No. 44, ZATERDAG 28 December 1907. 7e Jaargang. ORGAAN der Afd. Schiedam en Vlaardingen der Sociaal demokratische Arbeiderspartij. LTVrp^fcent Hf Stukken Yoor 't eerstvolgend nummer moeten uiterlijk Woensdag a. s. 's middags 12 uur in het bezit der Redactie zijn. JJe Moker IS ieuwjaarsadvertenties. Afdeelingsnieuws. Schiedamsche Bestuurdersbond. De 8. D, A. P. en de Bestuurdersbonden. Commissie Werkliedenreglement. ABONNEMENTSPRIJS: Losse nummers 2 cent. Bureau van Bedaktie Gebouw „CONSTANTIA", Hoogstraat. Bureau van Administratie Rhoonscliestraat 7boven ADVERTENTIEN: 3 cent per regel. Bij abonnement belangrijke korting. i - - is eiken Zaterdag verkrijgbaar: Te Schiedam Nieuwsticht N. Z. 32. Groote Markt 3. Zalmstraat 22. „Constantia", Hoogstraat. Te Vlaardingen: Markgraaf straat 20. Aan bovengenoemde adressen worden ook abonne menten aangenomen. De abonné's worden verzocht bjj adresverandering daarvan kennis te geven aan de Administratie. De administratie neemt tot en met 30 December Nieuwjaarsadvertenties aan voor 25 cent per stuk. De Adm. De 3 cursusvergaderingen waarop het Erfnrter Pro gram is behandeld door Bergmejjer, behooren weder tot het verleden. Jammer maar dat deze vergaderingen niet beter bezocht waren. De partjjgenooten zjjn beroerd opgekomenhebben die het niet noodig Diegenen welke de cursus geheel of gedeeltelik hebben bijgewoond, hebben genoten en nog heel wat geleerd ook. Bergmeper heeft het erg bevattelijk uiteengezet. In de laatste vergadering had eenig debat plaats tusschen den inleider en De Bruin. De collecte voor de stakers en uitgeslotenen te Krom menie bracht op de 2e en 3e vergadering respectievelijk op f 3.04 en f 0.95VS. v. D. (Door te late inzending de vorige week niet geplaatst). De St. Nicolaas commissie vergaderde Zondag 15 Dec. voor 't laatst. Uit de rekening en verantwoording bleek dat er een batig saldo was van f 9.141/,;. Naderhand is er nog f 0.50 bijgekomen. Het saldo werd als volgt verdeeld Verkiezingsfonds f E3.Krommenie f 3.—, De Moker f 3 64V,. Het Bureau voor Arbeidersrecht zal niet Woensdag maar Donderdag 2 Januari zitting houden. Zie de ad vertentie. Cursus van den heer J. D. van Roon. Deze zal op 6 Januari weer aanvangen. De deelnemers gelieven hiervan goede nota te nemen. Hooren besturen van politieke partijen of partjj- afdeelïngen in een Bestuurdersbond thuis, ja of neen Deze vraag is aan de orde gesteld door een voorstel van den A. N D. B. om de besturen van de politieke partijafdeelingen uit te sluiten van het lidmaatschap van den Amsterdamsen Bestuurdersbond. Natuurlijk heeft de A. N. D. B. volkomen het recht, een dergelijk voorstel te doen. Maar wij hopen, dat de A. B. B. er geen uitspraak over zal doen doch het Ned. Verbond van Vakvereenigingen en de S. D. A. P. zal uitnoodigen, in de verschillende aangesloten vakbonden en partij afdeelingen deze kwestie te doen behandelen, en de besturen van het N. V. V. en de S. D. A. P. zal ver zoeken daarna een gezamenlijk rapport daarover uit te brengen. Incidenteel en plaatselijk mag deze kwestie, die voor het geheele land van belang is, niet worden uitgemaakt. En wij dringen met te meer klem hierop aan, omdat naar onze meening de kwesüe door den A. N. D. B. verkeerd is gesteld. In den grond der zaak zit de fout niet in de samenwerking van vakvereeniging en politieke partij in de Bestuurdersbonden, maar in de omstandigheid, dat men tot nu toe verzuimd heeft in den werkkring der Bestuurdersbonden die wijzigingen te brengen, dat door de centralisatie der vakbeweging noodzakelijk zjjn geworden. Vroeger werkte plaatselijk iedere vakvereeniging op eigen houtje; in de meeste plaatsen zochten de vakvereenigingen, S. D. A. P.- afdeelingen en zelfs coöperaties elkanders hulp in den gemeenschappelijk strjjd tegen het kapitalisme en be reikten daardoor, samenwerkend, natuurlijk meer dan zij, los van elkander, zouden hebben kunnen bereiken. Met den groei der vakbeweging kwam vanzelf de centralisatie daarvan en door die centralisatie kunnen de plaatselijke vakvereenigingen elkander plaatselijke hulp voor eigen vakbewegingszaken meer missen zjj hebben immers nu den steun van hun vakbond Maar daarmee is toch nog niet iedere plaatselijke samen werking van de verschillende onderdeelen der arbeiders beweging overbodig geworden Integendeel, bij de voortgaande verscherping van den klassenstrijd, waarvan wjj ook in ons land getuige zijn, is het broodnoodig, dat vakbeweging en politieke partij voortdurend voeling met elkander houden en elkander steunen en voor de arbeiderscoöperatie geldt datzelfde. Waarom zou die samenwerking nu niet kunnen blijven plaats hebben, plaatselijk tenminste, door de Bestuurdersbonden, zooals dit landeljjk behoort te geschieden door de besturen van S. D. A. P. en N. V. V. Het uitstooten van de S. D. A. P. uit de Bestuurdersbonden zou in de eene plaats de arbeiders beweging enorm kwaad doen door de samenwerking van vakbeweging en politieke partij te breken en in de andere plaats zon men, gedreven door de behoefte aan zulk een samenwerking, toch weer tot een ver- eenigingslichaam voor vakvereeniging en S. D. A. P. moeten komen en daarmee de tegenwoordige Bestuur dersbonden, onder een anderen naam misschien, doen herleven. Neen, laten de Bestuurdersbonden samengesteld blijven, zooals ze thans zijn. Maar laat men het zuivere vakvereenigingswerk, voor zoover dat thans door Bestuurdersbonden wordt verricht, daaraan ontnemen en dat overbrengen naar de landelijke vakbonden. En laat men de taak der Bestuurdersbonden naar de ge wijzigde vakvereenigingstoestanden eveneens wijzigen. Wij hebben hiermee geenszins alles gezegd, wat. hier over te zeggen valt. Wij willen niet vooruitloopen op de ook door ons verwachte algemeene bespreking dezer kwestie in de vakbonden en de S. D. A. P. Maar wij wilden toch ook niet nalaten, met een paar argumenten en een korte uiteenzetting voor den dag te komen, om daarmee te waarschuwen tegen dergelijke be lissingen. In het nummer van de vorige week plaatsten wjj een verslag van de vergadering van den Gem. Werkl. Bond, waarin Van Hinte uiteenzette wat een werk liedenreglement moet bevatten volgens de opvattingen van den Bond. En daaraan voegden wij een stukje toe onder bovenstaand opschrift, waarin wij critiek uit oefenden op een mededeeling van den heer Honnerlage Gre e, en wel deze, „dat reeds sedert een poosje een commissie uit verschillende elementen samengesteld en de zaak van een werkliedenreglement heeft ter hand genomen," welke mededeeling wjj in verband brachten met de op die vergadering gebleken onkunde van den Gem. Werkliedenbond dienaangaande. Naar aanleiding van die critiek stuurt de Bru'n ons het volgende stukje: Ter inlichting. W. P. Naar aanleiding van het stukje „Commissie Werkliedenreglement," voorkomende in 't laatste no. van De Moker, diene het volgende ter verklaring 1. De wethouder van Onderwijs is bij de samen stelling van het werkliedenreglement niets minder geïnteresseerd dan zjjn ambtgenoot van Publieke Werken. Elk der wethouders is voorzitter vaneen commissie voor een bedrijf en als zóódanig hebben ze dus allen evenveel met de samenstelling van bedoeld reglement te maken. 2. De samenstelling is nog in voorbereiding, is gezegd door den heer Honnerlage Grete. D. w. z., er wordt een concept-reglement gemaakt. Of het concept aan de werklieden-organisaties zal worden toegezonden, moet worden afgewacht. 3. De uitlating over „onpartijdige" leden nam de heer Honnerlage Grete over van Van Hinte, zich met diens zienswijze volkomen homogeen verklarende, dat ook geen gemeente-werklieden in het Scheidsgerecht moeten zitting hebben. Ik meen goed te doen met het verstrekken van deze inlichtingen, om een mogelijk bestaanden verkeerden indruk omtrent de bedoelingen met het scheidsgerecht weg te nemen. Wat dit onderwerp betreft wil ik wel verklaren dat ik van de wethouders, die genoemd zijn, goede verwachtingen heb. In elk geval bestaat er m. i. geen reden vooruit te loopen op de handelingen van het College van B. en W., nu dit begint (be grijpelijkerwijze in overleg met betrokken hoofd ambtenaren) de totstandkoming van een werklieden reglement voor te bereiden. P. de Bruin. Met onverholen verbazing hebben wjj deze regelen gelezen. Indien ze van onvervalscht-burgerljjke conser vatieve zijde waren gekomen, hadden wij geantwoord: „wjj danken u zeer voor uw vriendelijke inlichting en trekken evenmin nu als in ons vorige nummer uwe goede bedoeling in twijfel, maar wij blijven erbjj dat u hiermee „den verkeerden weg" bent ingeslagen; wjj zullen u zeggen, waarom en dan zouden wjj op even gemoedelijke wjjze als de vorige maal onze meening nader hebben toegelicht. Dat de Bruin evenwel de man is die dit schrjjft, verbaast ons volledig. Het is natuurljjk mogeljjk, dat de Bruin als lid van den Raad of als lid van de Commissie van Gemeentewerken ingewjjd is in de ge heimen van de samenstelling dezer commissie voor een werkliedenreglement, waarvan het bestaan voor het eerst ook ons bekend werd door de mededeeling van den heer Honnerlage Grete, en dat de Bruin niet alles zeggen kan wat hjj weet. Maar de Bruin had dan moeten bedenken, dat de heer Honnerlage Grete door zjjn mededeeling in het openbaar aanleiding gegeven heeft tot onze critiek, en dat de Bruin daarom geenszins verplicht was het werk van B. en W. te verdedigen op grond van de goede „bedoelingen met het scheidsgerecht", waar de wijze van samenstelling of van werken of van samenstelling en werken beide dezer commissie niet goed gekeurd kan worden. Het is mogelijk (wij willen de Bruin daar natuurlijk niet naar vragenwat hij als commissielid doet, gaat ons eerst aan zoodra zijn werk door openbaar openljjk optreden van de raadscommissie waarvan hij lid is, d. i. dus in den gemeenteraad, openbaar eigendom is gewor den) het is dan mogeljjk dat de Bruin een andere samenstellling van deze commissie over het werklieden reglement had gewenscht maar dat doel niet heeft kun nen bereikenen het is duidelijk, dat de mededeeling van den heer Honnerlage Grete in 't openbaar hem dan in een scheeve positie heeft gebracht, omdat hij zich nu niet openlijk kan verantwoorden. Maar waarom zweeg dan de Bruin niet tot tijd en wijle dat hjj in openbare raadszitting had kunnen meedeelen wat hjj voor houding in deze kwestie heeft aangenomen? Er was geen enkele reden om als verdediger op te treden van een verkeerd aangepakte zaak. En de zaak is verkeerd aangepakt. De commissie bestaat reeds „een poosje", zei de heer Honnerlage Grete, en heeft dus al een en ander kunnen uitvoeren. Welnu, zij had moeten beginnen met een verzoek tot het Afdeeliogs- of Hoofdbestuur van den Gem. Werk liedenbond om die commissie mee te deelen, welke eischen en verlangens de G. W.-B. heeft aangaande de bepalingen van een gemeentewerkliedenreglement. Wat daarop had moeten volgen, is duidelijk. Maar nu is men begonnen met de voornaamste belang-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1907 | | pagina 1