Uit de Vakvereenigingen. Middenstanders-gedachten. Maar zoodra met dien aankoop men aan 't begin van het eind is gekomen, verandert dat en komt geleidelijk de normale toestand, dat de exploitatie-rekening van het gemeentelijk grondbedrijf steeds grootere batige saldo's zal opleveren. Dan komt de gemeentb in den normalen toestand, dat het gemeentelijk bezit de baten oplevert, noodig voor de dekking der gemeentelijke uitgaven. Uit het aangevoerde over de exploitatie van het ge meentelijk grondbedrijf volgt reeds, dat er zeer nauwe samenhang bestaat tusschen dit grondbedrijf en het be staande bedrijf der gemeentewerken. Onvoldoende samen werking kan niet anders dan tot moeielijkheden, ver wikkelingen en botsingen leiden, omdat het bedrjjf dei- gemeentewerken zjjn eigen zelfstandige bedrjjfseischen dan zal bljjven stellen, terwijl het die voor de praktijk der gemeentehuishouding voortdurend in het verband van het gemeentelijk grondbedrijf zal moeten plaatsen. Het komt ons dus ook voor, dat samenvoeging van het gemeentelijk grondbedrijf met het bedrijf der ge meentewerken gewenscht en noodzakelijk is. Wanneer dan slechts voor het grondbedrijf een uitmuntend-be kwame administrateur-boekhouder wordt aangesteld en een degelijke accountants-controle wordt ingevoerd. Nu de Gedeputeerde Staten geweigerd hebben, de door hen goedgekeurde verordening praktisch door de gemeente te laten toepassen 2) en dus een herziening van die door Ged. St. goedgekeurde verordening noodig is (welk een zot figuur slaan Ged. St.is het van belang, zich nog eens fundamenteel rekenschap te geven van wat een gem. grondbedrijf verlangt. De zonderlinge geheimzinnigheid, waarmee de Gemeenteraad deze zaak behandeld heeft, dient nu ook eens uit te zijn. De gemeentenaren hebben het recht, te weten wat er gebeurt, en hoeven niet tevreden te zijn met een in geheime zittingen bedistelde verordening en wat daarbij hoort. Het geldt hier een algemeen zakelijk belang en dat moet in het openbaar en niet in onder-onsjes worden behandeld. Slot volgt.) Nog een koelie-contract. De Gebr. Vincent hebben hun arbeiders een arbeidscontract ter teekening voorgelegd, dat opnieuw een schel licht werpt op de brutale patroonsmanieren der kapitalisten. Het le artikel eischt van de „minderjarige en meer derjarige arbeiders" dat zij zich verbinden tot het verrichten van alle zich in of bniten het bedrijf voordoende werkzaamheden"die de patroons hun zullen opdragen. Het 2e artikel bepaalt dat de werk- en schafttijden geregeld zullen worden, „bij afzonderlijke bekendmaking door of namens de patroons"verder bepaalt dit artikel, dat de werkgever, als hij dat noodig acht, ook „arbeid op Zon- en Feestdagen en op uren, waarop de arbeid niet is geregeld" van zijn koelies kan eischen. De ge- heele regeling van den arbeidstijd wordt door deze laatste bepaling een wassen ueus. Het 3e artikel stelt alle gunstige bepalingen van de artikels 1638 c en d van het B. W. buiten werking en verklaart zonder meer alle andere bepalingen van het B. W. betreffende aanvullend recht op werkgever en arbeider niet van toepassingMet één enkele streek wordt dus iedere gunstige bepaling van het B. W. geschrapt. Het 4e artikel stelt de boeten ast: 10 ct. voor „meer dan 2 minuten na den aanvang van den werktijd" te werk komen, 20 ct. voor een half uur of meer indien tenminste „de patroon of diens gemachtigde" niet ge wenscht oordeelt den te laat komende in 't geheel niet tot het werk toe te laten. Het 5e artikel bepaalt dat de „in de fabriek aanwe zige klok" den tijd bepaalt en dat „verschil in tijds aanwijzing met andere klokken niet als verontschuldi ging kan dienen." De artikels 6 en 7 bevatten niets bijzonders. Daar entegen is artikel 8 weer bar. Daarin wordt voor arbeid buiten de gemeente behalve de reiskosten niet meer dan „25 cents koffiegeld" gegevenalleen wanneer „des nachts moet worden overgebleven betaalt de pa troon de nachtverblijfkosten en het kostgeld" maar dan vervalt het koffiegeld. Zelfs de kosten van een mogelijk middagmaal „buiten de gemeente" worden dus niet vergoed. Het 9e artikel stelt 2 maanden als proeftijd. Ge durende die 2 maanden kunnen partijen elkaar terstond den dienst opzeggen, desve> kiezend zonder inachtneming van eenigen termijn11. Dit artikel geett den werkge vers de gelegenheid om gedurende 6 of 7 weken „de arbeiders op proet" onder vollen druk te laten werken en ze er dan tusschen uit te smijten. Wat is de wet toch fraai en zijn de patroons toch engelachtige wezens! Het 10e artikel stelt den opzegtermijn op 6 dagen, indien bij „bijzondere overeenkomst" niet wat anders wordt bepaald. Ook al een rekbaar artikel. Het lie artikel voegt aan de redenen van onmidde- lijk ontslag, genoemd in de artikels 1739 p en g van het B. W. nog deze toe 1. deelneming aan een werk staking2. het een of meer dagen niet te werk komen zonder geldige redenen en 3. het verkeeren onder den invloed van sterken drank of het meebrengen, halen of laten halen daarvan. Het recht van werkstaking wordt dus formeel ontkend in dit contract. Het 12e artikel verbiedt rooken en bier drinken het laatste mag met vergunning van den patroon geschieden Het 13e artikel is haast ongelooflijk van brutaliteit. Wjj nemen het woordelijk over„Indien de patroon of de werklieden onrechtmatig den dienst hebben doen ein digen, zullen geen van beiden een hoogere schadeloos stelling kunnen vorderen dan die gelijk aan het loon der aan den opzeggingstermijn ontbrekende werkda gen. Beide partijen verbinden zich van elkander wegens onrechtmatig verbreken der diensttrekking geen schade vergoeding te zullen eischen en doen mitsdien uitdruk kelijk afstand van alle aanspraken welke zij tegen elk ander zouden kunnen doen gelden". Aan deze fabriek van de Gebr. Vincent zou het met deze „overeenkomst" een gereglementeerde rechteloos heid voor de arbeiders worden en zouden de patroons de meest onbeperkte misbruikers van de economische afhankelijkheid der arbeiders worden Gelukkig bestaat er nog een flinke vakvereeniging. Scliïedamselie Bestunrdersbond. Vrijdag 12 Juni hield de S. B. B. eene h.h. verg. Aanwezig waren alle organisaties, behalve de bakkers, die door hun bedrijf verhinderd zijn, op Vrijdag een vergadering bij te wonen. De notulen werden ongewijzigd goedgekeurd. Ver scheidene stukken waren ingekomen, waaronder nog al eenigen, die onze voorgenomen meeting betroffen. Verder het jaarverslag van den secret, en penningm., welke onder dankbetuiging werden goedgekeurd. Aan de orde was de periodieke bestuursverkiezing. Aftredend waren de 2e voorz. en de le secret. De secretaris wenschte niet meer in aanmerking te komen, noch voor die noch voor een andere functie. De 2e voorz. Dinkelaar werd bij acclamatie herbenoemd. De 2 secr. J. M. v. Pelt, werd bij acclamatie tot len secr. gekozen, terwijl voor 2en secr. een 4-tal candidaten gesteld werden. Gekozen werd G. v. d. Zee met groote meerderheid van stemmen. Punt 5 van de agenda; De provinciale meeting. Door het best. was een begrooting opgemaakt, welke aan de verg. werd voorgelegd. Verschillende sprekers voerden over deze zaak het woord, doch ten slotte werd zij met algemeene stemmen goedgekeurd, en aan het bestuur vrijheid van handelen toegestaan. Om op den meetingsdag het bestuur ter zijde te staan, daarvoor stelden zich voldoende krachten beschikbaar. In het jaarverslag van den penningm. was ook het verslag van het laatste kwaitaal. Hoek, Schiller en Van Paass^n werden aangewezen de boeken der penningm. te controleeren. Voor de rondvraag gaven zich nog enkelen op, waarna de vergadering gesloten werd. Adresverandering. Het ad es van den secr. van den S.B.B. is nu J. M. v. Pelt, Lange Achterweg 32/7. In de Nieuwe Schiedamsche Courant van 13 Juni komt een ingezonden stuk voor van „een middenstander", dat wij in zijn geheel opnemen omdat het zoo sprekend aanwijst, in welke moeielijkheten de middenstand zit en hoe deze voor zijn eigen belangen meent te kunnen zorgen. Schiedam, 13 Juni 1908. Mijnheer de Redacteur, Verzoeke beleefd opname van onderstaande regalen, bij voorbaat mijnen dank, In uw verslag van de laatste raadzitting, waarin ik met aandacht de discussie volgde over den gasprijs, trof mij naar aanleiding van het gezegde van den heer Smit, dat de gasfabriek geen concurrentie heeft, het antwoord van den heer Wittkampf. Deze zeide, dat de gasfabriek ernstige bestrijding vindt in de petroleum. Daar nu de heer Wittkampf lid is der gascommissie, begrijpt men, dat deze zaak een punt van bespreking heeft uitgemaakt in voornoemde commissie en weet men ook wat er te wachten is van de gasfabriek voor allen, die handelen in petroleum en petroleumartikelen. Gij allen, vanaf groothandel in petroleum tot hen, die in kleine wagens en tot hen zelfs, die de kannen aan hun lichaam torsen, welke daardoor een schamel stukje brood verdienen, wordt een groote concurrentie aangedaan door uwe zoo vooruitstrevende gasfabriek. Ten doode zijt gij opgeschrev.en, verdwijnen moet gij want denkt niet, dat het hierbij zal blijvensteeds verder zal men gaan tot alles wat petroleum heet ver dwenen zal zijndaarom moest nu ook de prijs van munt- en kookgas worden verlaagd. Weten de leden van den Raad dus waar ze luin stem aan gegeven hebben Ik geloof het niet, daar men hierdoor een onedele concurrentie voert, waar particulier initiatief niet tegen op kan werken een concurrentie, weke ook nog gevoerd wordt met de gelden, welke de personen in bovengenoemde zaken handelende, als zuurverdiende penningen moeten bijdragen. Den directeur der gasfabriek kan men geen ongelijk geven, wanneehjj adviseert tot een of andere uitbrei ding der exploitatie, wijl bij grootere exploitatie ook van lieverlede de winsten grooter w;rden en hij zelf daar natuurlijk mee gebaat is. Niet de gasfabriek heeft concurrentie aan de petro leum, maar de petroleum aan het gas. Vraagt dat maar eens aan personen, welke hun hcofdbestaan in dat vak hadden, wat hun bedrijf reeds is ingekort door de invoering van al die nieuwigheden, welke schatten geld kosten aan de gemeente. En waar nu de invloed van bevoegde personen groot genoeg is, worden de menschen bijna gedwongen van gas gebruik te maken. Mag nu de gasfabriek, welke is opgericht ten gerieve der ingezetenen, worden gebruikt om een scherpe concurrentie te voeren teg n een groot aantal inwoners Overtuigd hiermede een zaak te hebben behandeld, die veler aandacht verdient, teekent Hoogachtend, EEN MIDDENSTANDER, De grondgedachte van dit stukje is deze: „de ge meentelijke gasfabriek maakt (door voortdurende verbe- ring van het bedrijf! Red. Moker) het gas voortdurend goedkooper en stelt daardoor steeds meerdere gemeen tenaren in de gelegenheid gas in de plaats van petro leum te gebruiken voor verlichting, verwarming en kooken, maar mag dit niet doen omdat zij daardoor de menschen, die hun brood verdienen met den petrolenm- verkoop, die verdiensten geheel of gedeeltelijk ontneemt." Duidelijker kan niet gezegd worden, dat het de technische verbetering van het gasbedrijf is, die bier geleidelijk den petroleumverkoop doet achteruitgaan. Evenzoo is in tal van gemeenten, vooral in het buiten land, het gas reeds verdrongen door de electriciteit. Vroeg of laat zal dat ook te Schiedam geschieden. Ieder technisch goed geleid bedrijf draagt in zijn eigen fouten en gebreken den prikkel tot verbetering van het bedrijf mee. Iedere technische verbetering brengt weer verbetering van hef voortgebrachte en verbetering in de exploitatie voort, waardoor weer winstvermeerdering en prijsverlaging ontstaan. Maariedere verbetering in de techniek kost verscheiden menschen het brood. In het verbeterde bedrijf worden menschen overbodig. De verlaagde prijzen breiden de klanten uit en bewegen dezen, hun vroegeren leveranciers den bons te geven. Natuurlijk komen deze menschen, die zich huu levens onderhoud aldus zien ontnemen, daartegen op. Dat ziet men arbeiders telkens doen als zij door nieuwe machines overbodig worden. Dat ziet men evenzoo doen door middens'anders die door de verbetering van de tech niek van het handelsbedrijf of een ander bedrijf niet meer noodig zijn in de voortbrenging of warenverdeeling. Maar wat bewijst dit verschijnsel alleen Allereerst ditdat de voortdurende verbetering der bedrijfs- techniek verkeerd isze komt onder invloed van den innerlijken dwang tot vooruitgang en ontwikkeling, die in ieder bedrijf zit, of men het goedvindt of afkeurt; en ze is zo >wel om de technische verbetering van de voortbrengselen als om de vervangiug van menschen door machines in mechanischen arbeid een voordeel, een geluk, een vooruitgang voor de betrokken mensehen Wel wordt door dat verschijnsel bewezen dat onze maatschappelijke organisatie niet deugt, omdat derge lijke verbeter ngen een onafwendbare ramp zijn voor een grooter of kleiner aantal menschen. Iedere ver betering heett naast de voordeelen voor meer of minder menschen den volkomen ondergang voor anderen ten gevolge. En dit komt daaruit voort, dat onze burger maatschappij geen menschen kent, maar alleen men- schelijke arbeidskracht, niet ten doel heeft voor de menschen te zorgen maar voor de zaken en het zakelijk kapitaal en zich niet verantwoordelijk stelt voor het lot en de ontwikkeling der gezamenlijke menschen. En dit komt weer daar van daan, dat onze burgerlijke maatschappij het persoonlijk belang, het persoonlijk bezit, het particulier initiatief, de particuliere onderneming als grondslagen harer orga nisatie heeft geuomen en daardoor van de maatschappij één reusachtig slagveld van concarreerende personen heeft gemaakt, in plaats van op te treden als regelaar en organisator van den arbeid en de levensomstandig heden der menschen en zich de verzorging der gezamen lijke individuen ten doel te stellen. Indien de middenstanders dat inzagen, dan klampten zij zich niet angstvallig vast aan een maatschappelijk stelsel, dat voor hen geen plaats meer heeft en hen dus zeker en gewis èn uit de voortbrenging èn nit de warenverdeeling wegwringt. Dan hingen zij zich niet aan politieke partijen aan, die niets en niets voor hen konden doen. Maar dan werden zij sociaal-demokraat en kwamen zij het leger versterken van de strijdende arbeiders, die, evenzeer slachtoffer der burgermaat schappij als de middenstanders, de maatschappij zoo willen vervormen, dat het geen vloek meer is om ge boren te worden als mensch. W(j herinneren nog eens aan deze getallen 3327 aange- slagenen beneden de f 1000 bel. ink. hebben samen een bel. ink. van f 664.050. Tusschen de f 1000 en f 2000 zijn er 412 met een gezamenlijk bel. ink. van f 391.000. Boven de f 2000 zijn er 292 met een gezamenlijk bel. ink. van f 1.521.900 of 60 procent van het bel. iuk. van alle belastingbetalers. Die 292 samen hebben 2Va maal meer dan die 3327 beneden de f 1000. 2) In ons vorig artikel schreven wij„de weigering van de Ged. St. van Z.-H. om de verordening voor bet Sch. Gem. Gr. goed te keuren"; de uitdrukking „goed te keuren" moet veranderd worden in„in toepassing te laten brengen."

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1908 | | pagina 2