Ditjes en Datjes.
De Miliciensbond.
Uit de Vakvereenigingen.
Christus en Belialis dit zoo moeiljjk waar te nemen
in de Katholieke Kerk 't Is maar een vraag. En
dan die hagel- en kielmisleidinghoe znllen die jongens
het ooit leeren moeten niet kapitalistisch aangeschoten
en niet socialistisch gekielhaald te wordenWat al
gevarenWat een zegen toch, dat er geestelijke
adviseurs zijn
En vooral als men dan bedenkt, zooals pater Pe quin,
dat „ook in de toekomst de strjjd slechts zal staan
tusschen de Katholieke Kerk en de revolutionaire anar
chie", dan moet een jongeling uit deze Katholieke ver-
eonigingwel erg behoefte hebben aan een
geestelijken adviseur om hem door die duisternissen
heen te voeren zooals de Volksbonders, de aan den lei
band loopenden, de geknechten.
Is het wonder, dat de Sociaal-democratie ook onder
de Katholieken flinke vorderingen maakt, wanneer men
kennis neemt van zooveel domperjj Iedere zelfstandige
menschoutwikkeling wordt daar tegengewerkt onder het
mom van 't geestelijke adviseurschap. De belangen
der Katholieke Kerk, daarom gaat het in die kringen,
daaraan wordt alles dienstbaar gemaakt. Maar de tijden
zijn gelukkig voorbij, dat Katholieke omheiningen eenigen
invloed van beteekenis voor de geschiedenis van een
volk hebben. En alle pogingen om het anders te maken
mislukken.
Trouwens, Rome heeft zich altijd aangepast aan
iederer. nieuwen toestand om van eigen kracht zooveel
mogelijk te redden. Nu is Rome zwart. Als straks het
socialisme wint, waarom zou Rome dan zich zelf niet
van zwart rood maken?
Kunst aan het Volk. 't Was Zondag een
mooie avond, dien de vereeniging „Kunst aan het Volk"
aan zjjn leden gaf. Op "t programma was vei méld, heel
grootsch....
Neen, laten we de van zooveel verkropte woede
sprekenden oüe Sch. CW.-stijl niet verder volgen. Want
het jongste concert der vereeniging was wel zulk 'n
enorm succes, dat 't geblaaskaak van'n jaloersch oranje-
vereenigings-koninkje zoo onschadelijk is a's er maar
iets ter wereld onschadelijker kan wezen.
De Sch. Crt. vermeldde, dat de zaal „zeer goed" bezet
was. Ja, dat was ze ook ze was e genljjkméér
dan vol.
Het gaat den vereeniging geheel voor den wind. De
leiding blijkt in zeer bekwame handengroote werklust
schijnt het bestuur te bezielen en dat heerlijk-krachtige
leven, dat er in deze toch nog zoo jeugdige vereeniging
stielt. wekt hooge verwachtingen ook voor de toekomst.
Vooral, wanneer de leden bij voortduring, zooals nu,
tooneu den arbeid van het bestuur op zoo hoogen prijs
te stellen.
We znllen niet pogen het door de executanten ge
presteerde te bekritiseeren. Wel was Orelio, die ver
kouden was en zich in 't begin spaarde, in zijn eerste
serie liederen frisch noch krachtig genoeg om aan zijn
zang de gewone bekoorlijkheid te geven en was de
vrijheid, welke hjj zich ten opzichte van den tekst der
liederen volgens programma veroorloofde, niet geschikt
om het publiek gunstig voor hem te stemmen, maarni
deze serie kwam Orelio eerst. En toen veni, vidi,
vici
Voör wie hem nooit vroeger hadden gehoord, werd
't 'n verrassing. Zang en voordracht waren onbeiispe-
lijk
en vooral „Het klooster" en „Het verwaerd
kwezelken" waren succesnummers. Er werd ten slotte
zij 't ook tevergeefs gebedeld om bisnummer.
De heeren Smalbroek (viool) en Bezemer (piano)
wisten zich eveneens de sympathie van 't publiek wél
te verwerven.
„Traumerei" van Schuman werd goddelijk gegeven
en na de „Mazurka" van Wieniawski, waarin de tech
nische vaardigheid van den heer Smalbroek de waardige
leerling van den grooten meester Wolf verried, barstte
zulke toejuichingen uit, dat een extra-nummer niet kon
uitblijven,
Deelde de pianist mede in deze hulde, indien het
klavier aan hoogere eischen hadde voldaan, dan zou
zeker zijn bekwaamheid beter tot haar recht gekomen
zijn.
Resumeerende mag gezegd worden, dat het concert
van Zondag tenvolle beantwoordde aan de hooge eischen,
welke eraan gesteld konden worden en dat het aller
verwachtingen tenvolle bevredigd heeft, 't Publiek
voor 99/100 bestaande uit minder gegoeden, maar on
weersprekelijk vatbaar en gevoelig voor goeden kunst
't was dankbaar èn voldaan. B.
Per Telegraaf. Oranjevereenigingsland, 17
November 1907. Naar men ons uit Schiedam seint,
zal binnenkort een groote vergadering worden gebon
den, welke zeer druk bezocht zal zijn en waarin
ten slotte a 11 e a a n w ez i g e n als lid zullen toetreden.
Het „Hoofd"bestuur zal daarna de vraag overwegen
wat er te doen zal zijn tegen stroovuurtjes die niet
uitgaan. Daarna: hoe 'n doodgeboren kind leven kan
worden ingeblazen. Daarna: hoe bij gebrek aan offer
vaardigheid der leden een groote schuld gedelgd kan
worden.
De beraadslagingen geschieden niet in 't openbaar.
't oorlogspad! Zaterdag was
Optocht van de matrozen! Nu niet
Vrijland op
het alweer zoo! -
in „uniform", maar gekleed in „politiek". Wel was
de troep aanmerkelijk gedunl: die beneden tien staan
nu op non-activiteit! Of zijn ze gepensionneerd?
Yoorop een trommel en een fluit als bij de mariniers
Zou het nu geen tijd worden om eens verstandige en
doortastende maatregelen te nemen tegen deze verkapte
matrozenfokkerij
De Christelijke School uit bedelen.
Meisje aan de deur:
Mijnheer, wil u geen schoolpenning van me koopen
't Kost 21/, cent."
Waarvoor is dat?"
De helft is voor de arme Christelijke Scholen"
(of Christelijke Armenscholen, daar wil 'k af wezen!)
„in Nederland en de andere helft voor de Christelijke
Scholen in Schiedam."
„Ze dwaalde ro d van huis tot huis
„En vroeg er mededoogen."
Ongeoorloofde concurrentie. Op het einde
der vorige week werd door de commiezen Malkus,
Scbült-r en Rozenraad een koe benaderd. De slager, die
de wettelijke aangifte had gedaan en in 't minst niet
te laag had aangegeven, weigerde de koe voor de pry's,
door de ambtenaren bepaald, terug te geven en kreeg
dus de som, door hem aangegeven, vermeerderd met de
door de wet voorgeschreven 7 pCt. terug. Hij had daar
mee royaal zijn inkoopsprijs terug en z(jn verloren tijd
betaald gekregen.
Op zich zelf is hiermee tegen de wet niets misdaan,
al zou het niet kwaad zijn, dat de Directeurs bij de
res. V 1854157 behoorende ministerieele missive nog
eens exCa in herinnering brachten, aldus luidende:
„Er bestaat vermoeden, dat, in weerwil van de
herhaalde aanschrijvingen van het Hoofdbestuur,
door sommige ambtenaren soms misbruik wordt
gemaakt van de hun bjj de wet toegekende be
voegdheid tot benadering van ter slachting aan
gegeven vee, door, namelijk den belanghebbende,
ofschoon de waarde van zijn stuk vee naar be-
hooren hebbende aangegeven, met benadering te
bedreigen, tenzij hij zich daarvan vrijkoope; tot
welk laatste door den aangever veelal wordt over
gegaan, zoowel omdat hij dan ontheven is, om zich
tot het ontvangen van de benaderingspenningen,
naar het soms ver afgelegen kantoor des ontvangers
ie begeven, als omdat hij er veelal op gesteld is,
om het opzettelijk voor eigen gebruik aangefokte
vee voor zich te behouden; wordende in dat geval
geen verder gevolg aan de benadering gegeven,"
enz.
De minister dringt dus aan op strenge naleving der
benaderingsbepalingen en strenge controle daarop.
Ook het door ons bedoelde geval was er een van
benadering ondanks „de waarde van het stuk vee naar
behooren was aangegeven." Maar in strijd met de wet
was de benadering niet.
Wat evenwel daarna gebeurde, is niet in den haak.
Het benaderde koebeest werd niet naar het daarvoor
bestemde abottoir aan den Hoek van Holland vervoerd
maar door de kommiezen ingekocht, door een vroegeren
slager geslacht en uitgehakt en door de kommiezen aan
allerlei bekenden verkocht, ook aan branders en distilla
teurs, fabrikanten die in hun eigen bedrjjf veel met de
belastingkommiezen te maken hebben en er groot belang
bij hebben daarmee op goeden voet te staan, geenszins
om onwe tige' handelingen te kunnen verrichten maar
om, volkomen voldoende aan de eischen der wet, den
goeden gang van het bedrijf door een aangename mede
werking der belastingambtenaren te verzekeren. Dat
deze branders en distillateurs er moeieljjk toe overgingen,
het vleeschaanbod der kommiezen af te slaan, is men-
schelijkerwijze zeer goed te begrjjpen. Maar daardoor
raakten verscheidene leveranties kwijt bjj vaste klanten,
die zij in een stad als Schiedam niet elders konden
plaatsen en dus verliesposten opleverden.
De Slagersvereeniging stelde den Minister van Binnen-
landsche Zaken in kennis van dit geval. Deze berichtte
dat hij zijn Collega van Landbouw, Handel en Nijverheid
er mee in kennis had gesteld. Wat deze beschikken zal,
is op dit oogenblik nog niet bekend.
Maar in elk geval hebben wij hier toch te doen met
ongeoorloofde concurrentie. Wjj kunnen op dit oogenblik
niet nagaan, of de betrokken ambtenaren beslist in
strijd met hun instructie of met de wet hebben gehandeld.
Maar zeker is in elk geval, dat zjj indirect zich aan de
uitoefening van een bedrjjf hebben gewaagd en daarmee
in concurrentie met de slagers zjjn getreden, wat rijks
ambtenaren toch stellig niet geoorloofd is. En wjj spreken
den wensch uit, dat de belastingkommiezen, belast „met
den tang" zich niet meer aan zulk een ongeoorloofde
concurrentie znllen schuldig maken.
Het blijvend gedeelte. Onderstaand adres in
zake het blijvend gedeelte is door den Miliciensbond
aan den Minister van Oorlog verzonden
Aan
Zijne Excellentie den Minister van Oorlog,
geeft met den verschuldigden eerbied te kennen de
ondergeteekende Terveen (H. N.), le Secretaris van den
Landelijken Bond van Miliciens, Oud-Miliciens, Reser
visten, Landweermannen, en ten deze Domicilie ten
kantore van opgemelden Bond, Potgieterstraat 67, dat
hij in opdracht van het Hoofdbestuur van meergemelde
Bond, de eer heeft het volgende onder de aandacht
van Uwe Excellentie te brengen:
„dat door het Hoofdbestuur met instemming was
kennisgenomen van het besluit van Uwen Hooggeachten
Ambtsvoorganger, om het blijvend gedeelte van de
lichting 1906 te beperken, en te bepalen op 2181 man
voor iedere ploeg
„dat met leedwezen door het Hoofdbestuur werd
waargenomen, de verwerping der Oorlogsbegrooting voor
het jaar 1907, door de Eerste Kamer der Staten-Gene-
raal en als gevolg daarvan het aftreden van den Heer
Minister van Oorlog „Staal"
„dat met vreugde werd kennis genomen van de
mededeeling dat door Uwe Excellentie, in zake het
blijvend gedeelte de voetsporen van Uwen Hooggeachten
Ambtsvoorganger zouden worden gevolgd;
„dat het Hoofdbestuur in deze werd gesterkt door
de door Uwe Excellentie, even zoo als door den Heer
Minister van Oorlog „Staal", toegestane vermindering
van de duur der herhalingsoefeningen gehouden in het
jaar 1907, voor hen die gediend hadden bij het blijvend
gedeelte;
„dat het Hoofdbestuur wel betreurde, dat door Uwe
Excellentie iedere ploeg van het blijvend gedeelte der
lichting 1907 werd bepaald (oorspronkelijk,) op 3114
man per ploeg, (duS circa 1000 man) per ploeg meer
als onder Minister Staal, maar dat het Hoofdbestuur
vermeende af te moeten wachten de behandeling van
het Regeerings Wetsontwerp in de beide Kamers der
Staten Generaal tot definitieve vaststelling van het
blijvend gedeelte, alvorens zich tot Uwe Excellentie
met een bezwaarschrift te wenden
„dat het Hoofdbestuur verbaasd werd door de mede
deeling in De Nieuwe Courant van 2 November j.l.,
waarin vervat, door Uwe Excellentie aan debetrokken
militaire autoriteiten last was gegeven om het bljjvend
gedeelte der lichting 1907, op den gewonen voet onder
de wapenen te houden, wat zeggen wil, overeenkomstig
artikel 109 der miiitiewet 1901, op het maximum van
circa 7500 man voor iedere ploeg
„dat het Hoofdbestuur vermeent gezien het vooraf
gaande, dat de miliciens hadden verwacht, voor hel
overgrooto deel met einde November 1907 (dus na 87,
maand actieven dienst bij de onberedene wapenen) met
klein verlof te kunnen vertrekken
„dat het Hoofdbestuur overtuigd is, dat besluit groote
directe- en indirecte financiëele offers, voor de betrok
kenen met zich mede zal brengen, ten eerste door de
loonderving gedurende het actieve dienstverband, ten
tweede door de werkloosheid, welke van een langer
onder de wapenen blijven, het gevolg zal zijn
„dat het Hoofdbestuur van oordeel is, dat een zoo
zwaar offer voor de betrokkenen niet valt te dragen.
Redenen, waarom het Uwe Excellentie eerbiedig ver
zoekt te willen besluiten, dat het blijvend gedeelte der
1 chting 1907 van gelijke sterkte zal zijn, als door Uw
Hooggeachten Ambtsvoorganger voor de lichting 1906
destijds is bepaald geweest, totdat de grootte van het
blijvend gedeelte definitief door de Staten-Generaal zal
zijn geregeld.
Met de verschuldigde Hoogachting,
Voor het Hoofdbestuur,
H. N. TERVEEN.
Amsterdam, 17 November 1907.
De herhalingsoefeningen. De Miliciensbond
heeft tegen 1 December a.s. te 's-Gravenhage een
Openbare Vergadering belegd tegen de 3e herhalings
oefening en de Landweeroefeningen, 's middags om
half twee in „Tivoli" in de Westerbaanstraat, met Rood-
huyzen, ter Laan, Duys en Van den Brink als
sprekers.
Het hoofdbestuur roept alle Afdeelingen, Bestuurders
bonden en Vakvereenigingen op, zich daar te doen
vertegenwoordigen. Wij ondersteunen krachtig dit ver
zoek en hopen dat ook Schiedam en Vlaardingen zich
niet onbetuigd zullen laten. De Metaalbewerkersbond,
afd. Schiedam, besloot reeds een afgevaardigde met
banier te zenden en wees daarvoor Geitenbeek aan.
Wie volgt
Bond van Nederl. Gemeentewerklieden
afdeeling Schiedam. 1) Vrijdag 8 November hield
onze afdeeling een huishuishondelijke vergadering iu het
gebouw „Constantia". De vergadering welke zeer goed
bezocht was moest vernemen, dat 3 leden hadden be
dankt als lid, maar daarentegen 5 leden tot onze afd.
waren toegetreden.
Een woord van hulde am het Raadslid De Bruin,
voor zijn flink optreden, omtrent de brugwachters, bleef
niet achterwege.
De commissie, belast met het nazien van de boeken
van den Penningmeester bracht een gunstig verslag uit.
Om de besluiten (waa-onder contributieverhooging)
genomen op het congres, gehouden op 14, 15 en 16 Oct.
te Utrecht, van kracht te doen z\jn, moet een stemming
per referendum plaatshebben. Voor dat wij tot stemmen
overgingen, besprak onze Bondssecretaris N. v. Hiute,
breedvoerig en zeer duidelijk de steeds giooter wordende
vraagstukken, waarmede het Hoofdbestuur zal hebben
rekening te houden, hetwelk voor het Hoofdbestuur
steeds meer werk en grootere uitgaven zal beteekenen.
Dat de rede van Van Hinte er bij de leden goed in
ging, bewees de'stemming. Alle aanwezigen stemden
als één man voor de congresbesluiten.
De vergadering ging onder een zeer goede geest
uiteen.
De Correspondent.
Metaalbewerkersactie. Door dm Algeineenen
Nederlandschen Metaalbewerkersbond wordt een manifest
verspreid, waarin een brutale aanslag op het vereeni-
gingsrecht wordt vermeld van den Heer Guthman,
metaalwarenfabrikant te Zalt-Bommel. Deze had om
een flauwiteit 10 zijner werklieden ontslagen maar ver
klaarde bereid hen weer in dienst te nemen, wanneer
zij voor hun lidmaatschap van den Bond bedankten en
door daden toonden, dat zij de organisatie voor good
1) Door toevallige omstandigheden is dit verslag een week
blijven liggen. Red.