No. 45.
Zaterdag 7 Januari 1911.
10e Jaargang.
SOCIAAL-DEMOCRATISCH WEEKBLAD VOOR HET KIESDISTRICT SCHIEDAM.
De Moker
Berichten.
Een dwaasheid.
Tweede Kamer.
ABONNEMENTSPRIJS:
35 cent per kwartaal
franco per post 40 cent
Losse nummers 3 cent.
bij vooruitbetaling.
Redactie- en Administratie-adres
GEBOUW „COMSTAMTIA".
Ingezonden stukken voor het eerstv. nummer moeten
a i t e r 1 ij k Dinsdagsavonds 9 unr in ons bezit zgn.
ADVERTENTIËN: 77a cent per regel.
Arbeidersvereenigingen 3 cent per regel.
Bij abonnement belangrijke korting.
is eiken Zaterdag verkrijgbaar
Te Schiedam: Nieuwsticht N.Z. 32.
Zalmstraat 22.
„Constantia", Boterstraat 30.
Te Vlaardingen J. van Driel, Oosterdwarsstr. 27.
Aan bovengenoemde adressen worden ook abonne
menten aangenomen.
De abonné's worden verzocht bij adresverandering
daarvan kennis te geven aan de Administratie.
De partijgenooten, welke niet meer in het bezit zijn
Tan hun diploma-boekje, worden verzocht zich van een
nieuw ex. te voorzien.
Tegen betaling der kostende prijs verkrijgbaar bij
den afd. Secr.
Het Bestuur.
De heer van der Schalk heeft zoowaar de dwaasheid
begaan als lid van den gemeenteraad ontslag te nemen.
Een dwaasheid, méér is het niet.
Zooals men uit de raadsverslagen van De Moker
weten kan, was de heer van der Schalk vertoornd
over een voorstel, bij den Raad aanhangig gemaakt
om het reglement van het pakhuis „De Nederlanden"
te wijzigen.
Het meerendeel der Schiedamsche burgerij z&l dit
al een zeer luttele kwestie vinden. En dat is ze ook
inderdaad. Het voorstel was zeker niet belangrijk en
bedoelde slechts een vereenvoudiging te brengen in
het beheer van het pakhuis „De Nederlanden". In het
zelfde pand toch zijn de opslagzolders van het Rijks-
Entrepot, en nu werd totnogtoe het Rijks-Entrepot
beheerd door een paar directeuren, door de Koningin
benoemd, terwijl de bergzolders van het pakhuis „De
Nederlanden" verhuurd werden door een raadscommissie.
De beide commissies, in één pand dus haar gebied
hebben le, kwamen nogal eens met elkander in botsing.
Om welke kleinigheden zulke commissies al niet botsen
kannen, begrijpt zeker ook al niet iedereenmogeljjk
was 't omdat de eene commissie een Rijkscommissie
«as en zich dus voornamer achtte dan dat commissietje
van de gemeente; mogelijk ook was 't dat de rijks
commissie uit paganisten (vm der Schalk, Loopuijt)
wa9 samengesteld en de gemeente-commissie, bestaande
uit coalitiemannen van zuiver ras met een takticus(l)
als wethouder Lagerweij aan 't hoofd ook op de graan
zolders van „Da Nederlanden" den triomf der coalitie
wilde vestigen.
Na heeft de gemeentelijke commissie, met minister
Lagerweij wel aan 't hoofd, maar vermoedelijk wel het
meest onder de auspiciën van den heer Wittkampf, het
zoover weten te krijgen, dat tegen den zin van de
rijkscommissie in, B. en W. en minister Kolkman bereid
waren om de zaken gemeenschappelijk te gaan drijven.
Dan zouden de beide commissies worden samengevoegd
en onder één firmanaam de affaire op denzelfden voet
worden voortgezet.
De coalitie-mannen verklaarden erg gesteld te wezen
op de coalitie met de paganisten. Maar de liefde werd
niet beantwoord de heer van der Schalk verklaarde
namens directeuren van het Rijks-Entrepot met de
voorgestelde regeling geen genoegen te kuonen nemen.
Tot zoover het zakelijke geschil, Waarin de buitenstaan-
den nu niet zooveel belangrijks zal ontdekken. Maar
op het oogenblik dat de raad gesteld wordt voor de
behandeling der wijziging, komt de heer van der Schalk
met een ultimatumals de raad onbeleefd genoeg is om
het voorstel in behandeling te gaan nemen, weigert hg
langer met dien raad samen te werken.
Dat was een domheid, zóó groot, dat men ze zeker
niet zou hebben verwacht van iemand, die al zóó lang
zich in het publieke leven beweegt, als de heer van
der Schalk dit doet. Want ongeacht hoe de raad dacht
over het voorstel, zal zeker geen enkel college van
bestuur zich verlagen om onder zulk een zweepslag te
balgen en dus juist genoodzaakt zijn het gewraakte
voorstel te behandelen. Met aiders te doen zou eenvoudig
toegegeven worden, dat de Raad loopt aan den leiband
van één persoon. Die verklaring zèlt af te geven was
ook van den Schiedamschen gemeenteraad te veel gevergd,
en gelukkig weigerde de Raad het knechtje van den
heer van der Schalk te wezen, onder de nadrukkelijke
verklaring, van verschillende zijden gehoord, dat bij de
beslissing over de voorgestelde wijzigingen geenerlei
persoonlijke overwegingen van invloed waren.
Het wil er bg ons dan ook niet in, dat de heer van
der Schalk niet zélf de zwakte van zgn positie heeft
ingezien, maar eenmaal de sommatie hebbende beteekend,
achtte de heer van der Schalk zich aan zgn eer verplicht,
de executie te volvoeren.
Zoo sleepte de eene dwaasheid de andere met zich
mee en offert de heer van der Schalk zich aan een in
drift uitgesproken bedreiging.
Dat hij het raadslidmaatschap begeerde, is het vorig
jaar gebleken, toeD hg, na eerst door de coalitie te
zijn neergestemd, zich onmiddellijk daarna door zijn
belagers weer in het zadel liet tillen. Dat heeft menigeen
verwonderd, omdat wel te vermoeden was, dat hg van
af dat oogenblik een groot deel van zijn onafhankelijk
heid verspeelde.
De val in 1909 was evenwel heel wat waardiger
beëindiging voor een politieke loopbaan dan de aftocht
van nu.
In den heer van der Schalk verliest de raad een
zijner leden, die zijn taak serieus opnam, maar in het
algemeen tamelijk conservatief was aangelegd.
Met den heer van der Schalk verdwijnt uit den
Schiedamschen gemeenteraad de laatste vertegenwoordi
ger van de groep, die nog maar weinige jaren geleden
hier oppermachtig wasvan de liberale aristocratie.
Het regenten-tijdperk is afgesloten.
De redactie van de Schied. Courant, van de ontslag
name melding makend, voegt er bij herhaaldelijk van
plannen tot ontslagname door linksche raadsleden te
hebben vernomen.
't Is ongetwijfeld waar, dat daarover meermalen is
en wordt gesproken. En bij de malligheden, die „links"
al zoo heeft verkocht in de politiek van hoogere en
lagere orde, behoeft de uitvoering van zulk soort
„plannen" geen bevreemding te wekken.
De vrijzinnigen kunnen zich nu eenmaal maar moeilijk
schikken in het feit, dat de rechterzijde de meerderheid
heeft en maakt er in hun bijzondere naïeve politieke
begrippen de rechterzijde vaak een verwijt van, dat ze
van haar meerderheid gebruik maakt. Alsof de vrij
zinnigen niet hetzelfde doen, waar ze de gelegenheid
ervoor hebben!
Waar van lieverlede nu wel het besef bij hen rijpt,
dat hun zon ondergaat en zg van de toekomst al bitter
weinig meer te hopen hebben, omdat ze het volk niets
meer hebben aan te bieden, daar komt van zelf
de wanhoops-politiek
voor den dag, welke dan nog zooveel als een
bedreiging voor de rechterzijde moet dienenlaten we
nu allemaal maar naar huis gaan
Het gevolg van zoo'n politieke zelfmoord zou natuurlijk
alleen zgn een finaal bankroet van het heele vrijzinnige
„beginsel" en men moet al absoluut geen zier vertrouwen
meer in eigen beginselen hebben, wil men zulk een
dwaasheid in z'n hersenkas dulden. Want prijsgeven
wat men nu nog heeft, beteekent toch ook, dat als men
later weer 'n kansje wil wagen, men weer van meet
af heeft te beginnen.
Enfin, dergelijke capituleerings-droomen moeten de
vrijzinnige veldheeren zelf maar gaan uitleggen. Wg,
sociaal-democraten, hebben de instorting der vrijzinnige
politiek lang genoeg vooruit aangewezen en waren van
het wankele van hun machtspositie voldoend overtuigd
om ons niet te verwonderen als de heele stellage in
puin valt en geen zweem van vertrouwen meer in de
weinige overgebleven verdedigers te bespeuren is, maar
ze tot de dolste wanhoopsdaden bereid zijn.
En ook te Schiedam wordt het nu wel ietwat waar
neembaar, ook voor den meest ongeloovigetegen de
klerikale reactie zal alleen opgewassen zijn de socialis
tisch georganiseerde arbeidersklasse.
Wie tot dat inzicht gekomen is, op hem of haar rust
ook de plicht aan de versterking dier organisatie mede
te werken.
i Br.
Hebben we in ons vorig schrijven gezien, dat Minister
Kolkman de herziening van het belastingwezen grooten-
deels heeft overgenomen van zijn liberalen voorganger
Minister de Meester deze heeft hem dat bg de
behandeling der begrooting nog voor de voeten gegooid,
door uit de stukken aan te toonen, dat de tegenwoordige
ministers Kolkman en Heemskerk als Kamerlid tegen
de opcenten op de bedrijfsbelasting en de vermogens
belasting bezwaren aanvoerden, die ook thans nog gelden.
Minister De Meester had toentertijd voorgesteld, om een
dadeljjk te kort op de begrooting te dekken, 10 opcenten
te heffen op de beide belastingen. Het Kamerlid Kolk
man was daarmede gansch niet ingenomen, evenmin als
de heer Heemskerk. Het voorstel van den minister De
Meester werd evenwel aangenomen; maar nu de heer
Kolkman minister is, schaft hij die opcenten niet af,
doch is het reeds het derde jaar dat hij bg de begroo
ting daarop rekent en aan de Kamer voorstelt de
opcenten te handhaven. De heer De Meester zeide verder,
dat, toen hij minister was, van rechts een felle oppositie
was gevoerd tegen zijne inkomstenbelasting en tabaks
belasting en nu heeft deze minister de plannen voor een
inkomstenbelasting en een tabaksbelasting overgenomen,
alleen, hij zeurt er wat mee. Uit dat alles blijkt voor
den goeden verstaander, dat de oppositie van de klerikalen
in de jaren 19051907 eene onoprechte was. Verder
wijst 'de heer De Meester nog op het feit, dat het
onverantwoordelijk is bg een ongedekt tekort op de
begrooting van 7 millioen, nog met een voorstel tot
kustverdediging te komen, waardoor dat ongedekt tekort
voor 1911 tot 8.8 millioen wordt opgedreven. Tot zoover-
deze spreker, die ik even moest gebruiken voor mijn
verder betoog.
Wij zien daaruit, dat op de staatsbegrooting voor
1911 een tekort is van 8.8 millioen gulden. Nu echter
minister Cool, de minister van Oorlog, gevallen is en
daardoor wellicht dit jaar het ontwerp kustverdediging
niet in behandeling zal komen, zal dat te kort dus
omstreeks 7 millioen zijn. Dat tekort moet worden ge
dekt. En hoe denkt minister Kolkman dat nu te doen
Hij zal dit jaar voorstellen de wet op de inkomsten
belasting, waaruit hij omstreekt 2 millioen meer denkt
te trekken. Verder de tabaksbelasting, waaruit ook 2
millioen zal worden geput en dan tot slot de herziening
der tariefwet, waaruit 10 millioen meer zal worden
gehaald.
Odan houdt de minister geld over, zult gij zeggen.
Toch niet, lezers van De Mokerde minister komt nog
2 a 3 millioen te kort.
Als gij maar even u herinnert wat in een vorig
opstel gezegd is geworden, dat de minister de meerdere
opbrengst van het tarief wil bestemmen voor sociale
verzekeringen en hij daarvoor noodig acht een bedrag
van 9 a 10 millioen. De meerdere opbrengst van het
tarief is dus reeds bestemd voor de uitvoering der
verzekeringswetten.
Maar hier moeten de arbeiders ook wel terdege
weer de oogen open houden, dat het geld, aan invoer
rechten meer opgebracht, nu niet verhaspeld wordt aan
andere zaken. Het ministerie wil eerst de belasting
plannen geregeld hebben en zoo zullen wel eerst de drie
belastingwetten bg de Kamer worden ingediend vóór
dat de pensioenverzekeringswet gereed is. De minister
krijgt dus, worden zijne belastingontwerpen aangenomen,
de beschikking over een bedrag van omstreeks 10
millioen gulden, die de invoerrechten meer zullen op
brengen, zonder dat de invaliditeits- en ouderdomsver-
zekeringswet gereed is. Minister Kolkman heeft beloofd
daarvan 9 millioen in een potje te doen, een spaarpotje
maken dus voor de verzekeringswetten, want de ver
hooging der invoerrechten, dat is altijd door de kerke
lijke partgen gezegd, moest dienen voor sociale doel
einden. Maar de minister komt dit jaar omstreeks 3
millioen gulden te kort. En hier moeten de arbeiders
toekijken, dat minister Kolkman niet een verkeerde
greep doet en haalt het ontbrekende uit dat spaarpotje.
DE MOKER