Vlaardkigsche lJzerkoekjes.
Maassiuissche Moppen.
L is Hobbe van der Laan, een Friesch-Amerikaansch
demokraat.
II zijn de Maten, die gerechtigheid moeten geven.
N is Nolet, die maakt op de stembureau's het meeste
leven.
O is de Onzin, dien menig verheeroomd mensch uit
slaat.
P zijn de Pijlen die men afschiet op den sociaal-
demokraat.
Q is de bekende kerkelijke Quibus met de groote trom.
K dat is Eis, soms verstandig, meermalen dom.
is papa Smit, bij opstootjes vooraan.
T is de Toekomst, die lacht ons aan.
U is de Uil door 't clericalisme bekoord.
V is de Vooruitgang waarvan de a ti niet graag hoort.
W dat is "YVittkampf, verdediger der groote liên.
X zijn de X-stralen om sociale wetten te doorzien.
IJ is het IJzer dat de Moker steeds smeed.
Z zijn de Zorgen, door de Schiedamsche heeren aan
aan de arbeiders besteed.
B.
Bloedgeld. Ziedaar de geijkte term, waarmede
onder de arbeidende klasse de belasting, door haar op
te brengen, aangeduid wordt.
Een krasse uitdrukking maar waar.
Men moet al over een groote brutaliteit beschikken
om dit te durven ontkennen, of totaal onbekend zjjn met
h' t arbeidersleven dat vanaf de wieg tot aan het grat,
één lange, eiudelooze marteling is om dat „leven" door
te scharrelen en te wriemelen.
Toch zijn dezulken er natuurlijk wel.
Laten we alleen maar herinneren aan zeker raads
lid, die bjj de besprekingen in den Raad over progres
sieve heffing, de opmerking durfde maken, dat de
belasting hier in Vlaardingen nog geen eens zoo onbil
lijk was, want als je het goed ging uitrekenen zoo
zei hij dan dragen de arbeiders nog geen eens hun
aandeel naar verhouding natuurlijk bjj in de
openbare straatverlichting
Dat was dan iemand n.b-, die zelf met zijn geld geen
raad weet, zooals men pleegt te zeggen.
Maar als je het goed gaat uitrekenen dan betaalt
zoo iemand ook weer natuurlijk naar verhouding
van zyn inkomen nog veel minder dan een arbeider.
De laatste toch betaalt van zijn tekort, de eerste van
zijn overvloed.
Dat is het immoreele van ons tegenwoordig belas
tingstelsel.
Trouwens, een volmaakte afspiegeling van onze klas-
semaatschapdij.
En nu zegge men nietnou ja, 't is De Moker maar
die het zegt, neen, men moet de menschen maar eens
hooren, nu de aanslagbiljetten van den Hootdeljjken
Omslag weer bezorgd zijn. Velen zullen dit jaar weer
meer moeten betalen dan een vorig jaar, terwijl die
centen zoo broodnoodig in het huishouden gebruikt
kannen worden.
En het is eigenaardig het gemopper daarover van
goede anti-revolutionairen te hooren. Ze kunnen geen
woorden, scherp genoeg, vinden om hunne ergernis over
dat maar steeds zwaardere lasten op den arbeider leg
gen, te uiten.
Maar dit is zeker, ze mogen mopperen en klagen,
ze hebben het toch feitelijk zichzelf te wijten. Bij ver
kiezingen, wanneer sterk op hunne socialistenvrees ge
werkt wordt, gaan ze als een kudde schapen stemmen
op den man, die pogen zal die lasten te verminderen
pardon, precies andersom. Wie dus niet hooren wil,
moet dan maar voelen.
Een referaat van den heer Jan Schippers.
De vorige week had in de zaal „Harmonie" de jaar
vergadering plaats van de Ver. ter bevordering der
Nederl. visscherij. O.m. is daar door bovengenoemden
beer een referaat gehouden over het arbeidscontract
voor zeevisschers.
Men bedenke dat de heer Schippers reeder is.
De conclusie van zijn betoog was, dat hij hoopte dat
het contract niet te bindend voor den werkgever zijn
zon.
Natuurlijk
't Zou verwonderlijk zijn indien het anders was.
Och, we kennen de argumenten van heeren werk
gevers en wij weten ook dat ze alles al gauw te bin
dend vinden, indien er soms voor de arbeiders belang
rijke dingen tot stand worden gebracht.
Men versta ons echter niet verkeerdwe willen
hiermede niet zeggen, dat het aangeboden arbeidscon-
contract een zegen is voor de arbeidende klasse. In
tegendeel 1
Maar wel willen we dit zeggen, dat de heeren o, zoo
gauw moord en brand schreeuwen indien de vrijheid
wordt aangerand.
Dat is te zeggen, de vrijheid die een werkgever noo-
dig heelt om zijn arbeiders uit te buiten om een onge
breidelde overmacht op hen te kunnen uitoefenen „de
concurrentie te kunnen volhoudenin één woord om
het winstcijfer op „peil" te houden.
Dat is de vrijheid, die het werkgeversdom liefkoost
jnet eene volmaakte liefde.
En of nu de arbeider al krepeert en of hij door
economische overmacht feitelijk met handen en voeten
gebonden is aan zijn broodheer probeert niet die
ketens (slavenketens zijn hetstuk voor stuk, door
middel van de vakorganisatie en de wetgeving wat
minder knellend te maken, dan, ja, dan komt de dierbare
vrijheid in gevaar en al wat werkgever is, hetzij Jood,
heiden of Christen, ze vormen één gesloten gelid om
die die:bare vrijheid te beschermen, ten koste van bet
geluk en de welvaart van duizenden en nog eens
duizenden.
Och ja, we hebben er reeds meermalen op gewezen,
dat in de afd. Vlaardingen van de vereeniging ter be
vordering der Nederlandsche visscherij, alles wat werk
gever is, broederlijk samenwerkt en de heeren zich
heusch niet door politieke domine's, dito kapelaans of
dito rabbi's in aparte hokjes laten indeelen. Integen
deel, ze zijn het roerend eens, wanneer er werkgevers-
belangen moeten verdedigd worden. Want, toen de
heer Schippers zijn rede geëindigd had, loonde dit ge
mengde gezelschap hem met een hartelijk applaus.
Wanneer zullen de arbeiders begrijpen, dat ook zij
tegen de klasse van werkgevers, als klasse eendrachtig
lijk den strijd hebben aan te binden
Een nuttig; geschriftje wordt door de kuipers-
gezellenvereeniging „Wij streven naar Verbetering" onder
de vakgenooten verspreid, waarin met klem wordt
aangedrongen tot aansluiting bij de vakvereeniging.
„Makkers, wanneer aldus is de titel van bedoeld
propagandageschrift en bevat, behalve wat wij reeds
memoreerden, nog enkele andere belangrijke zaken, wat
betreft den arbeidsduur en de ontwikkeling, die h-t
kuipersbedrjjf thans door maakt van klein tot groot
bedrijf en ook de volkomen regeloosheid die in dat
bedrijf nog regel is.
Laten wjj, wat betreft den arbeidsduur, enkele zin
sneden citeeren, waaruit blijken zal, dat de 10-urigen
atbeidsdag inzonderheid voor de kuipers, geen overbo
dige maatregel is. Wij lezen toch
„En dan timmeren wij maar raak, 11, 12, 14 uren
van den lieven langen dag, want de werkdag is
maar bij enkele patroons geregeld en met de regeling
van de productie houdt men in het geheel geen reke
ning.
Vrijheid, blijheid heerscht op dit gebied.
Vrijheid, blijheid, ja, voor de Patroons, niet voor u.
Want als gij een man zijt met een hart voor uw
gezin, dan zult gij al het mogelijke doen om in hun
onderhoud te voorzien en dat zult gij niet kunnen zon
der te jagen van den eenen werkdag in den anderen.
"Als gij 's morgens naar uw werk gaat, slapen uw
kinderen nog, als gij 's avonds thuiskomt, slapen
zjj weer."
Dat is het beeld, wat in het boekske van de „droge"
kuiperijen gegeven wordt.
Inderdaad een le-ljjk beeld
En dat nog akeliger en somberder zou worden, in
dien de geestelijke afstomping der arbeiders, die van
zulk een langen werkdag het ge?olg is, in cijfers ware
weer te geven.
Van de „natte" kuiperijen lezen we o.m.
„De cijfers, die wjj (ook in De Moker werden ze vorig
jaar gepubliceerd) daaromtrent den vorigen zomer pu
bliceerden en die naar wjj hopen ook door u zjjn opge
merkt, bewezen dat in het seizoen den vrijen Zondag
moet worden gebruikt, niet om met de uwen die door
te brengen op een vgze als gevoel of levensbeschouwing
u dat wenschelijk maken, maarom uit te rusten
van den 80, 90 of 100-urigen werkweek, die u een
voudig wordt opgelegd en aan het eind waarvan we
een loon ontvangen dat buiten ons om wordt berekend.
Een werkweek ook waarin wjj niet eens zelf helpen
bepalen het aantal en de tijd der schafturen.
En terwijl een groot gedeelte onzer vakgenooten zoo
een maand of vier, vijf van het jaar doorbrengt, blijft
daar een kleiner gedeelte op de werkplaatsen ploeteren
en zwoegen aan het zware eentonige handwerk, 11,
12, 14 uren van den lieven dag.
Zoo is de toestand in het kort n weergegeven."
Verder worden in het geschriftje de „bezwaren", die
speciaal van Christelijke of beter gezegd kerkelijke zijde
tegen de neutrale vakorganisatie worden aangevoerd,
onder de oogen gezien en weerlegd. Zoo ook het praatje,
dat de neutrale vakorganisaties socialistisch zijn. Eu
het eindigt met een krachtige opwekking van onzen
partijgenoot Henri Polak tot aansluiting bij de vakor
ganisatie.
Moge het resultaat, wat de kuipersgezelleüvereeniging
zich voorstelt met de verspreiding van dit propaganda-
geschriftje te bereiken, schitterend zijn.
Concentratie. Zooals wjj reeds vroeger be
richtten, zullen de bond van Houtver(be)werkers en de
Kuipersgezellenvereeniging „Wij Streven naar Verbete
ring" zich vermoedelijk wel oplossen in één bond.
Althans de besturen van de diverse organisaties zijn
er allen voor de fusiè tot stand te brengen.
Zaterdag 13 Juni zullen de kuipers in huLhoudeljjke
vergadering daarover te beslissen hebben.
Komt de fnsie tot stand dan zal de Bond op de
volgende grondslagen worden opgericht
De houtverwerkersbond telt thans in vier afdeelingen
200 leden met een kassaldo van ongeveer f 400.
Dit bedrag met een gelijk bedrag door „Wij Streven"
te storten wordt dan het kapitaal waarmede begonnen
wordt.
De bondscontributie zal 16 ct. bedragen. De kuipers
betalen nu reeds 22 ct. per week, de houtbewerkers
daarentegen minder, zij zullen dit echter zoo spoedig
mogelijk opvoeren.
Van deze contributie wordt 12 cent afgedragen aan
het hoofdbestuur, zoodar, uit de overschietende 4 ct.
de huishoudelijke uitgaven kunnen worden bestreden.
En de 6 ct. die „W. S. n. V." reed-i meer heft, aan
gewend kunnen worden voor plaatselijke doeleinden.
Uit de bondscontributie zal ook bestreden worden de
uitkeering bij ziekte. Deze zal bedragen 50 ct. per dag
en ten hoogste 50 dagen worden verstrekt.
En eindelijk wordt voorgesteld tot het aanstellen van
een gesalarieerd propagandist en het uitgeven van een
maandblad.
Zaterdag zullen de kuipers te beslissen hebben of
zij op deze voorwaarden de fusie wenschen. 't Zal ons
verheugen als zij daartoe overgaan.
Samentrekkirg van kracht welk middel zou er
anders zjjn om resultaten te verkrijgen
In dezelfde huish. verg. zal ook beslist worden tot
al of niet aansluiting bjj het Bureau voor Arbeidersrecht.
Het jolig christendom. De tijden zijn ernstig
Want bedroevend is het te zien hoe de reflectie inwerkt
op het instinctieve leven!
Stemt het niet tot groote droefenis, wanneer we zien
dat de vrouw van den eersten minister zich op het tooneel
beweegt en dus met duivelskunsten omgaat.Of is
het niet een ergernis wanneer de eerste minister zelve,
en ook hij, die luistert naar den naam van Talma, leden
zjjn van de „Witte Sociëteit" in den HaagIs het
niet om in heiligen toorn te ontbranden, wanneer we
zien dat het Dageljjksch Bestuur onzer gemeente
goede Christenen toch en die heeren die lid zijn van
de afd. Vlaard. der Ver. ter bevordering der Nederl.
Visscherij en tevens goed anti-revolutionair zijn, te zien
uitvaren voor een pleiziertocht op de rivier, waarbij de
muziek heel lustige en vroolijke deuntjes speelde....
Maar, opmerkingswaardig, toen de boot haar tocht
begon en het lustige wjjsje van„Jan-kietelt me," over
de wateren klonk, toen was ook nog een ander geluid
te hoorentoen rolde de donder door de lucht en kliefden
de bliksemstralen het luchtruim, en toch, toch ging
men op die boot daar maar zyn gang en durfde men
het aan, op zulk een wijze de elementen te tarten!.,..
Beeft! gjj kleine luiden!
Als zoo uw voormannen handelen, wat moet daar dan
wel niet het gevolg van zijn?
't Is eenvoudig ontzettend!
Schouwburg-genot. Het Gereformeerde Week
blad gaat in zijn laatste no. heftig te keer tegen het
tooneel. Heeft de redactie er wel aan gedacht, zijn
partijgenoot mr. Theo Heemskerk, een exemplaar van
dat nummer te zenden? Immers mevrouw Heemskerk
zelve trad dezer dagen nog als tooneelspeelster te Am
sterdam op.
Of is hier weer een nieuw voorbeeld van de juistheid
van het gezegde over den balk en den splinter?
Christendom en sociaal-democratie. Ook
te Maassluis maakt het anti-revolutionaire politieke
Christendom druk gebruik van de laatste artikelen van
F. van der Goes in Het Volk, waarin deze de meening
verdedigt, dat het proletariaat in wezen godsdienstloos
moet wezen of worden, omdat het door de economische
omstandigheden daartoe gedwongen zou worden en dat
het socialisme feitelijk godsdienstloos is. Verzwegen wordt
daarbij natuurlijk, dat van der Goes de arbeidersfctose
godsdienstloos noemde, maar duidelijk daarnaast aan
toonde, dat de politieke organisatie der arbeiders niet
anti-godsdienstig is. En eveneens wordt daarbij ver
zwegen, dat van der Goes de meening van slechts een
zeer klein clubje leden der S.D.A.P. weergeeft, terwijl
verreweg de overgroote meerderheid der leden de tegen
overgestelde of een zeer afwijkende meening voorstaat.
Verzwegen wordt voorts ook, dat er beslist-geloovigen,
orthodoxen zoowel als modernen, lid der S.D.A.P. zijn.
Dit mededeelen van een enkel soort uitlatingen is de
mededeeling van een deel der waarheid.
De voorstelling, alsof de geheele S.D.A.P. de gods-
dienstlooze, anti-godsdienstige, opvattingen van F. van
der Goes deelt, is een besliste leugen, die een zich
Christelijk noemend blad als het Gereformeerd Weekblad
zelfs niet op gezag van De, Rotterdammer mocht plaatsen.
In elk geval bewijst ook dit voorvalletje weer, hoe
zwak onze tegenstanders zich tegenover ons gevoelen.
Anders zouden zij zich niet laten verleiden tot het ge
bruik maken van leugens en halve waarheden.
Zwerversleven. In ons Arnhemsch partijblad
De Arbeid vonden wjj de beschrijving van eens armen
zwervers dood. Er zjjn veel van die zwervers. Dat