No. 31. ZATERDAG 2 October 1909. 9e Jaargang. SOCIAAL-DEMOCRATISCH WEEKBLAD VOOR HET KIESDISTRICT SCHIEDAM, De Moker Plichtverzuim. Het ontwerp-gemeentewerklieden- reglement. REDACTEUR: Dr. J. VAN LEEUWEN. ABONNEMENTSPRIJS: 25 cent per kwartaal j Uj vooruitbetaling. franco per post 30 cent j J Losse nummers 2 cent. Redactie-adres: St. Liduinastraat 38. Administratie-adres: Gebouw „Constantia". ADVERTENTIEN: 3 cent per regel. Bij abonnement belangrijke korting. Stukken ïoop 't eerstvolgem 1 nummer moeten uiterlijk Woensdag a. s. 's middags 12 uur in het bezit der Redactie zijn. is eiken Zaterdag verkrijgbaar Te Schiedam: Nieuwsticht N. Z. 32. Zalmstraat 22. „Constantia", Boterstraat 30. Te Vlaardingen: W. de Gast, Callenbargstraat 58. Aan bovengenoemde adressen worden ook abonne menten aangenomen. De abonné's worden verzocht bij adresverandering daarvan kennis te geven aan de Administratie. Cnrsns S, B. B. Donderdag 23 September heeft de inschrijving plaats gehad voor den cnrsns in lezeD, rekenen en Ned. Taal, welke door den S. B. B. zal worden gegeven. Animo was er weer genoeg43 leerlingen hebben zich reeds aangemeld en verwacht mag worden, dat er nog eenigen bijkomen. De cnrsns is als volgt verdeeld. Dinsdagavond Algem. ontwikkeling en Taal voor de meestgevordenden. Woensdagavond Taal voor de minder- gevorderden. Donderdagavond enkel rekenen. Als leiders hebben zich geheel belangloos beschikbaar ge steld, de heeren Coerman, Van Os en v. d. Slnis. Aan den cnrsusten den taak te toonen, dat zij den tjjd en de moeite welke die heeren zich geven, om hen de zoo noodige ontwikkeling bij te brengen, waardeeren. Dit kunnen zij doen door den cursus tot het einde toe, zonder verzuim bjj te wonen. Reeds nu begint de werkloosheid te Schiedam weer groote afmetingen aan te nemen. En nu is het pas October en is het nog goed weer. Maar wanneer straks de „groote" tijd der werkloosheid is aangebroken en een belangrijk aantal arbeidersgezinnen aan de koude, den honger en de weldadigheid wordt overgeleverd, wat dan Er bestaat een „Comité tot bestrijding der weik- loosheid" te Schiedam, en dit kreeg van den Gemeen teraad de oificieele opdracht om voorstellen tot bestrijding der werkloosheid te doen. Het comité voldeed aan die opdracht en deed voorstellen, die uitgingen van deze grondgedachten: dat de kans op degelijke bestrijding der werkloosheid alleen bestaat indien men over vol doende gegevens dienaangaande beschikt, en dat alleen met behulp der arbeidersorganisaties iets te bereiken is. De voorstellen van het comité berusten dus op den dubbelen grondslag van de verzameling van statistische gegevens, en de ondersteuning van de werkloosheidsbemoeiïngen der vakbeweging. Het comité onderwierp die voorstellen eerst aan 't oordeel der besturen van alle arbeidersorganisaties; die besturen brachten ze ia hun vereenigingen; en later behandelde het comité ze nog eens met de opgekomen ledeu van al die organisaties. Toen bleek, dat de geheele georganiseerde arbeiders wereld, moderne zoowel als christelijke, de voorstellen van het comité goed vond en den door het comité voorgestelden weg voor den eenig-goeden hield. Maar de Gemeenteraad van Schiedam en zjjn Dage- jjjksch Bestuur bleken van de uitvoering der voorstellen van het comité met gediend te zijn. Zonder nader overleg met het comité, dat toch officieel door den Radtj, belast was met het doen van voorstellen en de geheele arbeids- wereld van Schiedam vertegenwoordigde, schrapten B. en W. de hoofdzaken uit de voorstellen van het comité. En de Gemeenteraad bedierf er verder nog aan wat er nog goed in was gebleven. Zoodat op dit oogeublik de toestand zoo is: dat er geen statistische gegevens zullen worden verzameld en de vakbeweging ten gevolge van de verknoeide bepa lingen der voorstellen geen steun van overheidswege zal genieten. Dat komt dus hier op neer: dat er thans niets gebeurt én niets gebeuren kan en de eerste maatregel tot wezen lijke voorziening in den naderenden werkloosheidnood nog getroffen moet worden. De schuld daarvan is het Gemeentebestuurde Ge meenteraad en het college van B. en W. hebben in burgerlijke eendrachtigheid samengewerkt aan dit nega tieve resultaat. Wanneer straks,de werkloosheidsellende haar verwoestenden zegetocht door de arbeidersgezinnen begint, dan kunnen het „christelijk" college van B. en W. en de „christelijke" raadsmeerderheid zich de eere toerekenen van den weg voor dien zegetocht der werk loosheidsellende te hebben gebaand. En dan kunnen zij er zich met ware „christelijkheid" over verheugen, dat die tocht niet door hun woningen gaat! Zooals wij reeds meerdere malen aantoonden, handelden B. en W. en de Gemeenteraad aldus uit zuiver klassebewustzijn en klassedrift. Zij zitten op hun zetels als vertegenwoordigers der kapitalistische klasse. Hun taak is, het voortbestaan van het kapi talistische stelsel te verzekeren, en iederen aanval op dat stelsel af te weren. En ieder middel is hun daarbij goed, zelfs indien,hun „christelijke moraal" hun't tegen overgestelde predikt. De kapitalistenklasse, de klasse ook der patroons, ziet met leede oogen oogen den groei der arbeiders-vak beweging. Zjj maakt van haar werkgeversmacht gebruik, om die vakbeweging zooveel mogeljjk in de wielen te rijden, zooveel mogeljjk tegen te houden, het leven zoo moeilijk en zuur mogelijk te maken. En zou men dan van de vertegenwoorders van zulk een klasse kunnen verwachten, dat zij diezelfde vakbeweging van gemeentewege zon steunen en sterken? Wel neen immers? Het klasse bewustzijn en het klasse instinct verloochenen zich aan de zjjde der burgerklasse nooit. Het college van B. en W. en de Gemeenteraad van Schiedam bleven dan ook volledig in den lijn der bur gerlijke klassepolitiek, toen zjj de voorstellen van het Comité tot bestrijding der werkloosheid zóó wijzigde, dat de ai beiders-vakbeweging er zelfs zijdelings niet meer door gesteund wordt. En eveneens voldeden zij aan den eisch hunner ka pitalistische heerschers, toen zjj de verzameling van statistische gegevens aangaande ,de werkloosheid van het programma schrapten. Hun laag-bq-de-grondsche argument was dat het te duur was, zoo'n statistisch bureau in te richten. Hun wezenlijk (maar verzwegen!) argument was dat zjj geen statistische gegevens willen hebben om door die cjjfers niet tot groote. uitgaven ter bestrijding der werkloosheid gedwongen te kunnen worden. De heeren hebben hun plicht gedaan tegenover de kapitalistische regeeringsklasse, de klasse ook der pa troons en het bericht verwondert ons niet, dat een jeugdig amateur-fotograaf „van christelijken huize" de opdracht heeft ontvangen, een groote. fotografie van de christelijke raadsmeerderheid te maken, die dan dooi de „dankbare" kapitalistische heeren aan de Gemeente zal worden aangeboden om ze b(j de antiquiteiten in de Raadszaal op te hangen. Maar zijn „plicht" doende tegenover de burgerklasse, de kapitalistische, maakte de Raad zich schuldig aan plichtverzuim tegenover de arbeidersklasse. De arbeiders zelf staan volslagen machteloos tegen over de werkeloosheid en haar ellendegevolgen. De patroons, zelf onderworpen aan de concurrentie- en bedrijfs-eischen van het kapitalistische voortbrengings- stelsel, mogen ieder persoonlijk iets tegen de werkloosheid kunnen beginnen. Veel is dat niet. En onder hen zjjn er, die volstrekt onmachtig zijn om te laten werken zonder bestelling. Het is dus de gemeenschap, die de plicht heeft om dit maatschappelijk kwaad te bestrijden. En een ge meentebestuur, dat zooals het Schiedamsche, zijn klasseplicht hooger stelt dan z\jn gemeenschapsplicht, maakt zich schuldig aan een tergend plichtverzuim. Een plichtverzuim dat te ernstiger is, omdat het be gaan wordt door een raadsmeerderheid, die beweert te leven volgens de beginselen des Christendoms. Een plichtverzuim dat daarom thuis hoort onder het hoofddaden van farizeïsme. Intusschen, de winter nadert, het spook der werk loosheid doemt doodgrjjnzend op. Het gemeentebestuur deed in farizeïstisch plichtverzuim niets, niets, niets. Het woord is thans aan de vakbeweging, aan de arbeidersorganisatie. Zjj heeft thans, nu de werkloos- heidsnood weer zóó dicht bij is, de arbeidersklasse te wjjzen op haar eigen organisatieplicht en haar eigen klasseverplichting en te wijzen op het plichtverzuim van het gemeentebestuur. Maar zjj mag het niet bij woorden laten. Zij moet ook overgaan tot daden. Zij moet de werkloozen op roepen tot protest-vergaderingen en tot werkloozen- wandeltochten. Het burgerlijk gemeentebestuur heeft de arbeiders klasse als een hoop lompen in een hoek gesmeten. Het antwoord van het lompenproletariaat, geleid en gesteund door het georganiseerde proletariaat, moet wezende eisch van voorziening in den nood door dezelfde gemeenschap, die de oorzaak is van dien nood. En die eisch moet k;inken in zaal en op straat Het gemeentebestuur wilde geen regeling in overleg. Welnu, dan moet het gedwongen worden door het openlijk vertoon der werkloosheidsellende en door den onophoudelijken eisch der werkloozen, gedwongen om haar gemeenschapsplicht na te komen en die hooger te stéllen dan haar burgerlijke klasseplicht. Aan den arbeid! i. Na een moeilijke dracht van 2 jaren en 3 maanden is de Commissie voor het Werklieden-reglement bevallen van een levenloos kind met een waterhoofd en 8 vingers aan iedere hand. (Burgerlijke stand). Als oorzaak van de late geboorte en de levenlooze terwereldkoming van bovengenoemd monsterkind hebben wij de al te nauwe bloedverwantschap der ouders kunnen vaststellen. (Commissie van Gemeente- geneesheeren). De bovenstaande aanhalingen uit officieele gemeente stukken bevatten een stapel van critiek. Zoowel de wjjze van samenstelling vaiA het reglement als de inhoud geven dan ook aanleiding tot reeksen van bedenkingen. Reeds onmiddellijk toen bekend werd, dat er een Commissie tot het ontwerpen van een Gemeentewerk- lieden-reglement was benoemd, heeft „De"Moker" tegen de eenzijdigheid dier Commissie gewaarschuwd. Het bestaan dier Commissie werd n.l. openbaar op de open bare vergadering van de Afd. Schiedam van den Bond van Gemeentewerklieden op 12 December 1907, toen Van Hinte sprak over: „Hoe wenscht de Bond een Werklieden-reglement?" De heer Honnerlage Grete vertelde toen n.l. dat sinds eenigen tijd (nu blijktsinds 28 Juni 1907) een Commissie bezig was met het ont werpen van zulk een reglement, en gebruikte daarbij de uitdrukking, dat die commissie „uit verschillende elementen" was samengesteld. In „De Moker" van 21 December 1907 werd toen onmiddellijk gewezen op de tont van het volkomen negeeren der werklieden en hun organisaties bij de samenstelling dier Commissie. Op dat Moker-artikeltje volgde een gedachtenwisseling met De Bruin, waarin wij de gelegenheid hadden nog uitvoeriger te wijzen op de fout, dat men niet bij de samenstelling van het werklieden-reglement van meet af aan de medewerking der werkieden- organisatie had ingeroepen, en op het daardoor stelling nemen

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1909 | | pagina 1