Reactie troef. De gehuwde ambtenares. maken uit anderer gebrek. Zij hebben voorraden, maar houden ze vast. Zoo wordt het aanbod nog kleiner en de prijs nog hooger dan noodig was. Wie lijdt het meest onder dit alles De bezittende klasse vindt het ongetwijfeld onaan genaam om meer te moeten betalen dan anders. Maar daar blijft heit bij. Zij hoeft er zich niets om te ontzeggen. Zij heeft genoeg om ook de duurdere prijzen met gemak te kunnen opbrengen. De arbeidersklasse ,gaat er evenwel schrikkelijk onder gebukt. Zij heeft, zelfs in „normale" tijden, maar net genoeg om het leven te rekken. Zij komt nu bar tekort. Zoo gaat het altijd en met alles. In deze maat schappij heeft de arbeidersklasse steeds het slechtste deel en elke ramp treft haar dubbel. Het leven van den arbeider is op zichzelf reeds,' een ramp. Hoe is het lot van den Nederlandschen werkman en zijn gezin Of hij op het land, in de fabriek of thuis werkt, overal heeft hij den ganschen lieven dag hard te ploeteren, 1112, 13 uren, en vaak nog meer ach tereen. Hij verdient daarmee een weekloon, dat in het gelukkigste geval net toereikend is om een slechte woning te huren, de monden open te houden en zich schamel te kleeden. Maar vaak lukt dat ook niet en moeten vrouw en kinderen meeploeteren om het te geringe loon van den man en vader aan te vullen. Dan gaat het een beetje. Maar als er dan dagen van werkloosheid of ziekte komen, dan is het weer mis. Dan doen honger en nood hun intree in de bekrom pen arbeiderswoning En als de arbeider en zijn vrouw zoo door het wreede leven zijn gegaan, zwoegend en ontberend tegelijk. Als zij hun werkkracht steeds hebben ge-' geven voor anderen. Als zij hun beste sappen heb ben verbruikt in dienst van den patroon. Als zij oud zijn geworden en gebogen onder den last van hun moeilijk bestaan. Wat dan Dan kunnen de oudjes probeeren een hap mee te krijgen uit den toch al schralen pot van de kinderen.; Dan moeten zij gaan bedelen bij kerk- en gemeente bestuur. Dan mogen zij in 't trieste armhuis hun laatste dagen slijten. Zóó is het leven van het grootste deel der mensch- heid onder het kapitalistisch stelsel. En het zal niet anders en niet beter worden voor het lijdend deel der menschheid zelf opstaat en een nieuwe orde van zaken schept, die aan ieder redelijk wezen een menschwaardig bestaan waarborgt. Maar dat zal niet gaan zonder feilen strijd. Want de bezittende klasse zal slechts noodgedwongen haar bevoorrechte positie prijsgeven. In dien strijd nu is het algemeen kiesrecht een van de scherpste en doeltreffendste wapens die het proletariaat ten dienste staan. Door middel van het algemeen kiesrecht is het de arbeidersklasse immers mogelijk om reeds in deze kapitalistische maatschappij haar lot te verbeteren. En tevens stelt het haar in staat om mede de macht te vormen die noodig is om de nieuwe wereld te veroveren. Zoo is dan onze demonstratie op den Rooden Dinsdag in Den Haag niet alleen een betooging voor wat meer recht, zij is tevens een levend protest tegen heel deze maatschappij, die een hel is voor het proletariaat. Daarom hoort iedere arbeider die die jammer van zijn bestaan voelt, met ons te demonstreeren. Maar er zullen velen zijn die om allerlei redenen op 19 September niet naar Den Haag kunnen reizen. Zij kunnen toch van hun belangstelling voor wat daar gebeuren gaat, blijk geven. Op tal van plaatsen van het land wordt aan den vooravond van den Rooden Dinsdag, op Maandag 18 September dus, vergaderd en betoogd voor het Algemeen Kiesrecht. Daar hoeft niemand te ont breken daar kan iedereen bij zijn. Wie dus eventjes kan, is op Dinsdag 19 September in Den Haag. Wie thuis moet blijven, komt den avond van te voren samen met zijn kameraden Het gaat tegen de verwaarloozing, de achteruit zetting, de ellende der arbeidersklasse Mannen en vrouwen van het proletariaat, het gaat om de toekomst en het geluk van ons allen Op voor het Algemeen Kiesrecht! De eerste Dinsdag in September heeft voor den, gemeenteraad dezelfde strekking als de derde Dins dag in dezelfde maand voor de Tweede Kamer. Dan tQch wordt als het ware de grondslag gelegd voor de houding in den komenden tijdde nieuwgekozen en herkozen leden worden ingezworen, de raadsleden worden opnieuw in de verschillende commissies ge kozen en op den raad ligt het stempel wat de meer derheid er op wenscht te leggen. De lezers weten hoe de houding is die onze ge meenteraad inneemt en wenscht in te nemen. De „eerste zitting" is van dien aard geweest, dat, moch ten er al optimisten zijn die hebben gemeend, dat door het „nieuwe" bloed wat door de laatste ver kiezingen in den raad gebracht is, er wellicht een nieuwe, een frissche strooming zich zou openbaren, dezen zijn beschaamd uitgekomen. Reactie is meer dan ooit aian de orde van den dag. De nieuwgekozen leden, de heeren de Graaff en Schreuder, hebben zich zonder meer aan den kant van het conservatieve blok geschaard. De heer Schreuder heeft even na de verkiezingen gezegd„Och partij, wat zal ik zeggen Ik behoor feitelijk niet tot een partij Komt er iets aan de orde, welnu, dan stem ik naar mijn overtuiging!" Die overtuiging is, gelukkig voor den heer Schreu der, roerend in overeenstemming met den wil van de conservatieve meerderheid. Hij met den heer De Graaff en de overige klerikale heeren hielden netjes De Bruin uit allerlei commissies. Hij en de heer De Graaff stemden tégen een voorstel-De Bruin, om de aanbeveüing voor 5 leden in de commissie voor het Burgerlijk Armbestuur aan B. en W. terug tq zenden, omdat er ail weer en blijkbaar moedwillig een groote groep, de socialistische, voor aanbeveling was uitgeschakeld. De overtuiging van deze twee heeren is, het is overduidelijk gebleken, tégen recht, tégen billijkheid. Zij hebben getoond te willen en te zullen zijn stemmachines in handen van het conservatieve klaverblad Von Briel SasseGoslingaJansen. De meerderheid in onzen gemeenteraad schijnt maar niet te willen begrijpen, schijnt maar niet te willen zien, dat elke onrechtvaardige zaak zich zelf wreekt. Stelselmatig worden de 'sociaal-democraten geweerd, zonder motief, zonder eenige reden, zonder eenige steekhoudende motiveering. Wij kunnen ons indenken en zouden het jammer vinden als het anders was dat men z'n best doet de sociaal democraten uit den raad te houden. Onze opvatting van de taak der gemeente en haar bestuur verschilt hemelsbreed met die van de burgerlijke partijen. Maar, zijn er eenmaal sociaal-democraten gekozen, dan eilscht recht en billijkheid, dat zij ook aan alle werkzaamheden van den raad deelnemen. Dan eischt de uitspraak van de kiezers, dat óók de sociaal-democraten zitting nemen in d& verschillende commissies. Dan mist een raadsmeerderheid het recht, om hen stelselmatig te weren. De meerderheid van den Schie- damschen gemeenteraad maakt echter misbruik van haar macht en zet de uitspraak van de kiezers zoo lang buiten de deur, wil van geen recht weten, om-, dat, ja, er moet en kan geen andere reden zijn, dan dat zij geen dwarskijkers willen. De sociaal-democraten zijn de heeren-te lastig. Zij letten !te veel op handelingen en daden, die gaarne achter de schermen gehouden worden, maar door hen publiek gemaakt worden, omdat de soci aal-democraten meenen, dat al wat de gemeente aan gaat, dingen zijn van algemeen belang en door ieder beschouwd mogen en moeten worden. En om dezelfde reden worden er nooit of nimmer sociaal-democraten benoemd in gewone burgerlijke commissies. De heeren kunnen en moeten het weten, dat wij een serieuse opvatting hebbén van de werking van het burgerlijk, of liever gezegd gemeentelijk arm bestuur. Juist omdat wij meenen, dat door de ge meente de taak moet overgenomen worden van de versnipperde armenverzorging in diverse kerkgenoot schappen, juist daarom zouden eenige sociaal-demo craten in de commissie van het Burgerlijk Armbe stuur goed op hun plaats zijn. De conservatieve meerderheid heeft het echter niet gewild. Houdt hen d'r uit, is het parool en het wordt! door alle rechtsche raadsleden, zonder onderscheid, trouw opgevolgd. Laten de heeren echter niet meenen, dat zij ons er mee hebben. De geschiedenis heeft steeds bewe zen, dat door verdrukking! de kreet van recht en billijkheid niet gesmoord wordt. Mede door deze rechtsverkrachting is ons succes bij de laatste ge meenteraadsverkiezingen te danken en wij meenen, dat het „tot hier toe en niet verder" niet ver meer zal zijn Voor onzen conservatieven, maar zeer onchristelijken gemeenteraad. - Reactie troef schreven wij hierboven en de eerste zitting in September is het toonbeeld geweest varn reactie. Dit is vooral gebleken bij het voorstél-B. en W., in wier gezelschap de vrijzinnig-democraat Van Westendorp heel aardig op z'n gernak schijnt te zijn, om Mej. Sonneveld, nu Mevr. Boer-Sonneveld, eervol haar congé te geven als onderwijzeres, omdat zij de brutaliteit heeft gehad in het huwelijk te treden. Het is bekend, dat door het aannemen van een motie-Jansen, tégen de bedoeling en letter der wet op het Lager Onderwijs in „principe door den raad is uitgemaakt, dat de onderwijzeres die huwt, uit de school gezet moet worden. Deze motie, voor twee jaar geleden aangenomen, was nog niet in de praktijk toegepast. Mevr. Boer-Sonneveld was het, waarop de uitvoering van bovengenoemde beslissing genomen moest worden. En het kan gezegd worden, met zekeren wellust wierpen zich de heeren op hun slachtoffer. Het beginsel moest niet besproken wor den. Het beginsel der Schiedamsche coalitie, wat hemelsbreed verschilt met het algemeen coalitie-be ginsel, was genoegzaam bekend, meenden de heeren. Al werd door De Bruin gezegd, dat er geen be ginsel bij betrokken wasdat zelfs op de christelijke schoolwaar dan toch wel het beginsel toegepast kan worden, een gehuwde onderwijzeres werkzaam was, het mocht niet baten, achter de coulissen was besloten: er uit met haar. En als dat eenmaal besloten is helpt er geen redeneeren tegen. Dan geeft het niet of men al zegt, zoolang de persoon in kwestie naar behooren haar taak volbrengt, dan heeft men geen recht om haar die taak, die zij wellicht met liefde vervult, te ontnemen. Dan luisteren de heeren niet. Dan is hetstemmen Hebben wij gelijk als wij schrijven, dat reactie troef is Denken de heeren niet, dat zij alles mogen doen en laten wat ze willen Laten de heeren het zich echter voor gezegd hou den, dat langzamerhand een stroom opkomt, die van het reactionaire gedoe niets wilt weten. Dat de arbei dersklasse, hoewel moeilijk, doch zeker de knellende banden van onkunde en onwetendheid van zich af schudt. Dat de arbeidersklasse juist door de houding van de heeren duidelijk en steeds duidelijker zal zien, dat het voor haar niets geeft, welke kliek de lakens uitdeelt, dat zij meer en meer in zal zien, dat alleen de S. D. A. P. de partij is, die opkomt niet voor één klasse, doch voor de menschheid. Makkers, de eerste voorstelling is gegeven. Er zullen er nog meer volgen. Zij zijn meer dan leer rijk. Moeten wij niet zorgen, dat de arbeiders oogen krijgen om deze voorstellingen naar waarde te schat ten Alleen door helderheid, klaarheid en licht bij de arbeiders te brengen is het mogelijk, dat de reactionaire bende weggejaagd wordt, om plaats te maken voor de vertegenwoordigers van het Socialisme. De Schiedamsche gemeenteraad heeft het eerste geval te behandelen gehad, eertijds door dat college reeds in principe uitgemaakt, om een onderwijzeres als zoodanig ontslag te verleenen, wanneer zij in het huwelijk trad. Burgemeester en Wethouders had den de voordracht voor ontslag ingediend en de zwart-blauwe raadsmeerderheid zeide daarop ja en amen, zonder hun houding ten deze te rechtvaar digen. De wethouder Goslinga merkte na de uitda ging van partijgenoot De Bruin nog op, geen prin cipieel debat te willen wijl deze zaak vroeger reeds was uitgemaakt. Dat was wel de gemakkelijkste manier om van de zaak af te komen. De christelijke raads meerderheid heeft zich hiermede weer eens van den smallen kant laten bezien. Anderhalve eeuw te laat geboren, kunnen deze heeren maar niet begrijpen dat de vrouw zich tegenwoordig een zelfstandige positie wil veroveren, waardoor zij in economisch opzicht de gelijke wordt van den man en niet diens ondergeschikte. Eenmaal zulk een positie verwor ven hebbende, is die werkkring haar lief geworden, waarvoor zij zich geheel zou willen geven. Doch de reactionaire heeren in den raad weten beter. Die laten de vrouw daar zoolang zij niet huwt, want, zeggen ze, de gehuwde vrouw behoort in het gezin. Hier wordt dus wettelijk vastgesteld waar je behoort te zijn. Hier wordt de vrouw de plaats aangewezen, de werkkring bepaald waar en waarmede zij zich in 't vervolg moet bezig houden, 't Is nog de echte ouderwetsche opvatting die de mannen zich aan matigen ten opzichte der vrouwen. Een stukje kwasie zedelijkheid waarmede de maatschappij moet gered worden van al die verderfelijke nieuwigheden. Maar heeren, die nieuwigheden komen toch ondanks uw tegenstand. Hoogstens kunt gij de invoering of de verwezenlijking van het nieuwe wat bemoeilijken; terughouden kunt ge ze niet. Wilt gij het nieuwe leven niet uit den weg gaan, dan zult ge onder den voet worden geloopen. Men kan persoonlijk van gevoelen wezen, dat de vrouw in 't gezin moet zijn en, gehuwd zijnde, niet buitenshuis eene betrekking moet waarnemen, doch dat is een persoonlijke zaak, die door de betrokken personen zelf moet worden uitgemaakt, doch waar de overheid zich moet buitenhouden, zoolang de openbare zaak door de waarneming dier betrekking geen schade lijdt. En de heeren hebben niet aange toond, dat een gehuwde onderwijzeres minder pres teert, dan een ongehuwde. Doch ook de kwestie der vrouw zal slechts alleen kunnen worden opgelost door het socialisme. Als men in aanmerking neemt, dat zelfs de Rotterdam- sche liberale gemeenteraad dezelfde houding heeft aangenomen als nu de onze, dan ziet men dat men in het gansche burgerlijke kamp geen medewerking zal vinden voor de vrouwenzaak om deze grondig te regelen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1911 | | pagina 2