Lr^po^ee,. j No. 49. ZATERDAG 6 Februari 1909. 8e Jaargang. ORGAAN der Afd. Schiedam en VSaardingen der Sociaal demokratische Arbeiderspartij. Stukken voor 't eerstYolgend nnmmer moeten uiterlijk Woensdag a.s. 's middags 12 uur in het bezit der Redactie zijn, De Moker AfdeeliDgsnieuws. Het proletariaat en zijn klassenstrijd. Arbeiderstuinen. ABONNEMENTSPRIJS: Losse nummers 2 cent. Bureau van Bedaktie Gebouw „COXSTAffTIA", Boterstraat 30. Bureau van Administratie Rhoonschestraat Tboven ADVERTENTIEN: 3 cent pér regel. Bij abonnement belangrijke korting. is eiken Zaterdag verkrijgbaar Te Schiedam: Beierlandschestraat 1. Nieuwsticht N. Z. 32. Zalmstraat 22. „Constantia", Boterstraat 30. Te Vlaardihgen: W. de Gast, Callenburgstraat 56. Aan bovengenoemde adressen worden ook abonne menten aangenomen. De abonné's worden verzocht bij adresverandering daarvan kennis te geven aan de Administratie. Adresverandering. Ondergeteekende bericht aan belanghebbenden dat het secretariaat der Afdeeling van na af gevestigd is dwarsstraat 602. M. J. VAN DIJK. AFD. SCHIEDAM. Wij maken de leden opmerkzaam op de adv, vo»r de huish. verg. op a.s. Zondag 7 Februari 's morgens te 10 uur. Het Bestuur. De wet op het arbeidscontract is het meest volledige fiasco geworden voor de vrijzinnig democratie. Wat waren de vrpinnig-demokraten trotsch op „hnn" wet en op het praktische sncces van „hun" temperingsdenkbeelden Hoe fier wezen zij de sociaal-demokraten op „kun prak tisch werk" en stelden zij zichzelf voor als „de" wet gevers en de politieke heerschers in de naaste toekomst En nuProfessor Drucker, de vrijzinnig-demo kratische ontwerper van deze wet, moest het in 't open baar verklaren, dat de praktische toepassing van zijn vrjjzinnig-demokratische wetsdenkbeelden het tegendeel was van zijn gedroomd ideaal I Alleen hoopte hij dat „de kantonrechter" nog iets van dat „gedroomd vry- zinnig-demokratisch ideaal" zou kannen redden. Is het niet om te brullen van den lachde kanton rechter de beschermer van het vrijzinnig-demokratisch temperings-ideaal Voor de vrijzinnig-demokrat en is de fel oplaaiende klassenstrijd als onmiddellijk gevolg van „hun" tempe- ringswet, een buitengewoon onaangename ontgoocheling. Maar hoe kon dat ook anders en hoe volledig krijgen de sociaal-demokraten met hun oppositie tegen die wet gelijk Dit kon niet anders, omdat de vrijzinnig-demokratische temperings-opvattingen in voiledigen strijd met de werkelijkheid zijn en de sociaal-demokratische opvattingen over den klassenstrijd daarentegen voortdurend door de gebeurtenissen zelf als jnist bewezen worden. Wjj willen dat aan de hand van 't gebeurde bij de invoering dezer wet nog eens uiteenzetten. De vrijzinnig-demokraten redeneerden aldusvoor een arbeidscontract zijn twee partijen noodig, de werk gever en de werknemerindien wij nu door een wet telijke regeling van dat arbeidscontract een gemeen schappelijke vaststelling van beider gezamenlijke belangen mogelijk en liefst noodzakelijk maken, en wij geven dan daarbij aan, welke rechten naar onze meening toege kend moeten worden aan de zwakste partij (den werk nemer), dan werken wij in de richting van tempering der tegenstellingen. En zóó zeker waren zij, dat in de praktijk naar deze hunne opvatting zou worden gehan deld, dat zy met hand en tand zich verzetten tegen de soc. dem. voorstellen, om de opneming van die arbeiders- „rechten" in de arbeidscontracten verplichtend te stellen. Deze vrijzinnig-democratische redeneering is heel edel en moet menschen, voor wie de werkelijkheid bij zaak is en hun „beginselen" hoofdzaak zijn, buitenge woon hoogstaand lijken. Toch is deze geheele rede neering van 't begin tot het eind een dwaling en daardoor evenmin edel als hoogstaand, maar utopistische fantasie. Deze redeneering gaat n.l. uit van de onbetwistbare stelling, dat een overeenkomst tusschen twee partijen, rekening houdende met de belangen van beiden, de beste is. Maar zij had uit moeten gaan van de er kenning van den feitelijken toestanddat de belangen van werknemers en werkgevers onverzoenlijk en onvereenfgbaar zijn, en dat iedere „vrijwillige" overeenkomst tusschen werkgever en werknemer dooi den laatsten (den arbeider) „vrijwillig wordt aanvaard omdat hij weet dat voor 'l oogenblik niets beters door hem verkregen kan worden. De hoofdfout bij deze redeneering der vrijzinnig democraten is dezedat zij het mogelijk achten, tege lijk het kapitalisme te handhaven en het proletariaat zjjn eerste menschenrechten te verzekeren. Maar wanneer men de arbeidersklasse wil verzekeren de meest eenvoudige welvaart, zekerheid van bestaan, ontwikkeling van de lichamelijke en geestelijke krach ten van ieder kind in de richting van zjjn aanleg, en voor de volwassenen gelegenheid om zich te blijven ontwikkelen, ook door ontwikkelend genot, dan kan men het kapitalisme niet laten voortbestaan, want dit staat tengevolge va i zijn eenigen eisch, rente en winst te scheppen, op l et praktische standpunt, dat het met de menschen niet anders te maken heelt dan voor zoover zij door hun arbeidskracht die rente en winst kunnen helpen voortbrengen en voor zoover zij door hun (mis-)daden er schade aan kunnen toebrengen. Zoodra de arbeidersklasse zich dan ook opmaakt om ook maar 't kleinste stokje van die eerste menschen rechten op te vragen, dan vindt ze de geheele burger klasse (op enkele uitzonderingen na) tegenover zich. Zelfs die weinige rechtendie de wet op 't arbeidscon tract, aangenomen door onze burgerlijke Tweede en Eerste Kamer, den arbeiders toekent, worden hun in de praktijk bijna overal onthouden. Zelfs dat heele kleine beetje rechten, dat de wetgevers uit de burgerklasse aan de arbeiders willen toekennen, wordt hun door de werk gevers uit diezelfde burgarklasse niet gegund. En wanneer de arbeiders zich dan opmaken om die (dooi de burgerlijke wetgevers zelf!) vastgestelde rechten erkend te zien door hun patroons, dan staan de heeren werkgevers onmiddellijk klaar met de hongerzweep om daarmee „hnn" menschen tot onderwerping aan „hun" wil te ranselen. Behalve een aantal losloopende slachtoffers van deze ellendige vrijzinnig-democratische wet, kannen de bur gerpartijen zich verheugen over het volgende lijstje van nitslnitingen, alleen ten gevolge, van de poging der arbeiders om hnn wettelijke rechten tegenover hnn vrij zinnige en kerkelijke patroons te verdedigen 500 wevers te Enschedé, de stucadoors t$ Leeuwarden, Almelo, HaaGem, Rotterdam en 's-Gravenhage, de loodgieters te Leeuwarden, de schilders te Zntfen en Loehem, de metselaars en opperlieden te Yelp en Zntfen, de schoenmakers te Kaatsheuvel, de sigarenmakers te Best, en nog steeds de gieters van Kiep te Breda. En dit is nog slechts een eerste begin Betei^ dan afgetrokken redeneeringen kunnen deze feiten bewijzen dat in het kapitalisme de strijd van belangen tusschen werkgevers en werknemers in zijn diepsien grond een verbitterden onverzoenlijken klassenstrijd is. Een strijd van de belanghebbenden bij handhaving van het kapitalisme tegen de belang hebbendenden bij opheffing ervan. De belanghebbenden bjj handhaving van het kapitalis me zijn niet de kipitaal bezitters alléén, dat zijn ook de dienaren van de ondernemers en van den kapitalis- tischen staat, die „carrière" meenen te kannen maken of hun loon of positie kunnen verbeteren door hun trouw aan hun burgerlijke werkgevers. En of die be langhebbenden voortkomen uit de kringen der kapitaal bezitters, der ambtenaren of der arbeiders, dat doet er niet toezoodra zij hun belangen vastbinden aan die van de kapitalistische ondernemers en den kapitalisti- schen slaat, voeren zij den klassenstrijd der ka pitalistische bnrgerij. En in den grond zijn zjj dan vijanden van het proletariaat. Alle theorie van vrijzinnig-democraten en andere burgerlijke democraten, dat zij het proletariaat toch zoo goed gezind zjjn, is zelfverblinding en berust op een volkomen onzuivere waarneming van de werkelijk heid. Zeker in hun innerlijk voelen zij geen vijand schap. Maar door hun daden scharen zij zich in den klassenstrijd aan de zijde der kapitalistische burgerjj en staan dus tegenover de klasse van het proletariaat, die onmogenlijk ook maar het kleinste deel van haar eerste menschenrechter kan veroveren binnen de gren zen van het kapitalisme. Wij herhalen hethet ge beurde bij de invoering van de wet op het arbeids contract is er een sprekend bewijs voor. B. en W. zeggen in een schrijven aan den Raad: „De Commissie voor het Grondbedrijf stelt ons voor, het stuk opgespoten grond, gelegen tusschen de oude en nienwe Spuihaven, voor arbeiderstninen beschikbaar te stellen. Als huurders kunnen alleen in aanmerking komen gezinshoofden, inwoners der Gemeente, die geen land in eigendom ot gebruik hebben en zich o. a. verbin den tot lo. het zelf bewerken, met geen andere hulp dan van hnisgenooten 2o. het behoorlijk onderhouden van den tnin; 3o. het niet bearbeiden op Zondag of algemeen er kende Christelijke feestdagen, tenzij in gevallen dat het noodzakelijk is en met, vooraf te vragen, vergunning van den plantsoenopzichter. Verboden zal worden vogels te vangen of te jagen terwijl zonder vergunning lo. geen loodsen of hokken mogen geplaatst worden 2o. geen vee of pluimgedierte mag worden gehouden; en 3o. geen ingravingen mogen gemaakt worden in de wegen of de taluds. Op het bedoelde grondstuk zonden 38 tuintjes aan gelegd kunnen worden van 900 tot 1200 M3. groot; die f 4.huur per jaar op kunnen brengen. Het voorstel is ons zeer sympathiek. Dat het voor den werkman nnttig is, wanneer hy zyu arbeid in fabriek of werkplaats kan afwisselen met arbeid in de open lacht en voor zijn gezin zelf groen ten kan teelen, behoeft naar ons inzien, geen uitvoerig betoog. Een andere vraag is, of er reeds dadelijk gegadigden in voldoend aantal zullen opkomen. Dat de 38 tuintjes terstond verhuurd zullen worden, gelooven wij niet. Het komt ons echter voor dat, wanneer niet meer dan 10 gegadigden zich aanmelden, het niet gewettigd is de proef door te zetten. Mochten er meer gegadigden voor een perceeltje komen, zon door loting de toewijzing kunnen geschieden. Ten slotte zullen de huurders jaarlijks vóór September moeten verklaren of zij een hunr-vernieawing wenschen terwijl de Gemeente zich het recht moet voorbehouden, om den grond tegen billijke vergoeding van schade weer terug te nemen. Kan Uwe vergadering zich met het vorenstaande vereenigen, dan verzoeken wij machtiging in aangegeven zin een proef te nemen tot het bij inschrijven in het openbaar verharen van het voorgenoemde stuk grond voor arbeiderstuinen." Ds omstandigheden en onze onophoudelijke kritiek en betoogen hebben ook in den Schiedamschen Gemeen teraad de sociale wetgeving en sociale politiek aan de orde gesteld. Ze zullen niet meer van de dagorde afge voerd kannen worden, tot nadeel voor liberalen en cle- ricalen, die aldus voortdurend gedwongen worden, hnn klassestandpunt aan den dag te brengen. Zooals oek

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1909 | | pagina 1