Uit de Tweede Kamer.
Ditjes en Datjes.
diensten enz. verrichten. Spr. wenschte de Commissie
voor de Reiniging uit te noodigen, de loonen te
verhoogen.
Wethouder LAGERWEY verklaarde, dat de Com
missie (waarin b.v. ook de heeren Van der Drift eri
Van der Meer zitting hebben
de loonen voldoende vonden!
Dat is kort en krachtig, meende de heer Lagerwey.
En ijskoud vulde De Bruin aanLaat de commissie
eens aantoonen, op welke wijze een gezin van zoo n
loon kan bestaan. Spr. zou het een schande vinden,
als de gemeente zulke loonen handhaafde en wan
neer de commissie zoo halsstarrig blijft, dan zal spr.
den raad voorstellen haar een opdracht te geven.
De VOORZITTER suste de zaak, met het voorstel,
de kwestie tot de volgende vergadering aan te hou
den. Dan kan er nog eens over worden nagedacht.
Op de voordracht ter benoeming van een leeraar
aan de Hoogere Burgerschool werden aanbevolen
een katholiek en een anti-revolutionair.
De onderwijs-inspekteur had den katholiek no. i
en den anti no. 2 geplaatst, maar B. en W. maakten,
waar het toevallig zoo uitkwam, daar een „alphabeti-
sche" voordracht van.
De heer KOOPMANS plaagde den wethouder van
Onderwijs een beetje, met te vragen, waarom van het
advies werd afgeweken, terwijl DÉ BRUIN er op
aandrong, de gewoonte af te schaffen, dat zulke solli
citanten de raadsleden persoonlijk bezoekén. 't Is voor
de menschen meestal een extra reis, terwijl ze nog
heel dikwijls hun neus stooten bij raadsleden die niet
thuis zijn. Trouwens, aldus spr., wij moeten toch af
gaan op de adviezenop een bezoek van hoogstens
vijf minuten durf ik een sollicitant niet te beoor-
deelen.
Vele leden toonden hun instemming hiermede en
de voorzitter en de heer Gosling^ riepen tevergeefs
de anderen op,
om er tegen te getuigen
Niemand kwam, maar toch durfde de voorzitter
daarover geen beslissing van den raad te vragen,
ómdater wel leden kónden zijn, die op deze
bezoeken wèl gesteld waren.
Waarom óf.ze dan wel zwijgen zouden?... „We
gaan stemmen," verklaarde de voorzitter en met al-
gemeene stemmen werd de katholieke leeraar be
noemd.
Als er nu weer zoo'n kluifje is, krijgen de anti s het.
Over een bezwaarschrift van de N. V. Maatschappij
van Onroerende Goederen „De Maas tegen haar
aanslag in de straatbelasting, is lang en breed ge
boomd. De heeren hadden daar
veel tijd en aandacht voor over
De oppositie, onder leiding; van Dr. RIS, hield
zich taai, maar moest het afleggen. „De Maas' moet
betalen.
Bij een voorstel tot afschaffing van het keurloon
op visch hield de heer DE JONG een lange oratie
over de afschaffing van het keurloon op vleesch, wat
heelemaal niet aan de orde was. Hij vond die afschaf
fing een fout, want nu zou ook
het brug- en sluisgeld.
moeten worden afgeschaft.
De heer HOUTMAN, die altijd graag met alles-en-
nog-wat zijn instemming betuigt, om het weer even
spoedig los te laten, sloot zich dadelijk bij deze logi-
ka( aan. Heelemaal zijn idée.
De heeren WITTKAMPF en KOOPMANS kwa
men het malle der vergelijkingen in het licht stellen,
terwijl wethouder GOSLINGA het voorbeeld innig
omhelsde.
De heer KOOPMANS vreesde, dat de heer DE
JONG meerdere proselieten zou maken, met welke
uitdrukking de heer HOUTMAN het nu eens (bij
uitzondering) niet eens was, verklaarde van zulke
lieve woordjes verschoond te willen blijven. De heer
KOOPMANS wil wel excuus vragen, maar het blijkt
grammatikaal, dat het woord niet beleedigend is.
Afgeloopen dus
Over de
verbetering van de Laurensstraat
wordt weer lang en breed gesproken. B. en W. had
den daar wat oude steenen willen brengen, maar in
de vorige vergadering had de raad beslist, daarvan
niet gediend te zijn.
En thans vroegen B. en W. wat te doen.
Bestraten en rioleeren, zei de heer VAN WES
TENDORP.
Gekheid, zei wethouder LAGERWEY, die uit vrees
voor de centen zich bij deze bespreking zoo boos
maakte als een kalkoen dat doen kan. Hij klokte
van kwaadheid en tot groote vroolijkheid van den
raad, die heel verstandig het groote plan van be
strating en rioleering maar aannam.
De heer EVERS, die nog in de vorige vergadering
betoogde, dat hier veel te veel geld aan de straten
wordt besteed, hetgeen „bij ons in Limburg", naar
zijn steriotiepe uitdrukking niet geb'eurd, stemde nu
ook heel wijselijk vóór.
Een verordening, strekkende om
besloten dansclubs
Werft abonneés voor „De Moker".
en ook winkels, waar gelegenheid wordt gegeven
tot het nuttigen van spijzen onder politietoezicht te
stellen, lokte nogal bespreking uit.
Er schijnen
vischwinkeltjes te zijn
waar clandestien drank wordt geschonken en nu wil
de politie de bevoegdheid hebben, die vischwinkel
tjes om 12 uur te doen sluiten.
Een rare maatregel, zou men zoo zeggen. En de
heeren GERLACH, DE BRUIN en RIS waren het
er heelemaal niet mee eens. Te meer, waar men nu
in de verordening, zooals De Bruin het uitdrukte, alle
vliegen in één klap wilde vangen, want de bepalin
gen gelden voor alle winkels, waar iets genuttigdi
kan worden.
De heer VON BR IEL SASSE meende, dat De
Bruin z'n hand maar eens over 't hart strijken moest,
waar het toch een goeden maatregel betrof, waar
tegenover DE BRUIN stelde, dat als de heeren wer
kelijk de winkelsluiting wilden bevorderen, hij gaarne
zou meegaan, maar dan niet te 12 uur sluiten, doch
een paar uren vroeger.
Natuurlijk moesten ze daarvan niets hebben en het
voorstel-B. en W. werd aangenomen met de drie stem
men der genoemde heeren tegen.
Van meer belang dan dit alles waren de besprekin
gen over de banken van leening en van het adres
der afdeeling Schiedam van den Bond van Nederl.
Onderwijzers over schoolvoeding en -kleeding der
arme kinderen, welke besprekingen inderdaad wél
zoo belangrijk waren, dat wij daarover "in het volgend
nummer uitvoerig terug komen.
Wordt vervolgd.)
Het Kiesrechtadres.
Het voorstel tot het ontwerpen van een adres aan
de Koningin, ingediend door de zeven sociaal-demo
cratische Kamerleden, luidt als volgt
„De ondergeteekenden hebben de eer, ingevolge
art. 96 van het Reglement van Orde, voor te stellen,
een adres te ontwerpen aan de Koningin, waarin
wordt aangedrongen op indiening van voorstellen
tot Grondwetsherziening door de Regeering in den
loop dezer legeslatieve periode, wegens de urgentie
van het kiesrechtvraagstuk."
Dinsdag is in de Tweede Kamer de behandeling
van dit voorstel aangevangen. Troelstra verkreeg het
woord ter verdediging, en wees er op, dat het voor
stel zoodanig geredigeerd is, dat de Kamer eerst een
uitspraak moet doen, óf een adres zal worden gezon
den en daarna, wanneer deze vraag door de Kamer
met „ja" beantwoord wordt, een commissie een ont-
werp-adres kan opstellen, waarover dan de Kamer te
beslissen krijgt. Het is der voorstellers wensch, een
uitspraak te krijgen van de verschillende politieke
partijen, zoo weinig mogelijk beinvloed door de regee
ring. Spr. schakelde uit het debat, wat op en na 9
September heeft plaats gehad, dat kan bij de begroo
ting worden behandeld.
Troelstra ging dan na, wat eigenlijk het doel is van
dit voorstel en betoogde, dat dit is een weerslag op
de manifestatie van 19 Sept., waar door 20000 bur
gers en burgeressen een adres der regeering werd
aangeboden, geteek'end idoor 317 000 mannen en vrou
wen, dat bij deze manifestatie 1100 vereenigingen
waren vertegenwoordigd met 600 vaandels. Dat be
schouwde hij als een uiting van het volk, voor welke
de regeering niet doof mag blijven. Het is altijd de
taak der oppositie geweest de regeering met de wen-
schen van het volk bekend te maken en ook wijst
spreker op het feit, dat de regeerfmachine van Neder
land in het moeras zit en niet verder kan. Geen der
partijen gevoelt zich bevredigd. De rechterzijde met
haar tegenwoordige groote meerderheid kan door
haar constellatie niets wezenlijks voor het volk doen
en wordt alleen saamgehouden door het woord „chris
telijk", ofschoon haar daden allesbehalve christelijk
zijn. De partijen der linkerzijde zijn, wanneer het
geldt wat voor den werkman te doen, zoo innerlijk
verdeeld, dat ook daarvan niets te verwachten is.
Alleen door uitbreiding van het kiesrecht voor alle
mannen en vrouwen zou daarin verandering komen.
Spreker weet heel goed, dat het alg. kiesrecht
geen toovermiddel is om de economische verhoudin
gen met één slag te wijzigen, dat ook ijl landen, waar
het alg. kiesrecht reeds bestaat, dezelfde misstanden
voorkomen, doch de opkomende arbeiderspartij heeft
dat kiesrecht noodig, omdat die partij inziet met de
economische actie der vakvereenigingen alleen, niet
te zijn opgewassen tegen de machtige trusts en pa-
troonsvereenigingen om verbetering in haar lot te
verkrijgen. De arbeidersklasse weet, dat van 1848
tot 1887, toen slechts 6 pCt. der mannen het kies
recht hadden, alle sociale maatregelen stilstonden
dat na de uitbreiding in 1887 tot ruim 14 percent
der mannen het eerste sociaal leven ontwaakte, dat
na de uitbreiding van 1896 de ongevallenwet, de wo
ningwet, de leerplichtwet tot stand kwamen de arbei
dersklasse weet dus, bij ondervindingdat niet sociale
wetten moeten gaan vóór kiesrechtuitbreiding, zooals
de tegenwoordige christelijke regeerders en hare vol-
t*eden kt trouw den Steunpenning.
gelingen het volk willen wijsmaken, maar dat éérst
het kiesrecht moet worden uitgebreid en daarna soci
ale maatregelen komen.
Daarna worden de petitionnementen van 1878, die
der Ant.-rev. en R.-K. vergeleken met de onze en de
houding der geheele rechtsche pers en ook een deel
der liberale aan critiek onderworpen. De „Standaard"
had rekensommetjes gemaakt en was tot de conclusie
gekomen, dat er van ons petitionnement niets over
bleef als het op de keper werd beschouwd. Troelstra
stelde in het licht, hoe de handteekeningen bij ons,
na volledig onderricht waarvoor de handteekening
vereischt werd, werden opgehaald door arbeiders bij
arbeiders gedurende een jaar lang en hoe de anti-
refvolutionaire en andere christelijken in 1878, na al-
geheele onbekendheid (waarom het ging, in de kerken
ter bidstond werden opgeroepen en daarna de hand
teekeningen werden verzameld. En zelf hebben de
tegenstanders er voor gezorgd, dat wel degelijk iedere
arbeider wist, waar het ons om te doen was. En niet
tegenstaande dat, hebben nog vele christelijke arbei
ders hun handteekening gezet op ons petitionnement.
Wij hebben geen 460 kerkeraden, die ieder in hun
nen kring zorgden voor de noodige spontaniëteit
wij houden niet van schijn en moeten den (grond heb
ben de arbeiders zelve.
Troelstra schetste nog, waarom wij ook algemeen
kiesrecht willen voor de vrouwen. Daar is eene be
weging gaande, die het mannenkiesrecht wil uitbrei
den, doch daartegenover de dames, een deel der
vrouwen, eveneens het kiesrecht geven. Wat de arbei
ders aldus zou worden gegeven aan macht; zou door
de dames-kiezers wederom worden teniet gedaan. Een
uitbreiding van het kiesrecht op dien leest geschoeid
en waarin de arbeiders-vrouwen nog onmondig zou
den worden verklaard, is door de sociaal-democraten
niét te aanvaarden. Dat zou zijn een geven met de
eene hand en een nemen'met de andere. Want tegen
over de grootere macht, die de mannen-kiezers zou
den krijgen, stond de macht der dames-kiezers, die,
men kan het gerust aannemen, evenmin als hare
mannen, voor democratie weinig zouden voelen.
v Nadat de spreker had geschetst de groote bewe
ging, die niet alleen in ons land, maar in alle be
schaafde landen, zoowel in als buiten Europa gaande
is en waarin de arbeidersklasse zich steeds meer en
meer bewust gevoelt van hare taak in de maatschap
pij zich steeds sterker maakt om de macht te verkrij
gen, waardoor (zij die taak totuitvoering kan brengen
dat de arbeidersklasse daarvoor groote offers brengt,
gelet op de kolossale fondsen der arbeiders in Europa,
die meer dan 180 millioen mark bedragen; de op
offering, welke de arbeiders 'zich getroosten in geval
van ziekte, werkloosheid enz., waardoor "hunne macht
in de laatste 25 jaren verbazend is toegenomen, na
dat alles vraagt spreker aan de Kamer om toch niet
blind te zijn voor die macht, doch haar te erkennen.
De rede werd door de Kamer met aandacht ge
volgd, terwijl de tribunes overvol waren. Aan het eind
werd van de tribunes warm geapplaudisseerd, waarna
de voorzitter last gaf ze te ontruimen. Een alleen
tijdroovend incident.
Op het oogenblik, dat dit geschreven wordt, is
nog niet anders bekend; als dat de heer Goeman
Borgtesius (L.U.zich in ronde woorden voor het alg.
kiesrecht verklaard heeft.
De meening wordt geopperd, dat Troelstra's rede
nog slechts een inleiding was en bij de replieken
het zware geschut eerst zal losbranden.
Afwachten maar
Katholieke verdraagzaamheid. In De Strijdpartij
orgaan van de federatie Noord-Brabant, lezen we het
volgende
SPAANSCH. Het gaat er in tal van kleine
gemeenten, waar de burgemeester zich voelt als
een godheid, nog dikwijls zeer spaansch toe.
In het verslag van den gemeenteraad van Bergeijk
van Zaterdag. 28 October lezen we, hoe de heeren
elkander allerlei verwijten naar het hoofd slingerden.
We knippen één zinsnede uit
Het lid Burgmans valt den voorzitter aan over
repareering van een brug.
De voorzitter verdedigt zich kalm.
Het lid Burgmans (heftig en kwaad)
Allemaal eigenbelang en geen gemeentebelang;
ge moet niet van de gemeente willen stelen, dat
moet ge niet willen doen.
De Voorzitter Ja we weten wel dat gij ook niets
kunt laten liggen dan heet ijzer en molensteenen.
Het lid Burgmans rood van toorn ge weet van
mijn oneerlijkheid niets te zeggen
Ja, ja, dat zijn me hier toestanden in het Zuiden..
En toch gaan ze allemaal naar de Kerk en onder-
tusschen zeggen ze elkander vierkant in 't gezicht
in 't openbaar, dat ze allebei de gemeente bestelen.
Allemaal broeders in den Heer
Zooals men ziet zijn de Katholieken ongeëvenaard
wanneer het op schelden aankomt.
Nietwaar, mijnheer Witkampf?
Steunt „De Moker" door uwe advertentiën.