Kunst en kunstnijverheid tussen oost en west
Inzoomen op
kleinste details
Toren van Babel'
I
m
m
Pracht en praal van het Russische hofin Museum Boymans-van Beuningen
Unilever
ABNAMRO
CARGO
rail
Wat is er nog meer te zien in
Museum Boymans-van Beuningen
Smaragden, robijnen, parels, rijk gedecoreerde wapens en veel prachtige voorwerpen van zilver en goud. Dat het Russische hof
in de tijd van tsaar Peter de Grote een hof was van veel pracht en praal staat buiten kijf. Toch gaat er achter dit vertoon van rijk-
dom meer schuil dan de bezoeker op het eerste gezicht misschien denkt. De uitingen van kunst en kunstnijverheid werden ge-
maakt in een periode, waarin een intensieve wisselwerking ontstond tussen de cultuur van West-Europa en de nationale Russi
sche traditie. Ook de van oudsher intensieve contacten met het Oosten bleven een rol spelen. Uit al deze culturen namen de Rus
sische meesters elementen over. „Daardoor is er letterlijk sprake van een mengvorm", vertelt waarnemend directeur dr. Johan
ter Molen van Museum Boymans-van Beuningen.
Identiteit
Beker
Exceptioneel
wmm
Ideej
Fen volgens de Russische traditie gemaakte icoon uit 1679.
Op deze icoon uit 1698-99 zijn reeds westerse invloeden
zichtbaar.
Nog nooit in Museum
Boymans-van Beuningen ge-
weest? Dan is het nu extra de
moeite waard eens te komen
kijken. Want behalve de
'Schatten van de Tsaar' is er
natuurlijk ook nog de indruk-
wekkende collectie schilder-
kunst en kunstnijverheid. Een
van de beroemdste werken uit
de collectie is de Toren van
Babel' van Bruegel de Oude
uit de 16de eeuw. Het is een ta-
melijk klein schilderij, maar er
bevinden zich in totaal ruim
duizend mensen op en rond de
toren. De details zijn verbluf-
fend precies geschilderd en
met het blote oog niet altijd
zichtbaar.
Gelukkig is er een CD I met
een film over dit schilderij,
waarbij ingezoomd wordt op al
die details. Zo is te zien dat ie-
mand op het strand een boot
bouwt, op een heuvel loopt een
schaapsherder met zijn kudde,
er sjouwen mensen met zakken
kalk op hun rug, er zijn ruiters
te paard. Overal is het een en al
bedrijvigheid.
Het schilderij is daarom eigen-
lijk ook goed op zijn plaats in
Rotterdam. Net als in Rotter
dam blijven ze ook op het
schilderij alsmaar bouwen en
willen ze steeds hoger, het is
een kakefonie van allerlei ver-
schillende talen en in de haven
(aan de voet van de toren) is
het een komen en gaan van
schepen.
Behalve dit schilderij zijn er
nog veel meer werken van we-
reldberoemde meesters zoals
Rembrandt. Jeroen Bosch,
Frans Hals, Jan Steen en Ru
bens. Ook zijn er wisselten-
toonstellingen zoals bijvoor-
beeld schilderijen van de En-
gelse schilder David Hockney
(met onder andere 'portretten'
van zijn teckels), installaties en
video's van de jonge Ameri-
kaanse kunstenaar Matthew
Barney en de tentoonstelling
'Trash or Treasure' over wat
Noordamerikaanse indianen in
de 17de en 18de eeuw deden
met gebruiksvoorwerpen uit
Europa, die ze door ruilhandel
in handen kregen. In
Boymans-van Beuningen raak
je niet gauw uitgekeken!
In de honderd objecten, die voor de expositie
zijn geselecteerd uit de vele kunstschatten van
de tsaar, zijn de uiteenlopende invloeden goed
te zien. Het gaat echter niet uitsluitend om voor
werpen, die door de Russische kunstenaars zelf
werden gemaakt. De tsaren en hun familieleden
kregen ook geschenken uit andere landen en
daarnaast werden gebruiks- en kunstvoorwer-
pen gekocht. Hierdoor ontstond in de schatka-
mer van het Kremlin niet alleen een bijzonder
kostbare, maar ook een in stilistisch opzicht zeer
gevarieerde en interessante collectie.
De vernieuwingen in de Russische kunstnijver
heid in de zeventiende eeuw werden niet alleen
ingegeven door al deze nieuwe invloeden. Ook
de visie van de kunstenaars op de functie van de
kunst veranderde. Niet langer stonden de kunst-
werken uitsluitend in dienst van kerk en religie.
De Rus werd zich bewust van de waarden, rijk-
dom en verscheidenheid van de wereld om hem
heen. Hij kreeg belangstelling voor
'het aardse schepsel' en de natuur.
Schoonheid werd de essentie van de
kunst en de kunstwerken moesten
bijdragen tot de 'blijdschap' van de
mens. De feestelijke en sprookjes-
achtige stijl die hierdoor ontstond,
werd nog ecns versterkt door de tra-
ditionele voorkeur van de Russen
voor het gebruik van veel kleur.
Deze nieuwe stijl is overal terug te
vinden: niet alleen in de schilder-
kunst, maar ook in de architectuur en
de kunstnijverheidsprodukten. In de
kerken en paleizen uit het einde van
de zeventiende eeuw werd gebruik
gemaakt van een pittoreske combina-
tie van klassieke details, bonte be-
schilderingen en kleurige tegeldeco-
raties. In de kunstnijverheid werden
houtsnijwerk. meubelen, gewaden,
vaatwerk, wapens en paardetuig rijk
versierd met edelstenen en email. Op
de tentoonstelling in museum
Boymans-van Beuningen zijn vele
van deze feestelijk en sprookjesach-
tig versierde kunst- en gebruiksvoor
werpen te zien.
Ondanks de invloeden uit oost en
west verloren de Russische kunstenaars nooit
helemaal hun identiteit. In de architectuur ble
ven de architecten, in tegenstelling tot West-Eu
ropa waar gecompliceerde barokke bouwwer-
ken verrezen, uitgaan van duidelijke bouwplan-
nen en eenvoud van vorm. Wei namen zij in hun
bouwwerken de uitbundige decoraties van het
Westen over.
Ook in de schilderkunst werd de strenge vorm
van de Oudrussische kunst min of meer gehand-
haafd. De kunstenaars hielden bovendien nog
lang vast aan de traditionele religeuze onder-
werpen, maar dan wel uitgebeeld in een weelde-
rige omgeving met Westeuropese
elementen. De toenemende invloed
van de westerse kunst is op de ten
toonstelling goed te zien aan drie ico-
nen uit het laatste kwart van de ze
ventiende eeuw. Een icoon uit 1679,
met de beeltenis van de heilige The-
odorus Stratilates, vertoont nog geen
perspectief en heeft de voor de Russi
sche kunst zo karakteristieke combi-
natie van felle kleuren en een over-
daad aan goud. „Het is een goed
voorbeeld van de meest conservatie-
ve manier van uitbeelden", vertelt
Ter Molen. Bij de icoon 'Christus
voor Pilatus' uit diezelfde periode is
duidelijk te zien dat de eerste schre-
den op het pad van het perspectief
werden gezet. Ook is op deze icoon
getracht de emoties op de gezichten
van de personages weer te geven:
deemoed, cynisme en onverschillig-
heid. Bij de oudere traditionele Rus
sische iconen was zoiets ondenkbaar.
Zij hadden uitsluitend het doel de be-
schouwer in contact te brengen met
God en hun aandacht te vestigen op
de eeuwige waarheden. Bij de icoon
uit 1698-99, waarop de 'Geboorte
van de Moeder Gods' wordt uitge
beeld, is al een soort 'westers per
spectief zichtbaar. Ter Molen: „De-
ze wijze van uitbeelden is heel typerend voor de
kunst van die tijd."
Het aardige van de laatste twee iconen is, dat er
niet alleen in de manier van werken, maar ook
op de voorstellingen zelf invloeden uit het Wes
ten zichtbaar zijn. Zo werd voor de icoon
'Christus voor Pilatus' gebruik gemaakt van een
gravure uit het boek 'Toneel ofte Vertooch der
Bybelse Historien', dat in 1659 werd uitgege-
ven door Nicolaes Visscher in Amsterdam. De
ze bijbel wordt, naar de maker van de prenten
Pieter H. Schut, meestal de 'Schutbijbel' ge-
noemd. Op de icoon 'Geboorte van de Moeder
Gods' is eveneens een aantal elementen ont-
leend aan Westeuropese prenten, zoals de
hoofdbedekking van de vrouwen, het traliewerk
voor de ramen en de troon van een van de perso
nages.
De Amsterdamse Schutbijbel bleek een geliefd
voorbeeld voor de Russische kunstenaars. Het
fungeerde als een soort handboek voor de Rus
sische schilders, maar ook meesters op het ge-
bied van de kunstnijverheid maakten er dank-
baar gebruik van. Zo wijst Ter Molen op een ge-
graveerde zilveren beker, die aan het eind van
de zeventiende eeuw werd gemaakt door Vasili
Andrejev. De beker zelf, gemaakt van gedeelte-
lijk verguld zilver, is typisch Russisch. De wand
van de beker is echter versierd met drie bijbelse
voorstellingen, gei'nspireerd op prenten uit de
Amsterdamse Schutbijbel.
De graveur bracht wel enkele veranderingen
aan om de rechthoekige voorstelling binnen de
ovalen cartouches op de beker te kunnen over-
brengen. Door middel van licht en schaduw
bracht hij extra ruimte en dynamiek aan de
voorstelling. Hierin verschilt het graveerwerk
ook van dat van de periode daarvoor, toen de af-
beeldingen uitsluitend in contouren en lijnen
werden uitgevoerd. „Een aardig detail is, dat de
tekst bij die prenten ook in de buitenwand van
de beker staat gegraveerd, maar dan wel keurig
vertaald naar het Russisch", vertelt Ter Molen.
Niet alleen prenten en boekillustraties hebben er
voor gezorgd, dat de invloed van het Westen
kon groeien. De Russische kunstenaars konden
door middel van het prachtig versierde edel-
smeedwerk, dat door Westerse mogendheden
aan de tsaren werd geschonken, ook recht-
streeks kennismaken met de nieuwe Westeuro
pese kunstvormen. Ondertussen bleven even
eens de oude betrekkingen met Turkije en Per-
zie gehandhaafd; uit deze landen werden nog
steeds juwelen, stoffen en wapens aangevoerd.
Daarnaast leerden de Russische meesters diver
se technieken van kunstenaars uit oost en west,
die door het hof werden aangetrokken om in de
ateliers van het Kremlin te komen werken.
Door deze intensieve uitwisselingen met zowel
het Westen als het Oosten is ook niet bij alle
voorwerpen op de expositie exact aan te geven
waar de inspiratie vandaan kwam. Zo wordt een
zilveren, gedeeltelijk vergulde schaal met fili-
grain en email getoond, waarvan de bloemdeco-
raties uit beide culturen afkomstig kunnen zijn.
Ter Molen: ,,De bloemen die erop zijn afge-
beeld, tulpen, zie je aan het einde van de zeven
tiende eeuw in Nederland, maar natuurlijk ook
in het oosten waar de tulpen vandaan komen.
Het uitbundige kleurgebruik daarentegen is
weer typisch Russisch."
Voor de tentoonstelling selecteerde Ter Molen
niet alleen extravagante of kostbare topstukken,
maar zocht hij ook naar voorwerpen die speci-
fiek voor Nederland interessant zijn. Zo vond
hij twee pistolen met handgrepen die geheel uit
ivoor gesneden zijn. „Ze vielen mij op, omdat
ze zo ongelofelijk mooi gemaakt waren. Bij na-
dere bestudering bleek de mechaniek omstreeks
1660 in Maastricht te zijn vervaardigd." De
kolven in de vorm van een mannenhoofd met
tulband hebben, hoewel duidelijk ingegeven
door het oosten, eveneens een
westerse oorsprong. „Deze zijn
mogelijk in Antwerpen gemaakt
door Lucas Faydherbe, een leer-
ling van Rubens."
Volgens Ter Molen is het niet zo
vreemd, dat deze pistolen in
Rusland terecht zijn gekomen.
Tsaar Peter had een grote be
langstelling voor wapens en
vooral ook voor de technieken
die werden gebruikt om ze te
maken. „In die tijd werden in
West-Europa veel nieuwe tech
nieken tot ontwikkeling ge-
bracht. In de werkplaatsen van
het Kremlin werden ook veel
wapens gemaakt. Daarbij pro-
beerde men, de eigen tradities
niet vergetend, de nieuwe tech
nieken te volgen."
De tentoonstelling toont naast de
door Russische meesters ge
maakte voorwerpen een bijzon-
dere collectie kunstnijverheids
produkten, die door West-Euro
pa aan de tsaren werden ge
schonken. De objecten zijn on-
dermeer afkomstig uit Neder
land, Zweden en Duitsland. Zo staan in de vitri-
nes kannen en schalen, die rond 1675 in Am
sterdam werden vervaardigd. Het gaat volgens
Ter Molen, een expert op zilvergebied, vaak om
zeer exceptionele stukken. Geschenken, die
werden meegebracht door ambassades of ge-
zantschappen om het Russische hof te impone-
ren en om de handelsbetrekkingen te verbete-
ren. „We zien kunstuitingen, die in deze hoeda-
nigheid in West-Europa helemaal niet meer
aanwezig zijn. De vraag is zelfs, of deze kunst-
voorwerpen iiberhaupt ooit in West-Europa
voorkwamen of dat ze uitsluitend zijn gemaakt
om als geschenk weg te geven.
Ikzelf denk dat ze wel in West-
Europa voorkwamen, bijvoor-
beeld in Versailles. De zilveren
voorwerpen werden wel gezien
als een soort 'appeltje voor de
dorst'. Als de nood aan de man
kwam, konden zij deze omsmel-
ten en er bijvoorbeeld munten
van slaan."
Dat de meeste kunstschatten in
Rusland bewaard zijn bleven,
ondanks oorlogen en revoluties,
heeft ondermeer te maken met
de verplaatsing van het hof van
Moskou naar Sint Petersburg in
het begin van de achttiende
eeuw. Tsaar Peter de Grote
woonde hier tot zijn dood in
1725 en ook zijn opvolgers ze-
telden in deze nieuwe stad. Zij
begonnen hier met het opbou-
wen van een 'nieuwe collectie'.
,,Met de schatten in het Kremlin
werd niets gedaan", vertelt Ter
Molen. „Het werd een beetje
vergeten." Hij vergelijkt deze
situatie met die in de Verboden
Stad in China, waarover enkele
jaren geleden een tentoonstel
ling werd gemaakt. „Beide enor-
me complexen, die heel goed
zijn af te sluiten. Daar kon niet zomaar iedereen
bij."
Dat de tentoonstelling in Museum Boymans-
van Beuningen een heel bijzondere is, is duide
lijk. Een aantal voorwerpen op de expositie is
zelfs nog nooit buiten de muren van het Kremlin
geweest. Evenals bij de voorwerpen uit de Ver
boden Stad of de nalatenschap van de Egypti-
sche koningen, die enkele jaren daarvoor werd
getoond, is sprake van een hof waarover jaren-
lang een geheimzinnige waas hing. Ter Molen:
„En dan blijkt, dat zich daarbinnen de meest
fantastische kunstschatten bevinden. Kunst
schatten, die eeuwenlang onzichtbaar zijn ge
weest en nu hier te zien zijn. Dat maakt deze
tentoonstelling zo bijzonder.
MUM
Deze lampetkan, gemaakt in Istanbul, was een
geschenk aan Aleksej, de zoon van Peter de Grote.
Ook zadels werden rijk gedecoreerd.
X
De voorstelling op deze beker is ontleend aan de
Amsterdamse Schutbijbel.
y
IMl
De tentoonstelling kwam tot stand met steun van: Unilever
(hoofdsponsor), ABN/AMRO (sponsor)
Official carrier: KLM Cargo
De mechaniek van deze pistolen is afkomstig uit Maastricht. Rechts een detail van de kolf van een van de 'Maastrichtse'pistolen.