No 41 Zaterdag 10 December lblO 10e Jaargang SOCIAAL-DEMOCRATISCH WEEKBLAD VOOR HET KIESDISTRICT SCHIEDAM. JL>e Moker Berichten. In den laten avond. Hoe de Nederlandsche jeugd onderwezen wordt. ABONNEMENTSPRIJS: 35 cent per kwartaal franco per post 40 cent Losse nummers 3 cent. Redactie- en Administratie-adres GEBOUW „CONSTANTIA". Ingezonden stnkken voor het eerstv. nummer moeten n i t e r 1 ij k Dinsdagsavonds 9 nar in ons bezit zijn. ADVERTENTIËN: 7y8 cent per regel. Arbeidersvereenigingen 3 cent per regel. Bij abonnement belangrijke korting. is eiken Zaterdag verkrijgbaar: Te Schiedam: Nieuwsticht N.Z. 32. Zalmstraat 22. „Cons'antia", Boterstraat 30. Te Vlaardingen J. van Driel, Oosterdwarsstr. 27. Aan bovengenoemde adressen worden ook abonne menten aangenomen. De abonné's worden verzocht bij adresverandering daarvan kennis te geven aan de Administratie. Aan de abonnees In den loop der volgende weken zal de looper de kwitantie presenteeren over het nieuwe kwartaal. De postabonnees, welke ons een postwissel willen zenden, verlichten zeker ons werk. De Administratie. „Kunst en Strijd". Aan de leden wordt hierdoor bericht, dat de repetitie van Zondag zal gehouden worden Zaterdagavond a.s., ten 8 uur. Excelsior verzocht ons de groote zaal voor haar slot- repetitie voor de uitvoering van denzelfden dag. Het Bestuur. H.h. vergadering S. D. A. P„ Afd. Schiedam, Zondag 18 December 's morgens 10 uur in „Constantia". De vorige week berichtten wij dat Gerhardt op de kerstvergadering zou spreken. Later is ons gebleken dat dit een misverstand was, zoodat wjj nu moeten melden dat hij niet komt. Red. Steun Nogmaals dringen wij er bij partpgenooten en geest verwanten op aan met onze bonboekjes en steunlijsten te werken. Afdragen is gewenscht. Zegt het voort Zangver. „Excelsior". Den leden, die j.l. Woensdag niet ter repetitie zijn geweest, zij medegedeeld, dat a.s. Zondagmiddag 12 uur precies de slotrepetitie zal plaats hebben. Den laatsten November duurde de vergadering van de Tweede Kamer tot bij middernacht. In het laatste uar van den laatsten Novemberdag, terwijl de enkele nog aanwezige leden hunkerden om hun stnkken in te pakken en naar huis te gaan, gebeurde er iets, voor de arbeiders van Nederland van groote beteekenis. Het gaf geen schok door de zaal. Daarvoor waren er te weinig menschenen die weinigen waren te moe. Maar als het geen schok geeft door een deel van de arbeiderswereld, wat moet men dan denken van hun ernst, van. hun karakter Het gaf geen schok door de zaal. De man, die sprak, was geen redenaar die zijn gehoor in vervoering pleegt te brengen. Het was de heer Nolens. Hortend en stoo- tend kwamen ook nu de woorden eruit. Het was, alsof zij nog wat erger hortten en stootten dan gewoonlijk. Kwam het door het late uur, of kwam het, omdat de spreker gevoelde, dat wat hij ging doen in dit late avonduur, bij duizenden en nogmaals duizenden teleur stelling, smart, verontwaardiging zou wekken Op 11 Maart 1909, nadat mede door zijn stem de motie-Schaper was verworpen, stemde de heer Nolens vóór de motie-Aalberse, waarin de regeering werd gevraagd de indiening van een wetsontwerp voor den algemeenen tienurendag. De minister had gezegd ik wil nietmaar de heer Nolens, met tal van andere katholieke heeren, zei: het moet. Op 9 December 1909 herhaalde de heer Aalberse het moet! Als wij, christelijke meerderheid en chris telijke regeering, het vertrouwen der christelijke arbei ders beschamen, dan vallen wij bfj de verkiezing van 1913 als baksteenen. Dan gaan de christelijke arbeiders den verkeerden weg op en dat niet alleen in politieken zin, maar ook, wat nog honderdmaal erger is, in anderen zin. Met andere woordendan loopen zij weg uit de christelijke partijen niet alleen, maar ook uit de kerk. De minister echter wil nog niet. En wat gebeurde er nu op 30 November De heer Nolens, de hoofdman der katholieken in de Kamer, die in de kwestie van den tienurendag totnogtoe stond tegenover den minister, nam zijn draai. Totnogtoe had hjj gezegd het moetnu, in dit stille, nachtelijk uur, kwam het er hortend en stootend uit het gaat niet. Er is een internationale vereeniging voor de wette lijke bescherming der arbeiders, en die durft het niet aan. Er zijn landen, nóch achterlijker dan Nederland die houden een internationalen tienurendag tegenwij moeten wachten tot die bjj zijn. Wachten wij ook met. de opdrijving der oorlogsuitgaven op sommige achterlijke lauden? Het „argument" van den heer Nolens is niets dan een jammerlijk smoesje, een voddige lap, die de naakte waarheid moet bedekken. De waarheid is, dat het kon- servatieve deel in de koplitie het demokratische deel gebiedt: dans naar onze pijpen! En de christen- demokraten dansen. Het heeft geduurd van 9 Maart 1909 tot 10 November 1910, voor de heer Nolens het deed, maar nu danst hij Op 25 September 1910 demonstreerden 800 katholieke arbeidersvereenigingen voor den wettelijken tienure"dag. „Ik hoop", zei de eerste spreker, Haazevoet, „dat als wij weer naar de stembus gaan, het niet behoeft te zijn voor den tiennrendagl" De vergadering bezegelde die woorden met luid applaus en fanfares. „Ik hoop", zei de tweede spreker, Hermans, „dat de troonrede van het volgend jaar ons de zekerheid zal geven van de wettelijke verkorting van den arbeidsdag." De vergadering bezegelde die woorden met applaus. „Wij hopen", besloot hij. „van ganscher harte, dat ons christelijk ministerie den oogst van den tienurendag zal binnenhalen, en zich daardoor een eerezuil zal stichten in de harten van het Nederlandsche volk!" Geest driftig applaus en fanfares. De eerezuil zal niet worden gesticht. De tienurendag komt niet. De minister wil niet. De heer Nolens neemt zijn draai. En de katholieke arbeiders? De 800 organisaties? Hun geestdriftig applaus, hun fanfares? De maanwoorden van Mr. Aalberse op 9 December 1909? Niet aan ons is het, het antwoord te geven. Niet aan ons de konklusie te trekken uit het verraad, door de socialerig doende politici der rechterzijde jegens het verdrukte en bedrogen volk gepleegd. Ieder trekke voor zijn eigen geweten de konklusie. Maar tot de bedrogenen, wie langzamerhand de schellen wel van de oogen moeten vallen, richten w(j de ernstige vraag: wordt het nu niet tijd voor u, althans met ons den strijd te aanvaarden tegen het oppermachtig konser- vatisme in het Parlement, oppermachtig door de kiesrecht regeling van Yan Houten? Wordt het niet tijd, meeuw schouders te zetten onder onze beweging voor Algemeen Kiesrecht De heer Nolens nam zijn draai. Wat zal uw antwoord zijn ni. De Hervorming. Kijkjes in onze geschiedenis. Leesboek voor de Christelijke school door J. ter Borg en A. Wiersinga. De Aflaat (pag. 62): Op de mis volgt de predicatie. Laten we nog eens luisteren De priester verkondigt zijn hoorders, dat ze door goede werken te doen en door de voorbede der heiligen den hemel kunnen binnen gaan. Hij vermaant om veel te geven aan kerken en kloosters, om te bidden tot moeder Maria, tot Petrus, Paulus en andere heiligen. Ea de men-chen doen dit. Ziet die gindsche vrouw maar. Haar lippen bewegen zich. Zij prevelt aldoor een „Pater Noster" of „Onze Vader" en een „Ave Maria". In haar hand heeft ze een snoer koralen. Dat is de rozenkrans. Telkens, als ze een gebed opgezegd heeft, verschuift ze een koraal. Zoo kan ze 't aantal gebeden onthouden. Arme menschen Sommigen hebben zichzelf ten bloede toegeeseld, anderen hebben dikwijls gevast, weer ande ren loopen met erwten, boonen of steeutjes in de schoe nen, alles, om vergeving der zonde te verkrijgen. Maar luisteren we verder. De gemeente wordt ver maand trouw te biechten. Biechten is den priester vertellen, welk kwaad men gedaan heeft. Men betaalt het biechtgeld en dan vergeeft de priester de zonde. Ook hooren we, dat de zielen veler gestorvenen in het vagevuur zijn en daar zware pijnen moeten lijden. Door geld te geven, door missen en gebeden voor hen te doen, worden ze uit het vagevuur verlost en komen ze m den hemel. Dit kan echter ook op nog gemakkelijker wijze geschie den schrijver dezes) Hoort maar eens, hoe 't in vele Duitsche steden toegaat. Een monnik komt met de boodschap, dat de genade van God en van den „H. Vader" voor de poort is Laten we eens kijken. Reeds beginnen de klokken te luiden, terwijl we op straat allerlei menschen zien priesters, monniken, nonnen, regeeringspersonen, gilden met hun banieren, onderwijzers met hun leerlingen, enz. 't Is een heele optocht. Ieder heeft een brandende kaars in de hand. We stappen mee, de stadspoort uit, de brug over. Daar hebben we 't al. Ziet dien prachtigen wagen eensEen bedelmonnik zit er op. Drie ruiters verge zellen hem. Nu de stad weer in, naar de kerk. Onze bedelmon nik vertoont een kruis aan de menigte en beklimt den predikstoel. Hij zegt brieven, aflaatbrieven te zullen verkoopen. Ieder, die zoo'n brief koopt, zijn de straffen der zonden kwijtgescholden, 't Staat er op te lezen, zwart op wit, met den naam van den Paus er onder. Wil iemand stelen, of eenig ander kwaad doen, dan kan hij ook wel vooruit een aflaatbiief koopen, ter vergeving der zonde, die hy bedrijven wil. (Mij werd op school deze mop verteld en we ver kneuterden er ons in, als een echte Hollandsche jongen doetEen zekere mijnheer nam zich voor den aflaat- verkooper zijn geld te ontfutselen. Hij koopt voor de aanstaande te begane zonde een aflaatbrief. Hij over valt den bedelmonnik en ontneemt hem zijn geld. Deze dreigt, met vagevuur, hel en verdoemenis. De dief: Waarde heer, ik kocht van dezen aflaatbrief. Geen straf kan mij treffenschrijver dezes). Ja, ook worden de zielen 'der afgestorvenen uit het vagevuur verlost, wanneer men een aflaat voor hen koopt. Onze monnik roept door de kerk, dat hooren en zien vergaat„Als het geld op den bodem van mijn kist klinkt, gaat de ziel naar den hemelGod, de Heere, regeert niet meerHij heeft alle macht aan den Paus gegeven 1" (pag. 64). En Jnu komen menschen om aflaatbrieven te koopen. Men drukt en dringt elkaar bijna plat. Is ieder voor zien, dan gaat de monnik met zijn kist vol geld weer verder, om ook op andere plaatsen zijn waar aan den man te brengen. Én zoo trekken een menigte monikken overal rond. Wat Gods Woord van deze dingen zegt? Van den beeldendienstPs. 97 7, „Beschaamd moeten wezen allen, die de beelden dienen". Van den beeldendienst: 1 Tim. 2 5. „Want er is één God, er is ook één Mtddelaar Gods en der menschen, de mensch Jezus Christus". Van de mis: Hebr. 7 26, 27. „Want zoodanig een Hoogepriester betaamde ons, heilig, onnoozel, onbesmet, afgescheiden van de zondaren en hooger dan de hemelen gewordendien het niet allen dag noodig was, gelijk

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1910 | | pagina 1