FEUILLETON. W. YAN DER HOEK. Het openbaar onderwijs. Jeugdorganisatie. Ditj es en Datjes. E BRIEF. Het voorstel zelf leek spr. zoo voorzichtig, dat men niet behoefde te vreezen zich aan dit koude water te zullen branden. En het nieuwe jaar werd ingezet met een wonder met 15 tegen 3 stemmen werd het voorstel-De Bruin aangenomen. Dit zegt natuurlijk nog niet, dat de menschen een cent méér ontvangen zullen, want 't is best mogelijk, dat als er voorstellen van B. en W. komen om de loonen te verhoogen, de raad ze weer zou afstemmen. Tegen stemden nog de heeren Lagerwey, Goslinga en A. C. A. Nolet. Jawel, deze heeren vinden een loon van II gulden per week wel voldoende! En aan dat slag, dat op zoo afdoende wijze blijk geeft van de behoefte van een arbeidersgezin geen sikkepit benul te hebben, vertrouwen een aantal goedgeloovige sullen nog hun belangen toe Schiedamsche arbeiders, doet uw oogen open en helpt mede, op voorbeeld van onze Duitsche lotgenooten, die klerikale konservatieven te verjagen uit het Schiedamsche regeerkasteel. Kiezers in district I en II, die straks ter stembus worden geroepen, weet wat ge doet. Stemt op geen enkelen konservatief, maar stemt alléén op den arbeiderskandidaat In ons strijdprogram, vastgesteld den 14den April 1895 en aangevuld den 19den April 1897, bevat onder punt 4 o.a. het volgende „Kostelooze openstelling van alle inrichtingen van „openbaar onderwijs met gratis verstrekken der „leermiddelen en zoo noodig van verpleging der „leerlingen." Gaan we nu de Wet op het Lager Onderwijs na, van dat onderwijs, dat door arbeiders bijna uitsluitend wordt genoten, dan lezen we daar in artikel 46 „Ter tegemoetkoming in de kosten, welke voor „rekening der gemeente blijven, wordt voor ieder „schoolgaand kind, met uitzondering van bedeelden „en van hen, die, schoon niet bedeeld, onvermogend „zijn, een schoolgeld geheven van ten minste twintig „cents per maand. „De minvermogenden worden, indien het school- „geld voor ieder kind van dezelfde klasse gelijk is, „slechts voor een gedeelte aan de heffing onder worpen". We laten het laatste gedeelte van genoemd artikel weg, maar wenschen nog even aan te halen artikel 47, dat we geheel cursiveeren Het gemeentebestuur bevordert zooveel mogelijk het schoolgaan der kinderen van bedeeldenonvet- mogenden en min vermogenden We weten wel, dat er over de beteekenis van het woordje bedeelden heel wat meeningsverschil bestaat, maar we zullen ons houden aan de bedoeling der regeerings (siot.; Natuurlijk moest de gerechtshofdirecteur eerst 'n beetje in de zaak thuis komen Alzoo een kindermoorde nares hm een ernstige zaak. Mijnheer van Fehrendahl vroeg om de acten, die de bode voor hem uit de gerechtszaal haalde en de oude heer bladerde in de met „Hedwig Mieszner" onderteekende protocollen. Hij wist niet waarom, maar een onbehaaglijk gevoel kwam weer over hem en dat versterkte zijn tegen zin in de kindermoordenares. „We zullen dus beginnen I" zei de heer von Fehrendahl en ging zijn ambtgenooten vooruit naar de zaal voor de jury. Publiek, dat hij ongaarne miste, was er in overvloed. Als advocaat der beklaagde fungeerde dr. Sweiger, die het tegendeel van zijn naam was en ook waren er twee door den verdediger ontboden deskundigen, een bekend vrouwenarts en een zielkundige. Van de laatste beweerden collega's, dat hij zelfs een verlamden idioot voor toereken baar en geheel verantwoordelijk zou hebben verklaard. Achter haren verdediger zat, star, rechtop, met de wasbleeke handen op de bank gevouwen, de beklaagde. Haar gezicht, dat vroeger zeer aantrekkelijk kon geweest zijn, zag er nu vervallen en somber uit en de bruine oogen staarden hard voor zich uit. Om den mond lag een trek van smart, van onuitsprekelijke jammer, die nooit meer voor vreugde en voor lachen plaats zou maken. Op de vraag van den voorzitter gaf zij met een stem zonder klank antwoord en toen hij haar eindelijk vroeg „Bekent gij u schuldig, uw op den 12den Maart personen en dan begrijpen we dadelijk, op wie men het oog heeft. De beide geciteerde artikelen in het oog houdend, kan men niet zeggen, dat te Schiedam weinig school geld wordt betaald. Op de scholen aan de Broersvest en de Prins Maurits- straat bedraagt dit voor één kind 20 cents per week voor twee kinderen uit één gezin 3272 cent, voor drie kinderen 40 cent en voor ieder kind meer 5 cent per week. Op de scholen aan de Lange Nieuwstraat, St. Anna Zusterstraat, Dwarsstraat en Schoolstraat bedraagt het voor één kind 10 cent per week, voor twee kinderen uit één gezin 16 per week, voor drie kinderen 18 cent, en voor ieder kind meer 4 cent per week. Het schoolgeld blijft dus boven het vastgestelde minimum van de Wet en menigeen slaakt reeds de verzuchting Hield de gemeente zich maar aan de Wet, dan zou geen enkel regeeringscollega een reden tot vernietiging kunnen vinden en wij konden ons geld voor iets anders, zeer noodzakelijks, kunnen gebruiken. Onze vrienden van rechts echter blijken beter met den stand van een arbeiders-portemonnaie op de hoogte te zijn. Het „Schiedamsche Volksblad" zegt althans bij vermelding van bovenstaande cijfers „Doch dat het openbaar onderwijs op zulke bijzon- „zondere vrijgevige voorwaarden wordt verstrekt, „is toch wel wat kras. Waarom kunnen de voor standers der openbare scholen ook niet den kosten- „den prijs voor het schoolgaan hunner kinderen „betalen Wellicht zegt ge „die is zoo hoog, dat „de meeste ouders daaraan niet kunnen voldoen". „Wij zullen het niet ontkennen. Openbaar onderwijs „is. als alle gemeente-zaken, duurder dan particulier. „Maar wij zien niet in, waarom het schoolgeld zóó- „veel lager moet zijn dan op in rang gelijk staande bijzondere scholen. Zijn voor de wet „niet alle burgers gelijk Waarom moeten dan zij, „die hun eigen scholen onderhouden, ook nog hunne „belastingpenningen offeren ten behoeve van het „openbaar onderwijs, terwijl dit aan de voorstan ders hiervan voor zulk een luttelen prijs wordt „aangeboden Wanneer men dit stuk onbevooroordeeld leest, krijgt men den indruk, dat die christelijke menschen kolossaal onder den druk zitten, alleen ter wille van hun bijzonder onderwijs. Maar waarom vertelt die schrijver in het „Schiedamsche Volksblad" niet, dat het bijzonder onder wijs ook voor een gedeelte, zij het niet door de gemeente, dan doch door het rijk bekostigd wordt Dat alle laatste wijzigingen in de Wet op het Lager Onderwijs voor- melijk verhooging van subsidie inhielden Maar het is nu eenmaal christelijke iaktiek, nooit de waarheid geheel mee te deelen, waardoor de schijn ontstaat alleen de schijn echter dat men zoo in den druk zit. Het is de moeite waard ook het laatste gedeelte van het artikeltje over te nemen. Hier is het „Wij zouden wel willen vragenkan onze Raad, „die toch rechts is, niet meer rechtsgelijkheid in „dezen bevorderen, door de schoolgelden aan de „openbare scholen te verhoogen en meer in over eenstemming te brengen met den werkelijken prijs „O.i. is deze zaak wel de overweging waard". Met den laatsten zin stemmen wij volmondig in. Doch Werft abonnees voor „De Moker geboren kind opzettelijk vermoord te hebben toen zei ze slechts kortaf „Neen „Vertelt u dan het verloop van de zaak." Men moest dit de beklaagde voor de tweede maal vragen, eer ze zei „Ik werd zoo naar, maar ik dacht nog niet dat het al zoo ver was. Toen zei mevrouw Von Stabrecht, dat ik moest gaan liggen." „Welke betrekking hadt gij bij die dame „Ik was linnenmeisje en mevrouw Von Stabrecht had reeds meermalen erop gezinspeeld, als zij wat merkte De president knikte en streek langs zijn witten baard. „En toen ik mijn kamertje was, moest ik gaan liggen." De beklaagde zweeg weer. „En toen wat gebeurde toen „Toen kreeg ik zulke pijnen Het meisje steunde, alsof ze nu nog de vlijmende pijnefi door haar lichaam voelde. Snel voegde ze er aan toe „Verder weet ik niets meer toen ik bijkwam, was het kind dood." „Gij beweert dus, dat het gestikt is „Ja, ik had de dekens hoog over me heen getrokken". Meer was er niet uit haar te krijgen. Tegenover alle vragen van den president naar den aard der verhouding tot den vader van het kind, naar de plannen, die zij voor de toekomst had, of zij nog omgang met hem had en of zij niet op zijn ondersteuning had kunnen rekenen in haar moeilijken tijd, bewaarde zij een koppig, trotsch zwijgen. Slechts één keer, toen hij haar vroeg, of er dan geen mogelijkheid was geweest, dat haar verleider met haar zou trouwen, lachte zij. En uit dit lachen klonk een hevigen haat, de diepe .vertwijfeling van een gebroken en in het stof getrapt hart. Maar de jury zag daarin slechts de weinig onder worpen, berouwlooze houding van eene beklaagde, die zelfs geen eerbied heeft voor een hoog rechtscollege wij wenschen onze lezers op te wekken, het artikel uit het „Schiedamsche Volksblad" goed in 't oor te knoopen. Vooral de arbeiders, want die zullen, mochten de wen schen van dat zoogenaamde Volksblad verwezenlijkt worden, in de allereerste plaats het kind van de rekening worden. De Christelijke heeren in de gaten houden zal meer dan noodig zijn. En de eerste weken zal er gele genheid zijn die heeren hun trekken thuis te sturen. De verkiezing voor twee raadsleden kan een antwoord zijn. Arbeiders, denkt er omblijft niet thuis, maar brengt als één man uw stem uit op den arbeiders-candidaat Gedenkt trouw den Stennpenning. Aan den oproep van het afdeelingsbestuur aan jongens en meisjes om „een organisatie voor de jeugd" op te richten hebben een 15-tal gehoor gegeven. Wij hebben vrijwillig de moeilijke taak van leider dezer „club" op ons genomen in de overtuiging, dat wij voldoende door onze partijgenooten en geestverwanten gesteund zouden worden. Wij noodigen u dan ook dringend uit, zoo ge kinderen van 1420 jaar hebt, spoort hen aan lid te worden van onze Jeugdorganisatie. Spoort hen aan, maar laat dwang achterwege blijven. Zij moeten vrijwillig komen, voor afwisseling en vermaak hopen wij te zorgen. In het kort zij hier het plan van uitvoering meegedeeld, zooals zij ons door het P. B. zijn verstrekt. Als lid kunnen toetreden jongelieden van 1418 jaar; leden der S. D. A. P. tusschen 1820 jaar worden des- gewenscht tot lid toegelaten. Het doel der jeugdorganisatie is, den jongelieden vooral die ontwikkeling bij te brengen, die hun later in de arbeidersbeweging het meest van dienst kan zijn (kennis van staat en staathuishoudkunde, taal, geschie denis, organisatie, administratie, enz.) Ook lichamelijke ontwikkeling door oprichting van turnclubs, voet- of korfbalclubs, alsmede ontspanning door muziek, zang, uitstapjes enz. liggen op den weg der jeugdorganisatie. Afwisfeeling is hier dus genoeg, het is niet alleen theorie, welke de jongelieden te slikken krijgen, het aangename en het nuttige vindt men hier beiden vereenigt. Zondagnamiddag 6 uur a.s. heeft de eerste (oprich- tings) vergadering in Constantiaplaats. Wij spreken de wensch uit dat bij het 15-tal zich nog een aantal deelnemers zullen voegen. Laten wij allen zorgen dat onze jongelingschap dit ontwikkeling krijgen, welke zij later ten dienste der arbeidersbeweging zoozeer noodig zal hebben. De leiders der Jeugdorganisatie M. J. VAN DIJK. St. KLEPKE. 0e raadsverkiezingen. Door de verschillende par tijen zijn de volgende kandidaten gesteld, voor zoover ons op heden bekend District I W. VAN DER HOEK (S. D. A. P.) J. M. VAN DER SCHALK (konservatief) C. H. SCHEFFERS (katholiek). District II W. VAN DER HOEK (S. D. A. P.) J. VAN KATWIJK (anti-rev.) Jhr. Dr. N. VAN SUCHTELEN (vrijz.-dem.) en de voorzitter berispte dat lachen aeer streng. Daarop hield de advocaat zijn pleidooitwijfel aan de schuld der beklaagde kon misschien nauwelijks bestaan en bij haar brutaal liegen kon zelfs medelijden voor de mogelijkerwijs verleide niet «gelden. Hij verzocht de gezworenen haar ten volle schuldig te verklaren. Nu spraken de beide deskundigen lang en uitvoerig. De vrouwenarts kwam tot het besluit, dat het kind ge stikt was of het met voorbedachten rade of niet was geschied, kon moeilijk uitgemaakt worden de zielkundige verklaarde de beklaagde ten volle verantwoordelijk voor haar daad, want vrouwen waren bij de geboorte van een kind in ieder geval toerekenbaar een geboorte was geen ziekte. Daarna volgde een beoordeeling van de zijde van den voorzitter, die ook weer eene veroordeeling geleek en na korte beraadslaging verklaarde de jury Hedwig Mieszner schuldig, haar pasgeboren kind met voorbe dachten rade gedood te hebben. Terwijl de rechters buiten de zaal waren, had de heer Von Fehrendahl weer aan den brief voor zijn zoon ge dacht, hem te voorschijn gehaald en de enveloppe, omdat zijn buurman juist een vraag tot hem richtte, tusschen de acten gelegd. Toen hij hem nu weer bij zich wilde steken, wijl de jury zich voor de beraad slaging wilde terugtrekken, vergeleek zijn oog onwille keurig de hand van de enveloppe met de handteekening van het protocolHedwig Mieszner En de directeur van het gerechtshof werd lijkwit De jury trok zich terug. Maar spoedig daarop traden de leden zonder den president weer de zaal binnen en een van hen berichtte op een toon vol leedwezen, dat de uitspraak voorloopig uitgesteld moest worden, doordat de president plotseling zeer onwel was geworden. [Naar het Duitsch Steunt „De Moker" door uwe advertentiën,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1912 | | pagina 2