De moties-Arts en ter Laan.
Yan onze Vroede Vaderen.
kapitaalwinst grooter en grooter te maken, blijkt wel uit
het volgende stukje
„Een nog donkerder hoofdstuk van New-Yorker ellende
beteekenen echter de 12000 voor de uitoefening van
huisarbeid met verlof begiftigde huurkazernes, z.g.
„tenements'-huizen van New-York met hun 144000 af
zonderlijke „tenements", waarin naast de moeders en de
oudere kinderen zelfs vier- en driejarige babies
werken. Natuurlijk heerschen gelijke en ook nog wel
erger toestanden in duizenden andere niet „gelicensieerde"
tenements-huizen der wereldstad. Ook voor den huisarbeid,
voor zoover hij wordt uitgeoefend in gelicensieerde ge
bouwen, ontbreekt het in New-York niet aan inspekteurs;
maar wel is hun aantal tegenover de 144.000 huisarbeids-
holen belachelijk ontoereikend. Ook al waren er inspekteurs
genoeg, dan zou het intusschen nog niet veel helpen.
Daarvoor zijn de Amerikaansche kapitalisten en hun
agenten te geslepen en Amerikaansche ambtenaren te
korrupt.
Wel teekenend voor het moorddadige cynisme van het
New-Yorksche kapitalisme is, dat zelfs de ervaring van
den grooten brand in het Asch-gebouw, waarbij meer dan
honderd bloeiende menschenlevens te gronde gingen, den
kapitalisten niets anders schijnt te hebben geleerd dan een
nieuwe truc hoe de fabrieks-inspektie te verschalken en
te misleiden. Bij bovengenoemden brand was een zware,
ijzeren deur, voor de verbrande meisjes de eenige weg
naar de reddende lift, gesloten en gegrendeld. En achter
deze deur lagen dan ook verkoolde lijken tot een afzich
telijken klomp opgestapeld. Uit koortsachtigen angst, dat
de meisjes onder den werktijd voor een paar kostbare
minuten uit de hel, waarin zij werden uitgebuit, zouden
vluchten, stelden de blousefabrikanten Harris and Blank,
alle wettelijke verbodsbepalingen, alle waarschuwingen en
protesten der vakorganisatie ten spot, honderden arbeid
sters op de zevende verdieping van een niet van nood-
trappen voorzienen wolkenkrabber aan brandgevaar bloot.
Harris and Blank werden intusschen van de aanklacht
van moord vrijgesproken, daar de rechtbank het bewijs
niet aanwezig achtte, dat zij zelf het sluiten van de deur
juist den morgen van het onheil zouden hebben gelast!"
En nu de truc. Melinda Scott door een kommissie uit
de Senaat ondervraagd, verklaarde dat de fabrieken de
deuren hadden voorzien van een automatische sluiting,
zoodat bij de nadering van een inspecteur de deuren
kunnen worden geopend. Dat wil zeggen, dat duizenden
arbeidsters net als voorheen op hoogere verdiepingen
blijven opgesloten, uit vrees dat enkele minuten zouden
verloren gaan, door het nu en dan verlaten der werkplaats.
Heerlijk toch, zoo'n kapitalistische samenleving.
BINNENLAND.
Ja het wicht is dood, afgemaakt. Door velen bij zijn
geboorte met vreugde begroet moest evenwel reeds spoedig
door de deskundigen worden geconstateerd, dat het geen
voldragen kind was.
Spoedig reeds moest het kunstmatig gevoed en ver
pleegd worden, nadat de wijzen des lands er hun oordeel
over hadden uitgesproken. De nabestaanden hadden
dadelijk bij de geboorte hun misnoegen te kennen ge
geven, zeggende, dat kind is niet van ons bloeddat kind
is uit den booze. En waar nu deze nabestaanden, de
opvoeders, dit kind met leede oogen ter wereld hadden
zien komen, kan het wel niet anders, dat het toch al
teere wicht, door ondoelmatige en slechte behandeling,
het niet lang maken kon. Wat waren er velen, niet tot
de familie behoorende, die bij de geboorte de ster der
toekomst hadden zien blinken. Wat waren er velen, die
in den donkeren nacht het morgenrood hadden zien gloren
toen zij de blijde tijding vernamen. Wel was hun hoop
eenigszins bekoeld, toen zij vernamen dat het maar een
wurmpje was, die het levenslicht had aanschouwdde
velen, die van het jongske iets verwachtten, hadden groot
vertrouwen in de opvoeders, in de wijze mannen, dat die
door trouwe verpleging en groote zorg, wel in staat zouden
zijn iets goeds daarvan te doen groeien.
Bakkersslaven, de vrome familie van dat kindje heeft
u voor de zooveelste maal bedrogen. De bakkerswet was
niet gewild door de christelijke meerderheid. De conser
vatieven in 's lands raadszaal hebben weer den doorslag
gegeven. Ter eere der coalitie is ook deze verbetering
van uw lot, deze sociale wet, die wel is waar niet direct
geld behoefde te kosten, maar waardoor uwe macht wat
vergroot en die van den werkgever ingekort werd, weer
opgeofferd. De nacht zal voortaan voor u dag zijn en de
dag den tijd van slapen tot zoolang dat gij er met
uwe mede-arbeiders in slaagt, bij de geboorte van een
ander ontwerp, betere opvoeders te kiezen dan die, welke
het thans overleden wicht hebben dood gestemd,
het hebben afgemaakt op de meest geraffineerde manier
In 1907 werden onder het ministerie-<&« Heester de
volgenden moties ingediend.
Van den heer Arts
„De Kamer, van oordeel, dat het door de wet
„gewaarborgde minimum salaris van f 500 voor de
„onderwijzers van bijstand te laag moet worden
„geacht, gaat over, tot de orde van den dag."
Van ter Laan.-
„De Kamer, van oordeel, dat het minimum, ge-
„noemd in art. 26 der wet op het lageronderwijs,
,,le lid, sub 2a, zoo spoedig mogelijk dient te
„worden gebracht op ten minste f 600, gaat over
„tot de orde van den dag."
Al vijf jaren was de behandeling dier moties uitgesteld,
nu om deze, dan om gene reden, doch waar anders
uitstel afstel wordt, hier kon daarvan geen sprake zijn,
omdat de drang op de regeering van dag tot dag sterker
werd. Leefden de christelijke onderwijzers tot nu in
groote gelatenheid voort, de actie tot positie-verbetering
bijna totaal aan de openbare onderwijzers overlatende,
de christenen begonnen in te zien, dat ook zij schouder
aan schouder moesten staan met hun kollegaas van de
overzij, d.w.z. van de openbare scholen. Een oogenblik
leek het, dat alle onderwijzers-organisaties, geen enkele
uitgezonderd, zouden samenwerken tot het beoogde
doel. De Bond van Nederlandsche Onderwijzers echter
kon zich met de voorstellen, door 't comité voorgesteld,
en door de vereenigingen aangenomen, niet vereenigen,
en trok zich uit de combinatie terug.
De groote meeting in het gebouw van Kunsten en
Wetenschappen zette de kroon op het werk der ver
schillende onderwijzers-organisaties. De bedoeling was
geweest, van iedere zitting van katholieken, anti
revolutionaire en vrijzinnige een Kamerlid als spreker
te doen optreden. Voor de vrijzinnigen sprak dr.D.Bos,
kamerlid voor Winschoten, voor de anti-revolutionairen
de heer Oosterbaankamerlid voor Enkhuizen, en voor
de katholieken de heer Baron. Van de laatsten was
geen enkel Kamerlid bereid gevonden.
De meeting slaagde boven verwachting. Vooral de
heeren Oosterbaan en Baron hadden met hun rede
voeringen verbazend veel succes. Doch achteraf bleek
het in de kringen van hun politieke geestverwanten niet
heel richtig. De „Standaard"het orgaan van dr. A.
Kuipermeende zich krachtig te moeten opmaken tegen
de voornamelijk van rechts gevoerde actie. De Katholieke
bladen deden niet minder. Veel geschrijf en geharrewar
waren de noodwendige gevolgen. De Katholieke spreker
Baron gaf echter geen kamp. Hij voelde zich volkomen
in zijn recht en gaf de rede in brochure-vorm uit; het
beste bewijs, dat hij geen sylabe van z'n redevoering
terugnam. Daarmee was natuurlijk de storm in Katho
lieke kringen allerminst bezworen. Had nu de heer Baron
het hoofd slechts willen buigen, alles zou weer pais en
vree geworden zijn. De heer Baron hield evenwel voet
bij stuk. De andere spreker van rechts, de heer Ooster
baandie o.a. bij de begrootingsdebatten in December
van het vorige jaar op zoo roerende wijze de financieele
belangen der onderwijzers bepleit had, neen, daarvan
verwachte men in geen enkel opzicht, dat hij het vaandel
verlaten zou, waaronder hij zich op een geschikt moment
geschaard had. Van hem verwachtte men daarentegen,
dat hij alle argumentatie van zijn vrienden aan de
rechterzijde zou neervellen, en de tegenstanders van een
betere salarisregeling zou bekeeren tot voorstanders.
Ook hier zou blijken, dat de bekende dichtregel
van Breeroo
„Al ziet men de mensch
Men kent ze niet
op menigeen nog van toepessing is.
De heer Artshet katholieke kamerlid voor Tilburg,
was de eerste spreker. Hij lichtte zijn motie toe. Wie
gedacht had, dat een weerklank op de meeting van 17
Februari zou gehoord worden, vergiste zich in elk opzicht.
Zoo flink als de heer Baron de belangen der onderwijzers
verdedigd had, zoo halfslachtig en vreesachtig was het
optreden van zijn geestverwant Arts. Inplaats van
duidelijk aan te toonen, hoever hij gaan wilde, bleef hij
draaien en draaien, noemde nu eens een bedrag van
f 550.dan weer van f 575.maar precies zeggen
waar het op stond, neen, zoover kwam hij niet. Op
het laatst van zijn rede was feitelijk de discussie al op
een ander terrein gekomen. Het minimum-salaris werd
niet meer genoemd, Iaat staan besproken, maar het debat
zou, daar de motie Arts reeds gewijzigd was nog
vóór er over gediscussiëerd was zich bepalen tot het
geven van een toeslag voor minderjarige kinderen Ver
wondering baarde het derhalve geenszins dat ter Laan
met kracht zijn eigen motie verdedigde, tegen de houding
van den heer Arts opkwam, en hem o.a. toevoegde, dat
deze de zaak van het goede spoor had afgeleid.
De heer Arts, aldus ter Laanbrengt allerlei nieuws
in de kwestie door zijn „fokpremie". Had de heer Arts
zich aan zijn motie gehouden, er zou in de wet slechts
een cijfer veranderd hoeven te wórden. Dan zou de
behandeling der beide moties in een kwartier zijn afge-
loopen. Ter Laan haalde verschillende stukken aan uit
de Katholieke Schooldie meer dan duidelijk aantoonden,
dat onder de geestverwanten van den heer Arts de
stemming nu niet van de verheffendste was.
De afdeeling Oorschot gaf 't volgende verslag
„Moet de Minister c.s. niet een hart hebben,
„harder dan ijzer of staal, wanneer 't geen indruk
„maakt, als duizenden opwaarts gaan naar de resi
dentie om hun nood te klagen over hun hongerloon?
„We zullen toonen, dat we niet alleen een deftige,
„maar ook een heftigeactie kunnen voeren."
Cursiveering van De Katholieke School.
In 't zelfde nummer van dat blad een verslag van de
afdeeling Roosendaal (NB.):
„Hulde aan den heer Arts. Maar overigens heeft
„het tot nog toe bij de behandeling van een onder-
„werp als dit, in de Kamer van katholieke zijde
„maar matigjes willen boteren".
„Zonderling Wanneer onze belangen in de Kamers
„moeten bepleit worden, dan vinden we onder de
„afgevaardigden dezer streken te weinig een woord
voerder, die zich warm maakt voor onze belangen,
„dan merken we, o zoo weinig van den invloed
„onzer bondsbesturen bij de Kamerleden, en terwijl
„men en terecht opkomt voor de belangen
„van het katholieke onderwijs, wordt de katholieke
„openbare onderwijzer zelf door den storm, die er
„waait tegen de neutrale school, als weggeblazen
„uit het politiek debat."
Dit alles werd geschreven vóór de groote meeting in
den Haag. Daarna brak de storm in de katholieke bladen
los. Hoe konden ook die onschuldige bijzondere onder
wijzers zoo aan den leiband van hun openbare collega's
loopenIn verschillende toonaard werd dit den bijzon
dere onderwijzers voorgezongen. Tevergeefs. Blijkens
de Katholieke School van 14 Maart j.l. nam de afdeeling
Budel (N.B.) na uitvoerige bespreking met algemeene
stemmen de volgende motie aan
„Gezien de kritiek in een deel der rechtsche pers
„spreekt haar leedwezen en afkeuring uit over
„de houding dier persorganen
„betuigt haar instemming met de drie redevoe
ringen en brengt in het bijzonder hulde aan den
„heer Baron voor zijn kloeke en juiste vertolking
„van de nooden en gevoelens van de overgroote
„meerderheid der Nederlandsche onderwijzers."
De heer Arts heeft ondanks dat alles meer geluisterd
naar de raadgevingen van de „groote" katholieke pers.
En bij de anti-revolutionairen ging het niet beter. De
„van God gegeven leider" had gesproken, en dien diende
men, 't ging zoo 't ging, te gehoorzamen. Diens woord
is thans wet. Als zelfs de minister-president diens
bevelen volgt, dan mogen mindere goden als de heer
Oosterbaan niet weerstreven. Dat Kuyper weer troef is,
kwam door de debatten gedurende de vier dagen
het kwartiertje van ter Laan was door de houding van
de heeren Arts c.s. dus heel belangrijk uitgedijd
aardig aan 't licht. De heer Oosterbaan, de spreker
van de groote meeting in den Haag, een van de kleine
luyden, die o zoo eerlijk debatteeren met tegenstanders
daar staan immers de anti-revolutionairen voor
te boek zou toch nu eens tegenover den grooten
„leider" de belangen der kleinen in zijn partij met al
de kracht, die in hem is, verdedigen. Er bestond immers
te zijnen opzichte een auticedent van zeer recenten
datum. Bij de debatten over de begrooting van Btnnen-
landsche Zaken, op Maandag 18 December van 't vorig
jaar, zeide hij in een bravour-rede o.m.
Wanneer wij f ioo verhooging geven, beteekent
„dit niets."
Deze uitspraak alleen zou hem reeds verplicht hebben,
de motie-ter Laan krachtig te steunen. Onze ruimte
laat niet toe, grootere gedeelten uit de rede van 18
December over te drukken. Ter opfrissching raden we
de bijzondere en openbare onderwijzers aan, 't officieel
verslag van genoemden datum eens grondig te bt-stu-
deeren en daarnaast de rede van de vorige week. Ze
zullen dan moeten bedenken, dat daar tusschen in de
groote leider gesproken heeft. Verklaring van verschil
lende houding door denzelfden persoon hoeft men, dat
in 't oog houdende, niet ver te zoeken.
De heer Oosterbaan was de vorige week lang zoo
dapper niet. Voor een 30.000 sterke corporatie achtte
hij drie ton vcorloopig voldoende. Dat is tien gulden
de persoon, riep ter Laan uit. De heer Oosterbaan
trachtte dat goed te praten, maar 't was voor hem nu
eenmaal een verloren zaak. Geen enkel lid der Kamer
verkeerde in zoo'n moeilijk parket. Had de heer Ooster
baan meer talent bezeten, dan zou het boetekleed ontsiert
den man niet van z'n hoogstaanden leider Kuyper
diensten hebben bewezen. Maar, Oosterbaan is Kuyper
niet.
Wat het resultaat der behandeling was, iedereen zal
het reeds bekend zijn. De gewijzigde motie-Arts werd
na zeer vage toezeggingen van minister Heemskerk
ingetrokken en de motie-ter Laanverworpen met
46 tegen 30 stemmen. Met de rechterzijde stemden de
aanwezige leden der vrij-liberale- partij tegen de motie,
de andere fracties der linkerzijde met de sociaal-demo
craten er voor. De heeren Tyieman en de Kanter, die
niet met deze motie instemden, waren afwezig, terwijl
onze afgevaardigde, de heer de Geer, die beslist stelling
had genomen tegen de motie-H/-A, eveneens zich tegen
de motie-ter Laan verklaarde.
Vopr de onderwijzers, die met zooveel hoop naar de
behandeling der moties hadden uitgezien, waren de
dagen der vorige week zeer belangrijk. Hebben zij hun
geen financieel voordeel gebracht, zij hebben hun vrienden
van hun vijanden leeren onderscheiden. Al was dit
alleen gebeurd, dan hadden zij al veel geleerd. Het
„niets vergeten" zij hun tot richtsnoer.
Koalitie-kluiven.
In de raadsvergadering van vorige week Dinsdag
1.1. maakte De Bruin aanmerking op een aanbeve-
Heden overleed na een langdurig en smartelijk
lijden en na hevige stuiptrekkingen ons tweejarig
kindje
DE BAKKERSWET.
Den Haag. Firma THEO Co.
Gelieve van rouwbeklag verschoond te blijven.