Steunt den Bond van Han
dels- en Kantoorbedienden
door uw inkoopen steeds
vóór 8 uur 's avonds te doen.
Twee verzoeken om vernietiging
van Raadsbesluiten.
Fiere Strijders.
te redden, dat hjj tegen de toelating der gekozenen in
district I zon stemmen en de zaak hooger op zou halen.
Hij wist eerst den Voorz. evenwel nog te dwingen tot
een onomwonden antwoord op de vraagof die verwij
dering om redenen van orde was geschied en of er op
't oogenblik der verwijdering wanorde heerschte. De
Burgemeester moest beide vragen
beslist ontkennend
beantwoorden. Daarmee was dus al indirekt erkend,
dat de verwijdering om andere dan
door de wet genoemde
redenen plaats had gehad.
Fijne beschuit is de clericale politiek
Behalve De Bruin stemde alleen de heer Koopmans
tegen de toelating, op dezelfde gronden. De heer Van
Westendorp had zich wel eensgezind met De Bruin
verklaard maar stemde toch voor.
Een zot-verloopend debat had verder plaats over de
benoeming van een boekhouder voor 't grondbedrijf,
waarbij Mr. W. H. Jansen uitstel vroeg om de raads
leden de gelegenheid te gevenzich op de hoogte te
stellen, en wethouder Van Westendorp vertrouwen in
de commissie" predikte. Het speet ons, dat Mr. Jansen
niet krachtiger en duidelijker liet uitkomen, dat het
hem te doen was om de verantwoordelijkheidsplicht der
raadsleden voor belangrijke besluiten als de inrichting
van een gemeentelijk grondbedrijf, hoog te honden tegen
over het gewoon beslissen zooals de een of andere
commissie aangeeft. Zóó onduidelijk was hij zelfs, dat
de heer Honnerlage Grete verklaarde, er niets van te
begrijpen. En dit was jammer, omdat de
gtemvee-achtigheid
van Raadsleden niet sterk genoeg bestreden kan worden.
De houding van den heer Van Westendorp, die meer
leek op die van een militairen
gezagsaanbidder
die van een een vrijzinnig democraat, was zeer opmer
kelijk het is trouwens niet de eerste maal, dat deze
wethouder erg gezagvoerderig doet.
Intusschen was de onhandige en onduidelijke verdedi
ging van Mr. Jansen's voorstel door hem zelf oorzaak
van de verwerping met 14 tegen 3 stemmen.
Een typisch incident had plaats naar aanleiding van
de indiening van het rapport der financieele commissie
over de rekening over 19U8 van het Grondbedrijf. De
heer De Groot verzocht nl. voorlezing van dat rapport,
omdat door „sommigen" de vorige maal een blaam
was geworpen op den boekhouder van 't groudbedrijf.
En na die voorlezing kwam de heer Wittkampf ver
klaren, dat hij, de schuldige door den heer De Groot
bedoeld, geenszins bedoeld had, een blaam te werpen op
den boekhouder mtar alleen had willen zeggen dat
hemzelf die heele grondbedrijfszaak nog wat machig was
De heer Wittkampf is de laatste Raadszittingen niet
voor zijn pleizier uit
Aan het eind van de zitting werden het college van
B. en W. en de heele Raad nog eens even geducht
onder handen genomen door De Bruin.
Deze wees er nl. op, dat het gemeentelijk Exercitie
veld ook dit jaar op 31 Augustus weer in gebruik
dreigde genomen te worden door de Oranjevereeniging,
evenals het vorige jaar, zonder dat de Gemeenteraad
daartoe vergunning had verleend of de hunrprjjs had
bepaald. Dit is in strijd met art. 44 der Gemeentewet.
Hij vroeg nu B. en W.of B. en W. verleden jaar
eigenmachtig hadden gehandeld Welke huur toen was
betaald en of er nu een aanvraag van de Oranje
vereeniging was ingekomen en zoo niet of het dan
niet gewenscht was, nu eens de Gemeentewet na te leven
Daar zat de boel. B. en W. moesten erkennen,
eigenmachtig (en dus in strijd met de wette hebben
gehandeld. Van betaalde huur wist niemand iets dat
zal wethouder Lagerwey eens onderzoekenEu erkend
moest worden, dat de Oranjevereeniging ook nu geen
aanvrage had ingediend. (N.B.voorzitter is het raadslid
Smit, en secretaris is de raadsverslaggever Blommendal,
redacteur der Schied. Courant
De Bruin wees er toen nog op: dat destijds het
Exercitieveld aan den S. B. B. werd geweigerd omdat
dit door een meeting zoo beschadigd zou worden, dat
de Oranjevereeniging bijv. door palen slaan er toch
stellig meer aan beschadigd had het vorige jaar dan
de Bestuurdersbond zon hébben gedaan, dat de heer
v. d. Laan nog niet lang geleden onder instemming van
de meerderheid tegen „verkapte subsidieeringen" van
vereenigingen was te velde getrokken, dat het toch
niet aanging, dat men maar in strijd met de wet over
den gemeentegrond beschikte, enz.
De voorz. trok zich van deze kritiek op de meer dan
sloffe en partijdige houding van B en W. niets
aan, en stelde voor, dat B. en W. het recht zouden
krijgen bij een eventueel verzoek der Oranje-VereenigiDg
het Exercitieveld af te staan De Raadsmeerderheid
besloot aldus, ondanks de protesten van De Bruin, die
zich dan ook tot Gedeputeerde Staten heeft gewend
om vernietiging van dit besluit te verkrijgen.
Het is heel aardig, zijn meerderheidsmncht op zoo
óniMfpart^jdige wijze te kunnen gebruiken. Maar de
heeren zullen zich daarmee toch ten slotte zelf in de
vingers snijden. Zoo veel maling aan de wet te toonen
in de praktijk, en zoo veel eerbied ervoor te eischen in
de theorie,dat vloekt è.1 te veel met elkaar.
Maarvan de clericale politiek kan men alles
verwachten. Die is uiterlijk en innerlijk door en door
bedorven.
Wü nemen de beide verzoeken van onzen partijgenoot
De Bruin, gericht tot Gedeputeerde Staten, om ver
nietiging van twee, der 17 Aug. genomen, Raadsbesluiten
hier geheel op. Het eerste geldt de „toelating van de
„nieuw-inkomende" Raadsleden in district I, het tweede
de beschikking over het Exercitieveld ten bate der
Oranjevereeniging.
Op beide kwesties zullen wij nog gelegenheid hebben,
uitvoerig terug te komen:
Aan
Heeren Gedeputeerde Staten der Provincie
Zuid-Holland,
geeft eerbiedig te kennen,
Pieter de Brain, wonende te Schiedam, Oosterstraat
91, lid van den Raad der Gemeente Schiedam,
dat in de gemeenteraadszitting van 17 Augustus 1909
besloten is tot toelating der op 7 en 17 Juli j 1. gekozen
leden voor den Geme nteraad van Schiedam,
dat door den heer Dr. J. Van Leeuwen, als kiezer in
district I der gemeente Schiedam, bezwaar is ingebracht
tegen de gehouden stemming op grond van het feit,
dat uit de ruimte voor het publiek bestemd, personen
nit het Stemlokaal zijn verwijderd geworden, om andere
dan in de kieswet genoemde redenen;
dat door den Raad dit bezwaar ongeldig werd ge
acht, doch ondergetéekende van meening is dat een on
wettige daad heeft plaats gehad, daar art. 69 een
ruimte aanwijst voor het publiek bestemd en geen enkel
artikel der Kieswet eischt, dat op deze ruimte alléén
kiezers worden toegelaten;
dat de verwijderde personen op Woensdag 7 Juli 1909
van 8 tot 8% uur 's morgens in het stemlokaal aan
wezig zijn geweest, zonder dat op hunne aanwezigheid
aanmerking was gemaakt en zónder dat er, blijkens
verklaring van den voorzitter van het Stembureau, de
Edelachtb. Heer Dr. M. A. Brants, burgemeester der
Gemeente Schiedam, eenigerlei wanordelijkheid had plaats
gehad, die aanleiding tot de verwijdering had kunnen
geven (verklaard in de openbare raadsvergadering van
17 Augustus 1909)
dat de gewraakte maatregel van invloed heeft kunnen
zijn, omdat de controle der kiesvereenigingen, mede door
de verwijderde personen gevoerd, in de war geraakt
kan zijn gestuurd
dat eene beslissing over de toelating tot de stemlo
kalen in eene zekere ruimte, van nief-kiezers van belang
geacht kan worden ter verkrijging van gelijke behan
deling op alle stembureau's
dat ondergeteekende op grond hiervan reeds, met
gebruikmaking van Art. 33 der Gemeentewet, vernietiging
van het in aanhef dezes genoemd raadsbesluit meende
te moeten verzoeken, doch het hem voorkomt, dat,
waar door twee der nieuw gekozen raadsleden, de heeren
H. van der Drift en N. van der Velden, in strijd met
de Gemeentewet (art. 32) de beoordeeling en de beraad
slaging hunner eigene geloofsbrieven is bijgewoond, het
besluit rechtens onwettig is
verzoekt ondergeteekende Uw College eerbiedig gemeld
besluit van 17 dezer te vernietigen, mede op grond
van de z. i. onrechtmatige verwijdering van personen
nit de voor het publiek bestemde ruimte van het Stem
lokaal.
't Welk doende,
P. DE BRUIN.
Schiedam, 17 Augustus 1909.
Aan
Heeren Gedeputeerde Staten vai
Zuid-Holland,
geeft eerbiedig te kennen,
Pieter de Bruin, wonende Oosterstraat No. 91, te
Schiedam, lid van den Raad der Gemeente Schiedam,
dat op 31 Augustus 1908 door eene vereeniging,
Oranje-Vereeniging genaamd, voor volksfeesten beslag
is gelegd op een stuk grond, het Exercitie-terrein ge
naamd, gelegen te Schiedam, in eigendom behoorende
aan de gemeente Schiedam, zonder dat dit door haar
aan den Raad was verzocht en zonder dat door dei
Raad tot verhuring van genoemd terrein was besloten;
dat voor het gebruik ervan nimmer eenige vergoeding
is betaald geworden, althans niet verantwoord is;
dat gemelde Vereeniging ook thans weder volksfees
ten op gemeld terrein aankondigt, wederom zonder aan
vrage te hebben gedaan, en dus wederom zonder dat
deswege door den Raad een besluit genomen is;
dat ondergeteekende in de raadsvergadering van
Dinsdag 17 Augustus j.l. aan B. en W. de vraag ge
steld heeft of b(j hun College een desbetreffend verzoek
was ingekomen, waarop de voorzitter ontkennend heeft
geantwoord
dat echter daarna door den voorzitter is voorgesteld
B. en W. te machtigen bij eventueel verzoek van de
Oranje-Vereeniging het terrein alsnog tegen overeen te
komen voorwaarden te verhurenwelk voorstel door
den Raad is aangenomen
dat ondergeteekende er op wijzen wil dat in 1908
in strijd met art. 44 der Gemeentewet is gehandeld,®
tengevolge daarvan geen huur is ontvangen
dat genoemde Vereeniging aan het hoofd heeft eei
aantal personen die geacht kunnen worden met de ver-
eischte formaliteiten ten dezen op de hoogte te zjjn;
dat het bjj herhaling willekeurig beschikken over
gemeente-eigendommen in strijd komt met alle goeds
regelingen in de gemeente-huishouding noodig
weshalve ondergeteekende Uw College verzoekt het
voormeld besluit d.d. 17 Augustus te willen vernietigen,
't Welk doende,
P. DE BRUIN.
Schiedam, 18 Aug. 1909.
Er bestaat te Schiedam een vereeniging, zooals wij
weten, dat er nog veel meer in den lande bestaan,
maar waarvan wij toch ht-t vermoeden hadden dat
langzamerhand de arbeiders gingen beseffen, dat ze niet
de allereerst noodzakelijke waren; terwijl de wjjze,
waarop zij de arbeiders bijeen houdt een alles behalve
fraaie mag worden genoemd.
De vereeniging stelt zich ten doel, „elkander bjj
ziekte en ongeval te steunen en tevens door onderlinge
bespreking alles aan te wenden wat het algemeen
belang der leden kan bevorderen."
Zij heet „Draagt elkanders lasten" en bestaat uit
arbeiders van de Naamlooze Vennootschap (voorheen)
Van der Eist en Co., Houthandel, Buitenhavenweg,
Schiedam.
De arbeidsvoorwaarden z(jn voor deze arbeiders zeker
niet rooskleurig te noemen.
Ongemanierd lange werktijden en zeer lage loonen,
f 9.a f 10.per week, die dan worden aangevuld
met overwerk tegen f 0.15 pe uur. Eenigen tijd geleden
waren er uog werkliedeu, die, wanneer ze huu werk-
loonen herleidden in uurloonen kwamen tot f'0.15 cent
per uur en die overwerkten voor f 0.13 per uur.
Soms worden de loonen opgevoerd tot f 17maar
dan door werktijden van 36 en meer uren aan één stuk.
Er is dan ook aan gemopper en geklaag onder dat
personeel geen gebrek en geen einde, en als ze de kans
hebben om anderen een en ander te laten opknappen,
dan zullen ze dat niet laten maarzelf moeten ze
buiten schot blijven.
In hen, althans in het meerendeel van heil, moet de
patroon niet and-rs zien dan de zeer onderdanige
dienaren die dankbaar z(jn voor een kermisf'ooitje en
een gift in de kas van hun ziekenvereeniging.
Hoe dankbaar is mijn kleine hond,
Voor kluifjes en wat brood.
Kort na de oprichting onzer afdeeling trachtten wjj
(daaimee in kennis gesteld door een paar vrienden)
toegang te krijgen tot hunne driemaandelyksche ver
gadering.
Dit eerste tooneel speelde in het Volkshuis aan de
Lange Haven.
't Was op Zaterdag 8 Mei. We moesten maar even
wachten, de vergadering zou haar zaken vlug afdoen
en wij zouden dan de gelegenheid krijgen om over de
noodzakelijkheid der vakorgauisatie een en ander te
zeggen. Dat zaken afdoen duurde intusschen 2 uren, in
welken tijd de heeren de beleefdheid hadden ous in
den gang te laten drentelen. Toen wij, ongeduldig
geworden, ons ten slotte toegang verschaften tot het
vergaderlokaal, hadden wij daar den liefelijken aanblik
van een aantal tafeltjes bezaaid met bierflescbjes en
glazen, die een goeden kijk gaven op het ontwikkelings
peil der daaromheen zittende oude en jonge arbeiders.
Enfin, terwille van de goede zaak leg je niet op alle
slakkeu zout en ben je al tevreden als je de kans