Afdeeling Schiedam der S. D. 4. P. BUITENGEWONE op Zondag 10 Januari 's morgens 10 uur in „Constantia". Candidaatstelling voor twee leden v. h. P. B. Benig Agendapunt: No. 45. ZATERDAG 9 Januari 1909. 8e Jaargang. ORGAAN der Afd. Schiedam en Vlaardingen der Sociaal demokratische Arbeiderspartij Stnkfcen voor 't eerstvolgend nnmmer moeten uiterlijk Woensdag a. s. 's middags 12 uur in het bezit der Redactie zijn. Partijgenooten, wij verwachten CJ allen op deze vergadering; het belang der partij eischt ook U aller opkomst. Het Bestuur. De Moker Vf rgadering Vlaardingen. Klasserecht. ABONNEMENTSPRIJS: 25 cent per kwartaal I 7 franco per post 30 cent j blJ v00ru^e^9- Losse nummers 2 cent. Bnrean van Redaktie ttebonw „CONSTANTIA", Rotergtraat SO. Bnrean van A dminigt ratie Rhoonscliesiraat Tboven ADVERTENTIEN: 3 cent per regel. Bij abonnement belangrijke kortiag. is eiken Zaterdag verkrijgbaar: Te Schiedam: Beierlandschestraat 1. Nieuwsticht N. Z. 32. Zalmstraat 22. „Constantia", Boterstraat 30. Te Vlaardingen: Markgraafstraat 20. Aan bovengenoemde adressen worden ook abonne menten aangenomen. De abonné's worden verzocht bij adresverandering daarvan kennis te geven aan de Administratie. van het afd. Bestuur met de geheele Zaal-Commissie en de Besturen van Excelsior, Kunst en Strijd en Nieuw Leven, op Zondag 10 Januari te half 12 in Constantia. N. B. Deze oproeping wordt niet bjj alle bestnurs- en commissieleden afzonderlijk thuis bezorgd. Het Bestuur der Atd. De Zaaier, Bond van jonge arbeiders(sters) in Neder land, Afd. Schiedam. H.H. vergadering op Zondag 10 Jan. des 's morgens te 10 uur in Constantia. Aller op komst dringend gewenscht. De Secretaris. De leden van de afd. Vlaardingen worden attent ge maakt op de in dit no. voorkomende afd. advertentie. Wij, sociaaldemocraten, zien deze maatschappij, d.i. bet verband en de onderlinge verhoudingen waarbinnen de menschen hun bestaan zoeken te handhaven als een klasse maatschappij. En niet alleen deze maatschappelijke ordening, die wij de kapitalistische noemen, moet als zoodanig worden aangeduid, maar ook aan vroegere, nu voorbijgegane maatschappij-vormen was ditzelfde karakter eigen, al uitte het zich op andere wijze. Wat is voor het wezen van elke sociale groepeering, van beslissende beteekenis Wat drukt op elk samen leven in maatschappelijk verband den stempel Het is de wijze waarop in de stoffelijke behoefte der leden wordt voorzien, de wijze waarop en de mate waarin hun bestaan, hun leven is 'gewaarborgd, de arbeids regeling die daarmee samenhangt, en de bezitsverhou dingen die daarmee evenwijdig loopen. Hoe staat het nu met deze dingen in de tegenwoordige maatschappij De economische grondslag onzer samenleving, de bodem waarop alle maatschappelijke instellingen rusten, is het privaat bezit der productiemiddelen. Dat wil zeggen dat die goederen, welke noodzakelijk zijn voor verdere voortbrenging van al hetgeen dienen moet ter vervulling van der menschen stoffelijke behoeften, iu handen zijn van een bepaalde klasse, die er het be schikkingsrecht over heeft, en die zich het voortge brachte toeëigenen mag. Daartegenover is een andere klasse, bezitloos, genoopt haar arbeidskracht ter beschikking te stellen van de bezitters van het Kapitaal, als eenige mogelijkheid tot bestaan. Gevolg dier sociale bezitsverhouding is das eenerzjjds macht, heerschappij anderzijds afhankelijkheid en ondergeschiktheid. En nn is dit een vast verschijnsel in de sociale ge schiedenis: Wanneer een opkomende klasse, na strijd tegen een ondergaande, heeft gezegevierd en tot macht is gekomen in Staat en Maatschappij, dan schept zij een orde van zaken waarin haar klassebelangen ten volle bevrediging vinden. En dan bevestigt en versterkt zij haar economische macht door vorming van nieuw recht, dat bij de nieuwe maatschappelijke verhoudingen past. In het recht, geformeerd door een in de maatschappij overheerschende klasse, weerspiegelt zich haar econo mische macht. Naar inbond en vorm is het recht in hoofdzaak be paald door hetgeen de heerschende Rlasse noodig heeft om zich als zoodanig te handhaven, en door hetgeen zjj de voorwaarden acht van haar verdere ontwikkeling. Niet anders is het gesteld met het recht door de bourgeoisie pasklaar gemaakt voor haar belaDgen in den kapitalistischen staat. Dit recht is kapitalistisch recht, klasserecht. En het blijft dit, al schrijft men het met een hoofdletter. Maar de bezittende klasse zelf gevoelt en waardeert het niet aldns. Immers de geschiedenis leert d^t een opkomende klasse zich veel-1 het tijdelijke en beperkte van haar eischeii niet bewust is, integendeel, tegenover het verzet dat die eischen ondervinden, daarin ziet de uitdrukking van een volkomen en duurzaam Rechtze idealiseert tot heilbrengend aan heel de menschheid. Zoo ook worden de bindendende en met dwingend gezag te handhaven regelen die de bourgeosie op haar beurt gesteld heeft overeenkomstig de maatschappelijke levenseischen en ontwikkelingsvoorwaarden van haar klasse, gestempeld tot nitingen van het hooge, onaan tastbare voor alle menschen geldende Recht. En of nn „vrijzinnigen" of „geloovigen" al of niet daaraan een goddelijke oorsprong toekennen, doet aan het eigenlijk karakter dezer „Rechtsidee,, niet af. Zoo werd en wordt door de heerschende klasse wat goed en noodig was en is voor haar klasse-bestaan, ten troon verheven als „de Rechtsorde" elk burger ten welzijn, door ieder te eerbiedigen. Want in zijn wezen niet anders is dan klasse-geweld wordt omgezet in het„Gezag", waaraan een ieder voor het algemeen welzijn zich heeft te onderwerpen, en buiten welks handhaving geen maatschappelijke orde denkbaar is. De staat, die klassestaat is, machtsinstrument tot handhaving van de bezitsvoorrechten der bourgeoise en tot bescherming van haar ongestoord toeeigenen van de door de arbeidersklasse voortgebrachte meerwaarde, wordt voorgesteld als onpartijdig dienaar van het Algemeen Belang. Wil men voorbeelden van het beweerde dat ons Recht bij uitstek bonrgeois-recht, klasserecht is, wij zouden een boek kunnen vullen. Waar en op welk gebied van het positieve recht men ook grijpt, men treft de bewijzen in overvloed overal. Het Eigendom, de Waar, de Handel zijn de afgoden der bourgeoisie, de arbeidskracht is het eenig bezit van het proletariaat;. Het Eigendom nu, zijn omvang en grenzen, de be voegdheden die het geeft, men vindt het alles tot de fijnste bijzonderheden in ons Burgerlijk Wetboek uit gewerkt. De Handel heeft voor zijn wissels, zijn scheepvaart, zijn assuranties, een heel apart wetboek. Tot voor kort miste men echter zoo goed als elke regel omtrent de rechten van den loonarbeider. En het kreupele wetje op het arbeidscontract waarbij de beschouwing van den loondienst als loondienstbaarheid nog sterk uitkomt, blijkt maar een povere aanvulling van die leemte. Men denke aan de handhaving van boete en staan geld, aan de waardelooze bepaling ten aanzien der ge dwongen winkelneering, aan de voor de arbeiders ge vaarlijke voorschriften omtrent het getuigschrift, het niet bindend „gebod" van loonuitkeering bij ziekte of ongewild verzuim, de beschouwing van werkstaking als contractbreuk, het opleggen van gelijke geldelijke ver plichting aan arbeider en patroon bij niet-in-achtDemen van den opzeggingstermijn, en zoo veel meer. Het klassekarakter van het kiesrecht behoeft niet nader te worden aangetoond. Ons belastingstelsel is er op toegespitst de groot kapitalisten te sparen, maar vraagt van de magere kopercenten der arbeiders zjjn deel. Ouderdomspensioen voor de arbeiders heet bedeling, maar onze onderwijswetgeving, om slechts één voor beeld te noemen bedeelt de bourgeoisie zeer rijkelijk uit de schatkistpenningen. Ons strafwetboek bevat o.a. een heele rij vermogens- delikteu, waarop zware straften zijn gesteld, mis drijven die alleen maar denkbaar zijn in een maat schappij waar bezit het hoogste is. Daarentegen wordt het niet nakomen der arbeids- en veiligheidswet, waarbij gezondheid en leven der arbei ders op het spel staan, slechts onder overtreding niet onder misdiijven gerangschikt, waartegen geldboete of lichte hechtenis bedreigd wordt, welke laatste trou wens nog zoo goed als nooit wordt opgelegd. Vergadering

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1909 | | pagina 1