FEUILLETON.
De droom van mijnheer Roesmeijer.
Uit Vlaardingen.
Van onze leestafel.
vreeselpker dingen voorkomen. Meermalen ging 't
dan nog niet vlug genoeg en alles wat binnen zpn be
reik kwam, smeet hg haar naar het hoofd.
De kinderen kropen angstig in een hoekje en keken
met vragende oogen naar den verdierlijkten man, dien
ze hun vader moeten noemen. Het oudste kind, een
meisje van achttien jaar, ontvlood dan de ouderlijke
woning en snelde naar haar oom en tante, wien ze
niets behoefde te vertellen, want die dan wel wisten,
t er weer gaande was. Daar kon ze uitschreien,
daar vond ze harten, die naar haar wilde luisteren,
die haar trachten op te beuren. En zoo gebeurde het,
dat ze in een heele week niet thuis kwam, omdat ze
lang was voor haar vader. Ze verkeerde veel meer
bjj de familie, dan bp haar eigen thuis, ze was meer
op haar gemak daar, dan bp vader en moeder. Zoo
iets is toch verschrikkelijk, en het was maar al te waar.
Oom was voor haar alles, haar vader verachtte ze, ja,
dikwpls slaakte ze de verzuchting„ach, was hp maar
doodIn die paar woorden lag al haar zieleleed op
gesloten als een kind zóó over één harer ouders
spreekt, dan moet het al heel ver gekomen zijn.
Zp, zachtzinnig persoontje, verkoos het kalme leventje
i oom en tante ver boven het geschreeuw en de ruzie
bij haar ouders thuis. En het was geen wonder. Ze
scheen in de wieg gelegd te wezen, om geen enkel
schepsel verdriet aan te doen, integendeel, ze steunde
zwakken, ze kon haar zuurverdiende geld uitsmijten,
om anderen gelukkig te zien. Dat zoo'n meisje in die
rnwe omgeving niet aarden kon, spreekt als van zelf.
Ze steunde haar moeder flink op 't moeilijke pad,
dat deze te bewandelen had, maar om 's avonds eens
thuis te komen en gezellig om de tafel te zitten, neen,
dat deed ze niet. Ze was veel te bang, dat er te lange
leste weer jenever te voorschijn zou komen en dan
wist ze dat een hoop ellende voor de deur stond. Zoo
leefde ze voort, geheel vervreemd van eigen tehuis.
andere kinderen waren nog te jong om op eigen
wieken te drijven, maar ook zp zwierven heele avonden
op straat, omdat moeder gezegd had„Ga maar
spelen", De vrouw wilde ze al het verdriet sparen,
dat was voor haar alleen genoeg. Stakker, opofferende
moeder! Vooruit wist ze, dat, als de kinderen niet thuis
waren, hp nog meer zou opspelen, maar dan hadden
die arme schapen er toch geen last van.
Zoo vlood hun treurig bestaan voort. Geheel
onthouders, die zich hunner aantrokken en die hem
poogde te bekeeren, kregen steeds het antwoord
voor aan dit stukje gezegd en begonnen ze hem te
g te zaniken, dan zei hij„Ik groet je, praat er
met m'n vrouw maar eens over. Ik heb nu zoo'n droge
keel, ik moet er nog gauw eens eentje pakken." De
klaarste redeneeringen, de mooiste statistieken hadden
op hem niet den minsten invloed„ik gevoel me er
best bp," zei hij en afgeloopen was het„ben ik ziek,
n neem ik een borreltje en ik fleur heelemaal weer op."
Doch dat leventje had reeds te veel van zpn krachten
gesloopt, koning alcohol had hem al geheel in zpn
macht, één stootje in den vorm van een ziekte zou
voldoende zpn, om aan dat krachtige lichaam allen
weerstand te ontnemen. En hjj werd ziek, ernstig ziek,
en binnen den tijd van drie dagen lag hp op z'n
dooden rug.
Niemand was er, die echt kwam condoleeren, allen
gevoelden, dat 't zoo had moeten zijn. Nu was ze
weduwe, nu moest ze hard werken, nog harder dan
voorheen, maar nooit had ze 's avonds weer dat ge
krakeel, haar leven werd rustiger. Zoo langzamerhand
werden haar meubeltjes vernieuwd en kon ze hier en
daar een kleine versiering aanbrengen, zoodat nu
iedereen, die bij haar binnenkomt, zegt,,'t Is hier
gezellig, zoo echt huiselijk."
Drank komt er echter nooit meer over den vloerde
booze heelt één slachtoffer gemaakt, voor het tweede
zal ze oppassen. Nu leeft ze vredigjes en stil ge
lukkig, nu kennen de kinderen weer het vroolpke van
een „te huis" te hebben, en nu denken ze bp zichzelf:
Zoo'n gesprek was iets nieuws in de „soos", waar
mjjnheer Roesmeper gewoon was zijn avonduren door
te brengen. Men had al vee'soortige zaken besproken,
maar die „meiienrommel", neen, dat liet men aan de
dames" over.
Mijnheer Roesmeper had zich er niet in willen mengen,
volstrekt niet. Maar nu men het besprak in verband
met de politiek, nu kon hp er toch niet van buiten.
Was zpn naam piet genoemd in de kiesvereeniging „de
Hoeksteen" bp de laatste verkiezingen 't Was waar,
dengene die zpn naam als candidaat genoemd had werd
gewoonlijk voor niet recht „snik" aangezien, maar toch,
men kon nooit weten. In elk geval kon 't geen kwaad
in het openbaar, zij 't voorloop:g beperkt tot de soos
en het kantoor, zich wat meer in de „politiek" te mengen.
Hij zou 't vooral tegen die mijnheer Soethout, welke
in „zpn* plaats candidaat was geworden, eens even
hebben
„Ik zeg heeren," aldus kon mijnheer Roesmeper zich
dan eindelijk verstaanbaar maken, „ik zeg dat juist
het antwoord van Minister Talma nog veel te slap, te
gewoon, tenu ja, te slap was. Mp dunkt, en hier
„is het niet beter zoo, dan met een vader, die drinker is
En gp, lezers en lezeressen, stemt gij ook niet in
met de gedachten van die kinderen, vindt ge het ook
niet vreeseljjk, zoo jong reeds de drankellende te moeten
aanschouwen, en roept ge dan niet een „heil u" toe
aan de mannen, de geheelonthouders, die zich ver
bonden hebben den draak te bestrijden, den verwoester
van zooveel huwelijken, die toch zoo gelukkig hadden
kunnen zpn? Is dan het streven van die menschenniet
mooi? Weg met den drank I Zondt ge u er dan niet
bp aansluiten, om mede te strijden Ge weeteendracht
maakt macht, hoe grooter de vereeniging, hoe sterker
we staan om eiken aanval van hem at te slaandus
sluit u aan bp de mannen, die een deel van de volks
ellende willen wegnemen. Er wordt reeds genoeg ge
leden, laten we nu toch dat, wat we weg kunnen
nemen, verwijderen, reeds veel lijden wordt dan ver
zacht, ja opgeheven.
Daarom roep ik u nog eens toesluit u aan, heb
oog voor al 't verdriet door vrouwen en kinderen ge
leden, laat dat glaasje staan, één wordt zoo licht twee,
en noodzakelijk voor je levensbehoud is het zeker niet.
Denk er dus nog eens over na, als je dat goed doet,
ernstig, dan komen we al een heel eind. Laat er dus
je gedachten eens over gaan en ik hoop, dat ge dan
weldra onze gelederen zult versterken. J. J. Z.
Van Levenswee en christelijke barmhar
tigheid. Vrjjdag avond, zoo deelt men ons mede,
troffen wandelaars in het plantsoen een vrouw aan,
sjofel gekleed, en met een kindje bp zich.
Zp trok de aandacht, doordat zp daar reeds een
groot gedeelte van den middag had doorgebracht en
eeuige menschen namen haar onder verhoor, 't Bleek
dat de vrouw Maandag van Kampen vertrokken was
en den langen weg, van daar naar hier, te voet had
afgelegdnu eens overnachtende in een schuur dan
weer onder den blooten hemel.
De vrouw kwam haar echtgenoot of de man die als
zoodanig met haar leefde, hier zoeken hp werkte
hier op een meubelfabriek dien dag voor het eerst
en werd nu blijkbaar door dezen in den steek gelaten.
Wat is de mensch, wat is de man die zulke banden
bindt en dan weêr breekt, wat is de vrouw die daar
toe komt?
O, heerlijke maatschappij, wat moet de mensch van
U denken, dien gij zoover bracht
Maar zelfs, al is deze vrouw wat men zegt iemand
van verdachte zeden, dan nog. dwingt zulk een toestand
geen deernis af en moet niet 't arme kind, dat daarbij
lijdt, beschermd worden
Doch wie -er medelijden kreeg, aan het Zeemanshuis,
het gebouw van de Chr. Nat. Geheelonthouders vereeni
ging, werd deze vrouw ook op herhaald verzoek en
ondanks aanbieding van betaling niet opgenomen, onder
dak geweigerd.
Daar in dat christelijk Tehuis was voor deze vrouw,
voor dit kind, geen plaats. Ze heeft het toen gevonden
in het gebouw van den Volksbond, gelukkig.
Maar de weinige barmhartigheid van de christelijke
concierge van he Chr- Zeemanshuis kwam ons zoo onge
looflijk voor dat we eerst eens moesten informeeren
of dat nn wel waar was.
Helaas 't is waar en wat meer zegt, het bestuur
dier inrichting neemt de handeling van den concierge
voor haar verantwoording. Zeker, die concierge had
zijn redenen om die vrouw te weigeren. Luister slechts.
Vooreerst is de inrichting een zeemanshuis en geen
tehuis voor dakloozen, ten tweede is de regel dat na
10 uur en 't was later toen men voor de vrouw
onderdak verzocht, 10 minuten geen logees meer
worden toegelaten, ten derde werd de vrouw wat opge
drongen en nam men den schijn aan alsof plaatsing
plicht was en ten vierde wil je toch ook niet iedereen
in huis hebben. Plaats was er echter wel geweest.
Wij zullen nu niet gaan critiseeren doch vragen
stelde mijnheer Roesmeper zich in postuur zooals een
spreker betaamt, niet zonder gevaar voor de tot den
rand gevulde „halfjes", mij dunkt dat het meer op den
weg van den Minister gelezen had het die Schaper of
Schapper, hoe die vént dan ook heeten mag, eens goed
te zeggen waar het óp stond.
Ik zeg maar zoo, een meid is een meid en niets meer.
Nu die meiden van die bonden oprichten en adressen
sturen aan den Minister, had deze daar eens subiet een
eind aan moeten maken. Subiet
Toen die Schaper, die natuurlijk sociaal is, 't opnam
voor die meiden en daar stond te kletsen net of die
meiden ook Zondags soms geen „meid" zpn en niets
meer, had de Minister niet moeten zeggen wat juist
mijnheer Soethout zoo „tactvol" vond om zich er handig
van af te maken. Mij dunkt, en hierbp maakte mijnheer
Roesmeijer een beweging van arm en vuist, of stond
de geheele Dienssbodenbond voor hem, mjj dunkt dat
de Minister dat adres van die „meidenrommel* in
snippers gescheurd de Tweede Kamer had moeten toonen
en voort*, wat ook geen kwaad kon, eens goed had
moeten zeggen dat die „adresserjj" van die meiden uit
moest zijn.
Want een schandaal is het, een groot schandaal zeg
ik, is het voor ons land dat zelfs die meiden al „bonden"
maken. Waar moet dat heen, als een mensch zelfs in
huis al getiranniseerd moet worden, door, stel je voor,
alleen, zou deze daad op deze overwegingen, gewogen
op de schaal der christelijke liefde en barmhartigheid,
niet te voorschijn doen komen een hand die wel vlam
mende letteren teekent Mené, Mené, Tékél, Ufarsin,
gewogen en te licht bevonden.
Men deelt ons mede dat volgens besluit der laatste
ledenvergadering door het Bestuur der vereeniging van
Kuipers, Houtbewerkers en Arbeiders in aanverwante
vakken te Vlaardingen een referendum is uitgeschreven
over de vraag of voor deze vereeniging een fonds tot
uitkeering bij werkloosheid zou worden gesticht welk
fonds zich zou moeten aansluiten bij bet Gemeentelijk
fonds. De uitslag van het referendum is dat het voor
stel tot oprichting van zulk een fonds verkreeg 132
stemmen, terwijl er tegen werden uitgebracht 23 stemmen.
Omtrent de wijze waarop dit fonds zou worden in
gericht verklaarden 121 stemmen zich voor contributie-
verhooging en 21 voor v< rmindering der tegenwoordige
ziekenuitkeering171 leden hebben aan het referendum
deelgenomen.
In de eerstvolgende ledenvergadering zal nu definitief
over de al of niet oprichting van zulk een fonds wor
den beslist.
Aan het Bureau voor Arbeidersrecht, gevestigd Willem
Beukelszoonstraat 4a, werden in de maand April ont
vangen 31 bezoeken, waarvan 6 van leden van de
vereeniging van Kuipers, 9 van de zeevisschers veree
niging, 1 van de Scheepsbouwersver., 1 van de Afd.
S.D.A.P. en 14 van personen in wier beroep geen vak-
vereeniging bestaat. 8 bezoeken betroffen loopende zaken,
23 nieuwe zaken raakten de volgende onderwerpen. 7
Arbeidscontract, 2 Huur- of woningkwesties, 3 Militie
of Landweer, 5 belastingen, 1 Gemeenteverordeningen
en 5 betreffende Burgerlijk recht. Het verkregen finan-
tieel voordeel bedroeg f 48,86V3. 't Proces liep af.
Het verband tnsschen kiesrecht en wetge
ving is de titel van de jongste uitgave der perscom
missie voor de petitionnement-aktie.
De brochure is een boekje geworden van 40 bladzijden
kompresse druk, en het kost dan ook 15 ets. De
■grootere omvang echter gaf den schrijver, ons kamerlid
Hugenholtz, gelegenheid, zpn onderwerp eenigszins breed
te behandelen. En zoo heeft hp eigenlijk geschreven
een stuk parlementaire geschiedenis van Nederland na
1848, van de periode dus, dat de liberale en later, af
wisselend, de liberale en z.g. christelijke bourgeoisie de
staatsmacht hanteerden. Het boekje is niet geschikt
voor de eerste propaganda. Daar hebben we trouwens
onze 2- en 3-cents brochures te kust en te keur voor.
Maar voor hen, die zich wat dieper in de geschie
denis van ons kiesrecht en wat er aan vastzit, wenschen
in te werken, is deze brochure bij uitstek geschikt.
Laten zij, die zich niet slechts tot de openlijke pro
paganda voelen aangetrokken, maar ook zich met de
„inwendige zending" willen gaan bezighouden, die dus
in hun eigen kring willen optreden als leider van
kursussen, het boekje met aandacht doorwerken. Zij
zullen voor beide doeleinden prachtig materiaal vinden
in Hugenholtz' verdienstelijk geschrift. En laten zp
dan leesclubs vormen, waar deze nieuwe brochures met
haar systematische indeeling gezamenlijk wordt gelezen
en bestudeerd. Dan zal het aantal krachtige, d.i. stevig
toegeruste, strijders er ontegenzeggelijk mee worden
vergroot.
Bestellingen richtte men aan den Brochurenhandel der
S.D.A.P., Keizersgracht 378, Amsterdam.
STEÜNPENNING „De Moker
De Moker 10 ct.; V. 10 ct.; een goed vriend 10 ct.;
verantwoord 4 ct.; 5 ct.
Verkiezingsfonds.
12 ct.; Am. B. f 1.
door een „dienstmeid".
Zeker, 'k geef toe aan mpnheer Soethout dat een
Minister maar niet altijd zoo precies kan zeggen wat
die wil, maar over die meiden, daarover ben ik het
niet met hsm eens. Willen wp onzen stand ophouden
dan dient een meid een meid te bljjven en niets meer."
Mpnheer Roesmeijer had zich opgewonden, meer dan
noodig was. En hij had 't er niet bp willen laten zoo
niet het geheele gezelschap was afgeleid door een
rumoerig optreden van andere „soosklanten". Hij stond
nu zoetjes aan in zpn „eentje" en was dus wel verplicht
er het zwijgen toe te doen. Maar hp had er zich nu
warm voor gemaakt en, al was hier het „glaasje" niet
vreemd aan, het spookte hem in 't hoofd.
Veel, veel had hij nog willen zeggen, het was nu
juist zoo'n geschikt punt om zich eens over te uiten
Aan alles komt echter een einde, dus ook aan 't
bezoek van de „soos". Met 't hoofd vol van gedachten
over politiek, meiden en candidaatschap en de maag
gevuld met een niet onbelangrijke hoeveelheid geestrijk
vocht ging mpnheer Roesmeper huiswaarts.
't Was nog wel een heele toer den sleutel in het
slot te krijgen, maar 't ging dan toch.
Mpnheer Roesmeper begaf zich ter ruste, immer
vervuld van zpn ideeën
(Slot volgt).