Ditjes en Datjes.
Vakbeweging.
Drankbestrijding.
1
omdat de wet geen maling heett aan hèn en zullen ze
begrijpen, dat het 't verstandigst is, om maar te zorgen
dat die wetten, die er toch komen, dan nog zoo goed
mogelijk worden
Laten we 't hopen en laat het blijken uit het feit,
dat ook de glasbewerkers met man en macht aan de
petitionnements-aktie voor Algemeen Kiesrecht, het éénige
middel voor de arbeiders-klasse om goede wetten te
verkrijgen, gaan deelnemen 1
Kliek-benoeming.
Door het ontslagnemen van een der leden moest een
lid benoemd worden door de commissie voor het Stads
ziekenhuis.
Door die commissie was bij den t aad een aanbeveling
ingediend, waarop voorkwamen de heeren J. M. van
der Schalk en J. Lechner C. S.zn.
In de raadszitting van Dinsdag kwam deze benoeming
aan de orde.
Onze partijgenoot de Brnin tornde er tegen op. Tot
z'n leedwezen moest hij konstateeren dat zijn herhaalde
aandrang, om al dergelijke commissiën uit verschillende
richtingen en groepen samen te stellen, ook bij deze
commissie geen gehoor had gevonden, zoomin als de
belangrijke verklaringen door den heer Lagerwey onlangs
te dezer zake afgelegd. Spr. beklaagt den heer Lagerwey
inderdaad, dat ook zijn woord zoo weinig invloed schijnt
te hebben.
Alle commissiën van zoogenaamde weldadigheid zijn
samengesteld uit „heeren", alsof men het de bedeelden
toch vooral goed wil inprentenwat ge ontvangt, ont
vangt ge als een gunst; van recht is geen sprake.
Zelfs de heer Koopmans, die eenmaal als no. 1 voor
het college van regenten voor het Gasthuis werd voorge
dragen, werd weggeduwd er moest een „heer" komen.
Dat stelsel is noodlottig voor de instellingen zelf,
omdat zij, die uit de hoogere klasse komen, geen begrip
hebben van de nooden en wenschen der arbeiders. Men
kan van elkander leeren het bestuur der Ambachts
school bestaat ook uit verschillende elementen en de
inrichting is er wèl bij gevaren.
Waarom zon dit bjj gemeentelijke commissiën niet
mogelijk zijn
Thans maakt men er een kliek van, een heeren-kliek.
Dat moet niet langer worden bestendigd en daarom
stelde de Bruin voor de voordracht aan de commissie
terug te zenden met verzoek tot herziening, rekening
houdende met de gemaakte opmerkingen.
Dit voorstel werd alleen ondersteund door den heer
Koopmans.
Eu dus was het van de baan. En dus sanktioneeren
niet alleen de kerkelijken, maar ook de vrijzinnigen
(de heer Koopmans uitgezonderd) dat brutaal-beleedigend
uitsluitings-systeem, hier bij alle benoemingen toegepast
Dat noemt zich nog vrijzinnig-democraten, nota bene!
Wie der arbeiders dezen hoon gevoelen, begrijpen
eens, dat met de algemeene raadsverkiezingen in Juli
aan die klerikale en vrijzinnige machtsvergoders de
rekening kan thuis gebracht worden.
Laten we alvast ons best doen, den heeren dan een
flinke les te geven
Boven de 45.000. Uit den kwartaalstaat van
het Nederlandsch Vakverbond blijkt dat het Verbond
al aardig over de 45.000 leden heen is. Volgens den
kwartaalstaat van 1 April j.l. telde het Verbond 45.889
leden op 1 Januari en 1 October respectievelijk 43.983
en 42.679.
Het blijkt dat het een gezonde groei is. Deze stijging
is niet verkregen door het oprichten of aansloiten van
bonden, doch in hoofdzaak door de stijging van het
ledental der aangesloten organisaties.
Van 1 October 1910 tot 1 April 1911 steeg het
ledental van de bakkers met 161; gemeentewerklieden
371, handels- en kantoorbedienden 167, schilders 283
en timmerlieden met 420 leden. Dit zijn de voornaamste
cijfers. Daaruit blijkt, dat wij gerust kunren verwachten,
dat de Nederlandsche vakbeweging haar kwade tijd
achter de rug heeft en dat binnenkort het Verbond de
half-honderd-duizend overschrijdt.
Het xyn maar arbeiders! Eenige maanden
geleden heett de S.B.B. een adres aan den gemeente
raad verzonden, waarin gevraagd werd om de bestek-
voorwaarden te herzien van de door de gemeente uit
te besteden werken. Het adres werd in handen gesteld
van B. en W. voor preadvies. B. en W. hebben zeker
nog geen tijd gehad het adres te behandelen. Met span
ning hebben de betrokken arbeiders uitgekeken doch....
helaas.
Het zijn maar arbeiders, moet gij weten
Het Yolkgpetitionnement.
Aan de fietsrijders en wandelaars.
De partijgenooten en geestverwanten, die een fiets
berijden, zullen in het komende seizoen aan het aange
name van een klubtocht het nuttige kunnen verbinden,
door op een of andere wijze mede te werken aan het
welslagen van ons volkspetitionnement.
Dat kan aldus:
le. Zjj vormen een klub en dragen aan een hunner
op het voeren van korrespondentie met ons komitee.
2. De korrespondent bericht ons het bestaan van de
klub ea deelt ons tevens mee
a. welke plaatsen de klub voor haar rekening zou
willen nemen, om er tekst en vlugschrift te verspreiden
(gelijk in de buitengewone petitionnementsweek dus) en
daarna handteekeningen te verzamelen
b. welke plaatsen de klub voor haar rekening neemt
voor versprgdwerk ten behoeve van de in Juli en even
tueel ook in Augustas te houden meetings.
De klubs zijn natuurlijk vrij in haar keus. Zij kunnen
zich beschikbaar stellen voor het werk onder a, of onder
b genoemd, of voor beide soorten werk.
Zelfs klubs van één persoon zg'n welkom, vooral voor
het werk onder b genoemd. Ongeveer half Juni vangt
dit werk aan.
En dit spreekt van zelfde hulp van wandel-
klnbs zal evenzeer gaarne worden aanvaard.
Voor het Komitee van Aktie,
De secretaris
H. J. Hegeraat,
O. Z. Voorburgwal 159, Amsterdam.
De interpellatie-de Jong. De interpellatie
van den heer de Jong over de benoeming van den heer
Dresch tot gemeente-archivaris is, op z'n Hollandsch
gezegd, uitgegaan als een nachtkaars.
B. en W. hebben op de gestelde vragen vormelijk en
droog geantwoord, maar de heer Mr. Von Briel Sasse
had op een stuk of wat velletjes papier een lofrede op
den heer Dresch geschreven en las z'n heele lesje voor,
daarbij ta^ van verkeerde uitleggingen aan de door den
heer de Jong gestelde vragen gevende. De heer Von
Briel Sasse vond den heer Dresch een bovenstbeste
archivaris.
De heer van Westendorp merkte zeer terecht op, dat
niet de heer Von Briel Sasse maar het College van
B. en W. van antwoord had moeten dienen. Deze
gang van zaken moet wel een vreemden indruk maken.
De heer de Jong is nog vreemdeling in den raad en
scheen min of meer overbluft. En de heer Houtman,
die ging spreken van een „politiek spelletje" bg deze
benoeming gespeeld, was natuurlijk geen partij voor den
hoofdman der anti's. Met een soort van verontwaardi
ging protesteerde Von Briel Sasse, dat dit zoo maar
in 't openbaar werd gezegd er bijvoegende dat het
hem niet aanging wat de heer Houtman in z'n sociteit
wil zeggen.
En ook deze anti-klerikale strijder die nog in de
onschuldige meening schijnt te V6rkeeren, dat in de
politieke sfeer iets denkbaar is zonder politiekliet
zich in den hoek drukken.
Is het niet teekenend, dat op de vele en scherpe
aanvallen van de Bruin de kerkelijken (Mr. Von Briel
Sasse zoomin als een der anderen) ooit noemenswaard
reageeren Over dergelijke prutszaken durven ze nog
wel eens den strijd aan te binden, maar strijd over
beginselen in den raad te voeren het starre conser
vatieve tegen het brnischeude demokratische beginsel
te laten inbotsen, daar wagen de heeren het niet meer op.
Ze hebben er zeker goede redenen voor!
Een Pamflet. Door de B.K. propaganda-club
StPaulusu onderafdeeling van de EK. Volksbond,
is een pamflet aan de katholieke 'mannen en vrouwen
van Schiedam gestuurd welks inhoud we hier in het
kort zullen bespreken. Gaarne zouden wij het lijvige
ding in z'n geheel plaatsen maar daarvoor hebben we
geen rnimte.
In de eerste plaats worden Kunst aan het Volk
en Eet Volkshuisaangevallen. Deze vereenigingen,
welke onder het mom der „neutraliteit" de Schiedam-
sche katholieken zoo gaarne als lid wenschen, enkel en
alleen om ze als reclame te gebruiken. Het door
„Kunst aan het Volk" het afgeloopen seizoen opge
voerd stuk „Het 7e Gebod" wgrdt hier ook aan de
kaak gesteld. De beschrijving, welke de samenstellers
van dit pamflet er van geven is deze. Het zijn stukken
welke zich dagelijks in de achterbuurten der groote
steden afspeleD, te walgelijk om te zien en te hooren.
Wie bestendigd die toestand, heeren? Gij en uw mede
Volksbonders, gij zijt de oorzaak (misschien onbewust)
dat zulke toestanden kunnen bestaan. Verderop krijgt
„Het Volkshuis" een beurt. Dit lichaam wordt in
hoofdzaak aangeroerd omdat er vereenigingen als, vrije
socialisten en „De Dageraad" er vergaderen. Iedere
katholiek, welke nu nog lid is van „K. a. h. V en
„Het Volkshuis" moeten direct bedanken. Dat doen
ze immers toch niet, is niet't zoo „St. Paulns-bestuur?"
Verder volgt een opwekking tot aansluiting bij de
R. K. Volksbond. Dat is je ware, daar moet je wezen,
daar krijgt je het ware voor je centen. Daar wordt
men zoet gehouden en van alle „roode smetten blijft
men vrij. Dan volgt nog eene opwekking om alleen de
Roomsche bladen te lezen. Het zijn; „De Voorhoede".
„De Christelijke Actie", „Nieuwe Schiedamsche courant",
„Het Nieuwe Dagblad", „De Maasbode" enz. enz Alle
maal bladen van het ware geloof. De liefde spreekt
uit al deze bladen, en vooral de waarheid. Waarheid
bovenal, vooral als het ons betreft. Het slot is dat
de katholieken zich niet moeten laten vangen door de
sociaal-democraten inzake het Volkspetitionnement. Zij
mogen in geen geval de lijsten teekenen.
En toch doen ze het. Het is toch verdomd lastig,
vindt ge niet heeren Hengst en van Dongen, datje
geloofsgenooten toch teekenen.
Wg zjjn de heeren dankbaar voor hun openhartigheid
en zullen doorgaan met handteekeningen verzamelen
(ook bij katholieken) en propaganda maken voor ome
beginselen.
Het Roomsche schrikbewind. Pas is de
schanddaad te Gestel, door een opgehitste bende Roomschei
tegen een socialistischen huisbezoeker bedreven, achter
den rug, of een nieuw ergerlijk geval doet zich voor,
Zondag, zoo schrijft men ons uit de mijnstreek, zou
te Sittard een openbare vergadering worden gehouden
met Elfers en Vieth als sprekers.
In het lokaal had echter onder leiding van een amb
tenaar van den burgerlijken stand van Sittard een half
bezopen bende plaats genomen, gewapend met stokken,
waaraan lange oranje-linten verbonden waren.
Zoodra onze mannen verschenen, brak een oorver-
doovend getier los en hoorde men het lieflijke boe-boe
en de schoone deunWeg met de socialen, leve Wille-
mien.
Wel gelukte het onzen mannen in den beginne den
storm te bezweren, maar ten slotte ging men tot ge
welddadigheden over. Vuisten werden geheven en...
door den kommissaris van politie werd de vergadering
ontbonden en werden allen de zaal uitgedreven.
Een wilde, razende menigte stond onze menschel
buiten af te wachten. Onze menschen zochten onderdat
bij een hunner vrienden, die den onzen gastvrijheid had
verleend. Zonder versterkte politie-macht was het niet
mogelijk dat huis te bereiken.
En dit was nog het einde van het schandaal niet.
Toen de onzen een paar uur later met den trein zonden
vertrekken, stond de half bezopen bende hen af te
wachten. Een groote politie-macht, versterkt door mare
chaussees, had de handen vol werk om onze menschen
tegen de wilde aanvallen te beschermen. Meermalen
hief de bende een Indianen-gehuil aan, zoodat hooren
en zien verging. Stokken werden geheven, vuisten ge
bald en de liederijkste taal er uitgeblaft.
Opmerkelijk was dat eigenlijke arbeiders zich niet
bij den troep aansloten, doch veelal getuigden dat ze
zich voor hunne geloofsgenooten schaamden.
Aan het station moesten de marechaussees het terrein
afzetten om de onzen den doortocht mogelijk te maken,
Door zulke middelen tracht men thans de moderne
vakbeweging in Limburg het voortdringen te beletten,
Ook dat zal echter niet helpen. Dr. Poels heeft inmid
dels alle eer van zijn werk onder de leusLimbnrg
aan Christus
Uit het leven. „Wat praat jij van geheel
onthouding Daar steekt niks in, hoorEen glaasje
zoo op z'n tijd doet iemand goed, dat versterkt hem
en geeft hem nieuwe lust tot werken." Hij, die zoo
sprak, was een stoere kerel van 50 jaar wie hem zag,
gaf hem nóg zooveel jaren levens erbij j zËn oogen
schitterden nog, als waien ze door jeugdig vuur bezield
en zg'n heele houding verried kracht.
Hg was ook sterkgeen kuiper in heel de stad, die
tegen hem werken konhet zwaarste gereedschap
hanteerde hij, als was het kinderspel, geen van zjjn
kameraden kon er een uur mee werken, of ze waren
dood moe, en hij gebruikte het van 's morgens vroeg
tot 's avonds laat en met eene vlugheid, die een jong
gezel benijden zou. Zeker, hij was geheel de vakman,
hg was de man, die Zaterdag het meeste geld kón
thuisbrengen. Maar helaas, dat woordje moet er bij:
hjj zou het kunne n, maar hij dééd het niet. Voorat
hield hij er van „samen deelen" te doen en zoo kreeg
zijn vrouw op betaaldag slechts zeven onnoozele gulden
tjes te zien, waar ze met alle plezier vijftien verwachten
kon. En van dat armzalig loontje moest ze opscheppen
voor haar man, haar en zes kinderen, allen gretige
magen, die liever vier dan twee boterhammen op tafel
zagen. Maar hoe zuinigjes de brave vrouw het ook
overlegde, ze kon er niet mee uit, vooral niet in dezen
tijd, nu de levensstandaard zoo hoog is. Daarom trachtte
ze er met „uit werken gaan" nog iets bij te verdienen,
zoodat ze toch voor het oog van de wereld knap voor
den dag kon komen. Want eergevoel had ze in hooge
mate's Maandagsmorgens verschenen haar man en haar
kinderen helder gewasscben en gestreken op werkplaats
en school, al had ze dan ook den halven Zondag moeten
ploeteren. De gedachte alleen, dat ze er maar netjes
uit zouden zien, vergoedde wel weer den arbeid op
den rustdag niemand kon het toch zien, dat het toen
gereinigd was.
Was het daarom wel wonder, dat ze 's avonds, als
ze hard gewerkt had en ze eenmaal rustig op den
stoel zat, dat ze dan indommelde over de kous, die ze
bezig was te stoppen! Neen immers! Maar o wee, als
hij dan thuis kwam was hg nuchter, dan was 't een
dood-goeie vent, dan schreeuwde hij haar wakker en
riep haar toe: „Wat doe je op den stoel te slapen,ga
naar bedWas hg dronken, ook dan had ze geen
last, want dan kroop hij zelf onder de wol, maar
vreeseljjk was het, als hij zoo half om half was, dan
begon hii uit te varen, dan schold hij haar voor alles
wat mooi en leelgk was. Dan klonk het„Luilak,
slaap je al weer, ik geloof, dat je niet anders kunt,
sta op en zet koffie, ik heb dorst". En dan moest ze,
afgetobd schepseltje, maar weer in de beenen, wilde