No. 6.
ZATERDAG 9 April 1910.
10e Jaargang.
SOCIAAL-DEMOCRATISCH WEEKBLAD VOOR HET KIESDISTRICT SCHIEDAM,
Stukken voor 't eerstvolgendnnmmer moeten uiterlijk Woensdaga.s.'s middags 12 uur in het bezit der Redactie zijn.
De Moker
Kinderfeest.
Wijkverpleging.
Van onze vroede vaderen.
REDACTEUR: Dr. J. VAN LEEUWEN.
ABONNEMENTSPRIJS:
35 cent per kwartaal l,..
franco per post. 4<T cent ™oruitbetaling.
Losse nummers 0\cent.
Redactie-adres: St. I.iduinastraat 50.
Administratie-adres: Gebouw „Constantia".
ADVERTENTIEN:
3 cent per regel.
Bij abonnement belangrijke korting.
is eiken Zaterdag verkrijgbaar":
Te Schiedam Nieuwsticht N. Z. 32.
Zalmstraat 22.
„Constantia", Boterstraat 30.
Te Vlaardihgen J. van Driel, Oosterdwarsstr. 27.
Aan bovengenoemde adressen worden ook abonne
menten aangenomen.
De abonné's/worden verzocht bjj adresverandering
daarvan kennis te geven aan de Administratie.
Het kinderfeest zal gegeven worden op Zondag 17
April 's namiddags te 4 ure.
Toegankelijk voor kinderen van partjjgenooten en
jeestverwanten, mits van tevoren ingeschreven. Zondag
10 April tusschen 6 en 8 uur 's avonds is er nog ge
legenheid tot inschrijving in „Constantia".
De ouders kunnen bijdragen naar verkiezingwerk-
loozen zjjn vrijgesteld van bijdragen en ook anderen
kannen door de commissie worden vrijgesteld.
Laat dus niemand zijn kinderen om geldelijke redenen
thuis laten.
Het programma zal in De Moker van de volgende
week worden meegedeeld. Het bevat behalve een ver
rassing in de pauze een marionettentheater, goochel
toeren, clownsgrappen, enz.en zal de kinderen best
bevallen.
Bjj een of meer kinderen uit dezelfde familie wordt
aan één geleider of geleidster toegang verleend.
De feestcommissie.
De Vereeniging voor- Wijkverpleging zendt een
circulaire rond, waarin zij meedeelt, dat zij met Mei
zal moeten ophouden te werken, indien de benoodigde
gelden voor het in stand houden der vereeniging dan
niet zij a bijeengebracht. In die circulaire heeft zij het
volgende stukje ingevlochten
Kent gy het werken der Wijkverpleging?
Weet gij, hoe menig oud vrouwtje, gebrekkig en
hulpbehoevend, maar niet ziek genoeg voor opname in
een Ziekenhuis, 's morgens alléén op haar kamertje
verlangend uitziet naar de komst van de Wijkzuster,
die haar zal wasschen en verbedden
Ziet gij dien ouden man, die zich haast niet kan be
wegen van pijn Door de ongeoefende, hoewel ge
willige handen van zijn huisgenooten kan hij zich
onmogelijk laten helpen, doch de zorgzame en geschoolde
verpleegster tilt hem handig op een stoel voor het
raam, waar hij nog wat van het zonnetje kan genieten
en afleiding krijgt door de beweging op straat.
En de doodzieke jonge moeder dan, in het laatste
stadium van tering hoe klaart haar gezicht op bjj
het binnentreden der Wijkzuster. Was zij het niet, die
haar uit de benauwde bedstee had verlost, en zorgde
voor een rustbed, voor een windring, alles kosteloos
door de Vereeniging voor Wijkverpleging verstrekt en
waarop ze nu zoo heerlijk frisch ligt?
Ja, vriendelijke buren hadden alles voor haar willen
doen, haar kussens schudden en haar huishouden be
redderen, maar pas de zuster had begrepen, waar deze
zieke het meeste behoefte aan had, aan versche
lucht. Zjj had haar tevens met takt op het gevaar der
besmetting voor hare kinderen gewezen, op het
voordeel van open ramen, haar een sputumbakje leeren
gebruiken en daarmede het geheele gezin gebaat.
betoogd, dat de opzet der vereeniging voor wijkver
pleging in onze gemeente ter volle verkeerd is en dat
daardoor groote lehade ;werd toegebracht aan haar
werk en haar doel.
Er zijn te Schiedam voldoende gegoede personen om
de Vereeniging voor Wijkverpleging aan ruime inkomsten
te helpen. Maar ze doen dat niet. Ze zeggen wel,
dat er zooveel van hen wordt gevraagd. Maar ze laten
na te zeggen, dat hun inkomsten jaarlijks grooter
worden en hun bezit jadrlijks groeit. Het is dan ook
niets meer dan een smoesje :Us ze zeggen, dat ze niet
meer kunnen geven. De ware reden is, dat hun kapi
talistisch geweten slechts een beperkt bedrag aan wel
dadigheidsuitgaven vereischt om „gerust" te zijn. Zeker,
zij zien de maatschappelijke nooden en gevoelen wel
dat er waarheid ligt in de socialistische kritiek op het
ook door hen verdedigde kapitalisme. Maar de onrust
en onbehagelijkheid daarover verdwijnt, zoodra hun
weldadigheidsuitgaven een bepaald bedrag hebben be
reikt. En al zouden zij duizenden meer dan dit bedrag
kunnen geveft, zij doen het niet omdat hun geweten voor
dat bedrag de vereischte rust heeft verkregen.
Daarom is het een fout van de Vereeniging voor
Wijk ver pleging, dat zij op den weldadigheidszin der
meergegoeden rekent, vooral omdat de meeste meer-
gegoeden wijkverpleging een overbodige weelde vinden,
en op dien grond aan dit soort „weldadigheid" niet
willen meedoen. Het is natuurlijk wel mogelijk, door
persoonlijkeu invloed hier eü daar een beetje geld los
te krijgen. Maar is dat een degelijke grondslag voor
een zoo belangrijk werk als de Wijkverpleging?
Er zijn twee wegen, waarlangs de Wijkverpleging
tot haar doel kan komen in onze gemeente.
De eerste is: benoeming van gemeentelijke wijkverpleeg
sters naast de gemeentelijke geneesheeren en gemeente
lijke schoolartsen, en naast het personeel van het ge
meentelijke Ziekenhuis.
De tweede is: dé samenkoppeling van de wijkver
pleging met de arbeidersbeweging en de Ziekenfondsen.
Over beiden zullen wjj een en ander zeggen. Het is
duidelijk, dat, indien de gemeente Schiedam er toe
overging in de behoeften aan Wijkverpleging te voor
zien en die te regelen, dat dan de voorwaarden voor
een onmiddellijke en afdoende regeling aanwezig zouden
zijn. Moeilijk zou de zaak niet zijn: er hoefde niets
anders te gebeuren dan de uitbreiding van het zieken
huispersoneel met één, later meerdere, verpleegsters,
bestemd voor wijkverpleging. De doktoren zouden de
bevoegdheid moeten krijgen, die wijkverpleegster(s) de
behandeling hunner zieken op te dragen zooals nu
de particuliere verpleegster doet. En de directrice
van het Ziekenhuis zou, indien er weinig voor de
wijkzuster te doen is, tot op een vast te stellen
maximum-hoeveelheid tjjd de wijkzuster in het Zieken
huis zelf kunnen doen helpen.
Wat de kosten betreft, het komt ons voor, dat die
zeer gering zullen zijn. Immers, het zijn niet slechts de
ongegoeden, die in geval van ziekte de hulp eener
wijkzuster uitstekend kunnen gebruiken. Er zijn ook
meergegoeden, die in dergelijke omstandigheden zijn.
Indien de doktoren meewerken, zou dus gemakkelijk
door de instelling van een tarief naar klassen voor de
meergegoeden een (belangrijk) deel der kosten vergoed
kunnen worden.
Dat zooiets niet op den weg der Gemeente zou liggen,
zal toch wel niemand beweren. Even goed als zjj voor
gemeentelijke geneesheeren, gemeentelijke schoolartsen
en een gemeentelijk ziekenhuis zorgt, kan (en moest)
zij ook voor gemeentelijke wijkzusters zorgen.
Er is geen jaarverslag der vereeniging voor Wijk
verpleging verschenen, of wij hebben onze volle instem
ming met het doel en den arbeid van Wijkverpleging
betuigd. Wij hebben daarbij steeds de trouwe zorgen
der wijkzuster en de uitmuntende bedoelingen van het
Comité gehuldigd. Maar wij hebben ook telken jare
Er is intusschen nog een andere weg, niet een betere,
maar toch ook een weg. Een weg, die ingeslagen zou
kunnen worden, indien de andere afgesloten werd. Het
is nl. mogelijk, de wijkverpleging te regelen in overleg
en met medewerking van de arbeidersbeweging en de
ziekenfondsen.
Wat de ziekenfondsen er aan kunnen doen is duide
lijk zjj zouden door de heffing van 1 cent (of als 't kan
v, cent) per lid voor hun leden de wijkverpleging open
kunnen stellen, de gevallen natuurlijk te beoordeelen
door de behandelende geneesheeren. Maandelijks zon
ieder fonds dan het gestorte bedrag moeten overmaken
aan den penningmeester van het afzonderlijk wijkver-
plegings-comité.
Maar deze geldelijke regeling zou, geheel op zich
zelf blijvende staan, niet voldoende zijner moet daar
nog iets bijkomen. Er moet een comité van beheer zijn,
dat de zaken met de fondsen, met de doktoren, met de
verpleegster en met de patiënten en hun families
regelen kan. En waar zon men zulk een comité beter
kunnen vinden dan in de arbeidersbeweging Wanneer
de gemeente de zaak niet ter hand neemt, dan zullen
het voornamelijk de arbeidersgezinnen zijn, die in ver
pleging in 't gezin zullen moeten voorzien. Ook daarin
zal dus een stukje maatschappelijke klassezorg en klasse
organisatie liggen. En het kan niet anders, of om te
slagen zal men dan bij de georganiseerde arbeiders te
recht komen.
Hoe het intusschen gaan moge, wy hopen dat de
Vereeniging voor Wijkverpleging onze denkbeelden
ernstig overwegen zal, en, tot. de erkenning komende
dat het met de tegenwoordige regeling volkomen spaak
loopt, een der door ons aangewezen wegen op zal gaan.
5 April 1910.
De geestigste April-grap is kinderachtig in verge
lijking van de dolle mop, die onze vroede Vaderen
in deze April-zitting hellen uitgehaald. Wij wekken
Speenhof op, ze voor zijn komisch programma te ver
werken, maar dan moet hij vooral niet verzuimen de
meest echte Schiedamsche typen uit den Raad natuur
getrouw na te bootsen. Wij voorspellen hem reusachtig
succes.
Aan de orde was de benoeming van regenten
voor het S. Jacobs Oasthuis. Mr. W. II. Jansen's
voorstel, om die regenten niet voor hun leven maar
voor een tpdvak van 8 jaar te benoemen, was aange
nomen met 10 tegen 5 stemmen (vóór de heeren Smit,
Nolet, Lagerwey, Jansen, Klein, von Briel Sasse, Goslinga,
Van der Velden, Van der Drift en De Bruin, tegen
de heeren Kranen, De Groot, Van Westendorp, Ris en
Wittkampf). Dr. Ris verklaarde nu, bezwaar te hebben
aan de benoeming mee te werken, omdat die naar zijn
meening onwettig was, waarop de voorzitter hem den
raad gaf óf blanco te stemmen óf zich tijdens de stem
ming te verwijderen. Dr. Ris koos het laatste en ging
de zial uit, gevolgd door de heeren Wittkampf, Van
Westendorp, De Groot en Kranen. Maar toen bleven
er slechts 10 leden over, zoodat het wettelijk ver
eischte aantal om een besluit te nemen ontbrak.
De benoeming kon dus niet plaats hebben. En de
voorzitter stelde het volgende punt der agenda aan
de orde.
Dr. Ris kwam nu met zijn medestanders weer terug.
Maar daarmee lieten de heeren van rechts de zaak
niet afloopen. Mr. W. II. Jansen zei„als er te weinig
leden zijn, moet de zitting gesloten worden". En mr.
von Briel Sasse stelde voor„punt 3 der agenda (de
benoeming van regenten) opnieuw aan de orde te stellen".
De Voorzitter maakte zich van mr. Jansen's opmerking
af door te zeggentoen er gestemd moest worden
waren er niet genoeg leden, maar nu wel. Maar het
voorstel van Mr. von Briel Sasse moest in stemming
worden gebracht, daar het voldoende ondersteund werd.
Het April-duiveltje beschikte, dat de leden zich in 2
gelijke groepen verdeelden (de heer Koopmans was nu
aanwezig) zoodat de stemmen, 8 tegen 8, staakten
en over dat voorstel in de volgende zitting opnieuw
gestemd zal moeten worden. De voorstemmers waren
de heeren Jansen, Van der Drift, Klein, Nolet, Von
Briel Sasse, Goslinga, Van der Velden en Lagerwey,
de tegenstemmers de heeren Smit, Wittkampf, Kranen,
De Groot, Koopmans, Ris, Van Westendorp en De Bruin.
Zulk een dolle mop is zelfs door den Schiedam-
schen Raad nog niet uitgehaald. Niet ten onrechte
DE MOKER