FEUILLETON. TWEE-HONDERD-TACHTIG PERCENT. Strijdt het Socialisme tegen den Godsdienst? Vakbeweging. 1. Uw gebouw is een S. D.-gebouw. 't Is waar, dat is 't Volkshuis niet, dat heeft meer van een V. D.-gebouw, waarin, volkomen naar vrijzinnig-demokratische onbe grijpelijkheid, zwart en blauw en rose zich schijnt thuis te gevoelen. Oók de anarchisten. 2. In de leeszaal van 't Volkshuis liggen ver schillende bladen ter lezing, in „Constantia" alleen S. D.-bladen. Beste vrienden, ge zpt vermoedelijk nimmer nog wezen zien, welke bladen er in „Constantia" aanwezig zjjn. Zoo te zien, schijnt het dat ge er geen snars van weet. Maar voorts de bescheiden opmerking: u vergadert in 't Volkshuis toch niet in de leeszaal Ge wilt de merschen tot zelfdenken brengen. Dat is verdienstelijk werk, maar als ze nu toch denken gaan, laat ze dan ook eens peinzen over het probleem, dat anarchisten, je onvervalschte bestrijders van het kapita lisme, zich niet geneeren een inrichting te prefereeren, door de kapitalen van wat burgerlijke filantropen in stand gehouden, met het doelverbroedering der standen. Het schijnt dat daarover met de anarchisten nog wel te onderhandelen valt Of kameraad De Lange door de S. D. A. P. van z'n brood beroofd is, deed momenteel niets ter zake. Wij hadden het over den steun bij verkiezingen, door de anarchisten aan liberalen en klerikalen verleend, om de sociaal-demokraten te weren en daarmede heeft het conflict van De Lange geen sikkepit te maken. Van een halve waarheid is dus geen sprake en de herinne ring dat eerlijkheid 't langst duurt, slaat om 't maar zoo te zeggen, als een tang op een varken. Wij zijn aan het eind met de beantwoording der gemaakte opmerkingen. Maar nu we in alle opzichten den inzenders zoo de volle maat hebben gegeven, willen we hen, de „zell-denkers", toch ten slotte wederom stellen voor de vraag: als alle politiek-doenerij lood om oud jjzer is, kunnen dan werkelijk ze^-denkende anarchisten dulden dat heel hun taktiek wordt neer gehaald en heel hun strijd belachelijk wordt gemaakt door de leuze geen S. D. A. P.-er Dat verloochenen van, dat werkelijke verraad aan het beginsel om hun persoonlijke wraakzucht te kunnen botvieren, die oproep van Hooze, De Lange Co., om desnoods zelfs op Kuyper te stemmen om den sociaal-demokraat te weren, een oproep die den mee denkenden, bewusten arbeider moet doen walgen van zooveel brutale verachting voor z'n klasse-genooten, dat alles hadden inzenders eens moeten bespreken in plaats van al die ondergeschikte akeligheden. Mogelijk vormt het nog een geschikt onderwerp voor een vergadering der club, om zelf-denken en zelf-doen te behandelen Er wordt altijd tegen ons sociaal-democraten, uitge speeld, dat wij strijden tegen den Godsdienst. Dat is op het oogenblik voor de klerikale partij, het scherpste wapen om de kerkelijke arbeiders van het socialisme at te houden. Want zeggen zij, als gij u schaart in de gelederen van het socialisme, of lid wordt van een moderne vakorganisatie, dan werpt gij u in den klassen strijd, en dat strijdt tegen onze godsdienstige overtuiging, en staat gij, Christelijke arbeider, tevens op tegen orde en gezag. Het patronaat daarentegen mag vereenigd zijn zoo het wil, daar gaat het „Christelijke" niet voorop. De arbeidersorganisaties tracht zjj altijd te verbrokkelen door „Christelijke organisaties" op te richten, omdat zij overtuigd zijn, zoolang de arbeiders niet naast maar tegenover elkaar staan in den maatschappelijken strijd, hun kapitalistisch belang het best verzekerd is. Zij zijn voor orde en gezag. Is dit orde, waar den eenen mensch het recht heeft den anderen zedelijk li vermoorden door langen zwaren arbeidstijd, dat vrouw en kinderen hard mee moeten zwoegen om in hun ellendig bestaan te voorzien Is dit orde, waar het kind vraagt om een boterham en hem dan niet te kunnen geven? Gij, die altijd den mond vol hebt over „naastenliefde", zult weer zeggen, dat is niet zoo erg als jelui socialisten het voorstelt. Toevallig bij het schrijven van dit stukje kwam er een jongentje bjj mjj aan huis met z'n petje in z'n hand en haast geen kleertjes aan het lijfje: „Mijnheerheeft u als 't u blieft een boterham voor mij, ik heb m\ honger ?'y Op het een en ander dat ik hem vroeg kreeg ik ten antwoord, „dat z'n vader op krukken liep en dus niet kon werken". Is dit niet verschrikkelijk? zoo'n toestand en zoo zijn er bij massa's onder de arbeiders. Maar dat behoort ook in uwe „goedge ordende maatschappij", niet waar? Daar moogt mei zich niet tegen verzetten, want dan is men ontevreden. Het kapitalistisch Christendom heeft geen raam waar ze al die ellende van de arbeidersklasse door kan zien, Orde is, dat de proletariër altijd in ellendige om standigheden leven moet en den ouden dag als een dreigend spook tegemoet ziet. Is dit gezag, ais arbei ders, tot 't uiterste gedreven, in staking gaan om een of twee cent per unr meer loon, of hun hongerloon op peil te houden, of hun arbeidsdag met een uurtje te verkorten en gij u schaart aan de zijde van het patro naat? Als het er op aan komt geeft ge den arbeider, die vraagt om niet meer dan hem menschelijker wijze toe zou komen, lood inplaats van brood. Wij het ben het ook hier gezien, bjj de firma Smulders, (daar was het nog lang geen strijd) hoe of daar vaders van groote gezinnen_ op straat gesmeten werden, omdat zij vooraan stonden in hunne vakvereeniging. Dat dulden zijniet; dat is misbruik maken van hun macht, tegenover het recht van den arbeider. Het zwijgen daarover van u versterkt hun macht, omdat gij uw christelijk kapi talistisch gezag wil handhaven. Wat hebt g(j tot nn toe gedaan tot leniging in den nood voor de arbeiders klasse, met uw sterke meerderheid in de regeering? Uw antwoord kan niet aDders zijn dan „niets!" Als er wat aan de orde komt ten gunste van het proletariaat, zijt gij er het scherpste tegen gekant. Staatspensioneering, voor den ouden, afgestompten arbeider, geen geld; wel daarentegen wordt de begrooting voor leger en vloot ieder jaar hooger opgevoerd. De wettelijke 10 urige arbeidsdag, daar moeten ze niets van hebben. Algemeen kiesrecht voor mannen en vrouwen is te gevaarlijk voor hun orde en gezag. Wanneer zullen de arbeiders toch eens wijzer worden Op deze rijke aarde is mogelijk een stof felijk onbezorgd leven voor allen. Laat u toch niet langer gebruiken als een willoos werktuig in handen van het „christelijk kapitalisme". Blijf niet langer be rusten in uw lot, schaart u in onze rijen, laten wjj georganiseerd optrekken tegen het moordende, kapita listische stelsel. Eerst ook dan zal de Godsdienst tot haar recht komen. Geen verdeeldheid, maar éénheid hebben we noodig in onzen zeer moeilijken strijd, om te krygen een menscb- waardig bestaan. Proletariërs, aller landen, Vereenigt I! Enschedé. Deze week is een vergadering belegd voor ongeorganiseerden door een commissie uit de burgerij, voor het meerendeel bestaande uit vrienden van den heer Menko. De besturen der organisaties vreesden als deze ver gadering slaagde het van grooten invloed Zou wezen op de stakende arbeiders. Daarom had men gezorgd voor den aanvang der opgezet, waarover geheel het hier verspreidde no. van De Arbeid de giftigste leugens vertelde; over de wer kelijke aanleiding van ons artikel, hebben onze bestrijders eveneens geen woord te zeggen. En dat feit is toch waarlijk wel geschikt om het verschil tusschen hèn en ons te demonstreeren, Daar is het verschil van taktiek duideljjk gebleken; hier het bezadigde, bewuste, voorzichtige maar vastberaden opdringen naar beterdaar de revolutionaire gymnastiek in optima forma; het wagen, zonder eenig merkbaar begrip van verantwoordelijkheid, van honderden gezinnen aan een avontuur, dat niet anders dan groote ellende kon teweegbrengen. Hier het recruteeren en langzaam aan het mobiliseeren, het verzamelen van ammunitie en proviand, daar het misdadig plaatsen van goed-vertrouwende, ongewapende troepen voor het geschut van den onbarmhartigen vijand, het uittarten van een strijd, die niet anders dan verloren kon worden. Wij nemen er akte van dat op deze beschuldigingen geen verdediging 'wordt gegeven, en dus de beschuldiging aanvaard. Wat nu het „kleingoed" betreft, waaraan de inzenders zich te goed doen, moeten we hen toch voorzichtigheid aanbevelen. Men kan zoo gemakkelijk z'n maag bederven met die snoeperij. Als wij schreven, dat het schijnt dat er te Schiedam zoo'n club bestaat, dan ligt dat niet aan óns, dat er niet meer als een schijn van bestaan is waar te nemen, maar aan de club zelve. Want waar toch zulk een club ook wel als punt 1 in haar program zal hebben„strijd tegen de kapitalistische maatschappij", en er op dat terrein ook te Schiedam heel wat te doen is, deed ze in de drie jaren van haar bestaan niets dan een enkele vergadering houden. Dat een arbeidersblad zulk een suffe werkloosheid niet zou mogen vermelden, is een bewering, te dwaas om los te loopen, en wat er door ons is „doodgezwegen" mag Joost weten. Maar de inzenders verdrinken zich in wat reeds lang beschimmelde anarchistische algemeen heden, om met die woordenkraam de feiten weg te doezelen. Dat van onze partij alleen in verkiezingsdagen gehoord wordt toont wel aan, dat de heeren kolossaal goed op de hoogte zijn. Daar moeten ze toch eens wat meer van te weten zien te komen. „Dan wordt de groote sociale strijd op zij gezet" zeggen ze. Laten we er niet over twisten, maar als hij op zij gezet kan worden, is dat het bewijs dat hij, ook volgens de anarchisten, door ons gevoerd wordt. Vol komen juist, en in dit opzicht verschillen we eveneens met u, die alleen aan wat ideologie schijnt te kunnen doen, dat wij dien strijd metterdaad voeren. En dan die zeteltjes-winnerijOch arme. Weet ge welke opofferingen zoo'n zeteltje wel eischt van de partij en ook van de „gelukkigen" die het zeteltje ver werven Meent ge het een buitenkansje den omvang rijken arbeid te moeten verrichten, z'n taak als sociaal- demokraat behoorlijk in die bestuursfunkties te ver richten En meent ge niet, dat de „gelukkige" bezitters van zoo'n zeteltje al dien vermoeienden arbeid alléén verrichten om hun klasse te dienen en dat ge de „eer" gaarne cadeau kunt krijgen Och ja, 't is veel gemakkelijker de heele regeerings- winkel maar een rotzooi te noemen endien rotzooi stilletje onaangetast te laten, zooals de anarchisten dat doen. Dan worden, naar den stijl der inzenders, de menschen bedonderd en dank zij den anar chisten blijven ze bedonderd Da's óók een remedie tegen kwalen, maar een remedie van 't jaar nul. De verklaring waarom de club in het Volkshuis ver gadert, is zóó overweldigend, dat we er haast niets van zouden willen zeggen. De redenen zijn „In sommige gevallen bedraagt de ongevallen-rente 280 pCt. van het loon. Dat gaat te ver". De fabrikant Begout in de Ie Kamer. (Slot.) Op een morgen was juffrouw Hendriks bezig haar boel op te redderen. Haar man en haar jongen waren nog in 't donker vertrokken, om 7 uur moesten ze, de een op den winkel, de ander op de fabriek zijn. Nu was 't over achten. Pas werd 't goed dag en juffrouw Hendriks haastte zich nu met 't afstoffen van d'r kleed, toen de schel giDg. Ze trok open. Woont hier Hendriks riep een vreemde stem. Ja-a. Ik kom beneden. Nou, 'k wil liever boven komme, kwam het terug. En een zware mannenstap naderde. Is u juffrouw Hendriks, die 'n jongen op de fabriek van X. heeft? Zij kon op den donkeren trap 't gelaat van den man niet goed onderscheiden, doch meende aan zijn stem iets te bemerken, dat haar ongerust maakte. Haar jongen zou toch niks uitgehaald hebben Komt uwes binnen. Ja, ziet u, 't heeft nogal haast. Is uw man niet thuis Nee meneer, maar wat is 't Nou, dan moet ik 't u maar zeggen, de jongen heeft een ongelukje gekregen, ziet u, en. Juffrouw Hendriks was krijtwit geworden en staarde den man met krankzinnige oogen aan. Toen gaf ze een verschrikkelijken gil en sloeg tegen den grond. De boodschapper, een fabrieksopzichter, vertelde in der haast 't geval aan toesnellende buurvrouwen en kwam van dezen te weten, waar de man werkte. Daarop snelde hij heen. Weldra brachten ze juffrouw Hendriks bp. Maak je niet ongerust, mensch, 't is maar aan 'n hand. Doch nu kwam haar bewust-zijn als met één slag ten volle terug en ze vloog de straat op naar de fa briek. Daar kwam ze echter vergeefs, de jongen was al naar 't gasthuis. En weg holde ze, door de straten en stegen. De gasthuisportiers lieten haar door, ze vermoedden wel wie 't was, maar een pleegzuster hield haar staande. Ze moest wachten, de jongen was in de operatie zaal. Hij moet daar verbonden worden, voegde zij erbij, toen de vrouw bjj het wcord opeiatie weer dreigde ineen te storten. Half wezenloos zat zij nu te wacht4 n in een kamertje. Kort na haar kwam d'r maD, die niets anders wist te zeggen dan een paar vloeken vau den ouderwetschen werkman tegen die verdomde machines, die vreters van menschenvleesch. Toen bleven ze beiden zwpgend zitten, hij in de doffe berusting van dengeen, die nog niet alles vat, zij bijna krankzinnig van angst. Als de zuster haar niet gezegd had, dat juist het wachten dat zij doen moest een bewijs was, dat de jongen niet onmiddellijk in levensgevaar verkeerde, had ze 't nooit uitgehouden. Na langen, langen tijd kwam er een verpleegster, een bedaagd, rustig mensch. Ze zou de beide lieden bij hun jongen toelaten, als ze beloofden kalm te zp. Vooral de juffrouw moest dat begrijpen. De jongen was niet by 't bewustzijn, ze mochten hem even zien, de vader mocht desnoods den heelen dag bij hem blijven, de juffrouw mocht wel driemaal daags even komen kijken. Levensgevaar was er, naar zij geloofde, wel niet, maar hij was zwaar gewond aan 'n hand, het verbinden was zeer pijnlijk geweest. En toen mochten ze hem zien. Lijkbleek, met gesloten oogen, een trek van vlijmende pijn op 't bewuste gelaat lag h\j daar, haar jongen, haar aangebeden kind. Hij leek jonger, zijn gezicht was kleiner geworden. Zoo zag hp er uit toen hij zeven jaar was en pijn leed. God, God, wat 'n ramp! De

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1910 | | pagina 2