No. 22.
ZATERDAG 31 Juli 1909.
9e Jaargang.
SOCIAAL-DEMOCRATISCH WEEKBLAD VOOR HET KIESDISTRICT SCHIEDAM.
De Moker
Oproep*
Het Koningschap.
Katholieke Oranje-waardeering.
Nieuwe Raadsverkiezing.
REDACTEUR; Dr. J. VAN LEEUWEN.
ABONNEMENTSPRIJS:
25 cent per kwartaal j Mj v00ruitletaling.
franco per post 30 cent j
Losse nummers 2 cent.
Redactie-adres: St. Liduinastraat 38.
Administratie-adresGebouw „Constantia".
ADVERTENTIEN:
3 cent per regel.
B(j abonnement belangrijke korting.
Stukken voor 't eerstvolgend nummer moeten uiterlijk Woensdag a. s. 's middags 12 uur in het bezit der Redactie zijn.
is eiken Zaterdag verkrijgbaar
Te Schiedam Nieuwsticht N. Z. 32.
Zalmstraat 22.
ConstantiaBoterstraat 30.
Te Vlaakdingen: W. de Gast, Callenburgstraat 58.
Aan bovengenoemde adressen worden ook abonne
menten aangenomen.
De abonné's worden verzocht bjj adresverandering
daarvan kennis te geven aan de Administratie.
Voor de nienwe Raadsverkiezing in II hebben w\j
veel geld
noodigonze verkiezingskas is leeg. Zorgt dus spoedig
voor veel, veel geld.
Verder hebben wij iederen avond
mannen en vronwen
noodig, om het voorbereidend verkiezingswerk te doen.
Iederen avond houdt ons Comité zitting in „Constantia"
Laat nu niemand wegblijven, die zich ook maar eenigs-
zins vrij kan maken.
Wij verwachten dus iederen avond
tientallen
mannen en vrouwen in „Constantia", ook voor huisbezoek.
En wij verwachten zeer spoedig
massa's geld.
Het Bestuur.
Een van de grieven, door de burgerlijke partijen,
vooral de clericale, tegen de sociaal-democratie inge
bracht, is deze: dat zij in beginsel tegen het koning
schap is. Zonderlinger grief is ondenkbaar, althans
wanneer men de kwestie van het koningschap als een
beginselkwestie wil behandelen, zooals de burgerlijke
partijen steeds beweren te doen. Want als men bij de
Roomsche clericalen, de Protestantsche clericalen en de
vrijzinnigen naar een beginsel omtrent de monarchie
zoekt, dan vindt men bij allen het tegendeel van inge
nomenheid met het koningschap.
De Eoomschen zijn krachtens hun Roomsch-zijn
theocraten en willen dus de onderworpenheid van den
staat aan de kerk, van het staatsgezag aan het kerk
gezag. De zelfstandige souvereiniteit van het staats
gezag wordt door hen niet erkend. Een zelfstandig
soaverein koningschap is dus in strijd met het Roomsche
theocratisch beginsel. De middeleeuwsche toestand van
vereenigiDg van kerkelijk en wereldlijk gezag in handen
der bisschoppen en abten was in overeenstemming met
het Roomsche theocratische beginsel. De daarna ont
stane toestand van scheiding van kerkelijk en wereld
lijk gezag en van samentrekking van dit laatste in
handen van den souvereinen vorst is daarentegen in
strijd met het beginsel der Roomschen. Deze missen
daarom het recht ons te verwijten, dat wij in beginsel
tegen het koningschap zijn.
De Protestanten, in Nederland bijna uitsluitend
Calvinisten, staan in beginsel op het standpunt, dat de
republiek de eenige goede regeeringsvorm is, en ver
dedigen dat standpunt overeenkomstig Calvijn zelf met
dit argument
wijl, om der zonde wille, in veler handen het gezag
veiliger is te achten dan in die van een enkelen
persoon.
Duidelijker kan niet gezegd worden, dat het Calvi
nistisch beginsel de republiek voorschrijft. Ook de Calvi
nisten (de anti-revolutionairen en christelijk-historischen)
hebben dus geen recht, ons te verwijten, dat wij in be
ginsel tegen het koningschap zijn.
De vrijzinnigen zijn in beginsel voorstanders van de
volkssouvereiniteit, als uitvloeisel van het beginsel der
meest volledige regeering van het geheele volk door
dat geheele volk zelf. Zoodra zij dan ook in de ge
legenheid waren, hun beginsel toe te passen in de
staatsinrichting, maakten zij van de staten, waarin zij
de macht hadden, republieken. Zwitserland en Amerika
zijn er de duidelijkste voorbeelden van. En nog op dit
oogenblik leidt de vrijzinnige staatstheorie onmiddellijk
tot de democratische republiek. Hoe vrijzinnigen op
grond van hun beginsel ons kunnen verwijten, dat wij
in beginsel voorstanders eener republiek zijn, is een
van die menschelijke raadselen, die alleen op te (lossen
zijn indien men weet, dat in de practijk van het leven
beginselen veelal sieraad zijn, maar geenszins fundament
van de levensdaden.
En toch treden in het Nederland van onze dagen
Eoomschen, Protestantsche clericalen en Vrijzinnigen
op als verdedigers van een koningschap, waar zij in
beginsel tegenover staan. Nu, dat is hun recht, mits
zij de eerlijkheid hebben, dat koningschap op andere
gronden te verdedigen dan die van hun „beginselen".
Mits zij ronduit erkennen, dat zij ter verdediging van
het koningschap hun beginselen aan den galg van de
meest materialistische belangenpolitiek hebben opgehangen.
Want dat is een feit.
Dat z(j, ondanks hun beginselen, toch het koningschap
verdedigen, is het noodzakelijk gevolg van den ont
wikkelingsgang van Nederland. Deze heeft nl. in zeer
snel tempo het proletariaat tot een macht van beteekenis
gemaakt, een macht reeds nu zóó sterk en invloedrijk,
dat zij haar burgerlijken tegenstander heeft gedwongen
tot samentrekking van al zijn krachten en tot bjjeen-
brenging van alle bereikbare weermiddelen. Daardoor
ook is het koningschap uit zijn ondergeschikte achteraf-
plaats voor den dag gehaald, en werken Roomschen,
Protestantsche clerikalen en Vrijzinnigen om 't hardst
met het koningschap, waar zij in „beginsel" tegen z(jn.
Zooals de godsdienst en het Christendom gebruikt
worden voor datzelfde doel.
De burgerpartijen, de burgerij in 't algemeen, ziet haar
macht bedreigd door het zich organiseerende proletariaat,
en daarom sloot het kapitaal een bondgenootschap met
de kerk en het koningschap, die nu alle drie ieder
voor zich de* grootste portie van den buit in de wacht
trachten te sleepen.
Dat het georganiseerde proletariaat tegen het koning
schap is, vindt zijn voornaamste gronden hierin: dat
de koninklijke macht als erfdeel eener bepaalde familie
in strjjd is met een normale, logische arbeidsverdeling
in den staat, volgens welke de meest verantwoordelijke
en voornaamste posten moeten worden toevertrouwd
aan hen, die door hun arbeid en kennis en karakter het
vertrouwen der belanghebbenden hebben verdiend, en
dat een koningschap zooals in Nederland bestaat, niets
is dan een pronkpakje voor de regeerènde klasse, door
die klasse zelve eerst van zijn wezenlijke macht beroofd
en nu door haar gebruikt als een wapen tegen het
arbeidende volk.
Een regeeringsstelsel als het burgerlijke, dat zich door
een schandelijk kiesstelsel als dat van Van Houten moet
handhaven, dat zijn kosten dekt door een belasting
stelsel, berustend op overmatige belasting der kleine
luideD en onrechtmatige sparing van de gegoeden,
dat zich moet verdedigen met een zedeloos geweld-
middel als het militairisme, een dergelijk stelsel is
niet te goed om ook het koningschap, waar alle burger
partijen in beginsel tegen zijn, uit z(jn verval op te
rapen en ten eigen bate opnieuw op te knappen.
Wij walgen van zulk een burgerlijke politiek. Wij
keeren ons met weerzien af van burgerpartijen, die door
beginselverraad hun politiek gezag moeten trachten te
redden.
En wpj zullen blijven voortgaan dit spel van bedrog
en gemeenheid aan de kaak te stellen. Zooals wij ook
zullen blijven voortgaan met onze principiëele bestrijding
van het koningschap, wat nog iets anders is dan wat
de Christelflk-Historische Unie, afdeeling Schiedam, in
haar laatste strooibiljet ons aanwrijft naar politiek-
christelijke zede in strijd met de waarheid. Wij strijden
niet tegen personen maar tegen stelsels, politieke
christelijke leugenaars.
Willem I, de Zwijger.
Willem van Oranje was boven alles eerzuchtig en
heerschzuchtig. Hij gedoogde geen tweede in macht en
aanzien naast zichhij was arglistig, geslepen, door
kneed in alle listen der gewetenlooze politiek der XVIe
eeuw. Hij wist zijne gevoelens en plannen te verbergen,
zoodat niemand in in zijn hart kon lezenvandaar de
bijnaam van den Zwijger
Wat zijnen godsdienst betreft, hij was beurtelings
Lutheriaan, Katholiek, Calvinistmaar het is waar
schijnlijk, dat hy den godsdienst voor manDen als hg
slechts beschouwde als een middel, dienstig voor de
politiek indifferentist onverschillig) in overtuiging,
Katholiek en Calvinist uit berekening.
Maurits.
Hij was nooit gehuwd geweest, doch liet ver
scheidene onechte kinderen na
Hij was ruw in zijne manieren, hardvochtig, ja, naar
de getuigenis van Hugo de Groot, wreed tegenover een
edel slachtoffer zijner ontucht
Misschien zou zijn naam tot het nageslacht zijn ge
komen omstraald met den glans van zijnen roem, door
welken zijne gebreken werden bedekt,ware het
niet dat het bloed van Oldenbarnevelt op zijne nage
dachtenis was blijven kleven.
Willem III.
Voor bijna allen was hij eerder afstootend dan
aantrekkendmaar hij wist zijnen vrienden eene innige
genegenheid in te boezemen, en ook de liefde zijner
soldaten te veroveren. In zijn huwelijksleven was hij
niet onberispelijkmaar toch nog ingetogen, wanneer
men hem vergelijkt met ettelijke gekroonde welluste
lingen, die in zijne dagen kronen droegen.
In zijne begrippen omtrent godsdienst was hij, hetgeen
men in zijne dagen een latitudinalist noemde: dat is,
iemand die zich onverschilliger betoonde omtrent de
verschillende protestantsche sekten, dan gewoonlijk het
geval was met de meeste tjjdgenootenhij was echter
een aanhanger van de Praedestinatie-leervoor 't
overige kon hg Gereformeerd in Holland, hoofd der
Anglikaansche Kerk3) in Engeland wezen.
(Elders
15.000 Ieren verlieten hun vaderland, om overal hun
bloed te storten op het oorlogsveld, niet voor hun eigen
land, maar voor vreemde vorstenhonderdduUenden
werden arm gemaakt, verjaagd, beroofd, een geheel
volk zedelijkerwijze vermoord: en dit in naam van het
Protestantisme; en dat door een partij, die zich Oran
gisten3) noemten dat door eene wetgeving, grootendeels
uitgevaardigd onder den naam van Willem III, koning
van Engeland, Schotland en Ierland, Prins van Oranje-
Nassau. Wordt vervolgd.)
De heer Van der Meer heeft voor district III aange
nomen. Voor district II moet dus binnen 14 dagen een
nieuwe verkiezing plaats hebben en weer uiterlijk binnen
14 dagen daarna de stemming over de opgegeven can
did aten.
Onze afdeeling besloot reeds, aan deze verkiezing
deel te nemen.
(Uit „de Alg. gesch. des Ned. volks" van den kath. geschied
schrijver Dr. W. J. F. Ndyens.)
1) Stadhouder Willem III, van wien dezer dagen te Belfast in
Ierland nog een beeld werd vernield in een verwoeden strijd
tussehen Katholieken en Protestanten
2) Gereformeerd en Anglikaansch zijn 2 geheel tegenstrijdige
kerkopvattingen.
s) Daar hooren nn de Ned. Katholieken bjj1 frisch.