II
*aSv>
Varens: ook mooi in wintertuin
Ruig en toch zacht
m
m
Koekenpan met
klapsteel
Inductiekoken heel
populair
m
Pm*
i
Hout, riet en
groen
Vogeltjes voeren
Het is een droom van velen: zo'n
zonnige serre, waarin de eerste
zonnestralen op een mooie win-
terdag al een lentegevoel binnen
brengen. Voor steeds meer men-
sen wordt die droom werkelijk
heid. Want zo'n serre is vaak een-
voudiger te realiseren dan de
meeste mensen denken.
vr/V"v V
Wie op zoek is naar groenblijven-
de planten voor de wintertuin, kan
ook eens denken aan varens. Het
blijkt dat heel wat (nieuwe) varen-
soorten hun fraaie blad de hele
winter houden. Of het nu stevig
vriest of niet: deze varens kunnen
er tegen en blijven mooi. In com-
binatie met vroegbloeiende bollle-
tjes ontstaat 's winters een heel
decoratief hoekje. Sneeuwklok-
jes, krokusjes en anemoontjes
doen het prachtig tegen de groene
achtergrond van de varen.
<s
It
dSr**
Maasstae
Serre-droom wordt werkelijkheid
Wie de bouw van een serre overlaat aan
een deskundige, heeft er geen omkijken
naar. Het is dan een kwestie van kiezen
en voor je het weet is de serre al klaar.
En de financiering: die is vaak eenvou-
dig rond te maken via een verhoging van
de hypotheek. Nu zoveel huizen in Ne-
derland meer waard zijn geworden, kun-
nen hypotheeksommen ook wat hoger.
Het is een goede manier om nu al te ge-
nieten van het kapitaal dat in de woning
'verstopt' zit. Bovendien heeft de aan-
bouw van een serre weer tot gevolg dat
de woning meer waard wordt. Daarmee
verdient hij zichzelf weer terug.
In Nederland zijn heel wat serrebouwers
actief, die uiterst deskundig zijn. Ze ver-
zorgen niet alleen de productie en plaat-
sing van de serre, maar ze weten ook wat
er nog meer geregeld moet worden.
Voor de bouw van een serre moet meest-
al een bouwvergunning worden aange-
vraagd, hoewel dit per gemeente ver-
schillend is. Vaak heeft het er mee te
maken of de serre vanaf de openbare
weg zichtbaar is. De serrebouwer weet
meestal uit ervaring hoe het zit en ver-
zorgt standaard de aanvraag van de
bouwvergunning. Dat werkt in de prak-
tijk goed, omdat zo'n 'professionele'
aanvraag vaak meer kans van slagen
heeft. De opdrachtgever betaalt dan al
leen de legeskosten.
Een ander punt om bij stil te staan is de
fundering. Daar moet vaak een aanne-
mer bij komen. In sommige streken
moet ook geheid worden. Als de serre
naadloos moet aansluiten op een woon-
kamer, is het van belang te weten dat ge-
velonderdelen niet zomaar verwijderd
mogen worden. Het kunnen dragende
delen zijn en als die worden weggebro-
ken, moet er bovenin de opening een
vervangende draagconstructie worden
aangebracht. Vervolgens vergt de aan-
sluiting van de serre op het huis de aan-
dacht: die moet water- en luchtdicht zijn.
Serrebouwers kennen al deze proble-
men, regelen indien nodig de zaken met
een aannemer en begeleiden deze bij het
werk. Ook maken ze vaak een speciaal
ontwerp in overleg met de opdrachtge
ver, zodat het uiterlijk van de serre hele-
maal aansluit bij de bouwstijl van de be-
staande woning. Bij een traditionele
Een fraaie serre: de droom van velen. (Foto: serbo Nijverdai).
boerderij past nu eenmaal een andere
stijl dan bij een' nieuwbouw-rijtjeswo-
ning.
Omdat er zoveel bij komt kijken, is het
handig om met een gespecialiseerd be-
drijf in zee te gaan, voordat er zaken
misgaan. Tenslotte is een serre een hele
investering. Kleine foutjes, waardoor
lekkage of verzakking kan ontstaan,
kunnen de pret grondig bederven. Een
serre moet goed gebouwd zijn, pas dan
kan er plezier aan beleefd worden.
Wie zekerheid wil hebben over de kwa-
Een echt ijzersterke, wintergroene varen
is de polypodium vulgare oftewel de
eikvaren. Deze komt in Nederland vrij
veel voor, groeit bijvoorbeeld ook op
boomstronken, in de duinen, in droge
houtwallen en op muurtjes. Het vrij kor-
te (tot 30 cm.) blad blijft ook bij de
strengste vorst nog groen. De nieuwe
bladeren komen pas aan het begin van
de zomer. De eikvaren stelt weinig eisen
aan de plaats waar hij staat: hij doet het
zowel in de schaduw als in de zon, zelfs
op een droog plekje.
Er zijn meer wintergroene varens. Een
grote is de naaldvaren (polystichum acu-
leatum) met glanzend donkergroen blad
en behaarde bladstelen. Ook dit is een
makkelijke plant, maar hij vraagt wel
een plek in de schaduw en bij voorkeur
humusrijke grond. Droge zandgrond kan
beter worden vermengd met een flinke
hoeveelheid goede compost. De naald
varen wordt ook als kamerplant ge-
bruikt, maar hij is dan eigenlijk alleen
geschikt voor onverwarmde, vorstvrije
ruimten met veel licht. Bijvoorbeeld een
serre.
De wilde vorm van de polystichum seti-
ferum, de zachte naaldvaren, is heel
mooi. Vooral het moment van van uitlo-
pen, wanneer de jonge bladeren als witte
bolletjes uitrollen, is spectaculair. Deze
plant is zo mooi dat hij een prominent
plekje verdient, bijvoorbeeld in een pot
op het terras.
Nog een groenblijvende varen is de
blechnum spicant, een inheemse soort
met de Nederlandse naam dubbelloof.
Het blad van deze varen ligt vrijwel ho-
rizontaal. Hij doet het zowel op donkere
als zonnige plaatsen, mits de bodem vol-
doende vochtig is. Dubbelloof is daarom
heel geschikt voor een schaduwrijke
stadstuin of langs de rand van een vijver
in de zon. Varens maken iets heel speci-
aals van dit soort plekjes, zeker als ze de
hele winter mooi blijven. Varens zijn
trouwens vaste planten, die elk jaar gro-
ter worden.
Dit is de varen polystichum
aculeatum: de fraaie bladeren die
hij's zomers krijgt blijven de hele
winter mooi. (Foto: W. van Driel, Eelde).
V
liteit van de serrebouwer kan een refe-
rentielijst vragen van klanten waar eer-
der serres zijn gebouwd. Het is dan mo-
gelijk daar eens een kijkje te gaan ne-
men.
Bij de inrichting van de serre denkt
iedereen direct aan hout, riet en
groen. Geen wonder want daarmee
haal je de sfeer van de tuin, de sfeer
van buiten, een beetje naar binnen.
Daardoor heb je al vroeg in het
voorjaar het idee dat je al buiten zit,
en dat gaat dan door tot diep in de
herfst. Zelfs in de winter geeft de
serre nog het gevoel van het buiten-
leven, zeker als er buiten sneeuw
ligt.
Natuurlijk hout, romantisch riet en
weelderig groen maken de sfeer in
de serre. Glazen windlichten met
kaarsen, grote lantarens of Italiaan-
se glazen bollampen passen er hele-
maal bij.
Bij het kiezen van de planten is het
wel een beetje oppassen geblazen.
Want planten houden wel van licht,
maar toch voelt niet elke plant zich
lekker onder glas, sommige kunnen
niet tegen de warmte en de voile
zon.
Planten die wel graag in de glazen
serre staan zijn onder meer begonia,
pantoffelplantje, clivia, dieffenba-
chia, bougainville, cactus, gerbera,
primula, fuchsia, klimop, hyacint,
narcis en varens.
Nu de winter al wat langer duurt. krijgen
de vogels meer behoefte aan wat voed-
selhulp. Ze krijgen het steeds moeilijker
om zaden te vinden en dat terwijl ze ex
tra vet nodig hebben om de kou door te
komen.
In eigen tuin kan iedereen de vogels een
handje helpen. Bovendien zal de winter
tuin gezelliger worden door de drukte en
het gekwetter van vogels. Extra voer als
vetbollen, pinda's, brood en appels kan
het beste worden aangeboden in een vo-
gelhuisje. Het voer moet namelijk een
aardig eindje boven de grond liggen om
het katten niet al te makkelijk te maken.
Vetbollen zijn natuurlijk te koop, maar
kunnen ook zelf gemaakt worden. Giet
wat gesmolten rund-, kip- of varkensvet
in een halve kokosnoot of een pudding-
vormpje, samen met zonnebloempitten
en hennepzaad. Vergeet niet een stukje
ijzerdraad of touw erin te leggen. Als het
vet gestold is kunnen de vet-puddinkjes
of bolletjes worden opgehangen. Het
vogelzaad is te koop bij tuincentra.
Drinkwater hebben vogels ook nodig,
zeker als in de winter de plassen en slo-
ten zijn bevroren. Daarom is het geen
gek idee om een waterschaal in de tuin te
zetten. Het water moet niet diep zijn en
het kan het beste elke dag ververst wor
den om bevriezing te voorkomen.
Het nieuwste structuurtapijt, dat heel zacht aanvoelt omdat
het pure wol is. (Foto: Wools of New Zealand).
Het nieuwste tapijt van Tretford
oogt ruig, maar voelt tegelijkertijd
heel zacht aan. Dat komt door de
opvallende hoog-laag-structuur
van deze wollen vloerbedekking,
die onder de naam Karaat is toege-
voegd aan de Tretford Oase Col-
lectie.
Het honingraat-achtige ribbeltje
doet denken aan rul zand of aan de
populaire sisal-look. Toch is het
basismateriaal het zachtste dat er
is, namelijk 100 procent Nieuw-
Zeelandse wol.
Tretford heeft de opvallende struc-
tuur kunnen realiseren dankzij een
nieuwe tufttechniek, die meer
diepte in het tapijt brengt. Oase-
Karaat heeft bovendien een dichte
lusstructuur, waardoor het geschikt
is voor zwaar gebruik. Zelfs op de
trap is deze hoog-laag boucle niet
stuk te krijgen en meubelen met
zwenkwielen laten geen sporen na.
Oase-Karaat is vanaf maart 1998
bij de tapijtspeciaalzaken verkrijg-
baar. Er zijn zeven natuurlijke
kleuren: naturel, caramel, beige,
geel, mai's, brique en groen. Het is
verkrijgbaar in twee breedten: vier
en vijf meter.
Buitengewoon praktisch zijn ze,
die nieuwe Click-koekenpannen
van Fissler. Ze hebben een weg-
klapbare steel, waardoor de pan-
nen heel gemakkelijk zijn op te
bergen.
Door een druk op de grote gekleur-
de knop, die prominent bovenop
de handgreep zit, klikt de steel los
en kan hij worden weggebogen in
de ronding van de pan. Daardoor
neemt de koekenpan veel minder
plaats in in de keukenkastjes.
Daarmee heeft Fissler weer een
keukenprobleem(pje) opgelost.
De Click-koekenpannen zijn er in
twee uitvoeringen: in roestvrij
edelstaal of voorzien van een anti-
kleeflaag. De pan van staal is spe
ciaal geschikt voor alle gerechten
die hard aangebraden moeten wor
den, zoals bijvoorbeeld steaks. De
koekenpan met de anti-aanbaklaag
is ideaal voor alle eiwitrijke ge
rechten, zoals omelet, groenten en
vis. Twee verschillende pannen
dus, onder het motto 'Een steak is
geen omelet'.
De Fissler-koekenpannen. die be-
kend staan om hun hoge kwaliteit,
zijn verkrijgbaar in drie maten. De
kleinste (24 centimeter) kost met
anti-kleeflaag 119 gulden, de
grootste (28 cm.) in anti-kleef uit-
voering kost 139 gulden. De roest
vrij stalen Click-koekenpannen
zijn iets duurder.
Twee nieuwe koekenpannen van Fissler met een wegklapbare
steel: makkelijk op te ruimen.
Inductiekookplaten zijn in korte
tijd heel populair geworden. Lo-
gisch eigenlijk want het koken met
inductie heeft veel voordelen. Het
werkt sneller, het energieverbruik
is laag, de kookplaat zelf blijft koel
en de warmtebron reageert onmid-
dellijk op de bediening. Zo combi-
neert de inductiekookplaat de
voordelen van koken op gas en
elektra.
Er is inmiddels heel wat keus uit
verschillende inductiekookplaten.
Alleen al het merk Atag heeft er
acht in het assortment, waarvan er
een al in 1996 de Erkenning Goed
Industrieel Ontwerp verwierf. De
jongste toevoeging aan de serie, de
achtste kookplaat, heeft als noviteit
dat hij wordt bediend via het
'dashboard' van de oven. De be-
dieningstoetsen zitten er dus niet
naast op het aanrecht.
Sommige inductiekookplaten zijn
voorzien van een timer. Deze scha-
kelt de kookplaat na de gewenste,
ingestelde tijd automatisch uit.
Daardoor kan men het huis verla-
ten terwijl op de kookplaat de ge
rechten nog staan te garen.
Een kenmerk van inductietechniek
is dat de kookplaat uitsluitend een
beetje warm wordt op de plaats
waar de pan staat. Dat is eigenlijk
alleen de warmte die de pan zelf
afgeeft. De kookplaat zelf wordt
niet heet en als de pan van de
kookzone af wordt gehaald gaat de
zone automatisch uit. Dat de plaat
niet heet wordt, heeft als voordeel
dat gemorste of overgekookte
vloeistoffen niet inbranden. De
plaat is altijd makkelijk schoon te
maken en hij blijft daardoor moei-
teloos mooi.
De inductiekookplaat met zijn vele voordelen heeft in korte tijd
een plaatsje in de Nederlandse keuken veroverd. (Foto: Atag).