J
pr STJBUNT "ma,
Vlaardingsche IJzerkoekjes.
Scherpenzeel, eveneens een konducteur, die echter met
de oprichting der landarbeidersvereeniging niets uit-
taande had, nog maar bjj.
Dat ontslag werd gegeven eervol met uitkeering,
i zoodat geen beroep op het scheidsgerecht openstaat.
Van de ontslagenen heeft er een 6 kinderen, een 3 en
een 1.
Dit ontslag overtreft. zek6r in ongedachte brutaliteit
al wat vermoed kon worden. Het was tot dusver bekend,
dat de Holl. Spoor herhaaldelijk personen uit haar dienst
ontsloeg, uitsluitend omdat zij sociaaldemokratische pro
paganda maakten. Zoo werd het bekendste geval
v. d. Wallen ontslagen omdat hij met De Baanbreker
gekolporteerd had. Zoo werd kort geleden Mebius
van Amsterdam naar.Lichtenvoorde verplaatst, om
dat hij de arbeider.-coöperatie „De Dageraad" had ge
sticht.
Bij de Staatsspoor, en haar filiaal de Centraal-Spoor,
heette het echter tot dusver altijd, dat het personeel
vrijgelaten werd in zijn optreden buiten dienst, zoowel
op politiek gebied als in zake vakorganisatie.
Zou dit gaan veranderen?
Laat het dan in elk geval niet gebeuren, zonder dat
een krachtig protest, en een klinkende solidariteitsuiting
tegen deze daad van matelooze willekeur opga uit de
arbeidersbeweging en, hopen wij, toch ook nog wel uit
enkele groepen der bourgeoisie.
Ellendebeeld. We lazen in de bladen het volgende
bericht uit onze rijke stad Groningen.
„Hedennamiddag tegen 2 uur verdrongen zich onder
den Martinitoren voor het hek van de binnenplaats van
't bureau der gemeentelijke armenzorg een paar honderd
schoolkinderen en ook groote menschen bleven staan
kijken.
Wat er te zien was?
Op een kar lagen tnsschen wat rommel een man en
een vrouw, die ziekelijk waren en uit hun woning waren
gezet. Ze hadden geen onderdak en geen eten en stonden
das op straat. Een buurman laadde de menschen op een
kar en bracht ze naar 't bureau voor de armenzorg, in
de hoop, dat de heeren raad zouden verschaffen.
Eerst stond de kar voör 't politiebureau, doch op de
openbare straat kon de kar met haar droeve lading
niet blijven staan, zoodat men maar besloot de stumpers
voorloopig een plaats te verschaffen op de binnenplaats,
hierboven genoemd.
Later werden, naar wij vernemen, de beide menschen
geholpen."
Gevloekt is de maatschappij, waarin zulke tegen
stellingen bestaan, waarin zoo in beeld kan worden
gebracht, dat de eene mensch leeft ten koste van de
ander, waarin figuurlijk gesproken, de eene mensch de
ander opvreet.
Laat ons werken voor het Socialisme, waarin alles
wat er voortgebracht wordt, zal dienen om allen te
verschaffen een ruim bestaan vol zon en geluk.
En nog eens: klassejnstitie. Uit Zwaag-
westeinde schrjjft men aan Het Volk
De armmeester Th. Baarmsma te Zwaagwesteinde,
die voor ruim drie weken van den openbaren weg drie
revolverschoten op zijn zwager loste, waarvan het mid
delste schot onder het rechteroog trof en zes k zeven
centimeter in het hoofd drong, is nog steeds op vrije
voeten en verricht zijn functie alsof er niets is voor
gevallen. De getroffene is nog steeds onder behande
ling in het Akademisch Ziekenhuis te Groningen, waar
de kogel tot dusver niet verwijderd is kunnen worden.
Vrjj algemeen ziet men in dit geval een staaltje van
klasse-jastitie, wat te sterker treft als men naast dit
feit een bericht als het volgende uit de Leeuw. Crt. van
18 Debembe.i 1. 1. plaatst
„Door de politie te Sneek werden heden naar het
Paleis van Justitie alhier overgebracht J. Z. en H. B.
beiden te Sneek, verdacht van diefstal van kippen. Na
verhoor voor den rechter-commissaris werden ze over
gebracht naar het huis van bewaring."
Van de liefde des volks. De bourgeoisie onder
houdt met graagte de voorstelling, als zou in het volk
de liefde en vereering voor het koningschap een krach
tig, diep leven leiden.
In het midden van de gedachten der natie zou staan
de toewijding tot het oranjehuis, wortelende in onze
glorieuze historie. De sociaaldemocratie, in hare repu-
blikeinsche vorderingen, in hare critiek op de mouar-'
chie, zon ingaan tegen de teerste, de innigste gevoelens
van het nederlandsche volk.
Heeft reeds de offervaardigheid der arbeidende klasse
voor de „heugelijke gebeurtenis" haar tot andere inzich
ten kunnen leiden, een bekentenis, zooals deze week
in debat te Hengelo door een katholiek arbeider, Is-
sinkhof, werd afgelegd, brengt nog krachtiger getuige
nis bjj betreffende de onwaarachtige voorstelling, als
zou de oranjevereering uit het volk zelve opkomen.
Deze arbeider toch verklaarde dat
„die oranjeliefde niet onder de katholieke arbeiders
leeft, die maken zich daarmee niet druk,
maar onder de hoogere standen. De rupubliek is
evengoed als de monarchie, maar wij eerbiedigen
het bestaande. Over 't oranjehuis maken wij ons
niet warm."
De brteekenis van deze uitspraak ligt niet in de poli-
tieke belangrijkheid van een Issinkhof, beware
maar wel in de duidelijkheid en openhartigheid, waarmee
eer. christelijk arbeider aangaf, wat in zijn kringen aan
oranje-vereering leeft.
Pin tevens in de erkenning, dat slechts „de hoogere
standen" zich aan oranje-verheet lijking te buiten gaan.
't Merkwaardige lag ook in het antwoord, dat dez-
katholiek gaf op de vraag naar de bedoeling der „hoo
gere standen" bjj hunne aanmaning tot trouwe oranje-
ge indheid't antwoord op de vraag of die bedoeling
een andere kan zjjn dan verwarring te stichten in de
arbeidende klasse, dan de hartstochten der christelijke
arbeiders tegen de sociaal-democratie aan te blazen
Hij wist met de verklaring van zijn uitspraak
geen raad
„Daar denken de katholieke arbeiders maar
liever niet over."
Hun openhartigheid gaat niet verder dan een bloote
erkenning; naar de diepere oorzaak van de houding der
„hoogere standen", zooals in gekuischt-katholieke
sprake de bourgeoise wordt aangeduid, durven zij
niet vorschen.
Maar zelfs in zulk een naakte erkenning der waar
heid, in haar oorzaken en beteekenis onbegrepen,
ligt een sterke bestrijding van de voorstelling, als zou
de liefde des volks naar de monarchie, naar het oranje
huis uitgaanals zou de sociaal-democratie zich keeren
tegen de heiligste tradities der natie
(De N. Tijd.)
Hij verdiende dan ook twaalf cent per dag
met zand verkoopeii langs de huizen.
Honger, honger hebben ze geleden terwijl in hunnne
onmiddeljjke nabjjheid paleiswoningeu voor dieren wer
den ingericht, de grootste liaxe (van het Hof) op een
geweerschot afstand heerschte
Ten slotte, maar op het allerlaatst, is er verbetering
in hun toestand gekomen.
De ellende werd door iemand ontdekt, die den man
iets kon laten verdienen, terwijl met den dooi werk is
losgekomen voor den fliuken werkman, die een zjer
netten indruk maakt.
't Moet aandoenlijk geweest zijn, toen het zoontje, dat
vader zijn schamel maaltje kwam brengen, dezen op een
keer al van verre toeriep: „Vader, we hebben nu ook
koffie
Moet ik er nog meer van zeggen
O ja, de vrouw is door al die ellende zoo verzwakt,
dat ze er uitziet als eene teringlijdster.
Dat is de „heerlijkheid" van het Loo.
fT]
DE UITGESLOTEN EN STAKENDE SLACHT
OFFERS VAN HET ARBEIDS-CONTRACT.
WEKELIJKS IS ER VEERTIEN HONDERD
GULDEN NOODIG. TEEKENT ZOO RUIM
MOGELIJK OP DE LIJSTEN VAN HET N.V.V.
De missie en de soep.
De St. Elisabethsvereeniging is een vereeniging van
katholieke „dames", die zich ten doel stelt hare leden
de gelegenheid te verschaffen tot het beoefenen van
weldadigheid. Er zijn meer van die vereenigingen.
Het tooneel stelt voor de localiteit waar deze „me
vrouwen" de soep die ze gekookt hebben, via een bon
netje, uitdeeleu aan hare van honger en ellende vroeg
oud geworden geloofsgenootfen en medemenschen, vrou
wen van de arbeiders, wier leven heeft gediend om de
prachtige woningen te doen verrijzen waarin de dames
zich straks snappend en snaterend zullen teruggetreden
wél voldaan over
Maar luister lezer
Mevr. G. „Wel vrouwtje, hoe gait 't thuis?"
ie vrouwtje vertelt
Mevr. G. „En ben je naar de missie geweest?"
ie. vrouwtje. „Ja, mevrouw, zeker en
Mevr. G. „Dan krijg jij een bonnetje voor soep hoor
Neem dat maar mee en (tot 2e vrouwtje). Ben jij
ook naar de missie geweest?"
2e vrouwtje. „Ja, mevrouw, niks overgeslagen en...."
Mevr. G. Dan krijg jij óók eea bonnetje voor soep
hoor! ga daar maar mee naar... enz. (tot 3e vrouw).
En jij
3e vrouwtje. Nee mevrouw,, ik kon niet omdat... enz."
Mevr. G. „Dan krijg jjj geen soep hoor. Als je je
plichten enz."
4e vrouwtje. (Is ook niet naar de missie geweest,
maar heeft gehoord .wat tot haar voorgangster is ge
zegd).
Mevr. G. „En jij zeker welnaar de missie geweest hé
4e vrouwtje. „Ja, mevrouw, en tot intentie van...
Mevr. G. Dan krijg jjj een bonnetje van me hoor, en
de soep kun je... enz.
(De Eendracht) Luistervink.
De „heerlijkheid" van het Loo.
Men schrijft uit Apeldoorn:
Op eenigen afstand vau het villadorp Apeldoorn ligt
de heerlijkheid H-t Loo, het zomerverblijf der vorste
lijke familie. Door lauen van majestueuze, eeuwenoude
boomen bereikt men van verschillende kanten de voor
zijde van het paleis, dat tusschen het omgevende groen
indrukwekkend te voorschijn treedt.
Wanneer men tegenwoordig de voornaamste dier lanen,
de paleislaan inwandelt, ontwaart men ter linkerzijde
een gebouwen-complex met toren en allerhande andere
versieringen, dat den bezoeker doet vragen, wie er nu
wel in d a t paleis zou wonen. Want werkelijk is daar
onlangs een gebouw verrezen, dat nu wel niet in def
tigheid, maar dan toch wat schoone lijneu en vormen
betreft, het oude paleis naar de kroon steekt.
En als de vreemdeling dan informeert, kijjgt hij ten
antwoord „dat zijn de koninklijke stallen."
Maar er zijn ook nog minder edele dieren en minder
mooie stallen op de heerlijkheid Het Loo.
Er staat daar eeu vervallen boerenhuis, een schuur
gelijk en er zijn dezen winter menschen in die schuur
geweest.
In hokken van een vierkanten meter of acht, negen,
huisden daarin twee gezinnen.
Zes menschen zaten in éen van die hokken, een man,
vrouw en vier kinderen.
Die man, los arbeider (tninman) was werkeloos, kon
geen werk vinden, hoe graag hij ook wilde.
Die menschen moesten etende man moest dus
verdienen.
Dompers! Op welk een wijze de moedige en
christelijke heer Diemer in de vergadering van den
Christelijken Bestuurdersbond waarin hij, door het
weren der tegenstanders, geen tegenspraak had te
duchten van leer is gaan trekken tegen de „neutrale"
of moderne vakorganisaties, blijkt uit het verslag dier
vergadering in de Nieuwe Vlaardingsche Courant.
Wij willen er slechts een paar pareltjes uit opdiepen.
Sprekende over de „modernen zeide hij:
„(Ik) waarschuw er voor, dat ze, 't zij vroeg of
laat, in de fuik terecht komen van de socialistische
vakorganisatie Als voorbeeld wijst spr. op de
vereeniging „St. Eloi", sinds 40 jaar neutraal, en
gepresideerd door den Heer D. de Klerk, thans
aangesloten bij den socialistischen Rotterdamschen
Bestuurdersbond. Spr. qualificeert de neutrale ver
eenigingen dan ook als verkapte bijwagens der
S. D. A. P.
„Zoo de waard is, vertrouwt hij zijne gasten", dat
is het spreekwoord dat hier van toepassing is. Terwijl
voor ieder het feit, dat de „christelijke" vakorganisatie
niet meer is dan een bijwageder „christelijke" partijen juist
omdat zjj slechts omvat degenen die zich hr rbij laten
iuljjven en zich angstvallig wacht om d ze onaange
naam te zjjn, terwjjl dit feit als een paal boven
water staat, durft de dappere Diemer de brutaliteit zoo
ver te drijven dit te bedekken door anderen hetzelfde
te verwijten. Zoo'n held!
Sprekende over de maatschappelijke toestanden, zeide
hij tot slot van een „geschiedkundig" betoog.
„Maar 't waren niet enkelen Christenen, die het
verkeerde inzagen. Ook de Duitsche denker Karei
Marx liet het gevleugeld woord hooren„Prole
tariërs van alle landen, vereenigt u".
Geen wonder dat de heer Diemer bij het weigeren
van den toegang aan de „modernen" verklaarde, dat
zijn speech niet op debat was berekend. Als je van
plan bent dergelijken onzin te verkoopen, zulke leugens
te debiteeren, dan is voorzeker een en ander niet voor
debat berekend.
Die flinke „christenen", die al vroeg den viDger
legden op de wondeplekken in de maatschappij en met
daden toonden ze op krasse wijze te willen bestrijden,
en dan die Marx, die ook een woordje liet hooren
't Is om te gieren!
Enfin, die „mannen" van den Christeljjken Be
stuurdersbond en de heer Diemer in het bijzonder,
zullen geen succes beleven van hun diep-treurig en
domperig optreden.
Legden wij verleden week vast de verklaring van
den heer Diemer, dat hij bereid was later met één
der modernen te debatteeren over „christelijke" en
„moderne" vakorganisatie, wij vernemen thans dat de
Vlaardingsche Bestuurdersbond pogingen in 't werk
stelt om eeu vergadering over dit onderwerp te be
leggen, waarin de heer Diemer zal worden uitge-
nood'gf te komen debatteeren en de Christelijke Be
stuurdersbond om, bjj mogelijke verhindering, voor een
ander debater te zorgen.
't Zal ons benieuwen of de mannen-broeders dan
méér durf zullen toonen.
Na 't lichtschuw en lafhartig optreden van voorver
leden week is dat wel noodig
Werkloozenfonds. Bij den Raad is ingekomen
een voorstel van Burgemeester en Wethouders om in
4