No. 25.
ZATERDAG 21 Augustus 1909.
9e Jaargang.
SOCIAAL-DEMOCRATISCH WEEKBLAD VOOR HET KIESDISTRICT SCHIEDAM.
Stukken foor 't eerstfolgem
1 nummer moeten uiterlijk Woensdag a. s. 's middags 12 uur in bet bezit der Redactie zijn.
De Moker
Kinderkoor ,.Exelsior".
De Raadsverkiezing in II.
Van onze vroede Vaderen.
REDACTEUR: Dr. J. VAN LEEUWEN.
ABONNEMENTSPRIJS:
25 cent per kwartaal j Mj vooruithetaling.
franco per post 30 cent j
Losse nummers 2 cent.
Redactie-adres: St. Liduinastraat 38.
Administratie-adres: Gebouw „Constantia".
ADVERTENTIEN:
3 cent per regel.
Bij abonnement belangrijke korting.
is eiken Zaterdag verkrijgbaar:
Te Schiedam: N<euwsticht N. Z. 32.
Zalmstraat 22.
„Constantia", Boterstraat 30.
Te Vlaardingen: W. de Gast, Callenbnrgstraat 58.
Aan bovengenoemde adressen worden ook abonne
menten aangenomen.
De abonné's worden verzocht bjj adresverandering
daarvan kennis te geven aan de Administratie.
Zondag j.l. zjjn de repetities, na een vacantia van
twee weken, weer aangevangen. Wat kan echter de
oorzaak zjjn, dat de opkomst niet bevredigend was?
Dit moet beter worden. Een geregeld repetitiebezoek
is ter bevordering van het koor beslist noodig.
Maar ook meenen we de ouders der kinderen er op
te moeten wjjzen dat bjj een week verzuim de contributie
de week daaraanvolgend dubbel moet worden betaald,
wat misschien voor sommigen bezwaar kan opleveren,
en wat albcht tot gevolg kan hebben dat de kinderen
om die reden het koor zonden moeten verlaten.
Zendt daarom uw kinderen iederen Zondag naar de
repeti'ie en laat hen geregeld contributie afdragen, dan
zal dit bezwaar zich zeker weinig voordoen en ontneemt
men de kinderen op die wjjze niet het zanggenot, wat
zoo gaarne door hen genoten wordt.
Zooals wij in het vorige nummer van De Moker
voorspelden op grond van de partijontwikkeling uit den
allerlaatsten tijd, hebben de clericalen ook bjj deze
Raadsverkiezing de meerderheid verKregen, zoodat onze
vroedschap nu „verrijkt" is geworden met de heeren
C. Klein en J. M. van der Schalk.
Een onderzoek naar de stemmenverhoudingen
geeft ook nu verrassende resultaten. Beginnen wjj met
het neusje van den clericalen zalm, met den heer C.
Klein. Deze kreeg 584 van de 1063 geldige stemmen
en kwam dus 52 stemmen boven de volstrekte meerder
heid. Zijn tegen-candidaat, de vrijzinnig-democraat J.
Haima van der Wal, kreeg 114 stemmen, de soc.-
democraat Dr. J. van Leeuwen 365 stemmen. De clericalen
hadden dus ongeveer 55 procent der uitgebrachte stem men,
de vrijzinnigen dus ongeveer 11 procent, de sociaal
democraten 34 Va procent.
De clericalen bestaan uit 3 partijen, waarvan de
Roomschen ongeveer de helft, de Anti-revolutionairen
en Christelijk-Historischen ieder ongeveer een vierde
der kiezers van de coalitie omvatten. Van die 55 procent
komen er dus 28 toe aan de Roomschen, 14 procent
aan de Anti-revolutionairen en 13 procent aan de Chris-
teljjk-Historischen De volgorde der partgen is dus
de S. D. A. P. met 34 procent,
de Roomsch-Katholieken met 28 procent,
de Anti-Revolutionairen met 14 procent,
de Christelijk Historischen mei 13 procent en
het vrijzinnig allegaartje met 11 procent.
Het komt ons voor, dat onze partij trotsch mag zijn
op dit behaalde resultaat, behaald na zóó korten tijd
van arbeid. We hoeven ons niet ongerust ie maken over
de toekomst.
Vergelijken wij nu deze cijfers met die der laatste
stemming en herstemming in ditzelfde district. Bij de
eerste stemming werden uitgebracht:
1005 stemmen op de 2 clericalen,
508 vrijzinnigen,
567 sociaal-democraten,
zoodat van de 2080 stemmen ruim 48 procent clericaal,
24V2 procent vrijzinnig en 27 V» procent sociaal-demo
cratisch waren.
Bij de herstemming kregen de 2 clericalen 1219 en
de 2 sociaal-democraten 1050 stemmentoen waren de
clericalen dus op 5372 procent en de sociaal-democraten
(met een deel der liberalen) op 46Vsj procent gekomen.
Wij kunnen dus dit lijstje maken:
8 Juli 16 Juli 18 Aug.
(Ie stemming) (herstemming)
clericalen 48 procent. 35Va procent. 54% procent,
vrijzinnige 247, },61/' 10%
soc.-dem. 27 V2 I I*
Hieruit blijkt dus, dat hei ontbindingsproces van het
vrijzinnigendom de dubbele uitwerking heeft van
versterking der clericalen met de meest-concerva-
tieve vrijzinnigen, en
versterking dersociaal-democraten met de meest voor
uitstrevende vrijzinnigen.
Voor de clericalen, die toch al uit onderling-naijverige
en oneensgezinde groepen bestaan, is deze toevoer van
niet clericale maar beslist conservatieve elementen een
nadeel, dat de clericale coalitie nog meer tot een
hyena-achtige machtspartij zal verlagen.
Voor de sociaal-democratie is deze toevoer een ver
sterking, omdat ze gepaard gaat met een geweldige
verscherping van den klassenstrijd en met het bankroet
van het liberalisme.
Geheel in den lijn van het verval van het vrijzinnigen-
dom ligt de verkiezing van den heer J. M. van der
Schalk, die nu 809 vrijzinnige en clericale stemmen
kreeg tegenover Dinkelaar met 201. Bij de eerste
stemming op 8 Juli kreeg de heer Van der Schalk 341
stem oen en Dinkelaar 199. Wjj handhaafden dus ook
hier ons getal. De heer Van der Schalk daarentegen.
Wjj zullen thans niet verder ingaan op de houding
van den heer Van der Schalk. Daar zal later beter
gelegenheid voor zjjn. Wjj willen alleen dit consta-
teeren, dat hjj,
handlangersdiensten bewijzende aan het clericale kapita
lisme, maar
tevens een officieel bondgenootschap afwijzende met zjjn
clericale medevereerders van God Mammon,
een tweeslachtig politiek type is geworden, waarvoor
men niet de geringste sympathie meer kan gevoelen.
In den draaikolk van de clericale politiek is ook zjjn
goede reputatie verdwenen.
De Raadsverkiezingen zjjn hiermee ten einde. Op
ons rust nu nog de taak, onze tegenstanders met name
de clericalen, ter verantwoording te roepen over de
leugen- en lastercampagne, tegen ons gevoerd. Hoewel
er termen voor aanwezig zjjo, denken wjj er niet aan,
den strafrechter daarin te betrekken. Dergelijke middelen
achten wjj voor 'i oogenblik niet noodig, al willen wjj
de heeren clericalen er wel voor waarschuwen, hun
ophitsing tegenover ons niet verder te drjjven. Wanneer
kinderen van „christelijke" scholen onze partjjgenooten
onder het uitbraken van de gemeenste scheldwoorden
met steenen gaan gooien, en opgeschoten „christelijke"
jongelingen „Dood aan Van Leeuwen" op de muren
gaan schrjjven, dan is de grens zelfs der „christelijke"
politieke oorbaarheid bereikt. Weest voorzichtig, heeren
politieke Christenen!
Onze lezers raden wjj aan, de artikelen die wjj in
de volgende nummers van „De Moker" aan den
clericalen laster en logen uit dezen verkiezingstijd
zullen wjjden, goed te bewaren en er behoorlijk mee te
colporteeren. Ze zjjn uitstekende propagandastof tegen
over onze politieke christenen, wier „overwinningsweg"
vol ligt met de smadeljjkste herinneringen aan hun ge-
meene campagne.
17 Augustus 1909.
Deze Raadszitting duurde nog geen anderhalf uur
maar was rjjk aan
clericale ongerechtigheden^.
Het begon reeds bij de behandeling van het rapport
der Raadscommissie, benoemd ter onderzoeking van de
geloofsbrieven der „nieuw inkomende" leden. Die
„nieuw-inkomende" leden, bleven,
in strjjd met de wet
(art. 32 der Gemeentewet), de beraadslagingen over
dat rapport bjjwonen. Het Raadsbesluit te dezen op
zichte is dus
onwettig.
Dat noemt de clericale meerderheid wetskennis en
eerbied voor de wetEen fraaie geschiedenis I
Daarop kwam die lust in ongerechtigheden aan
clericale zjjde aan den dag bij het debat over het
protest tegen de geldigheid der verkiezing in district 1
ingediend, welk protest zich grondde op de verwijdering
van eenige personen van de „voor het publiek bestemde
tribunezonder dat dit voor de orde noodig was.
De openbaarheid der stemming was daarmee dus ge
schonden. En bovendien was door die verwijdering
invloed op de stemming uitgeoefend, omdat die
personen de stemopnemérs der S. D. A. P. waren.
De heer Koopmans toonde in een duideljjk betoog
aan, dat wel degelijk door die verwijdering invloed op
de stemming kon zijn uitgeoefend. Mr. von Briel Sasse,
de woordvoerder der commissie,verzuimde dit be
toog van den heer Koopmans te weerleggen. Kon hjj
het niet?
De Bruin viel vooral den voorzitter van het stem
bureau, burgemeester Brants, aan óver diens bevel tot
vertrek uit „de voor 't publiek bestemde ruimte", en be
toogde aan de hand van de wet, dat dit bevel onwettig was
en de openbaarheid der stemming daardoor was geschonden.
Duidelijk liet De Bruin uitkomen, dat het hem er niet om
te doen was, de stemming onwettig verklaard te krijgen
zonder meer, maar dat hij een herhaling van de onwettige
wering van personen van de publieke tribune wilde
voorkomen. Hjj stelde daarom den voorz. voor, eenvoudig
te verklaren, dat hij niet meer handelen zou zooals
toen. Deed de voorz. dat niet, dan achtte De Bruin zich
verplicht, tegen de toelating te stemmen en de zaak
eventueel hooger op te brengen.
De voorzitter, burgemeester Brants, was in zijn ant
woord onvast als drijfzand. Hij wilde niet erkennen,
dat zjjn daad van verwijdering in strijd met de wet
was. Maar evenmin verdedigde hij die daad op grond
van de wet. Hij erkende niet, dat de verwijdering
van onze vrouwelijke partjjgenoote geschied was op
verzoek van een zijner eigen partijgenooten, die zulk
„vrouwelijk" werk uit den booze achtte. Maar
evenmin erkende hij ronduit, dat het hem wezenlijk om
de verwijdering dier vrouwelijkestemopnemer te doen
was geweest; hij beweerde, de „niet-kiezers" te hebben
verwijderd. Hjj verklaarde ook nu, persoonlijk niets
tegen de aanwezigheid van vrouwen te hebben in
beginsel. Maar hjj verklaa'de niet, dat hg dat „beginsel"
als zijnde in overeenstemming met de wet in het vervolg
in toepassing zou brengen. Wat heb-je nu voor
houvast aan zoo'n stap 1 van elkaar opheffende verkla
ringen? En welk een zedeiyke zwakheid ligt aan
zulk een zwiephouding ten grondslag
Ten slotte verklaarde De Bruin, inziende dat de
voorzitter geen klaren wjju wilde schenken en zich door
zwermen van woorden uit zjjn onzuivere positie trachtte
1) Zooals bekend is, werd een onzer vrouwelijke stemopnemers,
lid onzer partij, gelast de publieke tribune te verlaten. Deze
vroeg den voorz. waarom ze weg moest. Waarop deze antwoordde,
dat zfj als niet-kiezer geen toegang bad. Onze partijgenoote wees
er toen op, dat aan 't zelfde tafeltje nog een mannelijke niet-kiezer
zat; en deze moest toen ook vertrekken. De later gekomen niet-
kiezers en de kiezers uit II en III werden evenwel geheel onge
moeid gelaten. Het ging feitelijk alleen tegen de werkzaamheid
eener vrouw
2) Toen Van Leeuwen onmiddellijk na het wegzenden onzer
vrouwelijke partijgenoote den Burgemeester verzocht, dat besluit
in te trekken, enzzeide de Burgemeester, zelf niets tegen de
aanwezigheid van vrouwen te hebben, maar haar te hebben doen
vertrekken omdat „iemand die was komen stemmen zijn ergernis
over die .vrouwelijke aanwezigheid" had te kennen gegeven. Het
was dus een partijdaad en geen onpartijdige wetsnitlegging.