Ditjes en Datjes.
Vlaardingsche IJzerkoekjes
De Branderspatroons. Zooals men zich zal
herinneren heeft de Bond van Werkl. in Alcoholh. en
Alcoholvrije dranken, aid. Schiedam, begin Nov. van
het vorige jaar een adres gericht aan den Brandersbond,
en eiken Branderspatroon persoonlijk, waarin de patroons
te kennen werd gegeven, dat de Bond gunstige Con
junctuur van het brandersbedrijf op dit moment met
belangstelling heeft gadegeslagen, dit nog te meer, daar
hij van hen verwacht dat zij dit ook zouden laten
blijken in het loon van hun arbeiders.
Daar we in onze verwachtingen te dien opzichte niet
al te optimistisch waren, vroegen wij een conferentie
met bovengeno-mdè patroons aan over deze kwestie.
Weken verliepen, maar we kregen geen antwoord terug.
•Wij waren van meening, dat, waar zoo'n hoog staande
hond als de Brandersbond op zijn ledenvergadering
belang stelt in het wel en wee van spoelingschuiten,
(men herinnert zich het adres aan den gemeenteraad,
ten opzichte van het schuttingsuur), zij zeer zeker de
belangen van zijn eigen werklieden in de eerste plaats
op zijn vergaderingen zoude behandelen. Temeer daar
het welzijn hunner arbeiders immers steeds een der
voornaamste punten van bezorgdheid der patroons is,
zooals zij tenminste zoo gaarne beweren. Maar niets
daarvan. Er kwam geen antwoord.
Onze afd. besloot een tweede adres te zenden, waarin
met nog meer nadruk werd gewezen op de weuscheljjk-
heid van een conferentie, daar er nog meer grieven
waren, die met een beetje toegeven van beide kanten
ondervangen konden worden.
Op dit tweede adres werd reeds den volgenden morgen
een schrijven terug ontvangen. Wij moesten daaruit wel
opmaken dat de Secretaris de order had, om op al wat
er van dien brandersknechtsbond bij hem in kwam,
maar kortweg afwijzend te beschikken.
Zie hier het zeer gewaardeerde antwoord, aan den
Secretaris onzer afd. geadresseerd
Mijnheer 1
„In antwoord op uw missive van heden bericht ik
a, dat het Bestuur van den Brandersbond het niet
noodig oordeelt met uwen Bond een conferentie te houden.
Hoogachtend,
Namens het Bestuur voornoemd,
(w.g.) Ant. Schiphorst,
Secretaris.
Wij laten het oordeel in dezen over aan de lezers.
De CorresDondent.
Ongeoorloofde Inmenninjj. In „Het Volk"
vau Zondag j.l. komt onder bovenstaand opschrift een
stukje voor, over „De Volkstelling."
Daaiiu wordt behandeld de inmenging van den Volks
teller in vraag 10 op de telkaart, n.l. „Behoort Gij tot
een godsdienstige gezindte?" En waar bjj verschillende
meiischen die vraag ontkennend beantwoordt was, de
Volksteller eenvouiig vroeg: „Is de man gedoopt?" en
wauneer daarop een bevestigend antwoord kwam, een
voudig het ontkennende antwoord doorschrapte en den
mau indeelde bij de gezindte, waar hij gedoopt was.
Welnu, ook hier hebben wij dergelijke gevallen te con-
stateeren. Een zekere volksteller kwam bjj iemand, vroeg
de kaart en zag dat vr*ag 10 ontkennend beantwoord
was. Groote verwondering vau de zijde des Volkstel
lers: „Wat, behoort Uw man aan geen kerk? H(j is toch
gedoopt?" Die vraag wordt door de vrouw bevestigend
beantwoord. „Welnu, dan behoott hij ook tot een ker
kelijke gezindte." Volkstellertje schrapt het ontkennende
antwoord door en voegt er voor in de plaats „Neder-
duitsch Hervormd."
De man komt thuis, hoort van zijn vrouw wat er
geschied is, en stapt naar den teller, om hem reken
schap te vragen van ongeoorloofde zijn inmenging in
zaken welke hem niet aangaan.
De man was tamelijk met zijn figuur verlegen, sta
melde iets van dommigheid van zijn zijde, maar toen
bleek dat de persoon met' die invulling niet tevreden
was, eindigde hij maar met andere kaarten voor het
gezin te geven.
Dat is nu één geval, waar de man flink genoeg was,
dergelijke dingen niet te dulden en er op uittrok. Maar
hoeveel kaarten zullen door zulke tellers op dezelfde
wijze verknoeid geworden zijn?
Moeten somtijds met zulke mid leien de kerkgenoot
schappen aan een groot aantal leden geholpen worden In
ieder gevalde statistiek omtrent het aantal geloovigen
is op die wijze niet erg betrouwbaar.
Of was het soms dat de teller, diaken of collectant
der Nederduitsche Hervormde kerk, aan zijn kerk een
groot aantal leden wilde toevoegen (op papier natuur
lijk)-
't Is maar een vraag.
Timmerlieden. Op Vrijdag 7 Januari hield de
Afd. Schiedam van den Alg. Ned. Timmerlieden-bond
hare b. h. verg.
Bij de opening deelt de voorzitter mede, dat door
het huisbezoek twee leden zjjn toegetreden. Voorts
brengt hjj in herinnering dat de afd. op 20 Januari
een lichtbeeldenavond belegt over de Tentoonstelling
van Huisindustrie met toelichting van den heer Th.
Jalink van Rotterdam. Voor de leden zjjn twee kaarten
beschikbaar met vrijen toegangvoor zoover er nog
kaarten over zijn, zullen deze worden verkocht tegen
den prijs van 10 cent.
Hij spoort aan tot druk bezoek der leden en zooveel
mogelijk ongeorganiseerden mee te brengen.
Uit het verslag vau den penningmeester van het
Werkloozenfonds blijkt, dat de vóórwinter voor het
fonds niet ongunstig was, zoodat betrekkelijk weinig
behoefde uitgekeerd te worden.
In verband hiermede wijst de voorzitter er op, dat
dit voor een goed deel te danken is aan de arbeidsbeurs
onzer afdeéling-, hjj dringt er daarom nogmaals op aan
b(j de leden in deze zoo actief mogelijk te wezen, dan
kan het volgende jaar de uitkeeriag hooger gesteld
worden.
Het bestuur verzocht en verkreeg de machtiging der
vergadering om de actie tot verkrijging van een uurloon
van 24 ct. in voorbereiding te nemen.
Met een aansporing tot deelneming aan het huisbe
zoek en een opwekking tot druk bezoek op den avond
van 20 Januari sluit de voorzitter de vergadering.
Secr.
Bureau voor Arbeidersrecht, Schiedam.
Gedurende het laatste kwartaal werd het bureau
bezocht door 129 personen. Behandeld werden 49 zaken,
verdeeld als volgt
19 Loonvorderingen
8 Burgerlijke zaken
15 Belasting-geschillen
5 Ongevallenwet
1 Militie en
1 schuldvordering.
Een christelyk Minister over de Staats
loterij. „De Staatsloterij is een zeer onschuldige
geschiedenisop zeer fatsoenlijke wjjze wordt men
daarbij geholpen om te voldoen aan een behoefte, waarin
spreker niets afkeurenswaardigs kan zien. Zelfs meent
hij dat de Staatsloterij afhoudt van veel kwaads, en
daardoor een goeden invloed oeDnt".
Het is den vromen kiezers wel eens anders wijs ge
maakt bjj de stembus. Intusschen, de oprecht geloovigen
beleven nog niet veel plezier van hun Ministerie.
De doodstraf willen ze niet aan, met de preeken-
bundels Voor Jan Maat worden hun woordvoerders in
't ootje genomen, de vaccinatie bljjft enz. enz. Enfin, ze
bljjven hopen. We hebben toch alvast weer meer „be
lasting op de zonde".
„Hare heerlyke plaats". In de anti-revolutio
naire „Zeeuw" werd eenigen tjjd geleden een verweer
tegen vrouwenkiesrecht opgenomen.
Beluister deze dierbare tale-Kanaans
„God heeft gemaakt alle dingen naar hun aard
en zoo heeft hjj gemaakt man en vrouw.
„En daarom zij onze leuze niet, open de vrouw
de weg naar de stembns, maar: laat de vrouw in
een eigen gezin als huisvrouw, als hulp en kroon
van den man hare heerlijke en eervolle plaats, door
God haar beschikt, innemen."
Maar in ditzelfde blad werd de vorige week deze
advertentie geplaatst:
„Met 1 Maart een werkend gezin gevraagd* bjj
A. de Groene te Kloetinge."
Zoo grjjpt de werkelijkheid storend in bjj deze vrome
beschouwingen. Het leven richt zich niet naar calvi
nistische rechtzinnigheid. Meer-en-meer, in de industrie
en ook op 't platteland, wordt de vrouw uit het gezin
naar den arbeid buitenshuis gedreven.
Met deze verdrijving uit het gezin begint langzamer
hand de politieke bewustwording der vrouw.
En met die bewustwording gaat de eisch van mede
zeggingschap te zamen, onverbrekelijk. De moderne
maatschappelijke ontwikkeling werpt alle dogma's, die
op vroegere verhoudingen passen, overhoop.
Tot In den dood. In de huisindustrie vreet de
ongebonden winstbegeerte de levens weg. Voor jammer-
loonen, in bedompte, maffe, wrakke woningen, door
kinderen en door ouden, wordt huisindustrie gedreven.
Tot in ziekte, tot aan den dood, laat de nood van die
armsten onder de armen niet af.
Zoo meldt „Het Kleedingbedrjjf"
„Een dame uit Bern, die zich belastte met het
verzamelen van voorwerpen voor de tentoonstelling
in Zwitserland, deelde de volgende voorbeelden
van huisindustrie-ellende mee
Een vrouw, die hemden maakt, zit met verlamde
beenen in bed. Op een tafel voor het bed staat
een handnaaimachine en de arme vrouw, die de
fijnste hemden maakt, moet zich eiken dag inspannen
om, daar zjj haar voeten niet bewegen kan, met
de hand de machine in beweging te brengen.
Van een andere vrouw zjjn de voeten geheel en
al verminkt.
In bed liggend breidt zjj witte damesbuisjes.
Wanneer men de woning binnenkomt, ziet men
niets anders dan twee zich in de lucht bewegende
handen. Het lichaam is geheel in het bed verborgen.
Het orgaan van den Zwitserschen Kleermakers-
bond, waaraan wij het bovenstaande ontleenen,
voegt daaraan toe
„Is het noodig dat dergelijke ongelukkige vrou
wen nog zoo ingespannen moeten werken, inplaats
van hun zwakke lichamen eenige rust te kunnen
gunnen
De tentoonstelling van huisindustrie heeft voor Ne
derland de jammer en schande dezer uitmergeling van
arbeidskracht onthuld.
Maar onder hristeljjk bewind zal dezen allerarmsten
geen barmhartigheid worden bewezen.
Helden. Voor de voor ons zoo prachtige debat
vergadering Diemer v. d. Tempel over „Christelijke
en moderne Vakbeweging" had het Bestuur vau den
Prot.-Christeljjken Bestuurdersbond haar mannetjes per
circulaire opgetrommeld.
Op zichzelf kon dit ons slechts verheugen, want het
is, zooals de voorzitter dier vergadering zeide: „Juist
zjj hebben de medicijnmeester van noode"
Maar de inhoud van deze circulaire werpt weer eens
een helder licht op de fijne manieren der geconfijte
Christenen.
Doodonschuldig heet het in den aanvang
Op de Cursusvergadering van onzen Bond d.d.
7 April 1909 gehouden, waar als spreker optrad
de heer H. DIEMER van Botterdam met het onder
werp „Vakorganisatie in het algemeen en Christ,
vakorganisatie in bjjzonder", wenschten ook leden
van andersdenkende vereenigingen te worden toe
gelaten. Dit werd geweigerd, omdat deze CUR
SUSVERGADERING alleen voor geestverwanten
toegankelijk was, doch hieruit werd opgemaakt, als
zou genoemde spreker hun debat vreezen. Dat was
niet het geval, want de heer D. bood zich dadelijk
aan als debater, niet slechts voor hen die dien
avond niet konden worden toegelaten, doch voor
hunne specialiteiten." (Volgt de aankondiging dezer
debat-vergadering
Niks op aan te merken, niet waar? 't Was nummer
één cursus-vergadering, en daar worden slechts geest
verwanten toegelaten.
Met een uitgestreken gezicht wordt den argeloozen
lezer hier op den mouw gespeld, dat „de leden van
andersdenkende vereenigingen", die ook toegang ver
mochten, met het volste recht de deur werd gewezen
Het is de listigheid der slangen, die zich achter dit
vertoon van dooden onschuld tracht te verbergen.
Het was lo. geen cursusvergadering, 2o. was zij niet
alleen toegankelijk voor geestverwanten, en zoo werd
de toegang aan een bepaald aantal uitgekozen leden
van andersdenkende vereenigingen niet alleen niet ge
weigerd, doch zij werden tot het bijwonen dezer ver
gadering zelfs uitgenoodigd.
De aanhef van de circulaire voor die dood-onschul-
dige(!) cusrus (ontwikkelings)-vergadering, die immers
zooals het nu heet niet toegankelijk was voor „ledeu
van andersdenkende vereenigingen", luidde:
„M. M.Op verzoek van bovengenoemden Bond
zal Woensdag 7 April 1909, des avonds 8 uren,
in het Gebouw „Liefde en Viede", Gedempte Bier-
sloot alhier, als spreker optreden de Heer H.
Diemer, lid van den Gemeeteraad te Rotterdam,
met het onderwerp „Vakorganisatie in het algemeen
en Christelijke vakorganisatie in het bijzonder". In
derdaad een onderwerp dat in onze dagen aller
aandacht vraagt.
Wij noodigen U dringend uit deze bespreking
te komen bijwonen en andere Christelijke arbeiders
of zij al dan niet bij eene organisatie zijn aange-
gesloten, ook daartoe op te wekken. Nu zoovelen
worden medegevoerd in zoogenaamde „neutrale"
richting, waaronder óok, die er volgens onze over
tuiging niet bij behooren, daar hebben alle Christenen
zich ernstig voor de vraag te stellen: Wat is in
deze roeping en plicht, opdat de zoo noodige band
tusschen patroon en arbeider zoo mogelijk niet ge
heel worde verbroken, maar veel eerder worde
verstrekt?
Het is dan ook beslist noodig, dat alle Christelijke
arbeiders, die nu lid zjjn van „neutrale" vereeni
gingen, dien avond aanwezig zijn" enz.
Ziedaar met de stukken bewezen wat wij zooeven
zeiden.
Het was een propagandase,rgade'ring, tot het bezoek
waarvan alle arbeiders (behoudens een enkele joodsche
en atheïstische) moesten worden opgewekt, waartoe een
aantal leden der „neutrale" of „moderne" vakvereeni-
gingen zelfs per geadressseerde circulaire werd uitge
noodigd.
De toegang werd slechts geweigerd aan die modernen,
die getoond hadden haar op hun tanden te hebben, die
voor het plannetje van dien avond een gevaar konden
opleveren.
Wél mocht v. d. Tempel dien avond betoogenhet
„M.,