Afdeelingsnieuws. Voor de Vrouwen. Van onze Vroede Vaderen. dingen". Ten slotte zal dat toch overwinnen, wat den toets der waarheid kan doorstaan. En dat kan het socialisme 1 Onderstaande circulaire ontvingen wij van het Partij bestuur. Aan de Besturen der Af deelingen. W. P. In de laatstgehouden vergadering van het Partijbestuur werd besloten u het volgende mede te deelen betreffende de uitvoering van het kongresbesluit inzake Jeugd organisatie I. De afdeeling of plaatselijke federatie richt, zoo daartoe in hun plaats voldoende jongelieden bijeen te brengen zijn, een jeugdorganisatie op. Tot deze organisatie worden toegelaten jongelieden van 14 tot 18 jaar. Leden van de S. D. A. P. tusschen 18 en 20 jaar worden, desgewenscht, tot lid van deze jeugdorganisatie toegelaten. II. De afdeeling maakt voor die jeugdorganisatie een huishoudelijk reglement. 'Ze gaat daarbij uit van het beginsel, dat deze jeugdorganisatie zichzelf bestuurt, onder leiding en toezicht van de afdeeling S. D. A. P. Dit reglement behoeft de goedkeuring van het Partij bestuur. III. De afdeeling draagt dat toezicht en die leiding op aan eene uit haar midden te benoemen kommissie, speciaal met deze taak belast. IV. De afdeeling stelt op voordracht van deze kom missie, de jongeliedenorganisatie gehoord, een program van werkzaamheden vast. Bij dit program dient te worden uitgegaan van het denkbeeld, dat het doel der jeugd organisatie is den jongelieden vooral die ontwikkeling bij te brengen, die hun later in de arbeidersbeweging het meest van dienst kan zijn (kennis van staat- en staathuishoudkunde, taal, geschiedenis, organisatie, admini stratie enz.). Ook lichamelijke ontwikkeling door oprich ting van turnklubs, voet- of korfbalkluts, alsmede ont spanning door muziek, zang, uitstapjes enz. liggen op den weg der jeugdorganisatie. Voor 1 Maart 1912 deelen de afdeelingen en federaties der Partij omstandig aan het Partijbestuur mede, in hoeverre het oprichten eener jeugdorganisatie geslaagd is. Meerdere kleine afdeelingen, op kleinen afstand van elkander gelegen, kunnen zich, indien in de eigen plaats de deelname te gering is om ten levenskrachtige jeugd organisatie te stichten, met elkaar verbinden om dit besluit uit te voeren. Ook kunnen jongelieden uit andere plaatsen tot een jeugdorganisatie worden toegelaten, indien er in die andere plaatsen geen jeugdorganisatie bestaat. In het vertrouwen dat door u de uitvoering van het kongresbesluit zoo flink mogelijk zal worden ter hand genomen, Met partijgroeten, Voor het Partijbestuur, de sekretaris, J. G. VAN KUIJKHOF. In verband met déze circulaire worden de jongelieden, welke aan de oprichting van een jeugdorganisatie hier ter plaatse wenschen mede te werken, verzocht zich vóór 15 November bij het Bestuur aan te melden. Het Bestuur. Partijgenooten. A.s. Zondagmorgen (29 Oct.), 11 uur, vergadert de op onze huish. vergadering van 8 Oct. j.l. gevormde Propaganda-Commissie tot regeling van hare werk zaamheden. Hoewel nu reeds tot aanvulling dezer Commissie enkele partijgenooten door het Bestuur zijn uitgenoodigd, is toch het aantal nog te gering voor het groote propa gandawerk wat ons te wachten staat. Waar juist nu, na onze Petitionnementsactie, de ge legenheid zoo bijzonder gunstig is, moet dezen winter met groote kracht gewerkt worden voor onze Pers, uit breiding ledental, Kiezerskweek, enz. Daartoe moet evenwel de Commissie te beschikken hebben over een voldoend aantal werkers. Het Bestuur richt dan ook het dringende verzoek tot alle partijgenooten op de Commissievergadering van a.s. Zondag tegenwoordig te zijn en deel te nemen aan het Propagandawerk. Voor het Bestuur, J. van 't Zelfde, Secretaris. De strijd van de Fransche vrouwen tegen de duurte der levensmiddelen. Heel bijzonder is de wijze, waarop de Fransche vrouwen in 'beweging zijn gekomen, nu, met het duurder worden van alle levensmiddelen. Sedert 15 Augustus hebben zij niet stil gezeten. Niets van het berustende van onze Hollandsche vrouwen schijnt haar eigen te zijn. Hier wordt geklaagd, gesteund, ge hoopt op beter tijden, daar is opstandigheid. Van zelf, zou men zeggen, heeft haar groote nood de vrou wen gedreven naar het middel, het eenige middel om verbetering te krijgen in haar positie, de ontevredenheid, Werft abonneétt voor „De Aoker". die voert tot het eischen van verbetering. En eerst als wij met eischen komen, als we inzien, dat we met be rustend hopen niets verkrijgen, komen we op den goe den weg. Zij, die Fransche huismoeders, zijn de straat op gegaan, hebben optochten gehouden en meegevoerd door de straten, langs de woningen van allen, armen en rijken, groote borden, waarop woorden als Alles is te duur," Regeling van de prijzeu der levensmiddelen enz. enz. Groot was de nood en niets wees op verzachting. Toen op een mooien Augustusdag de vrouwen te Mau- beugeeen plaatsje in de Fransche metaalindustrie-streek, op de markt kwamen en weer hoorden, dat alle prijzen waren opgeslagen, brak de vlam van verzet uit. Zij kwa men in opstand, riepen elkaar toe, zich te verzetten en trokken met leege manden van de markt in optocht de stad door onder het zingen van de „Internationale". Natuurlijk was de burgerlijke pers direct bereid deze vrouwen te honen en te beschimpen, doch ondanks dat sloeg de vlam over naar alle steden en dorpen van ge heel Frankrijk. Geen smaad van brave burgers suste haar woede. Sterker dan gezwets over tevredenheid en berusting der vrouwen werkte op haar de jammer van haar, haar gezinnen, haar klasse. Na Maubeuge kwamen uit RoubaixSt QuentmLille Rouen, enz., dezelfde berichten. Groote straatdemonstra ties vonden plaats met 50008000 deelneemsters. Roode vanen met haar eischen droegen ze mee. Groote verga deringen werden gehouden, die druk bezocht werden. Daar voerden het woord vrouwen, die nooit spraken, maar nu uiting konden geven aan haar grooten afkeer van deze maatschappij, die mogelijk maakt, wat thans geschiedt, een steeds meer opvoeren der prijzen. Aan de zijde der vrouwen staan de vakvereenigingen en de sociaal-democraten. Overal worden dezelfde eischen ge steld Loonsverhooging en afschaffing van de invoerrech ten op levensmiddelen. O, de nood moet wel hoog gestegen zijn, dat zóó de vrouwen kunnen optreden. Natuurlijk kwam terstond de overheid om een einde te maken aan de wanhoopsuitingen der huisvrouwen. Ieder zal begrijpen, dat politie, justitie en militie werden gebruikt om de vrouwen „tot de orde" te roepen. De orde, die hierin bestaat, dat arbeiders met hun gezinnen half verhongeren. De orde, die eischt berusting van allen. De orde, die verstoord wordt, als de arbeiders vragen om hooger loon en daarvoor in staking gaan. Die verstoord wordt, als huisvrouwen tot de uiterste pogingen overgaan om een einde te maken aan voort durende verergering van het lot van haar en haar g zinnen. Duidelijk bleek weer, waar het leger toe dient. Daar stonden ze gereed in minder dan geen tijd, de soldaten, om in bloed te smoren de kreten om betere levensomstandigheden van hun moeders, vrouwen, meisjes. Geen dag ging voorbij zonder een botsing van meer of minder beteekenis. Geen dag, of vrouwen of kinderen werden verwond, omdat ze vroègen om verzachting van hun leed. Veroordeelingen hadden plaats, want één ding was immers het allernoodigste de orde moest gehand haafd. Niet voorkomen van dergelijke uitingen der vrou wen, door te zorgen, dat de prijzen niet zoo werden opgevoerd O neen, dat de arbeidersklasse zich laat uitzuigen tot den laatsten druppel, dat wordt van haar verwacht, neen, geëischl. Wie niet met 't grootste ge duld lijden kan en verdragen wil, wordt behandeld als misdadiger, als opstandeling in deze schoone samenleving. Doch betere tijden komen. Zij, die 't langst ver bleef van den strijd voor verlichting van 't lot der arbeiders klasse, zij, de huisvrouw der arbeiders, die niet te be reiken scheen, zij heeft getoond in te zien, dat verbete ring voor haar klasse slechts is te verkrijgen door eigen arbeid. Zij heeft begrepen, dat ze zelf de schouders er onder moet zetten, wil ze komen tot beter levensomstan digheden. En we weten dus, dat zij te winnen is, ook voor onzen strijd, den strijd voor beter maatschappij. Hollandsche vrouwen, die kalmer zijn dan de Fransche zusters, zij zullen ook te bereiken zijn, wanneer, als thans, met de duurte, van haar 't onmogelijke wordt gevergd op 't gebied van huishouden. Zij zullen inzien, dat afwachten niets helpt, dat ze slechts moeten bouwen op eigen kracht. J. V.N. In de Dinsdagmiddag gehouden raadsvergadering werd o.m. zonder hoofdelijke stemming aangenomen een voor stel van B. en W. om aan den Schied. Bestuurdersbond gratis een verlicht en verwarmd schoollokaal voor zijn kursussen te verschaffen. Verder werd op voorstel van De Bruin besloten het verzoek van de afd. Schiedam van den Bond van Nederl. Onderwijzers, om op de begrooting voor 1912 een som uit te trekken voor het verschaffen van schoolvoeding en -kleeding, met het daarop uitgebrachte preadvies te doen drukken en in verband daarmede werd de behandeling van het verzoek, reeds een wissen dood nabij, uitgesteld tot de volgende vergadering. Na opruiming van nog wat kleingoed, kwam de be handeling der begrooting aan de orde en werden de algemeene beschouwingen ingeluid door den heer Van Briel Sasse die een parade-speech gaf over de toe komst van Schiedam, de haven- en spoorwegplannen van een halve eeuw geleden aanprees en als men dien toedenkt trouw den Steunpenning. weg niet heen wilde, was het beter met pak en zak zich bij Rotterdam te doen annexeeren. Onze partijgenoot De Bruin meende, dat zoolang Schiedam haar groote buurvrouw geen konkurentie aan doet, Rotterdam op die annexatie heelemaal niet gesteld zal zijn, terwijl als Schiedam zich wèl als havenstad ontwikkelt, de annexatie door Schiedam niet meer ge- wenscht zal worden. Maar voor 't oogenblik is er geen behoefte aan onzen grond, ook niet aan havens en spoorwegverbinding, want zelfs de oevers liggen nog vrij. Van dure exploratiewerken moet spr. dus op het oogen blik nog niets hebben. Voorts verzocht spr. aan het kollege, zijn meening aan den Raad te willen kenbaar maken over de op richting van een gemeentelijke bank van leening, in verband met de Pandhuiswet. Wijzende op hetgeen door verschillende gemeente besturen in Jons land in het klein en door de Duit- sche regeering in het groot was gedaan tegen de algemeen drukkende duurte der levensmiddelen, drong spr. bij B. en W. er op aan te willen overwegen, wat ook te Schiedam in dit opzicht zou kunnen geschieden. Spr. dacht aan goedkoop verkrijgbaar stellen van brand stof enz. Ten slotte besprak De Bruin de nu reeds jaren lang durende uitsluiting van de sociaal-democraten uit burge- lijke kommissies en van enkele raadsheeren uit de raadskommissies. Onder een pijnlijke stilte in de zaal wees spr. er op, dat men zoo roerend spreken kan over de moeilijke positie, waarin Schiedam verkeert en hoe vaak beweert wordt, dat alle krachten in de burgerij zoowel als in den Raad noodig zijn om verbetering te kunnen verkrijgen, maar dat stelselmatig eene groote groep der burgerij en haar vertegenwoordiging op sarrende wijze van alle deelneming aan het bestuur wordt uitge sloten. Meermalen is daarop door spr. kritiek geoefend, welke kritiek dan werd aangehoord met den lach als van een boer met zijn kiespijn, maar nooit heeft iemand den moed gehad een voorstel ter verdediging ervan at spreken. Op een brutale wijze heeft de rechterzijde steeds misbruik gemaakt van haar meerderheidsmacht, maar zij vergat, dat dit wel eens een poosje kan worden ver dragen, maar ten slotte van iemands geduld teveel ge vergd kan worden. Spr. stelde ten slotte een motie voor van dezen inhoud. De Raad, van oordeel dat in het belang der ge meente een goede samenwerking der raadsleden gewenscht is en het uitsluiten van enkele leden uit de kommissies van bijstand moet worden afgekeurd, gaat over tot de orde van den dag. De stemming in den Raad was na het ernstige betoog, waarvan men begreep dat er gebeurtenissen aan ver bonden konden worden die men reden heeft te vreezen, zeer gedrukt. De heer De Jong onderstreepte wat door De Bruin gezegd was en ried de meerderheid ernstig aan verdraagzaamheid te toonen. De burgemeester verklaarde in zijn antwoord aan De Bruin o.m. overtuigd te zijn, dat wanneer de ontwikkeling der gemeente het gebood, ook De Bruin bereid zou zijn daaraan offers te brengen, wat deze toestemde, en voorts, dat een ontwerp-verordening in de maak is voor de partikuliere pandjeshuizen. B. en W. stellen zich voor hiermede een proef te nemen, waarna beraadslaagd kan worden over de eventueele oprichting van een gemeen telijke bank van leening. Wat de «duurte betreft, waarover reeds door de afdeeling van den Bond van Gemeentnwerklieden was geadresseerd, was aan Publieke Werken, Reiniging en Gasfabriek reeds een loonsverhooging ingevoerd, maar spr. deed de toezegging in het kollege van B. en W. de vraag aan de orde te zullen stellen, wat in het algemeen tegen de duurte kan worden gedaan. Wat de motie betreft, betreurde spr. het, dat deze was ingediend. Veel beter was het geweest, wanneer De Bruin het bij zijn ernstig betoog had gelaten en daar het resultaat eens van had afgewacht. Als die motie nu verworpen wordt, zult u er dan de konklusie uit halen, dat de Raad geen samenwerking met uwenschtf vroeg de voorzitter min of meer naïef, Natuurlijk, antwoordde de Bruin. De motie is duidelijk en het antwoord zal voor geen tweeërlei uitlegging vatbaar zijn. Spr. wenscht geen gunst van de heeren te vragen, want liever dan een gunst van deze soort te vragen, ging hij naar het oud-Hollandsch spreekwoord, met Van Speyk in de lucht. Hij eischt het recht voor zich en voor zijn partij, willen de heeren dat recht weigeren, dan moeten zij dat weten. Aan ernstige vertoogen heeft het nooit ontbroken, maar het resultaat was steeds nihil. De heeren lapten de ernstige vertoogen aan hun laarzen. Thans moeten zij zich verklaren, maar men verwachte niet dat spr. zich langer weerloos den voet op den nek laat zetten. Onder de besprekingen waren de rechtsche leden uit de zaal verdwenen en ofschoon de voorzitter eerst had voorgesteld, de algemeene beschouwingen te doen afloo- pen, stelde hij nu voor de beraadslagingen te schorsen, en de behandeling der motie te verdagen tot Woens dagmiddag. De bedoeling was duidelijkde rechterzijde moest eerst gelegenheid hebben te beraadslagen wat haar te doen staat. Steunt „De Moker" door uwe advertentiën.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1911 | | pagina 2