No. 33.
ZATERDAG 16 October 1909.
9e Jaargang.
SOCIAAL-DEMOCRATISCH WEEKBLAD VOOR HET KIESDISTRICT SCHIEDAM.
Stnkken yooï 't eerstvolgend nnmmer moeten uiterlijk Woensdag a. s. 's middags 12 nnr in het bezit der Redactie zijn.
De Moker
„De Zaaier".
Het ontwerp-gemeentewerklieden-
reglement.
De beschuldiging van onbetrouw
baarheid tegen De Bruin.
REDACTEUR: Dr. J. VAN LEEUWEN.
ABONNEMENTSPRIJS:
25 cent per kwartaal
franco per post 30 cent
Losse nummers 2 cent.
Redactie-adres: St. Lidninastraat 38.
Administratie-adres: Gebouw „Constantia".
ADVERTENTIEN:
3 cent per regel.
Bjj abonnement belangrijke korting.
is eiken Zaterdag verkrijgbaar
Te Schiedam: Nienwsticbt N. Z. 32.
Zalmstraat 22.
„Constantia", Boterstraat 30.
Te Vlaardingen: W. de Gast, Callenburgstraat 58.
Aan bovengenoemde adressen worden ook abonne
menten aangenomen.
De abonné's worden verzocht bij adresverandering
laarvan kennis te geven aan de Administratie.
Bond van jonge arbeiders(stcrs) in Nederland.
Met medewerking van een paar Rotterdamsche leden
van „De Zaaier", zullen eenige oud-leden van de
Schiedamsche atdeeling trachten opnieuw een afdeeling
ia 't leven te roepen. Wij wekken onze jonge kame
raden daarom op, a.s. Zondag om 5 uur in Constantia
voor dat doel bijeen te komen.
II.
Een goede gang van zaken en een goed zuinig be
keer van alle gemeentelijke ondernemingen zijn in het
belang van de gemeente als geheel even goed als van
de in gemeentedienst werkzame arbeiders. Voor de
gemeente wordt daardoor een der voornaamste waar
borgen verkregen voor uitmuntende en zoo zuinig
mogeljjk verkregen voortbrengselen en zoo goed moge-
Ijken arbeid. En voor de arbeiders wordt daarbij een
der waarborgen verkregen van vastheid van arbeid en
dos ook vastheid van verdienste en van zoo gunstig
mogelijke arbeidsvoorwaarden.
Er ligt hierin een breede grondslag van gemeen
schappelijk belang. Op dezen grondslag kan uitmun
tend een stevige arbeidsregeling worden opgebouwd,
die van gelijk belang en van gelijke waarde voor de
gemeente als voor de arbeiders is. Juist de gemeenten
bezitten in dien grondslag van gemeenschappelijk be
lang met hun werklieden een prachtig middel tot ver
mijding van de arneidsconflicten, die het economische
loven verbitteren. Indien de gemeenten van dat bezit
geen gebruik maken, verzaken zij moedwillig of onop-
zettelijk hun maatschappelijke plicht. Dan zetten zij
lick op het standpunt van den kapitalistischen werk
gever en beschouwen zij de arbeiders als nit te buiten
tanen van arbeidskracht en als winstleverings-
machines.
Het Schiedamsche ontwerp plaatst zich niet op het
maatschappelijke standpunt der gemeente-werkgeefster,
maar op het winstmakersstandpunt van den particu
lieren patroon in onze kapitalistische maatschappij. Het
is een gewoon kapitalistisch patroonscontract-ontwerp
met hier en daar gnlle bepalingen, maar in wezen en
karakter particulier-patroonsachtig. Daardoor houdt
iet in het minst geen rekening met het maatsehappe-
Ijk karakter der gemeente-ondernemingen, het maat
schappelijk karakter van den arbeid der gemeente
werklieden en de zeer bijzondere arbeidsomstandig-
ieden van een gemeentewerkman mèt zijn maatschap-
gelijken arbeid in onze kapitalistische maatschappij (zie
ons eerste artikel).
Zeer terecht achtte de motie-de Groot een verbetering
van het ontwerp door amendementen dan ook onmogelijk
ca stelde zij voor, door een Commissie van 3 raadsleden
bet ontwerp te doen omwerken „in de richting van het
adres der gemeente werklieden vereenigiiigen van October
1309". Daar deze motie in de eerstvolgende raads-
zitting aan de orde zal komen, zal de Raad dan dus
moeten beslissen
of hy mèt de ontwerpers van het nn voorgestelde
reglement de Gemeente den rol wil laten spelen van
den particulieren, kapitalistischen werkgever,
of dat hp het maatschappelijk karakter van den ge
meentelijken ondernemingsarbpid wil erkennen en diens
volgens een regeling wil makpn, berustend op den zniver
maatschappelijken aard van c ien arbeid en het volkomen
gemeenschappelijk belang ven de gemeente als werk
geefsters en de werklieden in haar dienst.
Wanneer wjj de woorden en daden van de tegen
woordige Raadsmeerderheid nagaan, dan durven wij
haast voorspellen
dat de motie-deGroot na onbeduidende pogingen
tot bestrijding door de rechtsche meerderheid zal
worden verworpen,
en dat later bp de behandeling van het aangeboden
ontwerp nog enkele van de gunstige bepalingen zullen
worden geschrapt en ongunstige muilkorfbepalingen
zullen worden ingevoegd. De heeren voelen zich ge
ducht en hebben niet weinig maling aan de maat
schappelijke eischen van onzen tijd en aan de ver-
beteringseischen der arbeidersklasse. Bij de behandeling
van de Arbeidsbeurs en het Werkloozenfonds hebben
zij hun waren aard in dat opzicht getoond. Waarom
zonden zij nn datzelfde spel niet spelen
Maar al voorzien wij, dat de motie-de Groot zonder
veel omhaal door de kerkelijke meerderheid naar het
kerkhof van de voorstellen in 't belang der misdeelden
zal worden gebracht, willen wij toch nog eens in een
paar trekken een schets geven van de regeling der
verhoudingen in een gemeentelijke onderneming, zooals
die naar onze opvatting noodzakelijk voortvloeit nit
haar maatschappelijk karakter.
In iedere gemeentelijke onderneming is de gemeente
de werkgeefster en zijn alle in die onderneming
werkenden de werknemers.
De gemeente als werkgeefster heeft in die hoedanig
heid de dubbele taak, ervoor te zorgen, dat de gemeente
lijke onderneming de gemeente bedient zóó als deze
recht heeft te eischen, en dat de gemeentelijke werk
nemers hun arbeid zóó verrichten als in 't belang der
gemeenschap noodig is. Zij moet dns haar ondernemingen
regelen naar de behoeften der gemeentebewoners, en
daarbij zorgen technisch en financieel op zuiveren bodem
te staan. Ieder doel van winstmaken is daarbij uitge
sloten. Deze technische en financiëele zijde der gemeente
lijke ondernemingen kwestie zullen wij hier verder laten
rnsten, als zyude verder van geen belang in 't verband
van ons onderwerp.
De gemeente als werkgeefster heeft voorts te maken
met de gezamenlijke werknemers in haar ondernemingen.
Daar hooren even goed de bedrijfsdirecteuren als dein
de ondernemingen werkzame ambtenaren en arbeiders
toe, want die staan tegenover de gemeente als werk
geefster allen zonder onderscheid in de positie van
werknemers. Bjj iedere regeling van verhoudingen
tnsschen de gemeente en haar personeel moet dit feit,
moet deze hoofdverhouding vooral niet uit het oog
verloren hebben.
Terwijl nu de gemeente als werkgeefster vóór alles
te zorgen heeft, dat de technische en financiëele opzet
eener onderneming overeenkomt met het gemeentebelang,
hebben de werknemers èn in 't belang hunner gemeente
èn in hun eigen belang (zooals wij straks uiteenzetten)
te zorgen voor een uitstekende regeling der onderneming,
waarin zij zijn betrokken, en een uitmuntenden gang
van zaken daarin. Hnn belangen zijn daarin dezelfde,
en ieder is er persoonlijk bij betrokken dat voor zijn
aandeel de boel goed marcheert. Uit dit alles volgt,
dat dns de gezamenlijke werknemers voor de arbeids
regeling der ondernemingen zorgen.
De grondslag der arbeidsregeling in iedere gemeente
lijke onderneming is dus de algemeene samenwerking en
medezeggenschap van alle daarin werkzamen. Dit wil
natuurlijk niet zeggen, dat iedere groep zich met de
regeling van den arbeid van iedere andere groep zou
mogen bemoeien. Dat wil alleen zeggen, dat iedere
groep z'n eigen arbeidsregelingen heeft te ontwerpen
maar daarvoor, in het ondernemings- en het eigen
belang, overleg en samenwerking heeft te'zoeken met
de medewerkende personen en groepen.
En wat de arbeiders betreft, ligt het voor de hand,
dat het hun organisatie is, die in deze dingen voor hen
optreedt. Onze plaatsruimte laat ons helaas niet toe,
deze kwestie thans verder nit te werken.
In de volgende nummers behandelen wp ons onder
werp verder. Waarschijnlijk zal de Raad van a.s.
Dinsdag ook over deze kwestie eenig besluit nemen en
kunnen wij daarmee dan rekening honden.
Sinds de Raad den 5 October weigerde te voldoen
aan hetverzoek van De Bruin, om helderheid te
brengen in de kwestie van de tegen hem ingebrachte
beschuldiging van onbetrouwbaarheid als Raadslid,
heeft de Rechtsche coalitie pogingen in het werk gesteld
zich er nit te draaien.
De Katholieke „Nieuwe Schiedamsche Conrant"
trachtte het door den heer Smit gebruikte woord
„onbetrouwbaarheid" te vergelijken en schreef
Wij kunnen ons toch zoo voorstellen dat het
woord onbetrouwbaar een wijdere beteekenis heeft
dan men er aan pleegt te hechteniemand is ook
onbetrouwbaar als hij misbruik van zijn ambt en
positie maakt, als hij in die positie ideeën tracht
te propagandeeren die hij niet geroepen is voor
te staan.
Hier wordt dns het woord „onbetrouwbaarheid" niet
teruggenomen en ook niet als verkeerd-gebruikt opgevat,
maar wel degelijk gehandhaafd, doch in zijn beteekenis
verwrongen.
Geheel anders poogt het Schiedamsche Volksblad,
antirevolutionair, er zich nit te redden. Dit verklaart
eenvoudig, dat de heer Smit niet bedoeld heeft „een
kwestie van onbetrouwbaarheid" maar „een kwestie
van vertrouwen", en voegt daaraan deze regelen toe
Wanneer iemand het vertrouwen van een
politiek college verliest, dan is hp daarom nog
niet onbetrouwbaariemand die dit niet inziet of
begrijpt, doet beter zich maar niet in de politiek
te wagen.
Nn moet men niet vergeten, dat De Bruin ook met
hulp der rechtsche meerderheid 2 jaar achtereen tot lid
van de Commissie voor Gemeentewerken werd gekozen
en nu plotseling niet meer. Er moeten dus, indien het
antirev. blad gelijk had, door de Brnin daden of hande
lingen zijn gedaan, die hem het tot nu toe betoonde
vertrouwen hebben doen verliezen. En die daden of
handelingen kunnen dus niet anders dan van „onbe-
trouwbaren" aard zijn geweest.
Bovendien, het groote Woordenboek der Ned. Taal,
dat in taalkwesties toch zeker wel algemeen als gezag
hebbend zal worden erkend, geeft van „onbetrouwbaar"
een omschrijving met dezelfde woorden als door het
Sch. Volksblad" worden gebruikt niaar volgens dat
blad niet op „onbetrouwbaar" zouden slaan. Tegenover
het Woord, der Ned. Taal telt het taalkundig oordeel
van een blad als het Sch. Volksblad natuurlijk niet
mee. Het Woord. d. N. T. geeft nl. deze omschrijving
van „onbetrouwbaar"
niet betrouwd kunnende worden, niet te betrouwen,
te valsch of te wuft om vertrouwen in te boezemen.
W\j kunnen in deze pogingen van katholieke en
antirevolutionare zijde om zich door middel van Schrift
geleerdheid te zuiveren dan ook niets anders zien dan
een bewijs van zedelijke lafheidmen heeft er daar
niet op gerekend, dat dit muisje zoo'n staart zou kunnen
hebben, en nn mist men de zedelijke kracht om ongelijk
te bekennen en rondnit te verklaren, verkeerd te hebben
gehandeld.
u oeiu per Kwariaai u- vooruiibetaling.
In het eerste artikel over dit onderwerp in ons nnmmer
tin 2 Oet. behandelden wjj het voorbijgaan der gemeentewerk-
liedenorganisaties bij de samenstelling van het ontwerp en gaven
ij een omschrijving van de positie van den gemeentewerkman.
Be vorige week gaven wjj een uitvoerig verslag van de rede van
Tan Hinte en bleef daarom dit tweede artikel liggen.