Scherpslijpers. Geleerde tirelantijntjes. stakende arbeiders, dank zij hunne standvastigheid en eenswillend optreden. Het Volk meldt daarvan het volgende Asquith heeft gisteren in het Lagerhuis het ontwerp- wet op het minimumloon voor de mijnen ingediend. Hij zeide het met grooten en ongeveinsden tegenzin in te dienen, doch een snelle afhandeling was in het belang van het land volstrekt noodzakelijk en de regeering had haar toevlucht tot de wetgeving slechts genomen toen alle hoop op een schikking der overeenkomst ver vlogen was. De hoofdinhoud komt hierop neer Aan onder den grond werkende arbeiders zal een minimum-loon toegekend worden. Dit loon zal betaalbaar zijn vanaf het oogenblik, dat de mannen den arbeid weer opgevat hebben en het zal door distriktsraden vastgesteld worden. Deze distriktsraden zullen regelen vaststellen om de regelmatigheid en resultaten van het werk te verzekeren. Hoewel de arbeider het recht zal krijgen den werkgever tot uitbetaling van loon in rechten te vervolgen, zal de arbeider geen recht hebben op het minimum-loon, tenzij hij zich aan die regels gehouden heeft. Het wetsontwerp schrijft geen boeten voor een van beide partijen voor. De werkgever moet den onder den grond werkenden arbeider een loon betalen, dat niet beneden het in overeenstemming met de bepalingen van het wetsontwerp vastgestelde loon mocht blijven, doch het ontwerp dwingt den mijneigenaar niet, zijn mijn open te stellen en den werkman niet in de mijn neer te dalen. Voor geen van beide partijen zal er dwang bestaan. Het wetsontwerp is ook een tijdelijke maatregel voor 3 jaar. Dat was al wat op het oogenblik van het parlement gevergd werd, zei Asquith. Het parlement zou door het nemen van dezen maatregel sterk staan, anders zou het, wat de hemel verhoeden mocht, ge dwongen worden andere en afwijkende maatregelen te nemen om de industrieën en het volk tegen verlamming van zijn leven en gebrek te vrijwaren. De eerste lezing van het wetsontwerp tot invoering van een minimum-loon werd met algemeene stemmen aangenomen. Men verwacht algemeen, dat het ontwerp Zaterdag wet zal worden. BINNENLAND. De Christelijke pers. Den 8en April zal er ter herdenking van het 40-jarig bestaan van De Standaard te Utrecht een samenkomst worden gehouden, waar de hoofdredacteur van dat blad de arbeidersvriend" Dr. A. Kuyper gehuldigd zal worden. De Telegraaf meldt, dat prof. dr. H. Visscher als voorzitter van een comité aan dr. Kuyper een groot bedrag in geld zal overhandigen, samengebracht door alle kringen van de anti-revolutionaire partij. Het bedrag is bestemd tot steun van de Standaard. De bedoeling met het geven van het geld is geweest, het blad zoozeer uit te breiden, dat het meer aan de eischen van een nieuwsblad voldoet niet alleen, maar dat het ook zoo wordt ingericht, dat het onder hét fïnanciëele bereik valt der duizenden arbeiders in den lande. Wat heeft men in anti-revolutionaire kringen toch veel voor de arbeiders overMaar toevallig is dit samentreffen met de oprichting van een christelijk volksdagblad, waarover we op een andere plaats in dit blad een en ander zeggen. Men is in de christelijke lagen van het volk het jaar 1903 zeker wel niet ver geten, toen onder het bewind van dr. Kuyper het kleine beetje rechten, dat de arbeiders nog bezitten, werd verminderd en getracht werd op verschillende wijzen ieder spoor van organisatie onder de werkers te ver nietigen En zal onder leiding van denzelfden man en zijn medestanders beproefd worden, 't kleine beetje organisatie, dat er onder de christelijke arbeiders bestaat, geheel tegen den grond te slaan f Christelijke arbeiders, gebruikt uw oogen en uw hersensMisschien zoekt dr. Kuyper z'n oude plunje weer uit de kast op, maar weest voorzichtig Men kent het spreekwoord van de vos, die wèl z'n haren, maar niet z'n streken verliest 1 Het geestelijke voorop, maarhet stoffelijke niet vergeten In verschillende christelijke kringen van arbei ders was al geruimen tijd sprake van het oprichten van een christelijk dagblad, speciaal bestemd voor arbeiders. Een duidelijk bewijs, dat bladen als de Standaardde Rotter dammer, de Nederlander aan een deel dier arbeiders niet voldeden. Zooveel mogelijk werden plannen ontraden of tegengewerkt, maar niettegenstaande dat, gaan de werkzaamheden tot het in elkaar zetten van een en ander voort. Men is nu al zoover gekomen, dat in deze maand een aantal dagen achtereen nummers van een christelijk volksdagblad zullen uitkomen, om, wanneer de eerste stap een succes is, den eersten April met de definitieve uitgave een aanvang te maken. Als vanzelf sprekend zou het geestelijke voorop gaan. Een blad als het Volkdat maar immer en altijd de materieele eischen der arbeiders steunt, mocht niet als model genomen worden. Dat in geenen deele Het beste tegengif zou het christelijk volksdagblad zijn. Nu is Maandagavond te Amsterdam een vergade- ring gehouden, belegd door het comité voor het christelijke volksdagblad. Ons doel is niet, een verslag van die vergadering te geven, maar toch willen we enkele punten naar voren brengen. Gaan de plannen door, dan wil het comité een naam- looze vennootschap met een kapitaal van 25.000 gulden. Daarvoor zal het comité zijn redenen hebben. Het volgt hierbij den meest gebruikelijken weg. Maar, maaronze pen weigert haast, het neer te schrijven bij de discussie werd er uit de vergadering op aangedrongen, geregeld een opgave van de staats loterij in de krant op te nemen. We lazen niet, dat de man, die dat denkbeeld opperde, uit de zaal geduveld werd. Integendeel, een onvervalschte calvinist, mr. H. Bijleveld Jr., lid van het comité, zei overweging van het denkbeeld toe. O, geest der tijden, wat hebt gij veel op uw geweten. We zijn nieuwsgierig, wat het Sckiedamsche Volksblad daarvan zal zeggen. Zou 't teekenen van goed- of afkeu ring over de liefde tot dobbelarij durven geven Wie zijn dat Dat zijn de kapitalistische, anti-stakings- gezinde, orde-verstorende-nieuwtjes-opduikelende pers ridders, vijanden der arbeidersbeweging. Wanneer hier of daar een staking uitbreekt en deze staking groote omvang aanneemt, waardoor een deel van het kapitalisme gedrukt wordt, dan gebeurt het meermalen, dat, door het niet deelnemen aan de staking van al de arbeiders tot dat vak betrekking hebbende, wanneer er onderkruipers zijn of komen, er wel hartige woorden door de stakende worden gebezigd om hunne mede-arbeiders te bewegen, hun heilloos werk op te geven en met hen mede te staken. Hoe kan het ook anders. Wanneer de groote massa der werkers van een bedrijf door ééndrachtig optreden voor lotsverbeteringen hun werk zien bederven door een aantal onderkruipers, dan laat het zich begrijpen, dat die onderkruipers niet zoo vriendelijk worden bejegend. Welnu, dan ook zoekt de aan het hoofd dezes vernielde menschensoort de gelegenheid om moord en brand te schrijven. Per telegraaf of brief wordt dan een klein incident tot zoo'n grooten omvang opgeblazen en in de krant gezet, dat men zou meenen dat daar ter plaatse minstens een binnenlandsch oproer is uitgebroken. Is dat eenmaal de wereld rondgezonden, dan komen andere persridders opdagen, op dat geval wijzende, die de regeering ver antwoordelijk stellen voor de overlast, koning-onder- kruiper aangedaan. Met groote woorden over „vrijheid om te werken" wordt dan de regeering geprest wat gewoonlijk niet veel moeite kost politie en militairen naar het stakingsgebied te zenden om, zoo het mogelijk is, de stakenden door sabelhouwen en kogels te overtuigen, dat ze onrecht plegen ten opzichte der kapitalisten belangen. De scherpslijpers hebben dan hun doel bereikt. Door opblazing der feiten, voorkomende in een stakingsgebied, of te wel, gebeurt er niets aldaar, dan maar gewoonweg uit den duim gezogen berichten de wereld ingeslingerd, geven de regeering maar al te dikwijls de gewenschte aanleiding zoogenaamd handelend op te treden, en de vrijheid van werken te beschermen. Om eenige voorbeelden te noemen zij herinnerd aan de spoorwegstaking van 1903. De vele sensatieöneele be richten, toentertijd verspreid, gaven aan de regeering het voorwendsel, op aanstoken van Lohman en consorten eenige lichtingen op te roepen en de dwangwetten te maken. Bij de zeeliedenstaking te Amsterdam was het Het Handelsblad dat iedere dag vreeselijke verhalen deed omtrent htt terrorisme, uitgeoefend door de stakers tegen over niet stakers. Het gevolg daarvan was dat de burge meester van Amsteidam politie en militairen vroeg en verkreeg, waardoor juist de onlusten ontstonden, die de rust aldaar zooveel kwaad geeft gedaan. Dan begaan de stakers getart door het optreden van politie en militairen dingen, die aan hun optreden meer kwaad dan goed doen. En deze toestand treedt dan te scherper naar voren wanneer het arbeiders betreft zooals dezen zomer te Amsterdam het geval was die, niet geschoold in het vereenigingsleven, ruw als ze zijn tengevolge van den werkkring waarin ze dagelijks verkeeren, min of meer nog anarchistisch zijn aangelegd en evenzoo geleid worden In elk geval, de toestand is dan ingetreden, waarnaar de kapitalisten verlangen en tengevolge van de ophitsingen der scherpslijpers. Hetzelfde wordt nu ondervonden tengevolge der mijn werkersstakingen in Engeland en Duitschland. Op vele plaatsen in Duitschland heboen de scherpslijpers hun doel reeds bereikt. Het wemelt in het stakingsgebied reeds van politie en militairen en wee den staker, die den onderkruiper ook maar een leelijk gezicht durft toonen. Geregeld verhuizende sensationeele berichten van uit het stakingsgebied naar Berlijn. Vandaar wor den ze per Telegraaf naar ons land overgeseind en vinden we ze terug in allerlei z g.n. volksbladen, al of niet aangedikt. Sommige groote bladen is dat stoken echter te min. Bij de zeeliedenstaking was het Handelsblad de ver zamelaar van allerlei sensatieberichten. De Ttlegtaap daarentegen, meest door concurrentiezucht evenwel ge dreven, weersprak geregeld de berichten van eerstge noemde. Ook in Duitschland kan men dat thans weer waarnemen, dat sommige rapporters zich voor dat scherp- slijperswerk schamen. Het groot industrieel dagblad de Kölmsche Westfaliscke Zeitunggevraagd zijnde, waarom het niet even als andere dagbladen sensatieberichten op nam, moest verklaren, dat het na grondig onderzoek bij de plaatselijke autoriteiten steeds tot de ontdekking kwam, dat bijna al de in de bladen opgenomen berichten van dien aard, niet gebeurd of schromelijk overdreven waren. Natuurlijk zal in een land, waar de arbeiderspers goed vertegenwoordigd is, deze de feiten zooveel mogelijk recht zetten. Het kan evenwel geen kwaad, dat ook eens in een kapitalistenblad op dat euvel gewezen wordt. In Engeland gaat het evenzoo. Het verschil tusschen dit land en Duitschland zit hierin, dat de arbeiders in Engeland schouder aan schouder staan ter verdediging hunner eischen en geen onderkruipers te weren hebben, zooals dat in Duitschland wel het geval is. Daar zijn natuurlijk weer de christelijke organisaties, de spelbrekers. Men kan uit een en ander weer leeren, hoe weinig waarde men aan die sensationeele nieuwsbladen hechten kan, en hoe noodig het is, dat de arbeiders hun eigen o?iafhankelijke bladen lezen Dat wordt nog veel te dikwijls vergeten Het anti-rev. „Schied Volksblad" had op hoogen toon bewijs gevraagd voor onze bewering, dat het socialisme niet in strijd is met het christendom, en wel op een manier, alsof onze bewering spiksplinter nieuw zou zijn en een uitvinding alléén van een Schiedamsch derde rangs-sociaal-demokraatje. „Alle wasch-echte sociaal-demokraten stonden tegen over ons," meende het neuswijs, terwijl het standpunt door ons ingenomen, gedeeld wordt door de geheele partij en is neergelegd in ieder propaganda geschrift. Ons antwoord, dat waarschijnlijk onmogelijk werd geacht, werd eerst na een paar weken beantwoordt, terwijl onze aanhalingen van „De Nederlander", van ds. Slotemaker de Bruijne en ds. Wagenaar, ten be wijze dat het evenmin waar is dat alle christenen eveneens tegenover ons zouden staan, op het oogen blik nog niet zijn beantwoordt. Ze worden misleiding genoemd, zónder méér een goedkoope manier om van lastige zaken af te komen. Intusschen belooft het „Sch. Vlksbl." hierop nog terug te komen. Wanneer Wij hadden ons voorgesteld met de repliek tot dat groote oogenblik te wachten. Want op deze praktische dingen komt het toch aan. Maar een kort wederwoord is reeds nu misschien gewenscht. Het „S. V." is niet tevreden met onze definieering van het begrip „godsdienst". Best mogelijk maar daaraan kunnen wij niets doen. De vraag is alleen of onze definitie juist is. En dat kan het „S. V." niet ontkennen. Zij noemt ze „onvoldoende" en maakt er een paar zinnetjes bij volgens haar opvatting en veronderstelt dan, dat „De Moker" zal zeggen: „Van dezen godsdienst moeten wij niets hebben", om er triomfantelijk aan toe te voegen„Juist, dit wisten we wel." Een dergelijke manier van polemiseeren is aller verschrikkelijkst naïef, omdat men dan ook conclu sies kan trekken naar hartelust, als men zelf een standpunt voor den tegenstander heeft bepaald, on geacht de vraag, of deze dit wenscht te aanvaarden. Maar ook onze definitie van het socialisme is het „S. V." niet naar den zin. Zie maar: Kan dus de geloovige nooit genoegen nemen met de vage omschrijving, die in niets, zelfs niet in één woord er op wijst, dat godsdienst het dienen van God*) is, de volbloed sociaal-demo craat zal al evenmin genoegen kunnen nemen met de omschrijving van het socialisme. „De Moker" zegt: „Het socialisme is een economisch „stelsel, opgekomen uit de maatschappelijke ver houdingen berustend zuiver op materieele „grondslagen. Het richt zich naar de positie van „het individu in de maatschappij, naar de stoffe lijke verhoudingen in de productiewijze". Komt, sociaal-democraten, wordt voor dit stelsel nu eens warm. Begrijpt ge er iets van Alle fut is er uit. Wat zegt „De Moker" van onze omschrijving: „Het huidig socialisme is het stelsel, dat óp den grondslag van het historisch materialisme en door middel van den daarmee samenhangenden klas senstrijd de productiemiddelen, desnoods door de gewelddadige omkeering der maatschappij, tracht te brengen in handen der gemeenschap". Hoor eens, beste collega, een krukkebeentjö moet nooit een koorddanser willen wezen. En iemand, die het a b van het socialisme nog niet machtig is, moet nog maar niet even de grondslagen ervan willen aantasten. Het historisch-materialisme schijnt den schrijver toe een leerstuk te zjjn, dat men als sociaal-demokraat moet aanvaarden, terwijl het niet meer is als een methode, welke men naar gelieven al of niet kan aanwenden. Wist het „S. V." dat niet, dat ons met allerlei aanhalingen van Cathrein om de ooren wil slaan Weet het „S. V." niet het verschil tusschen filoso fische en de ekonomische grondslagen der sociaal- demokratie, laat het dan voorloopig nog niet zoo'n hooge borst opzetten en een stelsel veroordeelen, dat het niet verstaat. Belachelijk maakt ook het „S. V." zich, waar het schrijft de consequentie geeft „De Moker" zelf in deze woorden„En met veranderingen in de productiewijze zullen ook de begrippen over wat plicht is of niet zich wijzigen". Schriklijk woord. Wij cursiveerden deze verbluffende logika. Red. „Moker",

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1912 | | pagina 2