Aigem. Ned. Metaalbewerkersbond
No. 53
ZATERDAG 29 Februari 1908.
7e Jaargang.
ORCAAN der Afd. Schiedam en Vlaardingen der Sociaal demokratische Arbeiderspartij.
Afdeeling Schiedam.
Op Vrijdag 5 Maart spreekt de Bondssecretaris W. F. DEKKERS in
„Constantia" over het Arbeidscontract.
Arbeiders, bezoekt allen deze hoogst belangrijke vergadering.
De Moker
Aan de Stadsabonnees
Aan de Postabonnees.
Afdeelingsnieuws.
De rector voor het voetlicht.
Uit den Gemeenteraad.
ABONNEMENTSPRIJS:
25 cent per kwartaal j j vooruitbetaling.
franco per post 30 cent j
Losse nummers 2 cent.
Bnrean van Bedaktie
Gebouw „CONSTANTIA", Hoogstraat.
Bureau van Administratie
Blioonschestraat 7boven
ADYERTENTIEN:
3 cent per regel.
Bij abonnement belangrijke korting.
Stukken yoor 't eerstvolgend nummer moeten uiterlijk Woensdag a. s. 's middags 12 nur in het bezit der Redactie zijn.
HET BESTUUR.
is eiken Zaterdag verkrijgbaar
Te Schiedam: Nieuwsticht N. Z. 32.
Groote Markt 3.
Zalmstraat 22.
„Constantia", Hoogstraat.
Te Vlaardingen: Markgraatstraat 20.
Aan bovengenoemde adressen worden ook abonne
menten aangenomen.
De abonné's worden verzocht bij adresverandering
daarvan kennis te geven aan de Administratie.
Met 1 Maart begint het nienwe kwartaal. Volgende
week zal de looper ot loopster n de kwitantie aan
bieden. De Administratie.
Met 1 Maart begint het nieuwe kwartaal. Gij zoudt
het werk van de administratie verlichten, zoo gjj het
verschuldigde bedrag per postwissel overzendt. Na den
15en Maart wordt er per postkwitantie, groot 377a cent,
over het bedrag beschikt. De Administratie.
Cursus P. de Bruin. Het tweede gedeelte
van den Cursus over„Politieke en Vakbeweging" zal
De Bruin Zondag 1 Maart, 's morgens om half elf, geven
in „Constantia". Voor partjjgenooten vrij entree, voor
niet-partijgenooten entrée tegen 5 cent de persoon.
Maakt propaganda voor dezen Cursus.
Het Bestuur.
Nieuwe brochures. (Verkrijgbaar in den Af-
deelingsbrochurenhandel in Constantia.)
F. M. Wibaut. Slechte Tijden. 5 cent.
Dr. J. van Leeuwen. De Wereldbeschouwing der
Sociaal-Democratie. 10 cent.
H. Spiekman. Loonslavernij. 50 cent.
De rector van het Schiedamschegymnasium,Dr.C.J Vinke
Steyn, heelt een rapport uitgebracht over de kwestie van de
mogelijkheid en wenscheljjkheid van opheffing van het
Schiedamsche gymnasium, daartoe uitgenoodigd door het
College van B. en W., die van den Gemeenteraad den
3 Dec. 1907 de opdracht voor de samenstelling van een
dergelijk rapport hadden gekregen.
Dat B. en W. den rector over deze zaak „hooren",
ligt voor de hand. Maar dat zij zich eenvoudig afmaken
met een rapport van den rector, zonder zich zelfs den
tjjd en de moeite te hebben gegund, ook een onderzoek
in te stellen naar de tegenovergestelde meeuing, die zij toch
drommels goed weten dat bestaat, ziet, dat is een
eenzpdige en meer dan ergerlijke wijze van voorlichten,
waarvoor een college van B en W. zich schamen moest,
En dat de Gemeenteraad op een paar leden ra tevreden
was met een dergelijke wijze van voorlichting, gaf het
overtuigende bewijs, dat het den Raad niet te doen was
om een weloverwogen, van alle zijden toegelicht oordeel,
maar om een vonnis zonder meer over het voorstel van
den sociaal-democraat de Bruin.
Wjj willen terloops wel mededeelen, dat deze gang
van zaken ons, als sociaal-democraten, die het schandelijk
gedoe der burgerpartijen zoo graag ontmaskeren, zeer
welkom is en dat wjj niet zullen nalaten, ook deze wijze
van handelen in de gymnasium-kwestie van de zijde van
B. en W. en de burgerpartijen behoorlijk ta benutten
voor onze propaganda Voor elf Schiedammers ell duizend
gulden aan ouderwijs uit e geven, dat is dus f 1000
voor ie ler, ^.in een stad Us Schiedanueen inrichting
als het gymnasium in stand te houden, terwijl daaraan
in 't geheel geen behoefte is en terwijl tal van andere
eischen op inwilliging wachten, en dat te doen na
een zóó eenzijdige, zóó onvolledige en zóó onbetrouwbare
voorlichting als waarmee. B en W. volstonden, dat
is wel de burgerlijke klasse-politiek voeren in een
buitengewoon brutalen vorm. De heeren zullen misschien
nu wel begrijpen, dat voor onze propaganda deze, hun
houding uiterst goed te pas komt, al hadden wij ter
wille der zaak zelve een andere, betere, verstandigere
houding verwacht en op een beter overwogen oplossing
gerekend.
Op alle onderdeelen van het rectorsrapport uitvoerig
ingaan, laat onze plaatsruimte niet toe. Wij zullen
ons dns tot de hoofdzaken moeten bepalen.
In de allereerste plaats doet het alleronaangenaamst
aan, den rector zelf zichzelf en zijn collega's aan het
slot van zijn stuk aldus te hooren opkammen
„De opheffing van het Gymnasium zou verder
met zich meebrengen het vertrek van 7 univer
sitair gevormde mannen, van wie verreweg het
grootste gedeelte buiten hun ambt tjjd, werkkracht
en geld beschikbaar stelt of stelde om het gees
telijk en artistiek leven hier ter stede te steunen.
Hoe hoog de moreele invloed door hen op verschil
lend gebied en in verschillende kringen uitge
oefend, moet gëschat worden, staat niet aan ons
te beoordeelen.
„Maar afgezien van hun personen en hun
arbeid, mag de vraag wel overwogen of bij het
betrekkelijk gering aantal personen van hoogere
wetenschappelijke ontwikkeling, die onze gemeente
telt, een vermindering van dit aantal met 7 geen
achteruitgang van het geestelijk leven hier ter
stede beteekent, of onder dat geringe aantal in een
stad als de onze gemist mogen worden mannen,
die door hun opleiding en hun ontwikkeling in het
geestelijk leven den band vormen, die onze be
schaving met haar oorsprong verbindt."
Wanneer het verkeeren aan een gymnasium tot zulk
een officiëele uiting van hoogmoedswaan Voeren kan,
dan is daarmee reeds de geest van het Schiedamsche
gymnasium veroordeeld. Maar bovendien is het beslist
onwaar, dat er van deze 7 Olympische Schiedammers
eenige invloed op „het geestelijk en artistiek leven
hier ter stede" uitgaat. Dat de rector wel eens als
jurylid in wedstrijden van dilettantenvenenigingen op
treedt en ook wel eens als regisseur van een dilettanten-
tooneelclub, is een feitmaar dat de kunst of de
wetenschap daarmee gediend is, kan toch nog met
recht worden betwijfeld. Maar zelfs als men dit nog
„invloed op het geestelijk en artistiek leven hier ter
stede" zou willen noemen, is die invloed nog zoo uiter
mate gering, dat daarmee de instandhouding van een
gymnasium toch moeilijk te verdedigen zou zijn.
En in de tweede plaats maakt het een allerellen-
digsten indruk, dat de rector door een onvolledige aan
haling van een wetsartikel de meening heeft doen
postvatten, dat de wet de opheffing van een bestaand
gymnasium niet mogelijk zou maken. Artikel 6 van de
wet op het hooger onderwijs spreekt n.l. niet slechts
van het oprichten en inrichten van een gymnasium
maar ook van „het onderhouden" en laat de mogelijk
heid toe dat een gemeente „vrijgesteld" wordt van de
verplichting tot inrichting of oprichting of „onder
houding." Er kan dus wettelijk wel degelijk vrijstelling
verleend worden van de „onderhouding" van een bestaand
gymnasium, of m. a. w. wettelijk is het mogelijk dat
een gemeente vergunning kan krijgen om haar gym
nasium op te doeken. Het getuigt wel van een gemis
aan goede argumenten, wanneer men zijn toevlucht
moet nemen tot een onvolledige aanhaling van een
wetsartikel om daardoor een indruk te vestigen, in
strjjd met den geest en de letter van de wet.
De Nieuwe Schiedamsche Courant heeft leeljjk met
deze zonderlinge onnauwkeurigheid van haar geloofs
genoot in haar maag gezeten. Ze zag in, dat het mede
deelen van dit feit, waarop de Bruin zeer terecht het
volle licht liet vallen, Dr. Vinkesteyn een alleronaan
genaamste figuur bij haar lezers zou doen slaan en dat
is natuurlijk in het nadeel der Katholieke politiek.
Daarom werd in het verslag van de raadszitting alles
geschrapt wat op deze zeer zonderlinge geschiedenis
betrekking had en werd in het overzicht „In onze
Vroedschap" eveneens met geen woord faarvan melding
gemaakt. Wij zijn de Nieuwe Schiedamsche Courant,
alweer uit louter eigen belang, buitengewoon dankbaar
voor deze daden van verzwijging, die het onweer
legbare bew;js leveren van haar uiterste verlegenheid
met rector Vinkesteyn's onvolledige wetsartikel
aanhaling.
Intusschen geeft ook dit feit van onvolledige aanha
ling van een wetsartikel door den rector eerder het
bewijs van den verkeerden invloed van het Schiedam
sche gymnasium dan van het tegendeel.
De beide genoemde feiten zijn voor ons reeds vol
doende om den minderwaardigen geest, die aan het
Schiedamsche gymnasium overheerscht, te kenschetsen.
Er is evenwel nog heel wat meer op het rapport aan
te merken. Die „moreele invloed"
Zitting van Donderdag 20 Februari.
We begonnen met een reeks ingekomen stukken en
mededeelingen (behalve de geheime!) Als vermeldings-
waardig noteer ik, dat er een missieve ingekomen was
van de Bruin, houdende weerlegging van het rapport
van den Directeur der gemeente-drinkwaterleiding, be
treffende die waterleiding. B. en W. stelden voor, om
het voor kennisgave aan te nemen. De Groot meende
echter, dat het beter was het te behandelen, dan het
zoogenaamd in de doofpot te duwen. Hij stelde voor,
om het te laten drukken en in de volgende vergadering
te behandelen. En zoo zal geschieden. Het kardinale
punt van deze vergadering was wel het debat over het
gymnasium. Ik verwjjs de lezers naar de uitvoerige
stukken daarover in dit en de volgende nummers, om
eens goed op de hoogte te komen van deze zaak. Ik
zal in 't kort de discussie weergeven.
Een eigenaardig debat ontstond er tusschen de heeren,
naar aanleiding van het voorstel van B. en W. tot het
verhuren van een kade met erf aan A. van der Graaf.
Op die werf moet een woning staan, die onbewoonbaar
1) Aan onze lezers. De gymnasium-kwestie is ook voor
de lezers van „De Moker" zeer belangrijk, minder om de technische
kwesties daaraan verbonden dan omdat zij weer eeD heerlijken kijk
vergunt op de geestelijke en zedelijke waarde van de opvattingen
en redeneeringen van de burgerpartijen en haar „gymnasiale"
woordvoerders. Voor iederen arbeider is daar veel uit te leeren.
Daarom nauwkeurig ook deze artikels gelezen.