Onze taak!
Uit de Vakbeweging.
gaat zij over tot beschouwingen over de candidatuur
van de S. D. A. P.
Zy schryft dan
Immers de Soc.-Dejn. Arbeiderspartij heeft
voor deze verkiezing candidaat gesteld haar medelid,
den heer P. de B r u i n. De man, die haar zoo
menigmaal en steeds succesloos zijn naam voor de
stembus leende, is toch niet meer ter beschikking.
De redactie vergeet dat het ons de vorige raads
verkiezing niet veel moeite zou hebben gekost om
dienzelfden man met succes er in te brengen, wanneer
wij dezelfde smerige wapenen als de handlangers der
Nieuwe gebruikt hadden.
Verder laat zij volgen
Hij, die aan de Hoogere Burgerschool de sociaal
democratische beginselen niet mocht doceeren, maar
ze met zoo kwistige hand onder Schiedams inge
zetenen door woord en schrift verspreidde, die
haar afdeeling presideerde en de verstrooide en
volstrekt niet altijd homogene schapen bijeenhield,
heeft volgens zijn eigen verklaring „een ruimer
terrein voor zijn werkzaamheid" gevonden.
De redactie kan zich waarschijnlijk niet verbeelden
dat er menschen zijn, welke er nog eene overtuiging op
na houden. Zjj kan zich niet voorstellen hoe hij eu
zoovelen met hem het durven wagen voor hun meening
rondweg uit te komen en niet in 't stof te buigen voor
die boven hen staan. Zij zelf is dat zoo gewend, geen
andere meening toegedaan te wezen dan haar van
„bovenaf" ingegeven wordtdoor b. v. b. steeds naar
de pijpen van Mr. W. H. te dansen, dat zij inplaats
van dien persoon te respecteeren, hem nog gaat bespotten
voor z'n opoffering voor het proletariaat.
En verder
Ook de eeuwige „Pieter Jelles", die anders voor
alle candidaturen veil was, schijnt er de brui van
te geven en wil zich blijkbaar slechts noode, in een
enkel district, voor de Statenstembus ter beschik
king stellen.
In haar onnoozelheid weet zij niet, dat wanneer een
soc. dem. wordt candidaat gesteld, dit oneindig meer
werk geeft dan aan hun kant het geval is. Aangezien
Troelstra geen klagen heeft van te „weinig werk" en
de laatste jaren nogal eens met ziekte te kampen heeft,
zou het voor ieder ander, behalve voor de redactie der
„Nieuwe", duidelijk zijn waarom Tr. geen candidatuur
aannam.
Tot slot nog het volgende:
Zoo bleef dan Schiedams S.D.A.P. niet veel anders
te doen, waar toch een man uit de provincie moet
gesteld worden, dan de verdienstelijke Piet de
Bruin voor dit baantje te proclameereu. De man,
die toch van alle zaken verstand en in zoovele
dingen een helder inzicht blijkt te hebben, zal toch
ook over polderzaken en verdere provinciebelangen
wel kunnen meespreken. Wellicht neemt hij even
tueel naar de Statenzaal mee de twee flescbjes, die
hij in den Raad ter zake der Waterleiding vertoon
de En buitendien... hij stemt puik bij keuze van
Eerste Kamerleden op linksche candidateu.
De verdienstelijke Piet de Bruin, zegt de „Nieuwe",
moest voor dit baantje worden geproclameerd. In de
„heldere" kykers van de „Nieuwe" is de Bruin misschien
te verdienstelijk, ja, door zijn verdiensten maakt hij het
uw „standje" wel een beetje lastig. De verdiensten van
de „Nieuwe" redacteur komt alleen op oranjefestivitei
ten voor den dag. Dat hjj van alle zaken verstand
heelt en in zoovele dingen een helder inzicht, heeft hij
verworven door de zaken flink aan te pakken en te
onderzoeken, wat ook al niet tot de deugden van de
„Nieuwe" en haar trawanten behoort.
De twee fleschjes water doen ook opgeld. Dat hij
daar indertijd een goed werk mee heeft gedaan, snapt
zij weer niet. De fabrieksarbeiders(sters) zooveel te
beterdie zijn het nog niet vergeten welk smerig water
zpj toen te drinken kregen om hun dorst te lesschen. Dat
hy, wanneer hij nog eens de Statenzaal binnentreedt, op
geen r-echtsch Eerste Kamerlid zal stemmen, behoeft
geen betoog. Wij spreken elkander nog wel eens nader.
Trots alles en allen zullen wy overwinnen, en ons eind
doel bereiken, tot heil der proletarische klasse.
Vereenvoudigde schrijftaal.
Is zij niet, onze beschaafde maatschappij, als het
wit gepleisterde graf, dat van buiten wel schittert en
blinkt, maar van binnen vol bederf en verrotting is
Trouwen, knapen en meisjes worden uit 't huisgezin
naar de fabriek gedreven om eenigszins tegemoet te
komen aan de geringe inkomsten van de man. Velen
onzer moeten wonen in ellendige krotten in tegen
stelling met hen, die wonen in trotse gebouwen, monu
mentale paleizen.
Een slepende ziekte, de tering, grijpt wreed om zich
heen in de onderste lagen des volks, dat verstoken is
van de voornaamste levensvoorwaarden: licht, lucht J
en voeding.
Lage lonen, overmatig lange arbeidstijden slepen ons
reeds vroeg ten grave.
De werkeloosheid teistert ons onophoudelik, nu eens
meerder, dan weer minder.
Hoe gering is 't aandeel, dat wij krijgen van het
ganse maatschappelike inkomen, dat geboren wordt nit
de samenwerking van Natuur, Arbeid en Kapitaal.
Alle voordelen, alle gemakken zijn weggelegd voor hen,
die teren op de arbeid van anderen, voor hen, die leven
van onze armoede en ellende, die leven van uitbuiting
en onderdrukking.
Is in onze maatschappij niet elke verandering een
verbetering
Gelukkig, evolutieonaire krachten in de maatschappij
zelf, openbaringen van langzame anders-wording, wijzen
de weg, die wy te volgen hebben, de weg naar een
nieuwe maatschappij, waar brood en levensgeluk zal
zijn voor allen.
Ja, het is de maatschappij zelf, die ons drijft naar
het socialisme, die ons dringt naar 't gemeenschappelik
beheer der produktiemiddelen.
De uitbreiding van het grootbedrijf, dat het klein
bedrijf in zich opslorpt, de vermeerdering van het
proletariaat met de onderste lagen van de middenstand,
die de konkurrentiestrijd tegen 't grootkapitaal niet
kunnen volhouden, de centralisatie van het kapitaal
dat alles wyst op de komst van het socialisme, dat
alles, maakt 't socialisme mogelik en noodzakelik.
Aan ons allen, wier denken, doen en handelen geheel
door die wetenschap wordt beheerscht, aan ons de taak
de socialistiese idee, de idee van het kameraadschappelik
beheer der produktiemiddelen te propageren, aan ons
de taak de klassenstrijd, de heftiger en heftiger
wordende kamp tussen Kapitaal en Arbeid in al zyn
onverzoenlikheid te doen ontbranden tot ontvoogding,
tot vrijmaking van onze klasse uit de wrede klauwen
van onze machtige overheer.»ers.
Aan ons de arbeiders niet alleen te doen geloven
aan 't socialisme, maar te doen weten, dat 't socialisme
met onafwendbare zekerheid komt door de drang der
maatschappij zelf.
Aan ons niet alleen de mogelikheia maar ook de
noodzakelikheid van 't socialisme te doen inzien.
Aan ons de bewustmaking van de arbeiders door een
krachtige agitatie voor t Algemeen Kiesrecht, als het
middel voor massale bewegingen, als het middel, door
de drang der massa, voor sociale hervormingen, als het
middel voor 't socialisme.
Een gewonnen staking.
Men schryft ons namens het hoofdbestuur van den
Bouwvakarbeidersbond
De Haagsche grondwerkersstaking is geëindigd met
een flink succes voor de arbeiders.
De eischen waren10-urendag, overgeld voor over
werk volgens de gemeentebestekken en het loon te
brengen van 22 op 25 cent per uur; een en ander
vastgelegd in een kollektief kontrakt.
Toen de staking uitgebroken was, wilden de patroons
geven, zonder meer, '23 cent per uur. Zij verklaarden
onmogelyk met een stakende vereeniging te kunnen
onderhandelen en eischten dan ook direkte hervatting
van het werk, eerst dan kon over een kollektief kon
trakt gekonfereerd worden, waarby de patroons ook
den eisch van een waarborgfonds stelden. Een latere
eisch van def patroons was nog, dat het te sluiten kon
trakt einde November 1913 zou afloopen; voorts zou
den de arbeiders verplicht zyn het werk van ongeor
ganiseerde' stakers over te nemen.
Thans is de vrede gesloten onder de volgende voor
waarden
1. Een 10-urige werkdag in den zomer en 9 uur in
den winter.
2. Overgeld voor overwerk volgens do bestekbepa-
lingeu voor gemeentewerken.
3. Het loon wordt vastgesteld op 23 cent direkt,
1 Augustus a.s. 24 cent en 1 Augustus 1911 25 cent
per uur.
4. Als in gemeentebestekkeu een hooger loon wordt
vastgesteld, wordt dit ook in het te sluiten kontrakt
opgenomen.
5. Het kontrakt wordt 1 Juli a s. afgesloten «n ein
digt 1 Februari 1913.
6. Geen rankune-maatregelen worden genomen
a. alle arbeiders komen by hunne respektieve patroons
terug
b. zij, die vóór het uitbreken der staking een hoo
ger loon verdienden, behouden dit hoogere loon, met
de verhooging er by.
7. De onderkruipers worden zoo spoedig doenlyk
weggezonden.
De grondwerkers kunnen met deze resultaten tevre
den zynzij zouden echter deze vredesvoorwaarden
niet aanvaard hebben, als de steun een beetje beter
gevloeid hadmaar aangezien de steun eer minder
dan meer werd, besloten de grondwerkers op deze
voorwaarden den arbeid te hervattentemeer wijl zij
een schuld hebben van een f 800, zoodat eventueel nog
binnen te komen stenu tot dekking der kosten zeer te
stade komt.
Zondagmorgen hielden de grond werkers een ver
gadering met Muller en De Visser als sprekers beiden
wekten op tot sterk maken van de organisatie.
{Het. Volk.)
Het Arbeidscontract in de Practyk.
Onderstaand artikel komt voor in het jongste nummei
van De Timmerman aan den hand van onzen partijgenool
G. Kapteyn. Wy meenen goed te doen dit artikel
geheel te plaatsen, temeer waar men ter plaatse ie
art. 1638 c en <i ook in de gemeentebestekken gehand
haafd bly ven, met dien verstande echter, dat geen vaste
tyd gesteld wordt hoelang do doorbetaling van het loos
zal geschieden.
In het schryven aan de vakvereenigingen werd de
wensch uitgesproken, dat de arbeiders het zouden vindei
met de werkgevers.
„De bezwaren van de aannemers tegen het
verbindend verklaren van de artikelen 1638
c. en d. B. W. (wet op het arbeidscontract)
zyn deze:
dat het loon uitbetaald moet worden bjj
verzuim wegens ziekte (voor betrekkelijk korten
tyd) en in eenige andere gevallen in boven
staande artikelen omschreven, zonder dat d«
kosten hiervan begroot kunnen worden, doek
het grootste bezwaar is, dat door te verwach
ten veelvuldig verzuim wegens ziekte (daar
het loon toch doorgaaj), de uitvoering van een
werk zoo ongeregeld zal worden, dat een
groote stoornis in het bedrijf hiervan het gevolg
zal zyn, welke schade in het geheel niet ts
begrooten is."
Bovenstaande is ontleend aan een ingezonden stak
in het Deventer Dagblad van 25 Juni 1909 van dei
hand eens aannemers, tydens de debatten in den raai
dier gemeente, om in de bestekbepalingen voor een nieuw
te bouwen gasfabriek, artikelen 1638 c en d van het
B. W. bindend te verklaren.
Over deze zinsnede en gruwelyke beleedigingen aai
het adres van de werklieden, welke in dat stukje voor
komen, zullen wy thans niet spreken, alleen maar con-
stateeren dat hetgeen deze aannemer schreef, is: de
algemeen geldende motiveering van patroonsstandpunt
inzake uitschakeling van de gunstige bepalingen in de
wet op het arbeidscontract.
Dat de heeren aannemers bevreesd zijn voor de
„slechtheid" der werklieden en hunne berekeningen,
wanneer hun wordt opgedragen naar zeker werk in te
schrijven, onder de voorwaarden gesteld met handhaving
van art. 1638 c en d van het B. W., bleek ons eenigen
tijd geleden, toen de Coöperatie te Leeuwarden een
nieuw gebouw moest laten zetten en daarvoor in liet
schryven met en zonder de handhaving van meerge
noemde artikelen.
De minste inschrijver van dat werk toch, berekende
op dat werk, groot f40000, eene som van f 400
voor de handhaving van art. 1638 c en d, terwyl de
Aannemersbond in Deventer het parool uitgaf om -
als de bepalingen c en d in de bestekken voor de
gasfabriek werden gehandhaafd niet in te schrijven
omdat de kosten niet te berekenen zouden zijn, en de
aannemers vrijheid moesten behouden om aan die werk
lieden, welke zij meenen dat daarvoor in aanmerking
komen, toch wel doorbetaling bij ziekte zullen geven.
(Dit laatste argument spelen de patroons over het al
gemeen nog al eens uit als zij de brave Joris willen
uithangen en de zoo hoog geroemde vrijheid verdedigen
tegenover de wetsdwang, waaronder zy naar zjj
zeggen toch al zooveel lyden.)
Ook zijn er tegenover de motieven van aannemers
zijde inzake het niet kunnen berekenen van kosten,
voortvloeiende uit handhaving van art. 1638 c en d
bewyzen geleverd door Maatschappijen welke die
risico wilden overnemen, althans 1638 c, voor betaling
by z'ekte, en voor die risico Vioo vatl het totaal bedrag
aan arbeidsloon lees goed, geen aanneemsom) vor eren.
Zoo blykt dus uit alles dat als de goede wil
aanwezig is de mogelykheid van naleving der wet
zonder hooge kosten mogelijk is.
Thans zijn wij echter in staat om met cijfers te be
wijzen dat de kosten van handhaving van de wet op
het arbeidscontract zeer miniem zyn en in geen geval
schadelyk zyn voor den gang van het
b e d r ij f
Het zjju cijfe- s ontleend aan het jaarverslag van de
coöperatieve vereeniging
„De Coöp. Rotterdamsche Bouwersbond".
Toen de wet op het arbeidscontract zou in werking
treden werd op eene vergadering van leden dier ver
eeniging vastgesteld dat de geheele wet. op het arbeids
contract, in deu zin van gunstig voor de werklieden,
zou worden nageleefd en dus zou worden gegeven
doorbetaling van alle verzuim waarop de werkman
recht heeft krachtens de wet op het arbeidscontract,
terwijl voor regeling van art. 1638 c het volgende werd
bepaald
BEPALINGEN
omtrent den betrekkelijk korten tijd", bedoeld in de Ie alinea van
Art. 1638c der Wet van 13 Juli 1907, Staatsbl. 193 (Arbeidscontract).
Vastgesteld door den Raad van Beheer der Coöperatieve
Vereeniging „DE COÖPERATIEVE ROTTERDAMSCHE
BOUWERSBOND", op I Februari 1909.
Het Arbeidscontract, vastgesteldby de wet van den
13 Juli 1907, Stbh 193, wordt als bindend voor beide