Ketterjacht.
Uit de Vakbeweging.
onder Dr. Kuyper's „vluchtigheden" worden gerang
schikt. Maar de bewering, dat de heer Lehmann man
rechts was, heeft menige oprechte antirevolutionair ge
voeld als een klap in het aangezicht.
Merkwaardig was tegenover de kritiek van Mr. De
Jong, Dr. Kuyper's antwoord. Er verscheen een arti
keltje in de „Standaard", waarin de gesignaleerde
„duisterheden en onjuistheden" werden verzwegen, maar
waarin drie andere „verschrijvingen" in de verklaring
van 18 November werden opgehaald. Bljjkbaar was
hiervan de bedoeling, den indruk van Mr. De Jong's
woorden by de getrouwen te verzwakken.
Maar thans, nu het gevaar van de enquête is afge
wend, komt de Leider brutaler uit den hoek. „Na veel
zoekens" komt de „Standaard" voor den dag met het
volgende briefjf, naar het heet in 1905 door den heer
R. Lehmann aan Dr. Kuyper gezonden, ter begeleiding
van een gift van f 5000 voor de a.r. partijkas.
„Hoogedelgestrenge heer!
„In het belang van het vaderland gevoel ik mjj
gedrongen, bijgaande som van vijt duizend gulden
aan U Hoogedelgestrenge in kwaliteit van voorzitter
der anti-revolutionaire partij te doen toekomen, in
de hoop, dat de som moge medewerken tot ver
vulling der verwachting van de anti-rev. partij,
wier beginselen ik ten zeerste ben
toegedaan. Aan den uitslag der verkiezingen
hangt het wel en wee van het vaderland, en het
is juist om die reden, dat ik besloten ben, mijne
bijdrage aan te bieden, en verzoek ik U. H. E. G.,
deze mijne gift voor het bovengenoemde doel wel
te willen aanvaarden.
„Met de meeste hoogachting" enz."
Waren wij doortrokken van denzelfden geest als de
a.r. „Rotterdammer", die verleden jaar al haar best
heeft gedaan, de echtheid der door ons gepubliceerde
brieven verdacht te maken, wjj zouden op heel wat
omstandigheden kunnen wijzen, die dit document ver
dacht maken. Vooral het oogenblik waarop het werd
„gevonden" is vreemd. Veel leed had Dr. Kuyper zich
kunnen uitsparen, indien hij wat minder haastig was
op reis gegaan, en wat eerder had gezocht. Maar wij
volgen de tactiek van de „Rotterdammer" niet; en
willen, tot het tegendeel mocht blijken, de echtheid van
het document aanvaarden. Bewijzen doet het dan alleen,
dat in een officieel schrijven aan Dr. Kuyper de heer
Lehmann, wiens broeder ongeveer te zelfder tijd dat
dit briefje werd geschreven, door Dr. Kuyper bjj zijn
ambtgenoot De Marez Öjjens werd aanbevolen voor
een ridderorde, en dientengevolge gebracht werd op een
geheel voorloopige lijst, een beleefde buiging maakte
voor de a.r. partij. Wjj gaan verder: evenals men
personen, niet aangesloten bij de S.D.A.P., maar die
toch op onze candidaten plegen te stemmen, pleegt aan
te duiden als „rooien", willen wij voortaan erkennen,
dat de heer R. Lehmann is „een fijne".
Over het afdrukken echter van dit briefje, nu het
kamerdebat gesloten is, hebben wij nog iets te zeggen.
Het moge een heugelijke vondst zijn geweest voor iemand
die er lang naar heeft gezochthet moge ook een ge
schikt middel voor Dr. Kuyper zijn, nu hij moeilijk aan
de mannen broeders zijn verdediging door zijn koalitie-
vrienden en partjj'genooten kan voorzetten tot herstel
van het geschokt vertrouwen, om met één enkel doku-
ment allen twijfel weg te vagen in de harten der ge
trouwen gerezen, de publikatie van dit briefje wekt
omtrent de recht- en slechtheid van den Leider nieuwen
argwaan. Hij heeft zijn zaak toevertrouwd aan een
eereraad. Die moet thans uitspraak doen, na onderzoek
van alle bescheiden. Die uitspraak heeft de heer Kuyper
zelf „verlangd"; op zijn verzoek is de eereraad samen
gesteld. In plaats van het briefje aan dien raad te ver
zenden, waar het naast andere briefjes gelegd, kan
worden onderzocht en vergeleken, waar de waarde
ervan in het proces kan worden bedaald, komt de heer
Kuyper met dit eene stuk voor het publiek, met de
blijkbare bedoeling om vóór de eereraad spreekt, alvast
bij de mannen-broeders de overtuiging van zijn duiven-
onschuld te vestigen. Mochten dan later de heeren Van
Karnebeek, Kist en Van Swinderen een minder gunstig
oordeel vellen, of wegens gebrek aan medewerking hun
taak neerleggen, geen nood, het „Standaard"-publiek
had zijn oordeel al gevestigd.
Heel het optreden trouwens van den heer Kuyper,
nu het enquête-gevaar voorbij is, is brutaal. Nu durft
hij zijn aanvallers te lijf. Nu spreekt hy van „een buurt-
kabaal op de Bierkaai". Nu staat hij te schreeuwen als
een kwajongen, die den veldwachter is ontloopen, nu
werpt hij met volle handen het slijk naar zijn politieke
tegenstanders. Het boetekleed is uitgetrokkenin zjjn
hemdsmouwen staat, hij te schelden en te razen. Van
de paganisten eischt hij respekt voor den eereraad,
maar voor zichzelf acht hp blijkbaar de zaak afge-
loopen.
Zoo staat de zaak echter niet. De brute meerderheid
der politieke christeren heeft, uit vrees voor het door
breken van de waarheid, de Kuyper-zaak gesmoord, en
met al zijn geschreeuw kan de heer Kuyper niet doen
vergeten, dat de stellage van waar hjj het volk nu
toespreekt, een geweldige doofpot is, die wie weet welk
vuil bergt
Nadat het een tijdlang gedreigd had, is het voor een
paar weken feit gewordenAnke Van der Vlies is als
onderwijzeres aan de Diaconieschool te Rotterdam
ontslagen, waartoe als reden werd opgegeven, dat zij
socialiste is, ofschoon de omstandigheid dat zij, die de
waarheid huldigen wilde, Mr. de Jong ontmaskeren
moest, daarbij zeker een factor geweest zal zijn.
Aan haar godsdienstzin kan nog niemand twijfelen
en door niemand is dan ook beweerd dat zij is ont
slagen omdat zp niet kristeljjk zou zijn. En daar is
men in 't algemeen niet eens zoo karig mee in
vroeger dagen werd de godsdienstige overtuiging van
Staalman, van Mr. de Vries, van Brinkhuis, van Van
den Brink en, niet te vergeten van tal van moderne
socialistische dominéés, door de coaliseerende ver
politiekte christenen schouderophalend begroet en
ongeloovig aangewezen. „Dat was toch allemaal maar
surrograat" en alléén wie 't ook in de politiek met
de coalitie eens was, kon deelhebber(ster) zyn van het
„waarachtige" christendom...
't Is de laatste tijden wel gebleken, dat zjj, die het
brutaalst den neus durven ophalen voor anderer geloof
en het hardst roepen, dat zij de waarachtige leer in
pacht hebben, het sterkst hun daden met hun
woorden in strijd durven brengen en dat er menige
arme zondaar met zoo'n „minderwaardig" of zelfs
heelemaal zonder geloof in ons landje is, die moreel
hoog boven die zedeblaffers uitsteekt.
Men heeft dat foefje der verdachtmaking maar niet
tegen Enka uitgespeeld, maar haar kort en goed buiten
de school gezet, haar broodeloos gemaakt.
Haar misdaad was een andere overtuiging op
sociaal-ekonomisch terrein te koesteren dan het kristelpk
diaconaal-schooibestuur lief was. Dat schoolbestuur
was met huid en haar aan het kapitalisme verknocht
en Enka durfde het beginsel propageeren, dat de
val van dat kapitalisme profeteert en helpt bewerk
stelligen.
Zoo iemand deugt niet in een christelijke, diaconale
schooldominé Slotemaker de Brujjne en andere aan
maatschappelijke liefhebberpen doende christenen mogen
zeggen „wij keuren zoo'n ontslag af", de bpl valt en
het offer aan het kapitalisme moet gebracht.
De christelijke arbeiders schrikken misschien even
op, bij zoo'n brutale machtspatserstreekeven, hu,
waórom zoo'n straf, ze is toch óók christelijk
Stil, stil, m'n jongen, bemoei je toch niet met dat
alles. Haar godsdienst was toch de ware nietze
mistte de helft, neen méér dan de helftze mistte den
eerbied en het gezag voor het geld. Dat is geen
ware godsdienst dus en zulk een zou de kindertjes,
aan de diaconiezorgen toevertrouwd, op het pad des
verderfs voeren. De zorg voor die arme zieltjes eischt
dat offer
De christelijke werrekman doezelt verder, 't Begrip,
dat 't verborgen doel de huldiging is van het root-
systeem, dat ook hém den adem verstikt en neerdrukt
als een slechts bij genade-levend, minderwaardig wezen,
dat begrip vordert te veel van z'n geestes-vermogen,
als dat 't in dat brein zou worden toegelaten. De schrik
is er uit met ééne preek over berusting
Nog altpd hebben de moderne ketterjagers niet be
grepen, wat heel de geschiedenis leert van elke groote
en revolutionaire gedachte, die drong naar andere ver
houdingen dat het bloed der martelaren het zaad der
kerk is. Der protestanten eigen kerkgeschiedenis levert
zoo sterk de bewijzen ervan, maar de protestanten
kennen hun kerkgeschiedenis schijnbaar niet. En met
een felheid, evenarende aan die der katholieke ketter
jagers, vervolgen zy in onzen tijd, met meer moderne
middelen, maar even onbarmhartig en even ónchriste
lijk, de moderne ketters.
Enka viel nu. Anderen, en tal van anderen, vielen
vóór haar, en nog velen zullen haar volgen.
Maar ieder offer zoent zich. En voor elke afge
trokken loot botten er vele uit, met onstuimige kracht.
Welkom in Schiedam, Enka. We hopen u naast
en kon 't zjjn mét ons te zien overal en altjjd waar
het geldt tegen het kapitalisme de ontvoogding der
arbeiders-klasse te bevorderen.
Wie de heerljjke socialistische gedachte in zich heeft
opgenomen en het ruwe geweld der kapitaal-knechten
aan den lijve heeft gevoeld, die kan slech's met ver
dubbelden jjver tegen het kapitalisme ten strijde trekken.
Zóó zien we Enka. p. de Br.
De Grondwerkers in Den Haag. De
grondwerkers in den Haag hebben den strijd aan
gebonden om hun loon van '22 a 23 cent op een kwartje
per uur te brengen. Een heel doodeenvoudige stryd dus
ter verbetering van de arbeidsvoorwaarden. Zp wen-
schen de 25 cent per uur in een collectieve overeen
komst voor 2 jaar vast te leggen, waarin zjj dan
tevens den 10 urigen werkdag en een percentage over-
geld voor overwerk in wenschen opgenomen te zien.
Deze beide verlangens bestaan practisch alreeds, zoo
dat alles in hoofdzaak draait om het kwartje per uur.
Van deze hoogst sobere feweging maken de heeren
patroons nu een strijd om de macht.
Zp eischen, alvorens zjj met de werklieden overeet
collectief contract willen onderhandelen, dat de arbei
ders op de door de patroons te stellen voorwaarden,
aan het werk zullen gaan. De patroons beweren onmo
gelijk met een stakende vereeniging over een collectief
contract te kunnen onderhandelen. Zoo maken dt
patroons van deze eenvoudige staking om een paar cent
per uur meer, een machtsstrijd. Het is belachelijk als
het niet zoo treurig was.
En het beteekent dat de patroons elke poging m
de arbeiders, om een weinigje verbetering van toestand
te krjjgen met ruw geweld willen neerslaan.
Dat zij op de oude schrikkelpke manier wenschen
door te gaan de arbeiders uit te buiten en uit hen te
halen wat er te halen is.
En zjj deinzen er niet voor terug, gedreven door
hunnen onleschbaren dorst naar meerwaarde en hoi
machtsfanatisme, desnoods groote groepen verwaoto
catagoriën van arbeiders eveneens op straat te slingeren,
En dat alles gebeurt, terwjjl de stakers van hoi
kant elke poging om de besmettingstheorie toe te
passen, in den kiem smoren en zoo mogeljjk, waar 't
maar even kan, de arbeiders aan het werk lieten blijven.
Zoo drjjven de patroons naar practijken, die zjj elders
met de meeste scherpte afkeuren.
De staking staat er prachtig voor, ruim 20 patroons
hebben reeds toegegeven. Van de ongeveer 500 stakers,
zjjn er 180 bjj de patroons, die toegaven, aan het werk
en van onderkruipers hebben de stakers zoo goed als
geen last.
De Haagsche Bestuurdersband heeft een Landeljjke
steunbeweging op touw gezet, na vooraf overleg met
het N. V. V. gepleegd te hebben. Wij wekken daarom
de lezers van ons blad op, om wanneer hun een steun-
lpst gepresenteerd wordt met het stempel van den H.B.B.,
voor een bijdrage te teekenen, hetzij klein of groot.'
Want deze algemeene sympathieke staking zal ge
wonnen worden wanneer er flink gesteund wordt.
Wij vernemen nog dat de -Kamer van Arbeid hare
bemiddeling heeft aangeboden, doch het bemiddelings
voorstel, hetwelk door de grondwerkers vereeniging
D. E. V. aanvaard werd, is door de patroonsvereeniging
afgewezen.
Wjj wekken daarom de arbeiders nogmaals op de
staking zoo krachtig mogeljjk te steunen.
Dok daar verandering. Op 16 en 17 Meij 1.
werd de le jaarvergadering gehouden van het Chris
telijk Nationaal Vakverbond (C. N. V. V.).
Het verslag der vergadering, opgenomen in Het Volk
van 19 Mei, doet zien, dat ook in die wereld van wer
kenden verandering komt. Door den voorzitter, het
Rotterdamsch gemeenteraadslid, den heer Diemer, werd
ten eerste gewezen op het gebrek aan leiding, dat bjj
de christelijke werkliedenvereenigingen bestond. Het
verbond was opgericht om meer eenheid te brengen in
optreding en leiding te geven waar dat noodig was,
Wel is waar worden in eene vergadering van chris-
telijken de meeningen niet zoo rondweg verkondigd als
we dat bjj ons gewend zjjn, maar het is toch merk
waardig dat men uit de gesprekken, daar gehouden,
kan voelen, dat ook de christelijke werkman in den
grond der zaak door denzelfden geest bezield wordt
als zijn paganistische mede-arneider.
Volgens den heer Diemer is de vakbeweging nood
zakelijk om den arbeidersstand de plaats te geven ot
te doen behouden waarop hjj recht heeft.
't Komt er nu maar op aan vast te stellen hoever
dat recht moet strekken en we kunnen gerust aan
nemen, dat wanneer bjj de christeljjken het inzicht
ontwaakt, zjj ook dat recht wel steeds verder zullen
uitzetten.
De conclusie waartoe spreker kwam was, om de
arbeidsvoorwaarden te verbeteren en verslechtering
tegen te houden en aan den arbeider medezegging
schap te verzekeren in het bedrjjf.
Wel is waar kon ook nu nog niet het socialisme en
de moderne vakorganisatie ongemoeid worden gelaten
en het is dan ook van een christeljjken arbeidsleider
alleszins te verwachten een aanval daarop te doen.
Bjj het debat evenwel merkte een der afgevaardigden
op, dat de inleider had gesproken over de sociale wet
geving in Israël. Daar had men evenwel geen op
hooping van kapitaal. Als de ophooping van kapitaal,
zoo betoogde deze spreker verder, tegen den godde-
1 jjken wil was, dan moest daartegen gestreden worden.
Dringt die meening straks door, dat de ophooping van
kapitaal strijdig is met Gods gebod, dan heeft Enka
in haren strijd voor het christen=-socialisme een mooi
arbeidsveld. Eu die meening breekt langzamerhand
baan. Wie had eenige jaren geleden zooiets uit een
christeljjken werkmansmond durven verwachten?
Ook de medezeggingschap van den arbeider en het
gezag van den patroon werd nog besproken. Door
een der afgevaardigden werd de meening verdedigd,
dat het gezag van den patroon niet verder moest gaan
dan tot opzicht en bedrijfsleiding.
In 't algemeen hoorde men by deze debatten wel is
waar in wat zachteren toon, toch dezelfde klanken als
bij de neutrale arbeidersvereniging. In zjjn repliek
betoogde de inleider dat er bekwame leiders in de
vabbeweging moeten zjjn, die de fiuanciëelen toestand
van het bedrjjf kunnen beoordeelen.