FEUILLETON.
No. 30,
ZATERDAG 26 September 1908.
8e Jaargang.
ORCAAN der Afd. Schiedam en Vlaardingen der Sociaal demokratische Arbeiderspaf dj.
Stukken voor't eerstvolgend nummer moeten uiterlijk Woensdag a. s. 's middags 12 uur in het bezit der Redactie zijn.
De Moker
Bestuur der Afd. Schiedam.
Bepetitie „Excelsior'".
De Gymnasiumkwestie.
Gemeentelijke Grensregeling.
De Smokkelaar.
ABONNEMENTSPRIJS:
25 cent per kwartaal j Uj voormtbetali
franco per post 80 cent j J
Losse nummers 2 cent.
Bureau wan Bedaktle
Gebouw „CONSTANTIA", Hoogstraat.
Bureau wan Administratie
Biioonschesfraat Tboven
ADVERTENTIEN:
3 cent per regel.
Bij abonnement belangrijke korting.
is eiken Zaterdag verkrijgbaar:
Te Schiedam: Beierlandschestraat 1.
Nieuwsticht N. Z. 82.
Zalmstraat 22.
„Constantia", Hoogstraat.
Te VlaardingenMarkgraafstraat 20.
Aan bovengenoemde adressen worden ook abonne
menten aangenomen.
De abonné's worden verzocht bij adresverandering
daarvan kennis te geven aan de Administratie.
ons van het voorschrift der eerste alinea van dit
artikel (n.l. de verplichting om een gymnasium in
te richten en in stand te houdenvrijgesteld worden.
Wij onderstreepten eenige woorden om nog eens dui
delijk te laten zien, dat de wet wel degelijk een druk
bezoek uit de gemeente zelve (en bjj subsidieering door
het Rijk ook uit de omliggende gemeenten waar geen
gymnasium is) vooropstelt als voorwaarde voor de ver
plichting een gymnasium op te richten of te blijven in
stand houden. Een bij elkander geharkte bevolking van
een 40 leerlingen, als op het Schiedamsche gymrasium
valt dus buiten deze verplichtingsvoorwaarden. En de
opheffing van een gymnasium als het Schiedamsche
waar feitelijk slechts een goede 20 leerlingen uit de
gemeente zelve en uit de omliggende gemeenten (waar
voor Rijkssubsidie gegeven wordt) samen zjjn, is dus
wettelijk volkomen geoorloofd en uitvoerbaar.
Waar het nu te verwachten is, dat er in de plaats
van Dr. Yinkesteyn niet een rector zal komen met de
bijeenharkersopvattingen van den heer V., zal dus dat
samengeraapte afval uit andere plaatsen langzamerhand
verdwijnen en het gymnasium zuiver worden wat het
wezen moeteen onderwijsinrichting voor Schiedam en
omliggende gymnasiumlooze gemeenten. Maar dan zal
't getal leerlingen zóó klein worden, dat het gymnasium
heelemaal geen recht van bestaan meer zal houden,
met dit feit zal de Gemeenteraad rekening moeten houden
te meer daar de wet zelf aangeeft, dat in omstandig
heden als bier te Schiedam de gemeente mag (en moet)
overgaan tot de aanvrage om vrijsteDing van de aange
haalde wettelijke verplichting.
Yan belang is verder voor het oogenblik art. 14 der
Hooger Onderwijswet, aldus luidende
De onderwijzers aan de gymnasia dragen den
titel van leeraar.
Aan het hoofd van elk gymnasiam is een der
leeraren geplaatst, die den titel draagt van rector.
Een der leeraren wordt aangewezen om den
rector bij verhindering te vervangen, hij draagt
den titel van conrector.
En de laatste alinea van art. 16 luidt
Yoor de rectoren en conrectoren wordt de graad
van doctor in de klassieke letterkunde gevorderd.
De Gemeenteraad zal dus uit te maken hebben, of
het noodig is, in de plaats van Dr. Viukesteyn een
nieuwen leeraar te benoemen, en zal dan een der
leeraren tot rector moeten benoemen en een ander
leeraar (tjjdelijk zooals aan de H. B. S. of voor vast,
daar spreekt de wet niet over) tot zijn plaatsvervanger.
Het komt ons voor, dat de 3 leeraren in oude talen
best de paar uren, die Dr. Viukesteyn gaf, onderling
kunnen verdeelen. Desnoods zou een enkel uur Oude
Geschiedenis nog aan den afzonderlijken Geschiedenis
leraar opgedragen kuunen worden. Maar zelfs zonder
dat zullen die 3 heeren nog in 't geheel niet te veel
te doen krijgen.
De leeraar die dan rector kan worden krjjgt ruim
f 1000 meer salaris dan zijn medeleeraren en kan dus
daarvoor best buiten zijn lesuren het beetje admini
stratief en ander werk doen, dat een gymnasium met
een zoo klein aantal leerlingen oplevert.
Wat de benoeming van een conrector betreft, de
laatste salarisregeling voor de gymnasiumleeraren sluit
evenals die voor de Hoogere Burgerscholen de afzon
derlijke betaling van den plaatsvervangenden chef uit.
De nieuwe conrector heeft dus geen recht op extra
salaris. En waar dit het geval is, is een regeling
zooals bij de H. B. S. te Schiedam bestaat de billjjkste,
n.l. dat beurtelings ieder der voor waarnemend chef in
aanmerking komende leeraren met de waarneming voor
één schooljaar wordt belast.
Aldus kan de Raad het salaris van één leeraar en
van den conrector bezuinigen. Voor de paar lesuren
van Dr. Vinkesteijn zullen de daarmee belaste leeraren
iets meer bezoldiging erlangen. Maar dan blijft toch
nog een zeer groote bate voor de gemeentekas over.
En bij eveniueele opheffing van 't gymnasium is er
weer met één ambtenaar minder rekening te houden.
Wij zijn er nieuwsgierig naar, of de Gemeenteraad
naar deze onweerlegbare argumenten zal luisteren en
zal willen bezuinigen in dit geval, dat de meest schit
terende gelegenheid voor bezuiniging aanbiedt, of
dat de Raad, waar het het onderwijs aan meer bevoor.
rechten en aan aanstaande hoogerbezoldigden betreft,
bezuinigingsmaatregelen achterwege zal laten,
Ingevolge art. 10 van het huishoudelijk reglement
deelt het Bestuur der Afd. Schiedam van de S. D. A.
P. mede, dat de functies aldus zijn verdeeld
Dr. J. van Leeuwen, voorzitter.
M. J. van Dijk, le secretarisaan diens adres moet
dus alle correspondentie gericht worden.
W. Hoek, penningmeester.
C. van Pelt, 2e voorzitter.
H. Erkelens, 2e secretaris.
A. Godschalk, notulist.
P. de Bruin, algemeen plaatsvervanger.
De leden worden herinnerd aan de repetitie op a.s.
Zondagmiddag, van 12—1 uur voor de dames-leden en
van 1—2 uur voor de heeren-leden. Deze repetitie is
in de plaats van die van Maandag a.s., wanneer van
wege de tooneelavond van „Kunst aan het Volk" geen
repetitie zal plaats hebben. Het Bestuur.
Nu door het vertrek van Dr. Yinkesteyn de gymna
siumkwestie weer voor een gedeelte aan de orde is
gesteld, willen wij op eenige bepalingen uit de Hooger
Onderwijswet wijzen die voor deze kwestie van be
lang zijn.
In art. 6 dezer wet komt deze alinea voor (wjj laten
er geen stukken uit, zooals het laatste rapport van
Dr. V. deed)
Mocht in eene gemeente van boven twintig dui
zend zielen op bezoek van een gymnasium weinig
te rekenen zijn, dan kan zoodanige gemeente door
In verband met den aankoop van Schiedamschen grond
aan de Maas door de gemeente Rotterdam is een grens-
verandering tusschen de beide gemeenten Schiedam en
Rotterdam daar ter plaatse noodig geworden. De ge
meentewet regelt deze aangelegenheid in de artikelen
128, 129, 130, 131, 132 en 133. Deze regeling komt
hierop neer
haar lichaam. Zij knielde voor het kastje, waarop het
beeldje stond, haalde een rozenkrans uit den zak en
begon half luid te bidden.
Buiten waaide het, en bij vlagen kletterde de regen
tegen de luikeu. De druppels die, door het strooien
dak zijpelend, boven haar op het zoldertje neertikten
en het geknetter van het kaarsje, waren het eenige
geluid, dat zij in de eenzame woning hoorde. Het vuur
in de haard verminderdeslechts hier en daar gloorde
nog een kooltje tusschen de witte asch het werd koud
toen begaf zich de vrouw ter ruste.
Het kaarsje walmde hoog opknetterde sterker en
ging eindelijk uit. Het werd doodstil in de woning,
waar de strijd om het bestaan met inspanning ge
voerd werd.
't Was donker dien avond, zóó donker, dat zelfs het
geoefende oog van den smokkelaar Bertus tevergeefs
door de regenachtige lucht poogde te dringen.
Vooral waar hjj thans liep, aan de zoom van het
bosch, was 't pikdonker. De hooge boomen staken hun
kale takken van zich af, van welke de regen in dikke
druppels door den wind werd afgeslingerd.
Bertus stapte voort zoo hard hij kon. Vlak langs
den zoom van het woud liep een voetpad dat hard
was en waarop hij flinker zou kunnen voorwaarts
stappen, maar dat voetpad lag vol dor hont en het stuk
trappen daarvan zou hem knnnen verraden. Daarom
liep hij naast het voetpad, waar de grond doorweekt
was, zoodat bij iedere van zijn zware stappen het slik
langs zijne beenen spatte. Maar wat het vooruitkomen
van den smokkelaar het meest hinderde was een vrij
groote zak, dien hij in twee deelen gesplitst over de
beide schouders droeg. Hij hjjgde en staarde zoo strak
hjj kon in den duister voor zich uit.
„'t Is van aovend 'n hondsweer, ich hiib hoop d'rop
dat de komieze 't neet aondürve," mompelde de man
bij zichzelven.
„'t Is toch beulswerk, dat smokkele," mompelde hij
even later.
Ja 't was een beulswerk, dat smokkelen, en Bertus
deed het waarlijk niet voor zijn pleizier. Maar wat
kon hij er aan doen „Ich blief ouch leever in me
béd ligge, es bij nacht en ontied door de bósch te sloepe
wie ene schelm," had hij daar straks nog tot zijn vrouw
gezegd. Maar nog eens wat was er aan te doen
In den zomer dan was 't niks, dan ging Bertus wer
ken bij den boer, hij met Katring, en dan verdienden
ze wat, maar in den winter Dan had <Te boer
geen werk en op de hei was niets te doen. Als er
sneeuw ligt, dan gaat 't nog, dan pakt hij zoo nu eens
een haas, dan een konijn, dat is tenminste niet zoo'n
beulswerk als dat verdoemde smokkelen.
Uit Vliegen's Klanken van strijd.)
„Bis tog in godsnaom veurzigtig, Bertus, die komieze
zind zoe slum; ze kriege dich toch nog ins tepakke."
"Dan motte ze slouzien; maak dich mer net ongerus."
„Jassès, stik ste dat dink weer bei dich Doe ge-
luifs neet wat ich oetstaon, zoo lang es toe oet bliefs.
Ich slaop de ganse nach neet."
„Jé, wat geiste draon doeD, ich blief ouch liever in
me bed ligge, es dat ich bij nach en ontied door de
bos moot sloepe wie eine schelm. Noe Katring, ig
gaon, tot later."
De man die deze woorden met zijn vrouw wisselde,
verborg intnsschen een revolver onder zyn kiel, trok
de kleppen eener oude pelsmuts over de ooren en ver
liet de woning.
Zij luisterde totdat het geluid zijner voetstappen
weggestorven was, dan nam zij een spaander van den
baard en ontstak een klein kaarsje voor het lievevrou-
we beeldje „Es z,m ins pakden es ze ics
op 'm schoote," mompelde zij en een rilling doorvoer