er natuurlijk tegen, zij noemden het uit
sluiting van kapitalisten, als de armen het recht zouden
hebben hun kinderen voor weinig of niets beter onder
wijs te laten genieten.
Vooral de heer Kikkert kreeg er van langs van
Hoogendijk en Witte, zelfs zoo dat hij zich nijdig om
keerde en tot de Wil te zei: Uw manier van spreken
is zoo sarcastisch en ironisch, dat het beneden mij is
om daarop te antwoorden.
Witte antwoordde, dat het antwoord op het sobere
adres, veel meer groote woorden bevatte dan hjj had
gebruikt, en bovendien een beleediging voor adressante
beva te. 't Gaf allemaal niemendal, 't kelderde natuurlijk.
Klassenstrijd in de R. K Kerk. Toen
Z. D. H. de Bisschop van Haarlem, Mgr. Callier, het
vorige jaar de priester-retraite in het Seminarie te
Warmond, als naar gewoonte met een toespraak sloot,
moest Monseigneur tot zjjn groote smart als zijn besliste
meening te kennen geven, dat in zijn diorces, een groote
achteruitgang van het geloof viel waar te nemen.
De Bisschop noemde als een der hoofdoorzaken, ge
mengde huwelijken.
Het aansporingsvermogen der R. K. kerk zou ook
hier weer een groote rol vervullen. Door het geheele
Bisdom worden of zijn R. K. dansclubs opgericht, onder
goedkeuring der pastoors, dit met de bedoeling, om de
Katholieken die anders op neutrale dansclubs met anders
denkenden in aanraking komen, daar van af te honden,
Een gemengd huwelijk, zonder dat schriftelijk ver
klaard is, dat de kinderen uit zulk een huwelijk Katholiek
zullen worden is een doodzonde.
Zoo besloot men dan ook te Vlaardingen een R. K,
dansklub op te r chten.
Jougedochters, en jongelingen van R. K. huize werden
dan, voor eenige weken geleden des Zondagsnamiddags
opgeroepen in het gebouw van den R. K. Volksbond.
De animo was nog al groot en in de daaropvolgende
we k melden zich nog al meer liefhebbers(sters) aan.
En toen kwam de aap uit de Katholieke mouwer
waren er wat veel, weetje, en er waren zulke arme
bij, die moesten er maar uitblijven.
Aldus geschiede, niet de laatst bijgekomenen, maar
de armsten, die mochten niet Roomsch-katholiek dansen.
Voor die armen gaf h-t zeker niet of zij een gemengd
huweljjk sluiten en dus een doodzonde begaan.
De vader van een danslustige, wiens dochter ook