Tweede Kamer. Ditj es en Datjes. stel aangenomen dan zouden vele dezer werklie den, welke nog rfiet voor het maximum-loon in aanmerking komen, ten zeerste teleurgesteld zijn, en deze zouden zich ongetwijfeld beklaagd heb ben over de, omtrent dit voorstel in de vergade ring, waar de heer van Hinte sprak, bij hen opge wekte verwachtingen. Werd het voorstel echter verworpen, dan was de rol, welke- de heer De Bruin speelde immers des te schooner, naarmate hij meer beloofd had. Dit geheele stukje is één groote onwaarheid. Waar en wanneer heeft De Bruin aan de werklieden iets beloofd Bewijzen asjeblieft geen kletspraatjes! Heeft De Bruin reeds niet bij het indienen van zijn voorstel gezegd, dat hij wel wist, dat de commissie het ten slotte nog in handen had, het maximum uit te betalen, maar tevens, (toen ook de heer Van Westen dorp daarop wees.) er bij gevoegd, dat als de raad het maximum, verhoogde, hij vertrouwde dat de com missie met de uitspraak van den raad zou rekening houden Dat weet de schrijver óók wel en 't is gemeen, zulk een valsehe voorstelling der feiten te geven. Heeft De Bruin niet al het mogelijke gedaan, om zijn voorstel er door te krijgen Zeker toch wel Maar hoe kan men dan toch schrijven, dat de ver werping niemand méér naar den zin was als dengene, die 't voorstel met hand en tand verdedigd heeft Zoo gaat het in denzelfden leugenachtigen toon voort Er kwam echter een leelijke streep door de rekening. Wat de heer De Bruin allerminst ver wacht had geschiedde. In dezelfde zitting, waarin ten tweede male over het voorstel-De Bruin zou worden gestemd, "werd door B. en W. een voorstel ingediend tot wijziging van Art. 12 van het Werkliedenregle ment en in de daaraan vastgekoppelde loonrege ling, was het minimum- en maximum-loon der \verklieden bij de reiniging met f 1 per week Verhoogd. Dat de rechtsche leden, welke een vorige maal vóór het voorstel-De Bruin stemden, thans tegen zouden stemmen lag voor de hand. Waar een voorstel van B. en W. van wijdere strekking aan hangig was, daar deden zij ongetwijfeld hetbest de beslissing over deze zaak op te schorten tot dit Voorstel in behandeling kwam. En ook de heer De Bruin had zéker het verstandigst gedaan zijn voorstel in te trékken. Het was zeker noodig, dat voor de goedgeloovige anti-revolutionaire arbeiders deze leugens eens wer den in het licht gestelid en daarotn is door De Bruin Dinsdag in den raad, onder verwijzing naar boven staande beweringen van hef „Schied. Volksbl." de vraag gesteld, of het nü wel de bedoeling was van B. en W. om de loonen ineens met f 1 te ■verhoogen. En het antwoord van den heer Lagerwey was kort en bondig NEEN Hieruit blijkt dus en uit ons raadsoverzicht zal dat nog. duidelijker worden dat het voorstel-B. en W. heelemaal geen verdere strekking had als het voorstel-de Bruin. 't Was inderdaad precies hetzelfdeEn daarmee moet nu het omvallen der rechtsche raadsleden en het vermoorden van het voorstel-De Bruin worden goedgepraat Dominee Goslinga mag z'n staffieren van het „Sch. Volksbl." de tien geboden wel eens voorhouden. Speciaal deze twee „Gij zult niet liegen." „Gij zult geen valsehe getuigenis spreken tegen uw naaste." Want de heeren springen op hemeltergende wijze met de waarheid om Mochten de arbeiders toch eens leeren het te on derscheiden MG EEN REINE ZIEL! JAN VAN KATWIJK. Moet ons raadsoverzicht tot het volgend no. wor sen uitgesteld, wij willen in het kort toch nu even melding maken van een incident, dat in de raadsver gadering van 1.1. Dinsdag plaats vond en dat inder daad verdiend in breeden kring te worden bekend gemaakt. Zooals men weet, is in de vorige vergadering een voorstel van onzen partijgenoot De Bruin betreffende de reinigers-loonen afgestemd en was nu een voor stel van B. en W. aan de orde, dat wat de loonen betreft, precies hetzelfde resultaat had. De heer Jan van Katwijk had tusschen z'n paperas sen een kattebelletje verscholen, waarvan hij o.m. het volgende oplas- „Dat hij inniglijk verheugd was over dit voor stel, dat heelemaal niet onder dén drang van De „Bruin tot stand was gekomen-, al speelt De Bruin, „die altijd voor-de tribune-spreekt, voor den red- „der der menschheid en al wordt het in een „schetterend blaadje zóo voorgesteld." Als er een voorzitter was geweest, voor z'n taak berekend, was Jan van Katwijk natuurlijk voor deze keurige maiden-speech, die zeker wel waard was, vooraf te worden opgeschreven en uit het hoofd ge leerd, tot de orde geroepen. De heer Lagerwey echter kwam alleen tot het lumi neus idéé om De Bruin tot de orde te roepen, toen deze Jan van Katwijk op een behoorlijke manier van antwoord diende. Wat het eerste gedeelte betreft, is de heer Van Katwijk vierkant in strijd met het „Sch. Volksbl." dat dit neerschrijft Niemand zou hem |De Bruin) de eer betwist hebben tot het voorstel van B. en W., voor zoo ver betreft het loon dezer werklieden, den krach- tigsten stoot te hebben gegeven. En wat de scheldpartij betreft, vinden we het van De Bruin zéér verstandig, dat hij niet getracht heeft in dit opzicht Jan van Katwijk te evenaren. Dat zou toch wel vruchteloos blijken. Maar de kiezers, die het voor hun rekening hebben den heer Jan van Katwijk in den raad te hebben ge bracht, hèm deel te hebben gegeven in het bestuur der gemeenschaphèm, wiens intellactueele capaci teiten, wiens kennis over andere zaken als het belang van zijn eigen portemonnaie ons geen rooien cent waard zijn, die kiezers moeten eens ernstig overwe gen, wat zij hebben gedaan. Dan doen ze het zeker niet voor de tweede maal a. de de aan weer van obstr der gloed Troelstra De voorzitt was besloten o beginnen met Dit schijnt eene vergT wel wordt aangenomen. Werd de motie en in een wetsontwerp omgezet, dan was uttig werk verricht. Troelstra zéide ver- laatste maal was dat hij dit punt aan aan alles komt een einde, ook daar- 1 een zwaar werk daarmede steeds daar de "Standaard" dan sprak het door spreker met wat min- schreef de „Tijd", dat piotie zelf betwijfelde. men, dat zoo straks (Woensdag) te t pantserschip. :st, want een Den 3oen April is de 2e Kamer weer bijeengeko men tot hervatting der werkzaamheden. Oorspronke lijk was bepaald om den 21 en April te beginnen, maar de leidende organen hebben er nog maar een week bijgelapt. Waarom Jadat is de politiek der z.g.n. christelijke meerderheid. Gebrek aan werk kan het (niet zijn, .'daar jde Bakkers wet nog altijd op afdoening wacht. Maar dat is „appel van twist", en wordt daarom maar steeds uit gesteld. Verder de pensioen-motie: van Troelstra ook al niet gewild'bij de rechterzijde. Alles uit poli tiek belang. Bij de opening op Dinsdag j.l. werd dan door den voorzitter voorgesteld met de behandeling van de uit gestelde begrooting voor het nieuwe pantserschip te beginnen. Door Helsdingen werd daaraan den wensch toegevoegd, dat dan ook wel eens en met te meer redenen over het marine-personeel mocht worden ge sproken. Troelstra verder het woord krijgende, be toogde in den breede dat, wil de Kamer en vooral de rechterzijde zich niet blameeren, toch in de eerste plaats de bakkerswet op de agenda had moeten plaat sen. Hij geeselde de houding der rechterzijde en voornamelijk de „Standaard"-driestarren, waarin de schuld van het uitstel der bakkerswet geweten werd aan de sociaal-democraten. Met citaten uit de „Stan daard", die hij voorlas, en met citaten uit andere rechtsche bladen bewees hij, welk een onwaardig spel dr. Kuyper hier weer speelde en welke indrukken hij door zijn geschrijf bij de vrome broeders trachtte te wekken. Troelstra haalde aan, het schrijven van het blad „Patrimonium", waarin op juiste, heldere wijze was uiteengezet en door een motie bekrachtigd, dat niet de soc.-dem. het uitstel der bakkerswet kon wor den geweten, doch dat dat uitstel t<ï wijten was aan de rechterzijde. Patrimonium heeft voor deze open hartigheid weliswaar leelijk voor zijn broek gehad 'van den grooten meesterniettemin toont het aan, dat ook door de christelijke arbeiders gevoeld wordt, wie eigenlijk de schuldigen zijn. Verder betoogde Troelstra, dat ook zijn pensioen motie, gezien de ingenomenheid in den lande, rijp voor behandeling is. Hij wees er op, dat, wil de rech terzijde iets voor den ouden, armen werkman doen, de gelegenheid met zijne motie1 hen geboden, gunstig is. Hij liet uitkomen, dat wanneer gewacht wordt op de behandeling der invaliditeit:swet, daarvan mis schien niets terecht zal komen. Volgens het schrijven in het christelijk-historisch blad de „Nederlander kan dit wetsontwerp door die fractie niet worden aan vaard. Ook de liberalen, willen zij aan hun program getrouw blijven, zullen tegenstemmen evenals de vrij- zinnig-dem. De soc.-dem. zijn principieele tegenstan ders van dat ontwerp, omdat daaadoor de arbeiders klasse een grooten geldelijken druk op de schouders wordt gelegdzoodat het niet zeker is, dat het ont- groot deel der Kamer had van dat besluit niets ge hoord of begrepen. De verslaggever van de „Tele graaf" had, volgens het verslag in dat blad, evenmin als zijne collega's op de perstribune, van dat besluit vernomen. Er schijnt dus wel een misverstand bij den voorzitter te zijn geweest, toen hij meende dat daar toe reeds was besloten en Duys had dan ook volko men het recht daarover te spreken. Maar het schijnt, dat al dat gepraat over wetten den arbeider rakende, den heer Lohman steeds buiten zich zelf brengt van woede. In elk geval, de heer Lohman gaat naar den voorzitter en poogt dezen over te halen Duys het woord te ontnemen. Dat was een ingrijpen in de lei ding der vergaderingten eerste kwetsend voor den voorzitter en ten tweede door de leden, die nog eenig respect voor zich zelf hebben, niet te dulden. Een hevig tumult, zooals we dat wel eens lezen van het Oostenrijksch parlement, schijnt ook te zijn los gebroken op het Binnenhof, in de Tweede Kamer. Troelstra en Duys aan de eene, Lohman aan de an dere zijde en het moet zijn gegaan op vechten af. Het moet er zoo hevig zijn toegegaan, dat de voor zitter, na aanhoudend hameren, de orde onmogelijk meer kon herstellen en de zitting sloot. De verslaggever van de „Telegraaf" schrijft: Ook hier weer moeten we constateeren, dat het weer den heer Lohman was, die deze onrust in de Kamer ver oorzaakte. Ja, Lohman en nog eens Lohman, met dat woord is een richting aangeduid, arbeiders, aan uwe belan gen vijandig, die hoe eer hoe beter uit 's-lands raad zaal moet worden verdreven. Werkt daaraan mee Meifeest. Nu de optocht zoo uitstekend is ge slaagd, moeten de feéstvergaderingen ook een succes zijn. Georganiseerde arbeiders en vrouwen, bezoekt daarom allen de feestvergaderingen op a.s. Zaterdag en Zondagavond 's avonds te 8 uur. Zaterdagavond spreekt W. P. G. Helsdingen, lid der 2e Kamer en luisteren de zangver. „Excelsior" en de tooneelver. „Tot steun in den strijd" den avond op. Zondagavond treedt P. de Bruin op en verleenen de muziekver. „Kunst en Strijd" en de tooneelvereen. hun medewerking. De entree is 15 cent. Wekt uw kameraden op Aanvang 8 uur. Zaal geopend 7 uur. Naar Dordt. De Zangvereeniging „Excelsior" be sloot in haar huishoudelijke vergadering om naar de tentoonstelling te Dordrecht te gaan. De feestcom missie heeft besloten om Zondag] 4 Augustus tusschen 2 en 5 uur ons te laten zingen en daarna wordt da tentoonstelling bekeken. Wij wekken partij genooten en geestverwanten op mede te gaan, de tocht zal zoo gezellig mogelijk gemaakt worden. De toegangs prijs van de tentoonstelling is 0.50 cent. Doch voor partijgenooten en geestverwanten, mits 8 dagen van te voren besteld 0.25 cent. Bij bestelling moet ook gelijk gestort worden. HET BESTUUR. Jeugdorganisatie. Zondag 12 MEI 's namiddags 5 uur vergadering in „Constantia." DE LEIDERS. De Kuyper-hulde verklaard. Velen hebben zich afgevraagd, hoe het mogelijk was, dat de van alle kanten gehavende en geknauwde leider in Utrecht kon worden gehuldigd en hem zonder eenig schaam tegevoel een kastje voor het bewaren van ridderorden werd cadeau gedaan. In de "Nieuwe Kerkbode" schrijft ds. J. P. van Melle nu een artikel over oudgereformeerden, waarin hij deze kerkelijke richting aldus karakteriseert „De walgelijkste decadent op letterkundig ge bied, die de begrippen „determinisme en natura lisme" hanteert om 'te bewijzen dat iemand zich I

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1912 | | pagina 2