Ut Afpvaarfliirie van SGhiedam, ie Christelijt-
Historisclie üaia en ie Mtscbe partijen.
No. 20.
ZATERDAG 18 Juli 1908.
8e Jaargang.
ORCAAN der Afd. Schiedam en Vlaardingen der Sociaal demokratische Arbeiderspartij.
Stukken voor 't eerstvolgend nummer moeten uiterlijk Woensdag a. s. 's middags 12 uur in bet bezit der Redactie zijn.
De Moker
Algemeen Kiesrecht Betooging.
De strijd der Machinisten en Stokers.
ABONNEMENTSPRIJS:
25 cent per kwartaal j Uj v00ruitbetalmg.
franco per post 30 cent j
Losse nummers 2 cent.
Bureau van Redaktie
Gebouw „CONSTANTIA", Hoogstraat.
Bureau van Administratie
Rhoonschestrrat 7boven
ADVERTENTIEN:
3 cent per regel.
Bij abonnement belangrijke korting.
is eiken Zaterdag verkrijgbaar
Te Schiedam Nieuwsticht N. Z. 32.
Zalmstraat 22.
„Constantia", Hoogstraat.
Te Ylaardingen: Markgraaf straat 20.
Aan bovengenoemde adressen worden ook abonne
menten aangenomen.
De abonné's worden verzocht bjj adresverandering
daarvan kennis te geven aan de Administratie.
Den 13 -September zal de jaarlijksche
groote betooging voor Algemeen Kies
recht in Den Haag plaats hebben. Daar
moeten de Schiedamsche georganiseerde
arbeiders bij honderden heen. De reis
kost slechts 50 cent heen en weer, maar
voor menigeen is die uitgaaf in ééns
zeker nog te hoog. Daarom zal er gele
genheid zijn, 5 maal 10 cents te storten
in een afzonderlijke reiskas; onze pen
ningmeester W. Hoek zal daarvoor
iederen Zaterdagavond van 8 uur af
zitting houden in Constantia; ieder die
vóór 13 September 5 maal 10 cents komt
storten, kan zich aldus gemakkelijk de
geldelijke zekerheid verschaffen, dat hij
mee kan gaan naar Den Haag om deel
te nemen aan de groote betooging voor
Algemeen Kiesrecht. Wij rekenen er op,
dat honderden van deze gelegenheid
gebruik zullen maken en wekken partij-
genooten en geestverwanten op, allen
mee te werken en zooveel mogelijk in
hun omgeving tot deelneming aan te
sporen.
Het Bestuur van de Afd.
Schiedam der S.D.A.P.
De vorige week verbonden de Christeljjk-Historische
Partij en de Friesch-Christelijk-Historischen zich tot de
Christelijk-Historische Unie. In het Hoofdbestuur dezer
C.H. U. werd ook Jhr. Mr. de Geer, de afgevaardigde
van Schiedam gekozen. Het is op grond daarvan, dat
wij aan de oprichting dezer nieuwe Unie een beschou
wing wijden.
De Christeljjk-Historische Unie is begonnen in artikel
harer statuten uit te spreken, dat het protestantsche
karakter van de Nederlandsche bevolking en den Neder-
landschen staat meer op den voorgrond en meer tot zijn
recht moet worden gebracht. Tevens plaatste zij zich
vierkant tegenover „het offeren aan de democratie
door Dr. Knijper en de anti-revolutionairen gedaan.
De Christelijk-Historische Unie heeft zelve daarmee
als haar hoofdtrekken aangegevenhaar protestantisme
enhaar conservatisme. En de afgevaardigde van Schiedam
beeft zich in het Hoofdbestuur van deze protestantsche
conservatieve partjj laten verkiezen.
Voor de staatkundige partjj-ontwikkeling in geheel
Nederland is de oprichting dezer nieuwe partij van zeer
groot gewicht; voor Schiedam heeft ze een bijzondere
beteekenis omdat Schiedams afgevaardigde een der
hoofdmannen in deze nieuwe partij is.
Voor geheel Nederland is de oprichting der Christeljjk-
Historisch Unie van zeer groot gewicht,, omdat in alle
niet-uitsluitend Katholieke districten de Christelijk-,
Historischen de meerderheid aan de rechtsche coalitie
moeten bezorgen. Het is bjjna zeker, dat de coalig
der kerkelijke partjjen vóór de algemeene verkiezing
van 1909 niet zai worden verbroken en dat dus o<
nog in 1909 door de kerkelijke partijen zal word
samengewerkt. De Christeljjk-Historische Unie zal dus
ook op de verkiezingen van 1909 een grooten invloed
uitoefenen in de richting van haar protestantsche en
conservatieve doel. En zij zal dit met te grooter kracht
trachten te doen, omdat de Christelijk-Historischen met
hun nieuwe partijprogramma buitengewoon dicht bij de
conservatief-liberalen zjjn aangeland en in vele
gevallen op de hulp dezer conservatieven zullen
kunnen rekenen Of ze wil of niet, de kerkelijke
coalitie zal op straffe van ondergang zich naar alle
eischen en grillen der Chiistelijk-historischen moeten
schikken, en die eischen liggen in de richting van hei
verscherpte protestantisme en van het meest venvoede
conservatisme.
Voor de kerkelijke bondgenooten ontstaan hierdoor
eigenaardige kwesties.
De anti-revolutionairen, even protestantsch aange
legd als de partijen der Christelijk-Historischen Unie,
zullen daarom zich aangetrokken gevoelen door de
protestantsche bazuinklanken der Christelijk-historischen.
Maar, vooral door toedoen van Dr. Kuyper en zijn
medestanders zjjn de anti-revolutionairen in de eischen
van hun program ook democratisch, en deze programma
democratie botst met het conservatisme der Christelijk-
Historische Unie. Nu is het wel boven alle twijfel
verheven, of het grootste deel der anti-revolutionairen
zal de anti-revolutionaire programma-democratie gaarne
prijs geven voor het christelijk-historische conservatisme
in de praktijk deden deze anti-revolutionairen reeds
niet veel anders. Maar een klein deel der anti-revo-
lutiouairen zal dat nooit willen en zijn democratische
eischen verscherpt handhaven. Het einde daarvan zal
moeten wezen: de afscheiding dezer democratische
anti-revolutionairen. Hun protestantisme zH hen daar
van wel een tijd lang afhouden, maar op den duur
zullen zij niet aan hun noodlot kunnen ODtkomeii en
zich op grond hunner democratie moeten afscheiden.
Nu hebben juist de anti-revolutionairen evelwel in
de laatste jaren ter wille der katholieken moeite ge
daan hun ingeboren anti-papisme te verdoezelen. Dat
lukte wel niet altijd, maar ter wille van hun bond
genootschap met de katholieken konden zij toch moeilijk
iets anders doen. Onder invloed van de Christelijk-
Historische Un'e en haar verscherpt Protestantisme zul
len ook de anti-revolutionairen weer meer dan de laatste
jaren hun protenstantsch karakter moeten vertoonen.
Het op den achtergrond gedreven anti-papisme zal dan
weer opbloeien en natuurlijk de vriendschappelijke ver
houding met de Roomsch-Katholieken leeljjk afkoelen
Dit zullen de anti-revolutionairen weer trachten te
ontgaan uit vrees van de meerderheid der rechtsche
partijen te zullen in gevaar te brengen. Maar ontkomen
zullen ze ook aan dit lot nietze zullen moeten kiezen
tusschen hun ingeschapen anti-papisme en hun verstan
delijk inzicht dat ze met de Roomschen op goeden voet
moeten blijven. Lang zal het duren, voordat deze
keuze gedaan is. Maar ze zullen juist op grond van
hun wezenlijk anti-katholicisme ten slotte hun protes
tantisme moeten laten hterschen.
De Roomsch-Katholieken staan er weer anders voor.
Er is geen plooibaarder organisatie dan de Roomsch-
Katholieke kerk. Er is geen macht, die zich zóó handig
en verstandig mèt de omstandigheden mee weet te ver
anderen als die kerk. De laatste 60 jaar in Nederland
geven er het schitterendst bewijs voortoen zij winst
konden behalen door met de liberalen samen te gaan,
waren zij de trouwe bondgenooten der liberalen een
liberaal ministerie zonder 1 of meer katholieken erbij
kwam niet voor maar de tijd kwam, dat het samen
gaan met de liberalen een gevaar werd voor de conser
vatieve hiërarchie der R. K. kerktoen maakte deze
een eind aan het bondgenootschap met het liberalisme
en sloot na eenigen tijd een ander bondgenootschap,
waar ze toen heil van verwachtte, nl. met de kerkelijke
protestantenen Rome heeft er voor gezorgd, dat er
winst kwam uit dit verbond. Zoolang er kans is op
winst, zal de R. K. kerk, die geen ander hoofddoel
heeft dan de versterking harer eigen macht, dit bond
genootschap handhaven.
Maar ziodra de winst ophoudt en plaats gaat maken
voor verlies, zal de R. K. kerk niet aarzelen, ook aan
dit bondgenootschap met het merk „politiek christen
dom" een eind te maken, om na eenige jaren van
eenzaamheid aan te sturen op een andere coalitie,
welke ook, indien er maar wat in zit,indien
er dan tenminste een te vinden is.
Zoolang dus nog niet door de vergroeiing der
protestantsche politieke partijen gevaar ontstaat voor
verlies en nadeel voor de R. K. kerk, zoolang is er
ook geen kans, dat de Roomschen het bondgenootschap
met de protestantsche clericalen zullen loslaten.
In deze omstandigheden is het zeker, dat de oprich
ting van de Christelijk-Historische Unie voorloopig in
het geheel niet tot de ontbinding van de kerkeljjke
rechtsche coalitie zal leiden, en althans niet vóór de
algemeene verkiezingen van 1909.
Maar even zeker is het ook, dat door deze Christelijk
Historische Unie de laatste sporen van democratie uit
de rechtsche coalitie zullen verdwijnen.
En vooral te Schiedam zal de rechtsche coalitie een
extra-conservatief stempel moeten dragen, omdat de
afgevaardigde van Schiedam hoofdbestuurder is dezer
Christelijk-Historische Unie, die naa«t het Protestantisme
her Conservatisme in haar vaandel zette.
Vooral te Schiedam hebben de rechtsche partijen,
zoolang zij met Jhr. de Geer van de Protestantsche
Conservatieve Chr. Hist. Unie voor den dag komen,
het recht verloren zich voor iets anders uit te geven
dan voor de meest verstokte tegenstanders
van iedere democratie en de meest verwoede
verdedigers van alle conservatisme!
Met dubbelen ijver hebben daarom de sociaaldemo
craten te werken voor de, ook door de rechtsche partijen,
verraden zaak der democratie.
En slechts één doel hebben zij daarbij als het eerste
noodige voorop te stellende verwerving van het
algemeen kiesrecht. Want is dat verworven, dan zal de
democratie met één groot gebaar het conservatisme
kunnen wegdringen van zijn regeeringsplaats. En zoolang
dat alsremeen kiesrecht nog niet verworven is, zal het
conservatisme nog veel macht kunnen uitoefenen.
Daarom, op voor het algemeen kiesrecht tegen de
conservatieven van allerlei slag. Achter den rooden vaan
der sociaal-democratie opgemarcheerd ter verovering
van het
Algemeen Kiesrecht.
De machinisten en stokers bij de Rijnvaart zijn weer
in een hevigen strijd gewikkeld. De oorzaken en de
aanleiding van dien strijd zijn door Bergmeyer in Het
Volk van 9 en 10 Juli breedvoerig uiteengezet. Buiten
gewoon duidelijk blijkt ook daar weer uit, dat de werk
gevers de meest verwoede voerders van den klassen
strijd zijn. Deze geschiedenis is buitengewoon leerzaam.
Daarom nemen wij een groot deel van Bergmejjers
artikelen over.
In Juli 1907 en de volgende maanden stegen de
sleeploonen op den Rijn tot 90 cent a f 1.p. last en
verdienden de sleepbooten dus geld als water. Toen
gaven de patroons toe aan de zeer matige eischen der
machinisten en stokers, wier toestand meer dan ellendig