Van onze vroede Vaderen. Geen recht te Schiedam. een overeen te komen soort van arbeidde gemeente heeft recht aanspraak te maken op de levering van den overeengekomen arbeid de ambtenaar of werkman heeft recht de naleving te eischen van de overeenge komen bepalingen over betaling, diensttijden enz. De aard van het contract zelf sluit alle andere bedingen uit. Zoodra men nu de gemeente in zulk een contract andere bepalingen laat opnemen dan die uit den aard van het contract zelf voortkomen, komt men in openlijken strpd met de wettelijke en organieke beteekenis van de gemeente als werkgever. En evengoed is het uitsluiten van iemand op grond van zijn godsdienstige of staat kundige overtuiging daarom af te keuren als zijn aan stelling op grond van die overtuiging. Van sociaal-democratisch standpunt is er ook nog dit tegen in te brengen dat de splitsing der ambtenaren en vooral die der werklieden naar evenredige kerkelijke of staatkundige groepen in strijd is met het wezen der klasseverhoudingen en door de kunstmatige verdeeling der arbeiders de eenheid der arbeidersklasse tracht weg te doezelen en te bestrijden. Intuschen veronderstellen wij, dat de gedachten van den heer Smit en de Roomsche Raadsleden niet zoo ver zijn gegaan, maar zich zeer aan de oppervlakte der zaak hebben gehouden, en dat hun eenig en eenig doel is de macht der Roomsche Kerk en Geestelijkheid, onder den schijn van „herstel van onrecht", te vergrooten. En evenals bjj de verkiezingen zullen zij het even redigheidsbeginsel wel tot een dood programmapunt verlagen en met hun bondgenooten de meerderheids macht gebruiken om samen alle buitjjte deelen, volgens de leer van Jan Slok-op. Hun snood bedrijf om de overheid „als orgaan en instrument der tijdelijke meerderheid" (volgens de anti's „een diep zondige op vatting van de magistrale taak") te gebruiken ter vol doening aan eigen machtshonger, hebben wij in dit artikel evenwel toch willen signaleeren. Wij zullen de gevolgen van hun onvermijdelijk indi gestie met onverholen leedvermaak afwachten. 4 Januari 1910. De eerste zitting van den Gemeenteraad in het nieuwe jaar duurde 7 kwartier. Maar in dien korten tijd zijn er toch nog eenige besluiten genomen en toch nog eenige beraadslagingen gevoerd, die een scherp licht werpen op de eigenaardige soort van wijsheid onzer vroedschap. De burgemeester begon met een Nieuwjaarspeecb. Hij had daarvoor een paar aanteekeningen gemaakt maar reeg die zoo onbeholpen aan elkander, dat zijn speech meer op de lachspieren werkte dan op de lichaamsdeelen waarvoor hij bestemd was. Een paar van de merkwaardigste zinnen eruit willen wij aan halen. Het „goedgeconsolideerd grondbedrijf" noemde de burgervader „een echte doos van Pandora die ons bemoedigend toeknikt". Verder beweerde Z. E. A., dat de belangrijke verkoop van gemeentebedrijf een eind had gemaakt aan den woningnooden dat de arbeiderstuinen „rijk in beteekenis" warenOnder de belangrijke en „niet onmerkwaardige" dingen, in 't afgeloopen jaar tot stand gebracht, noemde de burge meester behalve eenige gemeentelijke werken ook „de reorganisatie van de Arbeidsbeurs, de verordening op het gemeentelijke werkloozenfonds, en het gemcente- werkliedenreglement" De heer Klein bracht als oudste in jaren den voor zitter hartelijk dank voor zijn goeje woorden en sprak de hoop uit dat er „veel zaken en weinig woorden" zouden worden „gedaan" en dat er gauw een Ziekenhuis zou komen een stad met meer dan 30,000 zielen waardig. Gesticht en bemoedigd ging de Raad hierop aan den arbeid. Na een reeks van benoemingen, bij één waarvan (nl. die van een lid van het Burgerlijk Armbestuur) De Bruin de wensch uitsprak, dat ook eens een arbeider in dat bestuur zou worden benoemd, kwam het voorstel van B. en W. aan de orde, om Schiedam Vooruit de aangevraagde subsidie van f 2000.niet toe te kennen. Dit voorstel werd alleen bestreden door den heer Wittkampf. Diens argumenten vóór het voortbestaan van „Schiedam Vooruit" waren deze: dat de gemeente behoefte heeft aan een commerciëel agentschap, dat de industrieën naar Schiedam kan lokken ten bate der gemeente, dat alles „door het scheppen van vraag naar arbeid verbetert, o.a. wonings- en loon-toestan- den", en dat de gemeente door een ruime subsidie (f 2000.—) in „Schiedam Vooruit" het gewenschte agentschap kon krjjgen. De heer Lagerwey betwistte naméns Bv en W. den heer Wittkampf dat „Schiedam Vooruit" een dergelpken rol als commercieel agent voor de gemeente spelen kan, omdat S. V. in de jaren van zijn bestaan reeds getoond had dat eenvoudig niet te kunnen. De heer fan Westendorp bestreed de noodzakelijk heid van een dergelijk commercieel agentschap voor de gemeente. Hij wees er op, dat er sinds eenige jaren verscheidene tnsschenpersonen tusschen de gemeente en de aanvragers (om grond) aan het werk zjjn en dat daardoor „Schiedam Vooruit" overbodig is geworden. En evenals de heer Lagerwey legde ook hij den nadruk er op, dat het college van B. en W. best in staat was in zulke aanvraaggevallen de belangen der gemeente te behartigen en verdedigen. De Bruin gooide het over een geheel anderen boeg. Hij wees er op, dat de heeren die „Schiedam Vooruit" hebben opgericht er zelf niet de geringste belangstelling meer voor betoonen zooals uit de geregeld gepubli ceerde vergaderingsverslagen blijkt. Daarom vroeg hij: „moet de gemeente dien faillieten boedel van de werkgeversklasse nu overnemen?" Verder bestreed hij de meening van den heer Wittkampf dat de „wonings- en loon-toestanden", dat „kortweg alles" verbeterd zou zijn door den aanvoer van nieuwe fabrieken. Integendeel noemde hij den woningtoestand slechter geworden. En hij wees er op, dat van de door de nieuwe industrieën „ingevoerde" arbeiders het grootste deel zóó weinig verdient dat het buiten de gemeentelijke belasting valt, dat de kosten van onderwijs enzer zeer belangrijk door zijn ge stegen, en hij trok daaruit de conclusie dat het belang voor de komst dier nieuwe industrieën elders lag dan bjj de gemeente. De heer Ooslinga vroeg, welke meening de heer Van der Laan, destijds tot gedelegeerde van den Raad in S. V., over deze vereeniging had kenbaar gemaakt, en kreeg van de wethouder Lagerwey ten antwoord dat hun afwijzend praeadvies geheel berustte op het schrifte lijk verslag van den heer Van der Laan. Na eenig heen en weer gepraat, nam de Baad met 15 tegen drie stemmen (de heeren Wittkampf, Kranen en Van der Schalk) het voorstel van B. en W. aan, zoodat „Schiedam Vooruit" geen subsidie van de ge meente meer krijgt. Wij moeten een oogenblik stilstaan bij dit besluit, omdat het opnieuw op een overbluffende stuurloosheid bij den Baad wijst. Indien de heer Wittkampf zich eens de moeite had gegeven, uit de Raadsverslagen van vorige f jaren op te diepen, met welke argumenten de subsidiëering en instandhouding van „Schiedam Vooruit" vroeger bepleit werd, dan zou hij bij zyn verdediging van deze vereeniging zeer sterk hebben gestaan en de grootste meerderheid der raadsleden voor de keuze hebben gesteldzich als windhanen aan te stellen óf hun meeningsverandering te verdedigen. Want voor eenigejaren werd S. V. door den Schiedamschen Raad als Schiedams Redder uit den nood, als den bevruchter van onze jenever- stad met nieuwe „welvaart" beschouwd en toegejuicht. Toen meenden de Vroeden van Schiedam, dat men door een vereeniging als S. V. de „nijverheid en welvaart" naar Schiedam kon lokken als een mees in de klepkooi. Toen droomde de Schiedamsche Vroedschap van een gulden toekomst, die door den arbeid van S. V. voor onze stad zou kunnen beginnen. En toen „De Moker" tegen die droomen en voor stellingen, soms ernstig, soms spottend, soms hekelend, te velde trok en op alle mogelijke wijzen uiteenzette, waarom zulk een toekomst voor Schiedam gesloten zou bljjven, zoolang de bekrompen kruideniersgeest niet den 'Raad uitgebezemd was, toen heette „De Moker" weer het blad, dat nu eenmaal niet laten kan alles af te breken. Nu heeft de Raad zelf zijn eigen luchtkasteelen afge broken en door de aanneming van het besproken voor stel de juistheid van onze, van meet af gevoerde, critiek erkend. Wjj zullen voor 't oogenblik die critiek en onze argu menten laten rusten. Die doen nu niet ter zake. Maar wij willen er thans op wjjzen, dat de Raad door zijn volkomen gebrek aan economisch inzicht in zake Schiedam Vooruit in eenige jaren tot twee geheel tegenovergestelde inzichten is gekomen, en dat de directeur van Schiedam Vooruit thans het slachtoffer is van deze inzichtloosheid van den Raad. En daartegen past een woord van protest. Als de Raad liefhebberen wil in economische en maatschappelijke maatregelen, nu, dat kan men hem niet kwalijk nemen, daarvoor is het de Schiedamsche Vroedschap. Maar dat hij bij dat dilettantisme slachtoffers maakt, dat komt niet te pas, althans niet naar ons sociaal-democratisch inzichtde kapitalistisch-gezinde heeren uit den Raad denken er wellicht anders over. Een vrij lang debat had plaats naar aanleiding van het voorstel van B. en W. om pater Coppens den be schikbaar gesteiden grond voor een Roomscli Ziekenhuis tegen f 5.50 per M3. definitief te ver- koopen onder de voorgestelde voorwaarden. In art. 6 der voorwaarden meenden De Bruin en de heeren Van der Schalk en Koopmans nl. te lezen, dat de koopers gedurende 20 jaar den voor tuin bestemden grond in 't geheel niet mochten bebouwen maar hem wel voor f5.50 weer aan de gemeente konden verkoopenzjj wilden de gemeente ook na die 20 jaar nog recht op die bepaling toegekend zien en daarom dien termp geheel schrappen (De Bruin) of veranderen in 60 jaar (Van der Schalk). Een paar buitengewoon zonderlinge argumenten moesten dienst doen om de gemaakte op merking te weerleggen. De Voorzitter gebruikte geen andere argumenten dan dezedat deze formule op juridisch en notarieel advies aldus was vastgesteld, en dat de aanvrager met B. en W. het er over eens was geworden. De wethouders Van Westendorp en Lager- weij kwamen met het argument voor den dagdat over 20 jaar de gemeente toch al haar grond daar ia de buurt kwijt zal zjjn en dus dan geen belaag meer bij dien tuingrond van het Roomsche Ziekenhuis zal bebben. De Voorzitter deed ten slotte, of De Brnin eu de heer Van der Schalk geen voorstel van wjjziging van art. 6 hadden gedaan, bracht op een gegeven oogen blik het heele voorstel in stemming, zonder als onpar tijdig en goed leidend voorzitter eerst art. G in stemming te hebben gebracht, en ging toen gauw over tot het volgend nummer. Alleen De Bruin en de heer Kranen stemden tegen het voorstel van B. en W. (de heer Kranen na te hebben verklaard dat hij het verkeerd vond, dat in het voorstel niet meer van „Ziekenhuis" maar vaneen „inrichting voor verpleging" was gesproken). Hierna werd nog, na een booze opmerking van den heer Wittkampf, zonder hoofdelijke stemming besloten, f 800.te bestemmen voor de overbrenging en in richting van het oud-rechterlijk archief der gemeente, En ten slotte werden eveneens zonder hoofdelpe stemming f 7500.beschikbaar gesteld voor den aanleg en bouw van een gemeentelijke zwemplaats buiten den Westfrankenlandschen dijk. De Voorzitter drong tot 3 malen toe op direkte aanneming mei het oog op de uitgebreide werkloosheid. Zeer, zeer vreemd klonk dat uit den mond «van denzelfden man, die tot de bestrijders behoorde van de voorstellen van het Werkloosheidscomité, die den grondslag hadden kunnen leggen van een blijvende en afdoende bestrijding van de werkloosheid en haar gevolgen. Zulk een koel bloedige tegenspraak tusschen woord en daad stemt bitter. Maar de arbeidersklasse zal nog heel wat bitterder dingen moeten ondervinden dan de Schiedamsche Raad ze nu reeds aandeed, voordat ze niet langer onver schillig toeziet of door haar klassetegenstanders met zich sollen laat. Ik heb menigen daadwe'rkelijken revolutionair gekend, en daaronder ook menigeen die zijn leven heeft opgeofferd niet een was een praatjes maker en de kalmsten waren de meest daadkrach- tigen. En ook met vele helden der revolutionaire frase heeft het lot mij in aanraking gebracht, maar niet een van hen voldeed als hij op de proef gesteld werd. De behandeling van het werkliedenreglement, waarop de werklieden in dienst der gemeente Schiedam hun hoop hadden gevestigd, is achter den rug. Het werd vastgesteld met 11 tegen 4 stemmen, wjj zouden bijna zeggen, „rechts tegen links." Brengt dit reglement de werklieden datgene wat zij hoopten, werden de rechten en verplichtingen daarin zoo geregeld dat de werklieden den raad dankbaar zullen zijn voor dit stuk werk? Wij gelooven het niet. Integendeel, onomwonden spreken wij het uit, de werklieden zijn teleurgesteld, Het nu aangenomen reglement houdt voor de werklieden vele verplichtingen en weinige rechten in. Een scheidsgerecht werd geweigerd, de organisatie niet erkend en in geval van staking in een gemeente bedrijf kunnen zij worden gedwongen tot onderkruipers diensten. Ziedaar drie van de meest belangrijke rechten die den arbeiders zjjn onthouden. Welke rechten zjjn hen dan toegewezen? Wy noemen hier de inderdaad gunstige bepalingen bjj ziekte en de verlofdagen. De verlofdagen, hoe karig zijn die hen toebedeeld. De Christelijke raadsleden waren van oordeel dat 4 dagen per jaar voor de werkers voldoende zyn. De Edelachtbare wethouder, de heer Honnerlage Grete heeft eer van de bestrijding van het amendement-De Bruin, die den arbeiders 6 dagen per jaar wilde toestaan. Genoemde wethouder heeft de eer, niettegenstaande de commissie tot samenstelling van het werkl.-reglement het amendement had overgenomen, dat het hem is mogen gelukken daarvan nog 2 dagen af te pingelen. 4 dagen was al zooveel beweerde deze vriend en ver tegenwoordiger der arbeiders en bovendien daarbij kwamen nog de feestdagen en men vergete vooral niet 4e Wij kunnen mededeelen, dat deze slechts 2 vergaderingen van S. V. bijwoonde en zich buiten die vergaderingen niet met de zaken van S. Y. heeft ingelaten. W. Liebknecht.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1910 | | pagina 2