Schiedam; van Gouden Eeuw naar Gouden Toekomst m m MaasposT VVV-directeurPillard Van Wijk's stem draagt ver SCHIEDAM - De erfenis van de Gouden Eeuw stopt niet bij de schilderijen van Rembrandt en Frans Hals, of de weten- schappelijke successen van Simon Stevin en Christiaan Huy- gens. In de Nederlanden heerste ook een behoorlijk tolerant klimaat op het gebied van de godsdienstvrijheid. De Hugeno- ten, in Frankrijk tijdens de zestiende en zeventiende eeuw on- derworpen aan een felle vervolging, vluchtten aangetrokken door dit tolerante klimaat en masse naar de Republiek der Ze- ven Verenigde Nederlanden en slaagden er veelal in een een nieuw bestaan op te bouwen. R. Pillard, directeur van de Schiedamse VVV, stamt af van de Hugenoten en is zo een le- vend bewijs van het belang en verworvenheden van de Gou den Eeuw. 1 I *7 flf M SCHIEDAM - D. Wind, directrice van het Stedelijk Museum, zag hem eens met welluidende stem de Schiedamse gemeente- raad toespreken en was meteen verkocht. Resoluut benaderde ze VVD-raadslid W. van Wijk en verzocht hem om de ten toonstelling 'De Gouden Eeuw van Schiedam' als stadsomroe per, gestoken in zeventiende eeuwse kledij, te openen. „Als rechtgeaarde Schiedammer, geboren en getogen op de Broers- vest, stemde ik natuurlijk meteen toe. En, dat moet je zeker niet vergeten: de stadsomroeper had een nobel beroep." J7qz l Woensdag 5 februari 1997 MAASPOST SCHIEDAM XQ 60 'Schiedam heeft zich nu echt een plek op de toeristische landkaart verworven' Pillard's voorouders zijn waar- schijnlijk afkomstig uit het noor- den van Frankrijk. „Ik heb vrien- den in Bretagne wonen en die lie- ten me een hele telefoonlijst met naamgenoten zien. Ergens in de zeventiende eeuw zijn ze naar de Nederlanden gekomen. Wanneer precies, dat weet ik niet.Pillard is blij over de voorzichtige koerswij- ziging die het Stedelijk Museum onder directrice D. Wind heeft in- gezet. Meer aandacht voor het ver- leden van Schiedam, zonder daar- bij de hedendaagse kunst uit het oog te verliezen. De Schiedamse VVV zal het Stedelijk hierin on- dersteunen door het versturen van affiches en informatiepakketten over de tentoonstelling 'De Gou den Eeuw van Schiedam' naar de VVV-vestigingen in het land. De samenwerking met het Stedelijk Museum verloopt volgens Pillard heel plezierig: ,,Cultuurhistorie is toch een van de basispakketten van Schiedam. Het is een heel goed idee van Diana Wind geweest om daar in de tentoonstelling het ac cent op te leggen. We hebben daar als VVV al geruime tijd op aange- drongen." Pillard is al vanaf 1971 directeur van de VVV. „Ik ben een van de weinigen die het lang op een post f s/SiIPO7" MWtNmt jOW De VVV-Schiedam levert een bijdrage aan het Gouden Eeuw-projekt door ondermeer affiches en informatiepakketten te versturen naar VVV-vestigingen in heel Nederland uithoudt." Een vermakelijke anek- denis van Schiedam werd gedacht. van voorzitter van de Stichting toegeroepen: 'O ja, de VVV valt dote levert zijn sollicitatiegesprek Toerisme in Schiedam was toen Schiedamse Gemeenschap. Ik ook nog onder jouw functie.'Men op, die haarfijn aangeeft hoe er in nog een ondergeschoven kindje: werd aangenomen, en terwijl ik geloofde toen echt dat Schiedam de jaren zeventig over de geschie- ,,Ik solliciteerde naar de functie mijnjas aantrok werd me nog even op toeristisch gebied helemaal niets voorstelde. De VVV was pri- mair bedoeld om de Schiedammers te vertellen wat er in de rest van het land op toeristisch gebied te bele- ven viel, in plaats van andersom. Dat heb ik altijd bestreden." De geschiedenis van de jeneverstoke- rijen? De molens? Allemaal getui- genissen van een donkere periode die Schiedam het liefst maar zo snel mogelijk diende te vergeten, meende het toenmalige stadsbe- stuur. Natuurlijk. geeft Pillard on- middellijk toe, de omstandigheden waaronder de jeneverstokers moesten werken waren vreselijk slecht. En het drankmisbruik vier- de onder de Schiedammers hoog- tij. „Maar als die tijd er niet was geweest, had Heijermans nooit zijn sociaal bewogen stukken kunnen schrijven. Het stoken van jenever is van grote invloed geweest op de Schiedammer, dat kan je niet weg- moffelen. Die houding van het stadsbestuur heeft zeker nog tot 1986 geduurd." Vorig jaar is het museum de Ge- kroonde Brandersketel ingebruik genomen, dat eindelijk recht doet aan de jenevergeschiedenis van Schiedam. Pillard merkte het direct aan de toeristische belangstelling voor Schiedam. „In 1995 hadden we 26 groepsbezoeken. Vorig jaar was dat aantal gestegen to 149. Daaruit mag je van mij rustig aflei- den dat de Gekroonde Branderske tel daadwerkelijk bijdraagt aan het aantrekken van toeristen." Het is dan ook niet meer dan logisch dat de Gekroonde Brandersketel volop participeert in 'De Gouden Eeuw van Schiedam.' Na de opening in het Stedelijk Museum neemt de 'zeventiende eeuwse' stadsomroe- per de genodigden mee naar de Gekroonde Brandersketel voor de start van de expositie 'Schiedam, voorheen Zwart Nazareth." De ex positie besteedt met name aan dacht aan de sociale aspecten waaronder de arbeiders in de jene- verindustrie moesten werken: „Ik merk echt aan mijn collega's in den lande dat Schiedam echt op de toeristische kaart is neergezet. Ze hebben echt respect voor Schiedam. Het toeristische aanbod is momenteel dermate gigantisch groot. dat je je moet proberen te onderscheiden van de rest. De na- druk op molens en jenever draagt daartoe bij. We hebben het nu zelfs op ons briefpapier gezet. Het is een duidelijke kapstok om mensen naar Schiedam te trekken." JALMAR TEUNISSEN m HMNSI 8 S 'fci V "i 'De stadsomroeper had in Schiedam een belangrijke sociale functie' Het zit kennelijk in de genen. Als bewijs hangt aan de muur de sabel van Van Wijk's grootvader. met daaraan bevestigd een klein kope- ren kokertje waarin een perkamen- ten rol is verstopt. Grootvader Van Wijk, lid van de bereden politie, reed zo in 1938 door de Schiedam se straten om de geboorte van prin- ses Beatrix aan te kondigen. „Maar dat moet je als een ludieke actie van mijn grootvader zien: de stads omroeper was toen allang van het straattoneel verdwenen." Klein- zoon Van Wijk haalt de rol uit de koker en demonstreert op straat zijn kunnen. Een groep kinderen die buiten voor zijn woning speelt, stopt ogenblikkelijk en luistert ge- spannen naar zijn proclomatie, eens uitgesproken door grootvader Van Wijk. Van Wijk vindt het wel een mooie gedachte dat hij in de voetsporen van zijn grootvader treedt: „Het is een taak die nu van grootvader op kleinzoon is overge- gaan." Verder is hij het van harte mee eens dat het Schiedamse ver- leden met de tentoonstelling wat meer naar buiten wordt gebracht. „De periode 1598-1795 was een gekke periode voor Schiedam. Eerst verdienden de Schiedam mers hun brood met de haring- vangst, om later over te gaan op het stoken van jenever. Het idee van Diana Wind is buitengewoon, het is leuk om het oude Schiedam weer in beeld te brengen. Een uit- stekende ontwikkeling. Ik juich dat toe: het geeft een extra injectie aan het museum. Er zijn zoveel voor- werpen in het depot van het Stede lijk die nog nooit boven water zijn r Will van Wijk treedt als stadsomroeper in de voetsporen van zijn grootvader gekomen, gebruik het alsjeblieft!" Van Wijk heeft zich terdege ver- diept in de geschiedenis van de stadsomroeper. „De stadsomroe per had een belangrijke sociale functie. Hij trok de stad rond om kond te doen van belangrijk nieuws. Zeker in een tijd zonder krant en later, toen het analfabetis- me nog hoogtij vierde, was het voor de Schiedammer de enige mogelijkheid om kennis te nemen van huwelijken, overlijdensberich- ten en gemeentelijk nieuws." Van Wijk ziet een grappige parallel in de manier waarop men vroeger en tegenwoordig tegen het nieuws aankijkt. „Als de stadsomroeper vond dat er genoeg volk was ver- zameld, sloeg hij met zijn klepel op het koperen bekken en stak ver- volgens zijn verhaal af. Maar als hij aan de officiele aankondigin- gen was toegekomen, droop de helft van het volk af. Ook nu nog leest men in de krant liever de poli- tieberichten, vermissingen en overlijdensadvertenties dan wat er in de gemeenteraad is besloten." Het beroep van de stadsomroeper werd als zeer serieus bestempeld. Als bewijs kan de 'Instructie voor den Stadsomroeper te Schiedam" dienen, uitgevaardigd in 1903. In artikel twee staat vermeld: „Hij moet zijne bediening persoonlijk waarnemen. Bij ziekte of andere wettige verhindering mag hij, on der goedkeuring des Burgemees- ters, zijne werkzaamheden aan een anderopdragen." En in artikel vier draagt burgemeester Versteeg op: „Hij behoeft voor elke omroeping vooraf het verlof van den Burge meester." De stadsomroeper kon met zijn werk een aardig kapitaal- tje verwerven. Elk uitgesproken bericht leverde veertig cent op en dat kon aardig aantikken. Van Wijk zal zich zo authentiek mogelijk van zijn taak kwijten. Ge stoken in zeventiende eeuwse kle dij en voorzien van een origineel koperen bekken anno 1750 zal hij de genodigden eerst wat vertellen over het 'laatste' nieuws in 1795. Dan nodigt hij Wind uit om de vol- gende spreker aan te kondigen die de tentoonsteling 'De Gouden Eeuw van Schiedam' opent. Ver- volgens neemt Van Wijk de geno digden mee naar de Gekroonde Brandersketel voor de expositie 'Schiedam, voorheen Zwart Naza reth.' Van Wijk sluit niet uit dat hij later middenin het centrum op koopavond zijn rol zal herhalen, om alle Schiedammers te bewegen de tentoonstelling te bezoeken. Vantevoren zal hij, weliswaar niet in de badkamer, zijn tekst luid op oefenen, met aandacht voor de juiste dictie. Van Wijk is enthousiast over de vele instanties die tijdens de ten- toonstellingsperiode met het Ste delijk Museum samenwerken: „Hoe meer mensen je erbij betrekt, hoe groter het draagvlak is. En die vertellen het verhaal weer verder. Mond-tot-mond reclame werkt echt het beste: daar kan geen krant tegenop. Net zoals vroeger met de stadsomroeper." JALMAR TEUNISSEN ■i t if

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Maaspost / Maasstad / Maasstad Pers | 1997 | | pagina 29