Op Zondag 5 Juli, 's nam. 1 uur wordt een GROOTE PROVINCIALE MEETING gehouden in de St. Joris Doele te Schiedam. H. SpiekmanN. v. hinte, J. A. BergmeijerF. U. Schmidt No. 17. ZATERDAG 27 Juni 1908. 8e Jaargang. ORGAAN der Afd. Schiedam en Vlaardingen der Sociaal demokratische Arbeiderspartij. Stukken yoor 't eerstvolgend nummer moeten uiterlijk Woensdag a. s. 's middags 12 uur in het bezit der Redactie zijn. Sprekers zijn! Een optocht met banieren na afloop der Meeting. IfejT" ArbeidersBezoekt in grooten getale deze Meeting. De Moker Oproep. Afdeelingsnieuws. Gemeentelijk Grondbedrijf ABONNEMENTSPRIJS: 25 cent per kwartaal 1 Mj vooruithetaling, franco per post 30 cent Losse nummers 2 cent. Bureau van Redaktie Gebouw „CONSTANTIA", Hoogstraat. Bureau van Administratie Rlioonschestraat 7boven ADVERTENTIEN: 3 cent per regel. Bjj abonnement belangrijke korting. Consumptie van de Ned. Ver. tot Afsch. v. Alcoholh. Dranken. Bergplaats voor fietsen. Het Bestuur van den S. B. B. F. DE BRUIN, Voorzitter. J. M. v. PELT, Secretaris. is eiken Zaterdag verkrijgbaar Te Schiedam Nieuwsticht N. Z. 32. Groote Markt 3. Zalmstraat 22. Const an tia", Hoogstraat. Te Vlaardixgeh Markgraafstraat 20. Aan bovengenoemde adressen worden ook abonne menten aangenomen. De abonné's worden verzocht bij adresverandering daarvan kennis te geven aan de Administratie. Ter voorbereiding van de meeting op 5 Juli worden opgeroepen le. de bestuurders der aangesloten vereenigingen op Woensdag 1 Juli te half 9 in „Constantia"dringend wordt zoo trouw mogelijke opkomst verzocht; 2e. verspreiders in grooten getale op Donderdag 2 Juli te 8 ure in „Constantia"; hoe meer hoe liever. Het Bestuur van den Schiedamschen Bestuurdersbond. Huishoudelijke Vergadering op Zondag 28 Juni, 's morgens 10 uur in „Constantia". Zie belangrijke agenda hierachter. Op aller aanwezigheid wordt gerekend. Wie een Congres-verslag 1908 wenscht te ont vangen geve dit op aan den Brochurenhandelaar. De prijs is t 0.30. Soc. Dem. Vees-Club. De controle-boekjes zijn verkrijgbaar Zaterdagavond van 910 en Zondagmorgen van 11—12 uur in „Constantia". Degenen welke al een boekje hebben ontvangen worden verzocht het bij de contribuëering mee te brengen voor de geregelde afstempeling. III. Slot. M. C. M. de Groot. Gemeen telijk Grondbedrijf. In hoever beantwoordt nu het geschrift van den heer de Groot aan de eischen, die men aan een goed inge- gericht grondbedrijf kan stellen Deze vraag is thans aan de orde bij onze bespreking dezer kwestie. Het wil ons voorkomen, dat de heer de Groot niet geslaagd is in den opzet, vermoedelijk omdat hij teveel op de boekhouding van het bedrijf en teweinig op het doel en wezen van het bedrjjf heeft gelet. In art 1 van zijn ontwerp schakelt hij uit „alle ongebouwde en gebouwde eigendommen" even deze 3 groepen uita. die voor den openbaren dienst gebezigdb. die behoo- rende tot zelfstandige bedrijven of instellingenc. die waaromtrent dit door den Gemeentel aad nog mocht worden bepaald." Maar al die 3 groepen zijn onge bouwde en gebouwde eigendommen der gemeente en hooren dus voor te komen in de boeken van het gemeen telijk grondbedrijfzij vertegenwoordigen in die boeken een zeer belangrijke balanswaarde maar tegelijkertijd ook een zeer groote exploitatiewaardie, Schakelt men deze groepen uit, dan maakt men van het grondbedrijf een „gemeentelijke exploitatie van onroerende goederen" zooals onder directie van de heeren Kavelaars en Meijer een particuliere is opgericht. En dit mag evenmin de bedoeling als het wezen van een gemeentelijk grond bedrijf zijn. Hiermee is dunkt ons de opzet van het voorstel van den heer de Groot veroordeeld. Wij begrijpen wel, dat het veel gemakkelijker is, een afzonderlijke regeling te maken voor alle ongebouwde eigendommen, die nog niet op de een of andere wijze in eenig gemeentelijk bedrjjf of beheer zjjn betrokken. Want daarmee raakt men niet aan de organisatie of boekhouding van die bedrij ven en instellingen. Maar dat mag toch nooit een ar gument zjjn, om een nieuw bedrijf als het gemeentelijk grondbedrijf .niet grondzuiver op te zetten. En wij zouden het zeer toejuichen, indien met de inrichting van het gemeentelijk grondbedrijf een algeheele herzie ning gepaard ging van het beheer en de boekhouding der gemeentelijke bedrijven en instellingen. Wjj wijzen slechts op één buitengewoon sprekend voorbeeld: bij de exploitatie van de gasfabriek en wat daar bij behoort aan gemeentelijke eigendommen kan de Raads commissie van bijstand „in weelde baden", doordat het gasbedrijf een rendeerende onderneming is; bij de exploitatie der gemeentewerken (zooals straten enz..,.) wordt op 't vreeseljjkst bepingeld en beknibbeld, omdat deze exploitatie een niet-rendeerende onderneming geldt. Toch geldt het in beide gevallen gemeentelijke eigen dommen en de exploitatie en 't beheer daarvan. En toch is een behoorlijke exploitatie der gemeentewerken minstens even hard noodig als de levering van goed gas. Deze onhoudbare wantoestand zou bij de regeling van het grondbedrijf zooals de heer de Groot die voor stelt blijven voortbestaan. Neemt men daarentegen alle ongebouwde en gebouwde eigendommen in het grond bedrijf op, dan zal de exploitatierekening voor dat geheele bedrijf den doorslag geven bij de overweging of en in hoever uitgaven kunnen geschieden voor en bij de exploitatie der afzonderlijke bedrijven en onder nemingen. Dan zal „Gemeentewerken" zijn eischen indienen, de gascoramissie enz.... enz...., en ieder zal dan (evenals bij een RijksbegrootiDg) zijn competente portie krijgen binnen het bereikbare bedrag. Dit is van een zeer zuiver behe^rsstandpunt uit veel logischer en nor maler dan de toestand die er nu is en dien de heer de Groot wil laten voortbestaan. Het verschil tusschen hetgeen wij willen en de heer de Groot voorstelt is zoo groot, dat het geen zin heeft op onderdeelen van het voorstel-de Groot nader in te gaan. Een uitzondering maken wij alleen voor een paar artikelen, nl. de artikelen 6 en 7, waarop volgens den ontwerper zelf „de gansche regeling" rust. Deze artikelen bepalen nl. dat „men den grond (mag) belasten met de jaarlijks te dragen rente, en dan ook de balanswaarde telkens verhoogen met die rente, verminderd met de opbrengst." Op deze woorden uit de toelichting laat de heer de Groot evenwel onmiddellijk dit volgen„Maar zij rust op een onders'elling, die hoe waarschijnlijx ook in theorie, en hoe vaak ook door de ervaring bevestigd, niettemin een onderstelling blijft. Vandaar de eisch, dat zij periodiek door schatting der gronden worde getoetst aan de feiten. En mocht zjj blijken met de teiten niet te strooken, dan moet de gemeente uit kaar gewone inkomsten terugbetalen, hetgeen zij door bij boeking der rente te veel aan inkomsten genoten heeft. Ziedaar de kern der regeling." Is een dergelijke regeling wel te verdedigen? Het is immers mogelijk door verplaatsing of vervorming van industrieën, door geweldige economische crisissen, door buitengewone politieke verwikkelingen enz.dat er een zeer groote (tijdelijke of blijvende) waardevermin dering der gemeentelijke eigendommen plaats grijpt. Volgens de regeling van den heer de Groot zou dat voor een deel ook zeer nadeelig terugwerken op de „gewone inkomsten" der gemeente. Nu kan men wel zeggen, dat op zulke buitengewone omstandigheden niet gerekend kan worden. Maar als die dan voor komen, en het is bijna zeker dat er in afzienbaren tijd zullen voorkomen, wat dan Het komt ons voor, dat de heer de Groot zeer terecht rekening houdt met mogelijke waardevermindering. Maar het komt ons onbillijk en onverstandig voor, de „gewone inkomsten" der gemeente er aldus in te betrekken, temeer daar juist in perioden van „waardevermindering" de ge meente stellig niet tot buitengewone uitgaven uit „ge wone inkomsten" in staat zal zijn. Het komt ons voor, dat dit onoverkomelijk bezwaar tegen het voorstel van den heer de Groot te onder vangen is door de eigendommen der gemeente gedu rende iedere 5-jarige taxatieperiode voor dezelfde balanswanrde te noteeren. Ten slotte merken wij ook dit nog op, dat wij op de gronden in onze vorige artikelen uiteengezet tegen iedere „uitkeering" uit de saldo's van de exploitatie van het gemeentelijk grondbedrijf aan de gewone ge meentekas zijn, zoolang dat bedrijf nog voortdurend kapitaalvermeerdering voor grondaankoop noodig heeft. Wij juichen het ten zeerste toe, dat de heer de Groot met zóóveel belangstelling voor de gemeentelijke zaken is vervuld, dat hij tot de formuleering van zjjn denk beelden over de inrichting van het gemeentelijk grond bedrijf is overgegaan. Maar wij meenen, dat zjjn opzet niet bevorderlijk zal zjjn aan een, van meet af aan, zuivere inrichting van een dergelijk bedrijf. Zoodra de Gemeenteraad de gemeentenaren de volle beschikking gegeven zal hebben over de gegevens, deze zaak betreffende, zullen wij er nader op terugkomen. Wij verwachten dat de Gemeenteraad dat spoedig zal doen. Waartoe dient al die geheimzinnigheid Mocht de Gemeenteraad onze Redactie willen uitnoodigen, een harer leden zitting te doen nemen in een Commissie tot het ontwerpen van het Gemeentelijk Grondbedrijf, zoo als wij dat hebben bepleit, dan kan de Raad van te voren de verzekering krijgen, dat wij met genoegen Meeting voor Vak-Organisatie.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1908 | | pagina 1