Ditjes en Datjes.
DeFerrer-zaak en de Koomsche kerk.
De Zaaier.
Vlaardingsche IJzerkoekjes,
Het 23e vlugschrift der Katholieke Sociale actie
draagt als titel: „De zaak Ferrer of de strijd tegen
de Katholieke Kerk." Dit vlugschrift is niets meer of
minder dan een verrassing, ook in datum bijna een
Sinterklaas-surprise. De giftige artikelen in de Roomsche
pers, vooral in de kleine van het kaliber Nieuwe
Schiedamsche Courant, hadden een heftigen aanval op
revolutionaire bewegingen en partijen als van de soci
aal-democraten en anarchisten doen verwachten. Maar
het tegendeel is 't geval, al worden de sociaal-demo
craten en anarchisten in het voorbijgaan niet vergeten.
Het vlugschrift begint met de bewering, dat de
oproerige beweging in Spanje niet voortspruit
„uit de opstandige natuur eener verwaarloosde
klasse,"
en niet is
„een van die natuurlijke uitingen van wanorde,
die op geregelde tijden uit de onderste lagen' der
maatschappij voortkomen,"
en ook niet is
„een uiting van den oproerigen geest eener onge
lukkige klasse, die alleen in de groote wereldsteden
wordt aangetroffen."
Daarmee worden dus anarchis'en, sociaal-demo
en wat dies meer zij op non-actief gezet. Heelemaal
juist en heelemaal eerlijk is dat niet van de K. S. A.
Het anarchisme speelt een groote rol in Spanje en deed
dat ook bjj de laatste revolutionaire gebeurtenissen.
En de sociaal-democraten hebben wel degelijk door hun
stelselmatige bestrijding der Spaansche koloniale uit-
breidingspolitiek, waartegen zjj in honderden vergade
ringen sinds jaren protesteerden en in hun geschriften
geregeld polemiseerden, invloed van beteekenis op het
revolutionaire verzet tegen den Marokko-oorlog gehad,
en bjj de laatste revolutionaire beweging de massa in
sociaal-democratischen geest trachten te leiden. Tal van
anarchisten en sociaal-democraten hebben dat met den
dood moeten bekoopen of zitten er nu nog voor in de
gevangenis. Hier was wel d gelijk een stuk klassenstrijd
aan den gang, een stuk strijd van de onderdrukte
proletariërsklasse tegen de verdrukkende uitbuitende
regeeringsklasse.
Wanneer men dit begin van het 23e vlugschrift der
K.S.A. leest, dan meent men daarom ook te droomen.
Maar als men dan komt tot de volgende zinnen, dan
raakt men onder de bekoring eener zonderlinge verras
sing. Het vlugschrift zegt d*n n l. dat die revolutionaire
gebeurtenissen voortkwamen uit
„den verdorven geest der hoogere, intellectueel en
stoffelijk meer begaafde, klassen. Het oproer spruit
voort uit de aanhitsing van boven af, uit de ver
kondiging van verderfelijke leerstellingen."
Nu wordt het duidelijk, waar de K.S.A. heen wil.
Ze wil, in ons land althans, de Fenvr-zaak gebruiken
als een nieuwen stormram tegen het liberalisme, als
een bron van versche argumenten tegen de dwalingen
der vrijzinnigheid. Ze ziet er een middel in, om het
liberalisme nog een beetje meer af te takelen en de
Roomsche macht daardoor nog wat meer te versterken.
En voor het oogenblik zit daar meer voordeel in dan
in een bestrijding der sociaal-democratie of van het
anarchisme. Het zijn slimme rakkers, de volgelingen
van Loyola
De onsamenhangende uiteenzetting der Ferrer-kwestie
in vlugschrift No. 23 der K.S.A. zullen we niet bespre-
ken, omdat ze voor het doel van dit vlugschrift toch
slechts bijzaak is en ook voor ons dus van zeer onder
geschikt belang.
De laatste bladzijde van het vlugschrift verdient
daarentegen weer de volle aandacht. Daar sta*t in de
eerste kolom, 6 regels van boven, met vette letters
gedrukt: „Wat moeten de Katholieken doen?" en
daaronder staat dan
„Wat leert ons de Ferrer-beweging Zjj heeft ons
nog versterkt in de meening, dat iedere vrijzinnig
heid onverbiddelijk leidt tot ondermeining van het
gezag en tot vernietiging der Kerk. De beweging
moge daarom ook thans de lauwen en de onver
schilligen onder ons de oogen openen en hen tot
meerdere waakzaamheid aansporen."
Daarop volgt dan een verheerlijking van den „be
schavingsarbeid* der Kerk, de eeuwen door, steeds
hooger op,
„tot we op onze tegenwoordige hoogte gekomen
zijn."
En dan volgen deze zinnen
„En zon men nu al dat werk, die inspanning en
moeite, opoffering en toewijding van alle eeuwen
en alle geslachten gaan prijs geven aan de party
der wanorde en des verderfs, die niettemin voort
durend onder ons werkzaam is? Want het is
duidelijk, dat de partij, waarvan de misdadige
woelingen zjjn uitgegaan, die door middel van de
pers hare verderf-brengende en godlasterende leer
stellingen verkondigd heeft, ons weer .van de
bereikte hoogte zou terugbrengen langs den zelfden
weg waarlangs we gekomen zijn, nog erger toe
stand van ruwheid en barbaarschheid zou brengen,
als door het Christendom werd overwonnen".
Een kolom-lange aanbeveling om „de gelederen te
sluiten" tegen het gevaar,
„dat wij door toeneming van den invloed der
anarchistische en vrijzinnige beginselen weer naar
den afgrond van het barbarisme zullen worden
teruggevoerd",
eindigt met dezen strijdkreet
„En dan met dit weerbare katholieke leger, ten
strijde, ten strijde tegen de neutrale, vrijzinnige en
socialistische pers, die door haar valsche theorieën
de godsdienstig-zedeljjke grondslagen der samen
leving ondermijnt
ten strijde tegen iedere uiting van geweld tegen
Orde, Gezag en Kerk
schouder aan schouder, geschaard rondom Christus'
vlekkelooze bruid, onze trouwe Moeder de H.
Kerk, welke te verdedigen onze heiligste plicht
is en hoogste eere tevens
Duidelijk is deze slotbladzijde zekerook de Ferrer-
zaak moet dienen om de macht der H. Roomsche Kerk
te versterken tegenover de vrijzinnigheid en andere
vijanden dier Kerk.
Wat blijkt intusschen uit dit geschrift der K. S. A.
opnieuw Hetzelfde wat wjj reeds meerdere malen in
ander verband hebben aangetoond
dat de Roomsche Kerk, na de 19e eeuw gebruikt
te hebben om zich aan te passen aan de burger
maatschappij en den burgerstaat, nu in het begin
der 20e eeuw zich sterk genoeg acht om te streven
naar de leiding van die burgermaatschappij en
dien burgerstaat, nu deze met den ondergang
bedreigd worden door de zich organiseerende
proletarenklasse, die zij zelf eerst in 't leven rie
pen en daarna tot revolutionair verzet dwongen.
De Roomsche Kerk wil weer denzelfden rol spelen
als in de 18e eeuw, den rol van redder van Orde,
Gezag en Kerk. Ieder middel om zich daardoor in
macht te doen stijgen is daar goed genoeg voor, de
Ferrer-zaak even goed als welke andere zaak ook.
Toch zal dit alles nooit voor de sociaal-democratie
een reden kuunen zijn om de Roomsche Kerk als
zoodanig te bestrijden of zich aan anti-clericalisme te
vergaloppeeren. Het bondgenootschap van Rome met het
kapitalisme, met de burgermaatschappij, zal ZÜ steeds
aan de kaak stellen zooals dat het verdient. Maar tot
iets anders zal zich nooit, ook niet door de Roomsche
Kerk zelve, laten verlokken.
Het doel der sociaal-democratie is, door de organi-
sarie der arbeidersklasse, deze klasse sterk genoeg te
maken om het kapitalisme in al zijn onderdrukkings-
vormen te kunnen vernietigen en door het socialisme
te vervangen. Wil de Roomsche Kerk zich als een
Siameesche tweeling met het kapitalisme samengroeien,
ons een zorg. De vernietiging van het kapitalisme zal
daar niet door kunnen worden tegengehouden, evenmin
als Rome de revolutie van 1789 en de daaruit voort
gekomen revoluties heeft kunnen beletten.
Een verrassing is het intus-chen, dat de Roomsche
Kerk nu reeds zoo open met haar plannen voor den dag
durft komen als in vlugschrift no. 23 der K. S. A.
De Schiedamsche Afdeeling van „De Zaaier", door
toedoen van het Rotterdamsche lid van het Hoofdbestuur
Van Gigh weder opgericht, heeft verleden Zondag de
voorstellen aangenomen, door het Bestuur van de Afd.
Schiedam der S.D.A.P. haar gedaan, nadat het H. B.
van „De Zaaier" het uitgenoodigd had, zich met de
leiding der Zaaier-afdeeling te belasten. De toestand is
nu als volgt
Het S.D.A.P. afd. bestuur heeft officiëel de leiding
van de Zaaier-afd. op zich genomen en zal geregeld
in zyn vergaderingen de werkzaamheden en verdere
belangen van de Zaaier-afd. bespreken en voor zoover
noodig regelen. De Afd. Voorzitter zal met het
Bestuur der Zaaier-afd. alles regelen wat dit Bestuur
te regelen zal hebben en de huish. vergaderingen der
Zaaier-afd. bijwonen.
Op voorstel en in overleg met het S.D.A P.-afd.
bestuur besloot de Zaaier-afd. ied»-ren Zondagmorgen
een ontwikkelingsbjjeenkomst te houden, en voor haar
leden, voor zoover deze daarvoor tyd kunnen vinden,
het bestuur van den S.B.B. om het recht van bjj woning
der taal- en reken-cursussen te vragen.
De eerste dezer ontwikkelingsbijeenkomsten volgens
deze regeling (tot nu toe gaf Van Gigh deze cursussen)
werd ingeleid door Van Leeuwen. De volgende week
zal de secr. der partyafd, de daaropvolgende de 2e afd.
vo"rz., de inleiding houden, enz.
Wjj hopen, dat ditmaal de Zaaierafdeeling levens
krachtig zal bljjken te zjjn. Aanvankelijk zjjn er nu
18 leden. Het begin is dus beter dau de vorige malen.'
Maar het mag niet bjj die 18 big ven. En met nadruk
wjjzen wjj op onze partygenooten en geestverwanten op
hun plicht, om hun kinderen, voor zoover die in de
termen vallen, tot lidwording van „De Zaaier" op te
wekken. Zjjzelf hebben zoo vaak ondervonden, dat
gemis aan kennis hen belet, allerlei arbeid voor de
arbeidersbeweging te verrichten, dien zjj er zoo gaarne
aan zouden wijden. Laten zjj nu, voor zoover hun dat
mogelijk is, ervoor zorgen dat hun kinderen in dat op
zicht er beter aan toe zijn en dus voor de arbeiders
beweging meer zullen kunnen doen dan hun zelf
mogelijk is. En laten zij beginnen met hun kinderen
te bewegen, althans een ontwikkelingsvergadering van
„De Zaaier" eens als gast bij te wonendan kunnen
die zien hoe het daar toe gaat en door het bestuur
over doel en werk van „De Zaaier" nader ingelicht
worden.
Uw plicht gedaan ook hierin, vrienden.
Het Afd. Bestuur.
Nienw- üfalth. Bond. Waarom gezinsbeper
king? Met dit onderwerp trad, namens den Nieuw-
Malthusiaanschen bond, Dr. J. Rutgers van den Haag
op in de groote zaal van het Volkshuis, op Donderdag
18 November.
Bij de opening wees de voorzitter er op, dat het doel
dezer vergadering was, het wederom oprichten der oude
afdeeling welke om verschillende reden was opgeheven.
Hiermede gaf hij het woord aan Dr. J. Rutgers.
Deze begon er op te wijzen, dat vele jonge levens
verloren gaan, door dat zij verleid door bedriegelijke
advertentieën, dikwijls zeer gevaarlijke middelen koopen,
welke beslist in strijd met de gezondheid en ook in
strijd met de wet zijn.
Spreker weet bij ervaring uit zyn practyk als dokter,
hoeveel slachtoffers dagelijks gemaakt worden door zoo
genaamde deskundige dames, welke op nüinder eerbare
wijze aan den kost komen, gebruik makende van de
slechte ontwikkeling op dit gebied bij de meeste meisjes.
Spreker ging in den breede na hoe dikwijls het verdere
leven van zulke slachtoffers is.
Veroordeeld en verstooten door de klein-burgerlrjke
opvattingen van onze hedendaagsche maatschappij, welke
wel het slachtoffer, doch niet den stichter van het kwaad
treft, bezwijken zij dikwijls voor de vernedering hen
aangedaan en maken te vroeg een eind aan hun leven.
Vooral in het huwelijk van den arbeider ontstaat over
het punt hoe groot zal ons gezin worden dikwijls een
schijnbaar onoplosbare kwestie.
Door het wekelijksch tekort aan handen en voeten
gebonden, is een groot gezin dikwijls een formeele onder
gang. Na eerst een krap huishoudentje te hebben gehad,
worden zjj door te spoedig opvolgende kindenen allengs
verminderd tot het echte lompenproletariërsgezin.
Dit zijn de toestanden welke bestaan door de onbekend
heid der meeste arbeiders en hunne vrouwen over het
punt hoe zij op volkomen geoorloofde wijze en zonder
hun gezondheid in gevaar te brengen hun kindertal
kunnen beperken.
Daarom is het van het grootste belang dat het doel
en streven van den Nieuw-Malthusiaanschen bond bekend
wordt en dat alzoo menige vrouw ook gespaard blijft
voor de vuile practijken der halve en heele zoogenaamde
deskundige dames.
Hiermede besloot spr. zijn rede en werd pauze ge
houden, en kon men zich opgeven voor debat.
Na een kwartier pauze werd door een tweemaal aan
wezige eenige vragen gesteld. De eerste debater voerde
aan dat dikwijls van de voorbehoedmiddelen gezegd
wordt dat zij ten nadeele der vrouw zijn, hierover
wenschte hij een eenigzins uitvoerig antwoord. De tweede
debater vroeg of het niet op den weg van den bond
lag, om een stevige actie tegen die verkeerde practijken
te voeren. Dr. Rutgers antwoorde aan den eersten debater
dat uit zijn practijk, waarin hij ongeveer 1100 vrouwen
zeer nauwkeurig behandeld heeft, hem nimmer eenige
storende werking der voorbehoedmiddelen gebleken is.
Verdei' verwijst spr. naar de gezinnen van de genees-
heeren en meergegoeden, waar niet dan bij hooge uit
zondering groote gezinnen voorkomen. De tweede debater
kreeg ten antwoord dat het kwaad zichzelve straft,
en dat de bond alleen propaganda moet maken voor zijn
middelen welke op den duur het vertrouwen zullen
winnen van hen die het noodig achten, zeker te kunnen
bepalen hoe groot hun gezin worden zal.
Hierna werd de openbare vergadering gesloten en
werden de gehuwden verzocht nog even te blijven om
tot oprichting eener afdeeling over te gaan.
Door velen werd hieraan gevolg gegeven zoodat
spoedig een afd. was opgericht, waarvan de aanwezigen
uit haar midden een bestuur aanwezen.
De vergadering welke vrij goed, en het meest door
arbeidersvrouwen bezocht was, kan men dus als goed
geslaagd beschouwd worden.
Nog eens„Een christen-democraat over
de arbeidersbeweging" Met verbazing heb ik
kennis genomen van de vier kolommen druks, die de
Redacteur-Uitgever van de „Ooedkoope Vlaardingsche
Couranten zijn medewerker, de heer M. Toet Az.,
noodig bleken te hebben, voor de beantwoording van
mijn opmerkingen over de conclusie van de artikelen
„Sociale Nooden en drankgebruik".
Met verbazing, in de allereerste plaats, omdat men
daarin meent te hebben gevonden, een persoonlijk element.
De Redacteur-Uitgever meent dat ik „een stok heb
gezocht om een hond te slaan" waar ik schreef dat
„de Ooedkoope Vlaardingsche Courant de vaan der
christendemocratie weer hoog schijnt te willen houden".
Neen, geachte heer, dat is abuisik dacht daarbij
niet hieraan dat u geen bepaalde richting koos en geen
bepaalden candidaat aanbeval, maar aan het feit dat n
bij de Gemeenteraadsverkiezingen van uw chris
ten-democratisch beginsel in 't geheel niet getuigde,
geen woord gaf, terwijl gij herinnert het u toch
wel de tijd nog niet zoover achter ons ligt dat u
bekende conservatieve en paganistische candidaten
aanbeval.
Ook den uitslag der laatste Kamerverkiezingen was
„een verrassing, waarin u zich van harte verheugde".
De christen-democraten zitten toch niet aan 't roer
van den staat?
Uwe vergelijking van de hond en de stok vervalt dus.
Als de heer Toet in het zinnetje„een die heel wat
in zijn doosje schijnt te hebben" een beleediging meent
te kunnen zien, dan moet ik toch opmerken, in 't geheel
niet het genoegen te hebben den heer Toet persoonlijk
te kennen, waardoor natuurlijk elke persoonlijke bedoeling
vervalt en elk oordeel over zijn meerdere of mindere
kennis is buitengesloten.
Deze opmerkingen vooraf, om te voorkomen dat ons
debat over de onderhavige zaak verloopt in gekijf over
allerlei bijkomstige dingen.
Gemakkelijk maken in dit opzicht mijn geachte tegen
standers het mij niet.
Afkeerig van het „behandelen van persoonlijke din
gen" verliest de Redacteur-Uitgever zich in een opeen
stapeling van harde klanken en woorden, die blijkbaar