Onze Leestafel. Ingezonden. Daideljjk blijkt hieruit de bedoeling, om die Roomsche eerst weer te laten uitbroeden en dan pas het ziekenhuis oprechtelijk aan de orde te stellen, den bouw daarvan dan met onverholen vreugde te knnnen verwerpen, omdat het „zoo gewenschte Roomsche ziekenhuis" al in de behoeften voorziet. Als dat nu geen „zondig misbruik ma.ken van de meerderheid" is, wat is het dan De Slok-op. Uit een mededeeling van den heer A. C. A. Nolet ter vergadering van de R. K. Kiesver- eeniging „Recht, Plicht en Orde" blijkt, dat de protes- tantsche bondgenooten nog niet (alle in de candida te van een Roomsche voor de open plaats van den heer Gouka hebben toegestemd. Toch zal Slok-op f het winnen. De afstammelingen •der oude Geuzen zijn dappere kerels. Roomsche demagogie. Het volgende stukje demagogie is te vinden in de Nieuwe échiedamsche Courant f van 10 Februari 1.1. in 't artikel „In onze Vroedschap" „Na afdoening van enkele zaken van minder aanbe lang werd de Gereorganiseerde Arbeidsbeurs hare patroons en werklieden-bestuursleden gegeven en aan de beide vereenigingen, die zich daarvoor aanmelden, de toelating voor die uitkeering uit het Gemeentelijk Werkloozenfonds verzekerd. Het laatste niet zonder verzet van vroede De Bruin, die 't maar niet kon verkroppen, dat er zich nog twee en dat wel Roomsche vereenigingen voor de uitkeering aanmeldden. Zoo gaarne had hg toch gezien, dat alle werkliedenvereenigingen het Gemeente- Ijk Werkloozenfonds hadden geboycot, nu 't niet kwam in het revolutionnaire sop, waarin hjj 't zoo gaarne gestuurd had. Maar het advies door den heer Goslinga den werkliedenvereenigingen gegeven ademde een anderen geest. Hjj oordeelde terecht dat hun ongemotiveerde ont- houding, door geen enkel beginsel gevorderd, wel aan zekere partjj ten goede kon komen, maar op schade der werklieden zou uitloopen. Zoo is 't terecht. De sociaal democratische arbeiderspartjj past ook hier het bekende „périsse" toe. Wat geeft zjj om de werkloozen, als er maar propaganda voor haar beginselen wordt gemaakt - Ook hier geeft zij steenen voor brood, waar zjj bjj monde van haar woordvoerder in den Raad den wensch uitspreekt, dat de ingestelde proef een zeer groot fiasco zal zjjn." Tot zoover dit stukje Roomsch geschrift. De heer Verhoeve had wel gelijk, toen hjj van het (stinkende) achterste van de reactie sprak. Metaalbewerkers. In strjjd met hare belolten en de gesloten overeenkomst met de Hoofdbesturen had de directie van de kettingfabriek weer eens een loons- verlagiug aangekondigd, thans niet openljjk, maar langs mdirecten weg. Het verliesprocentage voor het smeden der schalmen, dat 4 pCt. bedroeg voor kettingen dikker dan 4 duims, 5 pCt. van duims tot 3/4 en 6 pCt. voor dunnere ketting, wenschte de directie te verlagen respec tievelijk tot 8, 4 en 5 pCt. Op verzoek van onze af- deeling, die van den R. K. Bond en den Christelijken Metaalbewerkersbond traden Dekkers, Kuiper en Van Huiden Woensdag 2 Febr. alhier voor een druk be zochte vergadering der kettingsmeden op om dezen toestand te bespreken en middelen te beramen de directie een dergeljjke struikrooverg af te leeren. Op deze ver gadering heerschte een geestdriftige stemming. Zonder onderscheid waren allen het er. over eens dat het ver- lies-procentage absoluut niet verlaagd kon worden. Na breedvoerige bespreking werd besloten de directie in gemotiveerd schrjjven te berichten dat het personeel pertinent handhaving van het bestaande stelsel eischte en dit schrijven te voorzien van alle handteekeningen (45) der georganiseerde werklieden. Het hoofbestuur zich bereids van deze opdracht gekweten. Tot hebben wjj van doorzetten der verlaging nog niets vernomen. Wjj houden het geweer bjj den voet. (De Metaalbeiverker). De jeugd van een fabrieksarbeidster. Kleine bibliotheek voor arbeiders onder redactie van Henriette Roland Holst en H. A. Wakker. Uitgeversmaatschappij v/h Wakker en Co. Rotterdam. Prjjs 10 cents. Io den inleidenden prospectus deelen Redactie en Uit gever mede, dat hun doel is een serie boekjes van 35 cent uit te geven, en dat dit eerste nummer minstens 35 cent zou hebben gekost indien niet door een par ticuliere subsidie de prijs op 10 cent had kunnen wor den gesteld. Vooraf gaat „een woord van August Bebel", de bewer king is van Mevr. J. P. Wesselinkvan Rossum. Het boekje is 't verhaal van het armoe- en tobbers leven van een fabrieksarbeidster, die door tal van weder waardigheden en invloeden heen tot het socialisme komt en zich aan de socialistische propaganda gaat wjjden. Het slot is als volgt: „Mjjn geloof in het socialisme was rotsvast geworden, en nooit kwam ik in verzoeking maar een oogenblik te wankelen. Onwrikbaar werd mjjn vertrouwen, dat de mooie spreuk van G.eorg Herwegh, welke zoo dik wijls bij arbeidersfeesten de wanden tooit, door de ze gevierende kracht van den proletarischen bevrjjdings- kamp verwezenlijkt zal worden. Zjj luidt Wat w' in de toekomst dan begeeren? Dat brood en arbeid steeds ten dienste staan Dat onze kind'ren in de scholen leeren, En onze grjjsaards niet meer bedelen gaan. „Wat mjj heeft bewogen hoe ik socialiste ben gewor den, was alleen de wensch, die talrijke arbeidsters, die met een verlangend hart naar werkzaamheid smachtten, maar die steeds weer terugschrokken omdat zij zich zelf niet geschikt achtten iets te kunnen tot stand bren gen, moed te geven. Wie inderdaad wil mede helpen, de woorden van Herwegt tot werkelijkheid te maken, mag voor geen moeieljjkheid terugwijken. Het doel is zoo ongemeen schoon, het glanst zoo veelbelovend, dat niets zoo moeieljjk kan zjjn> om niet toch de kracht te vinden, die moeieljjkheid te overwinnen. Als het mjj mocht gelukken, met mjjn bescheiden arbeid in dezen geest te werken, dan heb ik mijn doel bereikt." Wij hopen dat dit boekje in honderden arbeidersge zinnen zal komen, want het kan moed geven in den dageljjkschen strjjd om een stukje brood en het laat zien en gevoelen hoe het socialisme een verheffenden opwekkenden invloed kan uitoefenen tegenover den neerdrukkenden versomberenden invloed van het kapi talisme. Redaktie en uitgever hulde voor deze nieuwe onder neming Catalogus van boeken en brochures, verkrjjgbaar in den brochurenhandel der S. D. A. P. Een opgaaf van de meest gangbare brochures en boeken. Open Brief aan Jhr. Mr. Ch. J. M. Ruys de Bee- renbrouck, afgevaardigde van het District Gulpen, door Jos. van Veen, gewezen R. K. Priester. De uitgever A. H. Adriani kondigde ons aan dat deze open brief bij hem ter perse ligt. Na de verschjjning komen wjj op deze uitgave terug. Slavernij voor mooie kleeren, door M. J. Brusse. Uit gegeven door den Ned. Bond van Mann. en Vrouw, arbeiders in de kleedingindustrie, bjj W. L. en J. Brusse te Rotterdam. Prjjs 10 cents. De bekende redacteur van de Nieuwe Rotterdamsche Courant, M. J. Brusse, schreef in zjjn rubriek „Onder de Menschen" een reeks artikelen over „de uitkomsten van zjjn onderzoek" naar „de ellende en het verdriet in de gezinnen der thuiswerkers voor de confectiema- gazjjnen". Met goedvinden van de directie en de hoofd redactie der N. R. C. stond de heer Brusse deze arti kelen af aan bovengenoemden Bond om ze in brochure vorm op ruime schaal te verspreiden. De heer Brusse en de Bond van arbeiders in de kleedingindustrie hebben hiermee een uitstekend werk gedaan. De kranig ge schreven artikelen, berustend op een zeer uitgebreid onderzoek, waren voor de lezers der Nieuwe Rott. Courant niet meer dan aangenaam prikkelende lectuur, waarmee zij' de bekwaamheid van den schrjjver en hun eigen gevoelig hart om strjjd kunnen huldigen. Aan de aibeiders, onder wie zjj in brochurevorm verspreid zullen worden, zullen zij nieuwe stof leveren voor hun strjjd tegen het kapitalisme en nieuwe lust en geestdrift voor dien strijd. Wjj bevelen de lezing van deze 10 cents-brochure, 64 bladzjjden groot, dringend aan. In onzen afdeelings- brochurenbaudel in Constant ia is ze verkrjjgbaar. De uitgevers zorgden voor een Hinken duideljjken druk en stevig papier. Arbeiders, leest deze nieuwe aanklacht tegen het kapitalisme De Coöperatiegids. Maandblad van den Bond van Ned. Arb. Coöperaties. Red. en Adm'. J. C. Mebius, Tolstraat 59, Amsterdam. Abonn. p. j. voor leden der aangesl. coöp. f 1.voor niet-leden f 1.50. Een uitgave, die de belangstellenden in den groei der arbeiders-coöperatie verheugen zal. Wjj bevelen hun een abonnement dringend aan. J. E. Schaper. Aan hen die van verre staan in de arbeidersklasse van Nederland. Uitgave van den Brochurenhandel der S. D. A. P. Prjjs 5 cent. (Ver krjjgbaar in „Constantia"). Op zjjn pakkende, eenvoudige manier gaat Schaper in 't kort na, wat er reeds door onzen strijd verkregen is, wat er nog bevochten moet worden en hoe wjj daartoe komen kunnen. Ed. Polak. Het Lintje, de feiten der Kuyper-zaak Uitgave van den Brochurenhandel der S. D. A. P Prjjs 25 cent. Een systematische verzameling van de stukken, be trekking hebbende op Kniper's val over Lehman's lintje. Een practisch boekje voor wie gaarne die stukken bjj elkaar wil bewaren. Maar wanneer zal de Brochurenhandel daarop nu een propagandistische brochure laten volgen, de beteekenis van het Kuyper-schandaal en van Troelstra's optreden daarin behandelend? Een dergelijke brochure is brood- noodig. R. Kuyper. De Marxistische verklaring der ideolo gieën. Uitgevers-maatschappjj voorheen H. A. Wakker Co. Prjjs 10 cent. In deze brochure verdedigt Kuyper op zjjn bekende ïeldere manier zjjn Marxistische opvatting over 't ont staan en de beteekenis der ideologieën zoowel tegenover de „onvoldragen" opvattingen daaromtrent van Gorter en de zjjnen als tegenover de anti-Marxistische opvat tingen van de Bljjde-Wereld-Groep. Zijn conclusie is de volgende Wij meenen te hebben aangetoond, dat, ondanks alle groote woorden het meeningsverschil, zuiver gesteld, voor de practjjk op niets, en wat de theorie betreft slechts op het al of niet aan vaarden van een mystiek moraal-beginsel neer komt. Het duidelijke scherp-analyseerende betoog van Kuyper verdient in den ruimsten kring van partjjgenooten en belangstellenden te worden gelezen. Schiedam, 14-2-'10. Mjjnheer de Redacteur. Nogmaals kom ik tot u, met een verzoek om wat plaatsruimte in uw blad, ter beantwoording aan den leer J. v. Bommel. Allereerst m'n verontschuldiging omtrent eene ver gissing mjjnerzjjds, daar u persoonljjk schreef en niet zooals ik u schreef namens de organisatie, maar dat toch door is uitgelokt. U schreefwij hebben met verwondering gelezen, enz. Maar dit doet verder aan de zaak niets af, daar u op al m'n vragen en tegenwerpingen 't antwoord schuldig zijt gebleven. Ie. Waarom plaatst u nog steeds geen oproeping met een duidelijk adres, waar de personen zich kunnen vervoegen om van hun lidmaatschap der kerk af te komen 2e. Wie had, waar uwe vereeniging achterwege bleef zulks te doen, den oproep moeten plaatsen 3e. Waarom laat u het over aan een enkel persoon, waar u zegt dat zulks alleen uwe vereeniging had kunnen doen Tot toelichting der derde vraag 'k Heb me nogmaals gewend tot de Redactie van de Dageraad en kreeg als antwoord„Deze actie heeft niets uit te staan met de Vereen, „de Dageraad". Dat zjj dit niet heeft gedaan, is een andere kwestie doch dat dit nood zakelijk is, zien wjj niet in." 4e. Waarom hebt u niet dadeljjk, inplaats van op m'n geschrjjf in te gaan, ook een oproep geplaatst, daar toch alleen uwe vereeniging zulk werk kan doen, zooals u zegt 5e. Waarom niet gezegd, dat 't eenig doel was met dezen oproep, om met zoo min mogelijke kosten, zich te laten schrappen van 't lidmaatschap? En niet zooals u zegt een vereeniging naast de uwe te stichten, een losloopende vrjjbuiter, brrr richt geen vereenigingen op, waarde heer Bommel. Neemt aan, uwe vereeniging plaatst den oproep. De ingekomen adressen ontvangt uw secretaris, die ze öf opzendt, öf er zelf werk van maakt. Dat nu, zegt u, kan geen losloopende doen, dat moet een vereenigd vrijdenker zijn, daar 't anders vrjjbuiten is, zooals u schrijft. U protesteert tegen zulk vrjjbuiten, maar er valt niets te protesteeren, waar u in gebreke bljjft dit vrjjbuiten onmogelijk te maken. U maakt 't me zoo helder als koffiedik. Dat ik geen lid word van uwe vereeniging, noemt u een smoesje* Om te bewjjzen haalt u er een brandspuit bij van een koninklijk goedgek. vereeniging en ook een koninkljjk bevelschrift voor een exploit. Maar waarde heer, die moet ik accepteeren, weet u een anderen weg? De boel op z'n beloop, dat is onzin. Maar een koninklijke goedkeuring voor propaganda te maken, verlang ik niet, en nog wel voor ideën, die in strjjd zjjn met een van de hechtste bolwerken van datzelfde koningschap. Dat is een goedkeuring met een verdacht luchtje. Een vrijdenker heeft een eigen levensbeschouwing, of wil er één hebben, maar u ont zegt me die, waarde heer. U noemt 't vrjjbuiten, wat ik dan gaarne wil accepteeren, maar pas voor zulk een vrjje(?) denker la Van Bommel. Dat ljjkt me, of u een vogel van een houten kooi in een vergulden kooi zet, inplaats van 't beestje de vrjjheid te geven, of dat u een visch staart en vinnen afknipt en dan zegt dat ze vrjj kan zwemmen. Waar ik uwe vereeniging de- waarheid zeg, noemt u zulks schelden, 't Is altjjd on aangenaam de waarheid te worden gezegd. Maar er iets van weerleggen doet u niet, maar u zegt heel leuk „dit alles te beantwoorden zou te veel van dit blad gevergd zijn". Maar wel een kolom vol nietszeggende frases. Dan zegt u„gij zjjt een vreemdeling in Jeru zalem omtrent ons werken". Best mogeljjk, maar u maakt dan geen propaganda naar buiten. Hoe kan mij dan zoo dikwijls gevraagd worden„Bestaat die vereeni ging van de „Dageraad" hier nog? En wat hebben de arbeiders over 't algemeen aan eene vergadering bjjv., waar Dr. Meier sprak over Spinoza, daar zeer toch niet toe komen, of maar hoogst zelden, die wjjsgeerige boeken van Spinoza door te wor stelen? En waarom zoo weinig bekendheid gemaakt aan een vergadering zooals deze laatste nu weer, waar Damme sprak over Multatuli en waar eerst een week later wat van bekend raakt? Dan is 't zeker niet te verwonderen dat de opkomst zoo slecht is. Ik eindig met de vraag aan ukan een losloopend

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1910 | | pagina 3