„Christelijke Verkiezingsgeschriften"
Raadsverkiezing in 111
Vergeet ons verkiezings
fonds niet. Er is nog veel
noodig.
Ditjes en Datjes.
Vlaardingsche IJzerkoekjes.
z# u z jj n gebedeld. Ter bestrijding van dat praatje
zullen wjj met volledige afdrukking van de stukken de
feiten meedeelen.
Zooals bekend is behoort Brand tot de oudste arbei
ders der firma. Ieder zjjner kameraden en bazen be
schouwde hem als een uitermate bekwaam vakman.
Aanmerkingen op zijn werk kreeg hjj dan ook nooit,
evenmin als op zjjn gedragingen in de fabriek.
Brand zelf, overtuigd dat hij tegenover de firma
steeds de meest getrouwe plichtsbetrachting in acht
had genomen wetende dat zjjn gedragingen in de
fabriek nooit een oogenblik tot aanmerkingen of ont
stemdheid van de zjjde der firma aanleiding hadden gegeven
of ooit zouden kunnen geven Brand zelf was dan ook
door den donder getroffen, toen hem zjjn ontslag werd
meegedeeld. Z jj n werkbaas bleek er niets
van te weten. Het ontslag kwam dus direct van
het kantoor.
In deze omstandigheden ligt het toch voor de hand,
dat Brand op het kantoor zelf de reden voor zjjn
ontslag wilde vragen; immers zp werkbaas kon hem niet
de geringste opheldering geven. Op grond van
slaftte was hjj niet ontslagen, want in
dat geval zou zijn werkbaas naar de ge
woonten der fabriek hem aan 't kantoor
hebben moeten opgeven; en dit is niet geschied.
Wat waren dan de redenen
Zjjn lidmaatschap zjjner vakvereeni-
ging? Zjjn weigering om b jj te dragen
aan het cadeau v o o r m e n e e r H a r r y Of
beiden?
De heeren Smulders hielden evenwel hun heiligdom
voor hem gesloten. Zjj weigerden dezen uit
stekenden werkman, een hunner oudste en beste arbei
ders, even te ontvangen om hem te vertellen waarom
zjj hem ontslagen hadden. De bedrijfsdirecteur werd met
het antwoordgeven opgeknapt, maarkon(?) ook
geen uitsluitsel geven.
Is het wonder dat Brand daarmee nog geenszins
tevreden was Waarom vertelde de firma niet open
hartig, wat hjj tegenover haar misdreven had om op
een dergelijke hondsche manier na zooveel jaren dienst
op de keien te worden gesmeten? Terwjjl zoovelen met
minder dienstjaren en kleinere families, zelfs vrijgezellen,
in dienst gehouden werden
In overleg en op raad van zjjn werkbaas, richtte
Brand toen het volgend schrjjven tot de heeren Smulders:
Naar aanleiding van mjjn ontslag aan de fabriek
te Schiedam en op advies van mijn werkbaas, ben
ik zoo vijj roÜ met dit schrijven tot u te wenden.
Het komt mjj vreemd voor dat ik, die gedurende
acht jaren in uw dienst ben en nimmer reden tot
klagen gaf, zoo plotseling en geheel onverwacht
mijn dienstbetrekking zag opgezegd.
De directeur heeft mjj medegedeeld, dat hem
een ljjst was verstrekt, vermeldende de namen van
die werklieden die moesten worden ontslagen. 1)
Het vermoeden is bjj mij gerezen, dat mjjn naam
abusievelijk op die ljjst stond vermeld. Ik kom
tot die gedachte omdat mjj, toen de fabriek naar
Schiedam werd overgeplaatst, nog werd opgedragen
alhier 3 maanden te werken aan de voorbereidende
werkzaamheden.
Aangenaam zal het mij zjjn van U te mogen
vernemen of werkelijk hier een vergissing in het
spel is en zoo ja of ik aan de fabriek alhier
werkzaam kan bljjven. Mocht het geen vergissing
zjjn, dan zou het mjj aangenaam zjjn de juiste
reden van het ontslag te mogen vernemen.
Het antwoord van de firma op dit schrjj ven luidde
woordelijk aldus:
In antwoord op Uw schrjj ven van 24 dezer
diene dat het u gegeven ontslag niet op eene ver
gissing berust, de reden van het onslag is werk-
vermindering.
Brand heeft na ontvangst van dat schrijven geen
stap verder gedaan om achter de wezenlijke reden van
zjjn ontslag te komen of dat ontslag ingetrokken te
krjjgen. Bjj zjjn laatste uitbetaling werd hem over
handigd het volgende
Getuigschrift.
(Alleen geldig indien onderteekend.)
De ondergeteekende, Werf Gusto, Firma A. F.
Smulders, verklaart dat Abraham Brand van 11
Februari 1902 tot 26 Februari 1910 in haren dienst
werkzaam is geweest als ijzerwerker en dat hjj zich
gedurende dien tjjd naar de regelen der fabriek
heeft gedragen.
Het laatste verdiend uuricon was drie en twintig
centen.
Het lasterpraatje dat Brand om intrekking van het
ontslag zou hebben gebedeld is hiermee afdoende weer
legd. Brand heeft alleen getracht de firma er toe te
krijgen, hem mee te deelen waarom hjj ontslagen is.
In zijn schrjjven komt deze zin voor: „aangenaam zal
het mjj zjjn van U te mogen vernemen of werkelijk hier
een vergissing in het spel is en zoo ja of ik aan de fabriek
alhier werkzaam kan bljjven". Maar uit dezen zin spreekt
evenmin als uit den geheelen brief eenige kruiperige
onderdanigheid. Als men wil weten hoe die er uitziet,
dan moet men zeker ingezonden stuk over de Smulders-
kwestie in ons blad maar eens nalezen. In den aan-
gehaalden zin ligt feiteljjk het nog niet kunnen gelooven,
dat de firma zóó zeldzaam hardvochtig en roekeloos
met hem en zjjn gezin kom omspringenhet, op grond
van eigen menschenadel, nog eenigszins toelaten van de
mogelijkheid, dat de firma bjj nader inzien dit ontslag
toch al te onmenscheljjk, al te onrechtvaardig zou vin
den en er op terug zou komen.
Maar in dat opzicht vergistte Brand zich geducht.
Met menschelijke gevoelens heeft het kapitalisme niets
te maken en bemoeien de ondernemers in hun onder
neming zich niet. Daar gaat het alleen om de kwestie
van winst en nog eens winst. Aan het winst-maken
moet alles ondergeschikt bljjven, alles onderworpen
worden.
Dat is de „orde" van het kapitalistisch bedrjjf.
En als een ondernemer tot een ontslag als dat van
Brand gedreven wordt door zjjn kapitalistischen strjjd
tegen de arbeidersorganisatie, dan brengt de „orde"
van de firma Smulders, de Nieuwe Schiedamsche Cou
rant enz. mee, dat men het slachtoffer van zulk
een zuiveren klassemachtsdaad niet eens te woord staat,
hem niet ronduit meedeelt waar het om gaat, maar hem
met een kluitje in 't riet stuurt.
Zoo zjjn onze manieren de manieren van de „orde
lievende* partjjen.
Dat die manieren den geest en het bewustzijn der
arbeiders revolutioneeren, schjjnen de heeren der „orde"
niet te begrijpen! Maar dat hoeft ook niet. Dat zullen
ze later welondervinden. Boontje komt altjjd om
zjjn loontje
Net zoo uitgekomen. In ons vorig nummer
hekelden wij den Gemeenteraad om zijn houding tegen
over B. en W. inzake de bestemming van een deel
der gemeente voor woonwijk. Eerst droeg n.l. de
Raad B. en W. op, een regeling daarvoor te ontwerpen
en nu verwierp hjj die regeling niet op technische maar op
„principieele" gronden.
In ons no. van 13 Nov. 1909 voorspelden wjj, dat
de Raad zjjn eigen besluit wel weer zou oppeuzelen
als echte „christelijke" kannibalen. Wij schreven daar n.l.
Gesteld dat B. en W. toch eens met een der
gelijk voorstel voor den dag zouden komen, dan
bljjlt nog de vraag, of de Raad er mee mee zou
gaan. En wij zijn er zeker van, dat dit niet
gebeuren zal.
Het is dus net uitgekomen zooals wjj, onze raads
leden kennende, hebben voorspeld.
Verkeerd ingelicht. In de laatste Raads
zitting maakte De Bruin aanmerking op de loonen,
aan de Gasfabriek betaald. De Voorzitter der Gas-
commissie betwistte dat en na ingewonnen informatie
sprak hjj dit zelfs pertinent tegen. Wjj kunnen nu
evenwel meedeelen, dat de door den Voorzitter der
Gascommissie verkregen informaties onjuist waren.
Eerst verleden Zaterdag hebben de fitters, die al
eenige jaren als fitter voor f10.werkten, hun loon
van f 12.gekregen.
Verder loopt er nu nog een fitter, verleden jaar van
militie teruggekomen, die nu nog geen f 10.verdient.
Wat de hulpfitters aangaat, een van 18 jaar verdient
f6.een van 19 jaar sinds kort f8.
De Voorzitter der Gascommissie sprak ook van de
verdiensten door overwerk. Maar is het hem en de
raadsleden enz. bjjv. bekend, dat de fitters, behalve
hun gewonen dienst van 7 tot 7, om de 3 weken voor
de wacht overdienst moeten doen iederen avond van 7
tot 10 uur, d. i. 21 uur in zoo'n week, zoodat dan hun
werkweek er een van 8 dagen wordt
De Bruin had volkomen geljjk. En uit het hier
meegedeelde blijkt opnieuw, hoe verkeerd de Raad
deed, de vakvereeniging der Gemeente-werklieden niet
een officieele plaats in het Werklieden-reglement toe
te kennen. Dan zouden zulke verkeerde toestanden door
de organisatie in het reine gebracht kunnen worden.
Nu moet dat door de pers, den Raad enz. worden
behandeld.
Heerlijke „orde'
De firma Landmann is op
de flesch. Het tekort wordt begroot op 6 a 7 ton.
Wat is die maatschappelijke „orde", waar de „chris
telijke" partjjen den mond vol van hebben, toch een
heerlijk ding.
Een firma, die bljjkbaar de kapitalen mist om een
zoo groote onderneming te drijven, slaagt er op grond
van de maatschappelijke „orde" in, drjjvend te bljjven
tot haar tekort 6 tot 7 honderdduizend gulden is
geworden.
Diezelfde maatschappelijke „orde" verschafte haar
de gelegenheid, net zooveel arbeiders als ze wilde aan
haar tekorten-vormend bedrijf te doen deelnemen.
En het is al weer die hooggeroemde „orde", die
straks, als het werk, dat onderhanden is, afgeleverd is,
tientallen en tientallen personen en gezinnen aan den
honger en het gebrek zal overgeven.
Wjj vinden het misdadig een dergelijke „orde" te
willen verdedigen.
Dat kan niet anders. Een onzer partjjgenooten
hoorde een Roomsch arbeider in 't bjjzjjn van diens
vrouw vertellen, dat zjj ruzie hadden gehad over het
strooibiljet der R. K. Kiesvereeniging en wat daarin
over Van Leeuwen stond. De man had gezegd, beslist
te weten dat het leugens waren. De vrouw wist er
niet van, maar kon niet gelooven dat die onderteeke
naars zóó konden liegen. Ten slotte moest zij, door de
feiten overtuigd, toegeven.
Als zulke arbeiders en arbeidersvrouwen (want de
bovengenoemde zjjn er slechts 2 van een groot aantal)
hun vertrouwen in hun Roomsche leiders en ten slotte
ook in hun geestelijken kwjjt raken, aan wie dan
de schuld
Aan de R. K. partjj zelve, die zulke strijdmiddelen
gebruikt tegen ons. Men kan met zulke strijdmiddelen
misschien eenig tjjdeljjk succes hebben. Maar men ver
speelt er op den duur meer mee dan die tijdeljjke winst
Dat kan niet anders.
Nieuw Lieven. Onze Tooneel-afdeeling zal a.s.
Zondag opnieuw Preczang's „Getrapten" in de vertaling
van Inte Onsman opvoeren. Den 6 Maart van 't vorige
jaar voerde zjj het voor 't eerst op. Wjj gaven over 't
stuk toen een korte beschouwing, die wij hier overnemen:
„'t Zjjn allen „getrapten", waarmede wjj in het stuk
kennis maken. Gensicke is een „getrapte" machinist,
uit de fabriek getrapt toen hem een ongeluk was over
komen. Maar zjjn geest is helder gebleven, dat bljjkt
wel als hjj weigert onderkruiper te worden. Zjjn vrouw
is door het zware leven neergetrapt, zjj vat alles zoo
koud, zoo bitterkoud op; het leven is voor haar slechts
een kamp om aan eten te komen. Zoo zouden we allen
kunnen bespreken, maar het zou te veel ruimte vragen.
De dochter, de kelnerin, de heer-op-kamers, de baron,
de zaakwaarnemer, de boekhouder, het zjjn allemaal
getrapten, de een maatschappelijk, de ander zedeljjk,
Er is er slechts een die het leven begrjjpt en ziet zoo
als het is n.l. de arbeider Herman Petsold."
Wat de opvoering van 6 Maart betreft, daarover
schreef De Moker o.a.
„Onze tooneelvereeniging sloeg er zich flink door en
wist de aandacht van 't begin tot het eind te boeien,
het beste bewjjs dat het stuk en het spel voldeden.
Zeer goed waren vooral de oude man en Clara".
Sedert studeerde „NieuwPLeven" trouw. De uitvoering
van a.s. Zondag zal dus licht niet minder zjjn en zeker
een druk bezoek waard wezen.
Ij Brand's werkbaas had hem NIET opgegeven
EED.
De afdeeling Vlaardingen van den Mili-
ciensbond en haar manieren. Telken jare
wordt door den Miliciensbond] en dus ook door haar
ijverige afdeeling Vlaardingen de arbeidersbeweging in
't geweer geroepen om mee te demonstreeren voor de
afschaffing der derde herhalingsoefening en over het
feit, dat sommige deelen der arbeidersbeweging daaraan
niet deel namen is door dien bond al menig nootje
gekraakt.
Zjj stelt dus prjjs op de medewerking der arbeiders
beweging en beschouwt zich als een deel daarvan. Best
Maar dan moet de afdeeling Vlaardingen van dien
Bond toch niet doen wat ze nu bezig is te doen.