ssvwarLt
YW
No. 36.
ZATERDAG 6 November 1909.
9e Jaargang.
SOCIAAL-DEMOCRATISCH WEEKBLAD VOOR HET KIESDISTRICT SCHIEDAM,
Stokken yoor 't eerstïolgend nnmmer moeten uiterlijk Woensda g a.s. 's middags 12 nnr in het bezit der Redactie zijn.
De Moker
Bericht.
Een praatje met onze lezers.
Reorganisatie der Politie
Van onze vroede Vaderen.
REDACTEUR; Dr. J. VAN LEEUWEN.
ABONNEMENTSPRIJS:
Losse nummers 2 cent.
Redactie-adres: St. Liduinastraat 50.
Administratie-adres: Gebouw „Constantia".
ADVERTENTIEN:
3 cent per regel.
Bjj abonnement belangrijke korting.
is eiken Zaterdag verkrijgbaar
Te Schiedam Nieuwsticht N. Z. 32.
Zalmstraat 22.
„Constantia", Boterstraat 30.
Te Vlaardingen W. de Gast, Callenburgstraat 58.
Aan bovengenoemde adressen worden ook abonne
menten aangenomen.
De abonné's worden verzocht bjj adresverandering
daarvan kennis te geven aan de Administratie.
Door een verandering in de nummers der huizen is
het Redactie-adres niet meer St. Liduinastraat 38, maar
St. Liduinastraat 56.
Vooral voor hen, die zich 's avonds wagen aan een
wandeling door het met-gloeiende-spijkers-verlichte berg-,
dal- en merenlandschap, dat den gewijden naam van
St. Liduinastraat draagt, om ons te bezoeken, is kennis
neming dezer nummerverandering zeer gewenscht.
De Redactie.
Op de laatste huishoudelijke vergadering der S. D. A. P.
maakten de exploitatie en de inhoud van ons blad op
nieuw een onderwerp van bespreking uit. Het einde
daarvan was:
dat men algemeen wenschte, het blad uitgebreid
te zien met eenige rubrieken, n.l. binnenlandsch
en buitenlandsch overzicht, vakbeweging en
feuilleton^
Nu, wij gaan daarmee volkomen accoord. Maar dan
moet er eerst voldaan worden aan twee voorwaarden:
meer abonné's en
meer medewerkers.
Wjj hebben allesbehalve redenen om te klagen over
ons abonné's- en lezers-aantal te Schiedam. Maar
wanneer men zulke vergroote eischen gaat stellen aan
oos blad en dit dientengevolge in grooter formaat zon
moeten verschijnen, dan moet ook het lezers-aantal in
gelijke mate vergroot worden. Wij doen daarom een
kroep op ome lezers, om te zorgen voor tienlallen nieuwe
abonné's. Men kan ze opgeven aan de administratie
en aan den colporteur.
En wil men een zoo veel groot<-ren inhoud, dan zal
men ook meer medewerking moeten verleenen. Alle
arbeid voor redactie en administratie is tot heden toe
steeds gratis verricht in den vrijen tijd dnr medewerkers,
en het gaat niet aan, op nog meer tijd van hen beslag
te leggen, gesteld al dat zjj er nog beschikbaar hadden.
Er zal dns meer meewerking moe'en komen om het
ontworpen plan te kunnen uitvoeren. Wij doen daarom
bjj dezen een beroep op onze partijgenoot en om ons
toeeegging van medewerking te doen voor bepaalde
rubrieken of onderdeelen ervan. Want zonder die denken
'wjj er niet aan, een zoo belangrijke uitbreiding van
onderwerpen te ondernemen.
Dat aan de vergrooting een prijsverhoging tot 3
cent per nummer of 35 cent per kwartaal (zonder port-
kosten) gepaard zal moeten gaan, ligt voor de band.
Ons voornemen is, zoo mogelijk reeds met het 4e
kwartaal, dat 1 December aanvangt, tot de gevraagde
uitbreiding over te gaan, anders met 1 Maart bij het
begin van den nieuwen Jaargang. Daarom nu aan alle
zjjden abonné's aangeworven en behoorlijk voor mede
werking gezorgd.
De Redactie.
Bjj de Begroot'ngsdebatten herbaalde de Burge
meester eenige malen, dat een reorganisatie der politie
hoog noodig is en dat hij ijverig daaraan bezig is. Als
reorganisatiemaatregelen door hem genomen noemde hij
de aanschaffing van rijwielen, en
revolvers,
en stelde hjj bjj de Begrooting voor:
de aanschaffing van een politiehond en
politieklerk,
dit laatste middel met het doel, de heeren inspecteurs
meer op straat te krijgen.
Verscheidene Raadsleden bleken die middelen evenwel
zeer onvoldoende te vinden. De heer Von Briel Sasse
liet „met gepaste bescheidenheid" zelfs de opmerking
vallen, dat de Burgemeester reeds het vorige jaar een
verandering in het „systeem" had toegezegd, maar dat
het hem voorkwam dat de genomen maatregelen in 't
geheel niet aan die Bnrgemeesterljjke toezegging be
antwoordden.
De Burgemeester meende na die terechtwijzing door
Mr. von Briel Sasse blijkbaar verplicht te zijn, nu eens
iets anders te doen op het terrein der politie-reorgani-
satie. Op den eersten den besten dagorder voor de
politieagenten na deze debatten in den Raad kwam
o. a. het bevel voor
op de Hoogstraat Zaterdag- en Zondag-avond wat
„krachtiger" op te tredèn,
en in 't vervolg met den noodigen eerbeid alle
hooger geplaatsten te groeten, in 't bijzonder
heeren pastoors en predikanten.
Het kan nu op de Hoogstraat eerst werkelijk een
flinke herrie wordenindien tenminste de politie
„krachtiger" zal gaan optrede», wat wij hopen dat zij
niet zal doen. De Hoogstraat-herrie is het gevolg voor
namelijk van
onvoldoende woningtoestanden,
alcoholgebruik en -misbruik,
gemis aan openbare lees- en ontspannings-zalen,
gemis aan ontwikkeling.
Alleen door verbetering in al die verkeerde toe
standen te brengen kan een herrie als die op de
Hoogstraat worden tegengegaan. En die verbetering is
alleen weer mogelijk, indien de vakvereenigingen zich
stevig en goed kunnen ontwikkelen en de overheid
haar plicht tot „reorganisatie" der maatschappij ook in
die onderdeelen erkent en nakomt. „Krachtiger" op
treden van de politie kan alleen tot nog grooter herrie
leiden en geen andere gevolgen hebben dan dat er meer
gevochten zal worden en bjj afwezigheid der politie
dienaren (elders beziggehouden) meer wandaden zullen
gepleegd worden.
En wat dat eerbiedige groeten betreft, willen wjj
toch deze opmerking maken, dat een aldns van hooger
hand voorgeschreven eerbiedsbetoon niets anders is dan
de vermeerdering van het aantal lengenachtighedens in
het openbare leven. „Eerbied" moet het gevolg zjjn
van liefde en hoogachting en niet van een dwangbevel.
Indien de heeren geestelijken ervoor zorgeD, dat zjj
door hun handel en wandel de liefde en de hoogachting
der menschan verkrjjgen, dan zal ook de eerbied voor
hen, zich o.a. openbarend in een eerbiedigen groet,
zonder twjjfel stjjgen. Maar de arbeid der geesteljjken
heeft, de uitzonderingen niet te na gesproken, veelal
ten gevo'ge dat de menschen van hen worden afgestooten.
En a's men dan een bepaalde groep van afhankelijke
arbeiders verplicht, zulke menschen eerbiedig te groeten,
dan vernietigt men met dat bevel opnienw een stuk
waarheid en oprechtheid in hen en vergroot men het
farizeïsme.
Bovendien is het met name noemen der geesteljjken
in den besproken dagorder een daad van het meest
brutale clericalisme, die daarom in het hoofd der politie,
die boven de partjjen behoort te staan, dubbele afkeuring
verdient. Nog eenige stappen verder, en men is in het
voorportaal der kerkelijke inquisitie.
Neen, op die manier is de „reorganisatie" der politie
een onvermjjdeljjke „desorganisatie". Maar daarmee
bljjft de Burgemeester weer in den Ijjn zjjner reorga
nisatiedenkbeelden, zooals hjj die in zjjn houding tegen
over den Hoofdcommissaris is begonnen te trekken.
Wij waarschuwen nadrnkkeljjk tegen het o.i. onver
antwoordelijk gesol met de politie. Men is daarmee
volkomen op den verkeerden weg. En als men niet
oppast, dan zal de gemeente op een gegeven oogenblik
tot de ontdekking komen, dat haar eens zoo goede
politiecorps door verkeerde maatregelen zóó is achter
uitgegaan en zóóveel slechter is geworden, dat zelfs
door een ernstige reorganisatie geen voldoende verbe
tering meer zal kunnen worde.n verkregen.
De vorige week gaven wij een overzicht over de
algemeene beschouwingen over de gemeentebegrooting.
Wjj moeten nu nog enkele debatten over ondergeschikte
punten van die begrooting behandelen.
Het eerste dier debatten ging over de politie.
Zooals bekend is, heeft de Hoofdcommissaris sedert jaren
een plan van uitbreiding en reorganisatie der politie
aanhangig gemaakt, zonder hetwelk de politie onmogelijk
aan haar verplichtingen kan voldoen en dat noodzakelijk
is om den dienst van het politiepersoneel eenigszins
behoorlijker te nïaken. Maar het Gemeentebestuur vindt
dat plan te duur, laat dns de Gemeente eenvoudig in
't bezit eener beslist onvoldoend-sterke politiemacht en
laat het tegenwoordige personeel eenvoudig overmatigen
arbeid verrichten, die ten overvloede meer dan slecht
wordt betaald.
Bjj de begrooting werd nn een kleine loonsverhooging
voor het personeel (tot een gezamenlijk bedrag van
f 1975.de aanstelling van een politieschrijver a
f 400.— (om de inspecteurs wat meer op straatje
krjjgen, zei de Burgemeester) en de aanschaffing van
een politiehond voorgesteld. Dit voorstel lokte een zeer
langademige bespreking uit, waarbij van allerlei zijden
zeer omsluierde aanmerkingen werden gemaakt, maar
niemand precies durfde zeggen wat hij dacht. Dat maakte
een allerbelabberdsten indruk: één van tweeën, men
houdt zjjn mond of men zegt vierkant wat men denkt.
Die halve, voor velerlei uitleggingen vatbare, uitvalletjes
hooren in een Gemeénteraad niet thuis.
Het eind van deze beneden peil staande bespreking
was, dat het voorstel werd aangenomen met de stemmen
der wethouders Honnerlage Grete en Lagerwey tegen.
Het politiepersoneel krjjgt dns een klein beetje meer
loon, de inspecteurs zullen meer op straat komen, en een
politiehond (op wiens voeding volgens den Burgemeester
het tekort op 't toegestane bedrag zal worden verhaald)
zal met de rjjwielen en revolvers het bewijs leveren, dat
de Schiedamsche gemeente meegaat met haar tijd.
Tot een ernstige principieele bespreking kwam het
evenmin als tot een door de omstandigheden geëischt
behoorljjk reorganisatieplan
Een uitgebreide bespreking had plaats bij het hoofdstuk
„kosten der plaatseljjke gezondheidspolitiek
De heer Koopmans had in de sectie gevraagd, of het niet
mogeljjk was op de een of andere wijze het eene deel
der onbebouwde stad voor woonstad en het andere voor
bedrjjfsstad aan te wjjzen. De heer De Groot hadjdatzelfde
denkbeeld in een motie belichaamd. De hoofdbezwaren
tegen dat denkbeeld waren deze: dat een verordening,
regelende een dergeljjke verdeeling, zeer moeielijk te
maken was, voornl. met het oog op de Hinderwet. Maar
waarin die moeielijkheden bestonden, en in hoever de
Hinderwet daarvoor een bezwaar was, werd evenmin
door den Burgemeester als door Mr. von Briel Sasse
meegedeeld. De heeren Koopmans en De Groot namen
die bezwaren dan ook niet als ovet wegend aan en
kregen ten slotte de meerderheid van den Raad aan
hun zjjde. De motie-De Groot, B. en W. uitnoodigende
een verordening in dien geest te ontwerpen, kreeg nl.
8 van de 15 stemmen. Er vóór stemden de 3 wethouders
en de Raadsleden Smit, Koopmans, De Bruin, De Groot
en Van der Schalk. Er tegen waren de heeren Nolet,
Klein, Van der Meer, Van der Velden, Beukers, Wittkampf
en Von Briel Sasse.
De Bruin wist van het college van B. en W. bij
datzelfde hoofdstuk de toezegging te krijgen, dat het
voor den Raad een voorstel zou voorbereiden om in de
betreffende verordening de bepaling te doen opnemen: