Namiddag-Concert
SOCIAAL-DEMOCRATISCH WEEKBLAD VOOR HET KIESDISTRICT SCHIEDAM.
rs
No. 45.
ZATERDAG 8 Januari 1910.
9e Jaargang.
De Moker
es,
Prijsverhooging.
KUNST EN STRIJD
op ZONDAG 9 JANUARI
in CONSTANTIA.
Slok-op.
Ï.B,
rspoe-
P.
istver-
toege-
)LKS,
ht het
n tot.
1910,
ter
14.
van
REDACTEUR: Dr. J. VAN LEEUWEN.
ABONNEMENTSPRIJS:
25 cent per kwartaal j vooruitbetaling.
franco per post 30 cent
Losse nummers 2 cent.
Redactie-adres: St. L
Administratie-adres: tic
idninastraat 50.
houw „Constantia".
ADVERTENTIEN:
3 cent per regel.
Bij abonnement belangrijke korting.
Stukken voor 't eerstïolgem
I nummer moeten uiterlijk Woensda
.4 a. s. 's middags 12 uur in het bezit der Redactie zijn.
is eiken Zaterdag verkrijgbaar
Te Schiedam Nieuwsticht N. Z. 32.
Zalmstraat 22.
„Constantia", Boterstraat 30.
Te Vlaardingen: J. C. Hoorweg, Stationstraat 172.
Aan bovengenoemde adressen worden ook abonne
menten aangenomen.
De abonné's worden verzocht bij adresverandering
daarvan kennis te geven aan de Administratie.
nver-
ijk te
ts.
Met den ingang van den nieuwen jaargang,
dus te beginnen met het nummer van
5 Maart, zal de prijs van ons blad
per nummer 3 Cent en
per kwartaal 35 cent (franco per post 40 cent)
worden. Tevens zal dan in de inrichting
ervan eenige wijziging worden aangebracht.
De exploitaitie-kosten van ons blad maken
dezen maatregel voor prijsverhooging nood
zakelijk.
DE ADMINISTRATIE.
's Namiddags te 5 uur
ENTREE VRIJ. HET BESTUUR.
De Roomschen zijn ook te Schiedam druk bezig, met
kip hunner Protestantsche vrienden, de macht en den
invloed der Roomsche Kerk zooveel doenljjk uit te
breiden. Zooals bekend is, eischen zij den vacanten
Eaadszetel van den heer Gonka voor zich opniet
onwaarschijnlijk zullen de nog hongerige maar minder
slimme anti's zich daarbij neerleggen onder een of
meer gunstige voorwaarden voor hen (byv. een Wet-
honderszetel in 1911)dat zal spoedig genoeg blijken,
de onderhandelingen zijn aan den gang. En nu is nit
een redevoering van den Schiedamschen Roomschen
specialiteit in staathuishoudkunde, het Raadslid F. J.
Smit, gebleken dat de Roomschen den eisch gaan stellen
en zoo spoedig mogelijk ingewilligd willen zien
dat er meer Roomsche gemeente-ambtenaren en
werklieden benoemd worden.
In de algemeene vergadering van de R. K. Kiesver-
eeniging „Recht, Plicht en Orde", op 29 Dec. 1909,
bezocht door dertig leden, hield n.l. de heer Smit „in
opdracht'' een redevoering over „gemeente-ambtenaren
en -werklieden naar verhouding van de godsdienstige
en staatkundige gezindheid". En deze redevoering
eindigde met de volgende ziunen, hier en daar door ons
cursief en vet aangedikt
„Laten wp langzaam trachten het verloren terrein,
dat ons van rechtswegetoekomt, te veroveren.
Van onze Katholieke Raadsleden is de
zoo noodige steun verzekerd, maar gij, die
een plaats verkrijgt aan den maatschappelijkec
disch, dat wil zeggen, die door onzen tusschen-
komst eene plaats bemachtigt, zorg dan steeds
dat wjj met fierheid op u kunnen wijzen, dat ge
een voorbeeld zijt van ijver en plichtsbetrachting.
Spreek van U wanneer 't noodig is, spreek vrjj
uit, maar zorg dat wij met trots kunnen zeggen,
dat zijn onze werklieden, onze katholieke
werklieden", (applaus).
Hieruit blijkt dus, dat de Roomsche Raadsleden reeds
besloten hebben, de benoeming van een groot aantal
Roomsche ambtenaren en werklieden door te drijven.
En daar besloten werd, de „Christelijke" bondgenooten
met een en ander in kennis te stellen, kan men dns
verwachten, dat deze binnenkort zullen besluiten hun
Roomsche broeders te steunen, natuurlijk onder voor
waarden van wederdienst.
De heer Smit, de cijfers uit het jaarboek over 1908
gebruikende, kwam tot den slotsom, dat er (buiten het
college van B. en W.) 45 beambten en 191 werklieden
in dienst der gemeente zjjn, en dat daarvan 13 beambten
en 19 werklieden Roomsck zjjn, dus tezamen 14 procent
(32 op de 236), terwijl er op 't eind van 1908 van de
31409 zielen 11597 ot nagenoeg 37 procent als Roomsch
te boek stonden. (Het onderwijs-personeel is hier niet
b(j gerekend, dat werd door den heer Smit afzonderlijk
behandeld.)
Indien wjj deze berekening even nader bekijken, dan
treft die uitschakeling der wethouders, waarvan er 2
Roomsch zijn en die toch wel degelijk in bezoldigden
gemeentedienst staan. En dan trett het, dat onder de
beambten het procent Roomschen vrpwel overeenkomt
met het procent ingeboekte Roomsche zielen immers
(de wethouders meetellende) vinden wij onder de 47 be
ambten 15 Roomschen of 32 procent. In den kraam
van den heer Smit kwam het natuurlijk niet te pas er
op te wijzen, dat de Roomschen het hun „van rechtswege
toekomende" terrein van de beambtenwereld al in bezit
hebbenvoor de bestbetaalde baantjes zorgden ze reeds.
Redeneerende volgens het Smit'sche systeem zou Rome
dus alleen onder de werklieden der gemeente „verove
rend" moeten optreden, want van de 191 werklieden
zijn er slechts 19 Roomsch of 10 procent.
Voordat we dit systeem nader onderzoeken, moeten
wjj nog op eenige „niet-onbelangrijke, niet-onmerk-
waardige" (bnrgemeestersstijl) deelen uit de redevoering
van den heer Smit de aandacht vestigen. Wij volgen
hierbij het verslag van de Nieuwe Schiedamsche Courant,
dat door den heer Smit op geen enkel punt is verbeterd
en dus juist is overeenkomstig de theorie door de Nieuwe
zelve indertijd met klem verdedigd.
Sprekende over „het personeel bjj het onderwijs" zeide
de heer Smit volgens het genoemde verslag het volgende
Wat het personeel bij het onderwijs betreft,
hebben w(j ook al weer niet het deel, dat aan
rechts toekomt. Toch zijn hier de cpers bevredi
gender, want er zijn heel wat katholieke leeraars
en ondertvijzers en vooral ook onderwijzeressen op
onze gemeentescholen werkzaam. Hierin heeft de
Raad in zijn rechtsche meerderheid dus blijk gegeven
werkzaam te willen zijn om een groote onbillijk-
lijkheid van vroeger weg te nemer, en zij wordt
daarin yverig door den wethouder van
onderwys gesteund.
Hier staat das met evenveel woorden, dat de rechtsche
meerderheid, ijverig gesteund door den weihouder van
onderwijs, zich bij de benoemingen van het onderwijs
personeel laat beïnvloeden door de godsdienstige
gezindheid der sollicitanten. Er valt door deze
openhartige onthulling een zeer eigenaardig licht op den
arbeid van den Wethouder van Onderwijs, die zich
volgens deze (ook door- den heer Honnerlage Grete niet
tegengesproken of verbeterde) mededeeliog van den heer
Smit niet alleen door de belangen van het onderwijs,
maar daarnevens door de belangen der Roomsche Kerk
heeft laten leiden in zijn gemeentelijk ambt! Wjj nemen
nota van dit openhartig onthulde feit. Het is bar!
Nog bij een ander gedtelte van de rede van den
heer Smit moeten wij nog even stilstaan. De heer Smit
zeide n.l.
Toch blijft 't waar, dat de practiseerende Katho
liek in openbaren dienst in zeer moeilijke positie
verkeert en daarom zou spr. aan de hoofden van
verschillende lakken van dienst willen doen gebie
den, dat zij hun ondergeschikten om hun chris
telijk levensbeginsel niet mochten lastig
vallen.
Er ligt in deze bedekte beschuldiging een reden voor
een interpellatie in den Raad, indien tenminste de aan
gewezen „hoofden van verschillende takken van dienst"
niet zelf zich geroepen achten, het Raadslid Smit over
deze in het openbaar gedane bedekte beschuldiging op
de een of andere wijze ter verantwoording te roepen.
Op den laatst-aangehaalden zin volgt in 't verslag
onmiddellijk het volgende
Intusschen blijft 't waar, dat zij,,die moeten benoemen,
dikwijls voor een moeilijk geval en steeds voor
groote verantwoordelijkheid staan, omdat het ge
meentebelang dïkiuijls moet wijken voor het partij
belang, waar geschiktheid en bekwaamheid in 't
spel zijn.
Hoewel wij vermoeden, dat de woorden gemeente
belang en partijbelang in dezen zin van plaats moeten
verwisselen, vestigen wjj er toch de aandacht op, omdat
noch de verslaggever, noch de heer Smit later eenige
rectificatie heeft aangebracht en volgens de theorie der
Nieuwe het verslag dus juist is.
Nu het systeem zelf, door den heer Smit verdedigd.
Al heeft onze Schiedamsche staathuishoudkundige het
niet met zoovele woorden gezegd, zijn systeem zoekt
toch verband met een zeker evenredigheidsbeginsel. Er
zijn, redeneert hij, 37 procent ingeschreven katholieke
zielen te Schiedam, de Roomschen hebben dus recht op
37 procent van de betrekkingen van gemeente-ambtenaar
en gemeente-werkman.
De toepassing van het evenredigheidsbeginsel, zooals
de heer Smit die op 't oogenblik verlangt, lijkt ons in
ieder opzicht verkeerd.
In de eerste plaats zijn er onder die 37 procent
Roomsche zielen heel wat, die de kerkelijke politiek
vijandig gezind zijn. Onder onze partijgenooten zijn er
verscheidene, die nog als Roomsche zielen te boek staan,
en onder onze kiezers een massain het overwegend
Roomsche district I kreeg Van Leeuwen de laatste
maal eventjes 200 stemmenWil men dus in gemeen
telijke zaken het evenredigheidsbeginsel doorvoeren, dan
moet die evenredigheid berekend worden naar de uit
de verkiezingen gebleken krachtsverhoudingen en deze
zijn (zie de berekening in ons nummer van 21 Augustus)
op dit oogenblik
S. D. A. P. 34 procent,
Roomsch-Katholieken 28 procent,
Anti-Revolutionairen 14 procent,
Christelijk-Historischen 13 procent,
Vrijzinnigen te samen 11 procent.
Volgens dit lijstje zijn de Roomschen met hun 32
procent ambtenaren dus al boven de maat. Willen de
heer Smit en de zijnen het evenredigheidsbeginsel wer
kelijk toepassen, dian moeten zij niet sléchts voor de
Roomschen zorgen, maar ook voor de anderen aan wie
„van rechtswege" dan buitengewoon tekort wordt ge
daan, in de allereerste plaats de sociaal-demokraten.
Maar afgezien daarvan is de verdeeling der ambte
naren en werklieden in dienst der gemeente in even
redige sterktegroepen naar de kracht der staatkundige
partijen (wat toch in elk geval zuiverder is dan naar
kerkgenootschappen) beslist at te keuren. De gemeente
als werkgever gaat met den ambtenaar of werkman
alleen een contract aan voor betaling en levering van
1
jaar,
mijn
M,
:dam.
Kaas.
Al etende krijgt men eetlnst,
Hij kan schrokken,
groote brokken