D
W^rW$£ -^'
1|^fe
-m
liisP--
!SSh*
®2§ET -
n Jm
'Waarik vandaan kom, nemen mannen hun eigen beslissingen
■^•juo.
- .AN-
Algemene informatie
term
|p^ if
i
I 0
J
Mfe
Av
MflP
If
J3L
.!-<
4. i((£>
IU BSt
fl-# Jr| I
m -v. i
P P
1
Groot wild
Flamingo's
Tactische trues
Masai
-Ip
Niemandsland
f
-'•'•I
r-ter...
'--Is?
.A
A ifc.
- rfr.,V
i-frV' si
'I
I
WZa
Met een Masai op kop
NAIROBI - Opstaan bij het krieken van de dag, een douche in de
badkamertent en dan naar buiten. Om daar de zon over de bergen te
zien opkomen, met in het voile tegenlicht een enorme kudde olifan-
ten. Dat is in een notedop het ochtendgloren in het tentenkamp Out
of Africa aan de rand van het fameuze Keniaanse Nationale Park
Masai Mara. Het is een adembenemend tafereel, dat doet verlangen
naar meer. En meer krijgt de bezoeker van het Oost-Afrikaanse land
op de evenaar, veel meer. Kenia is een imponerend grote dierentuin
met een telkens wisselend en anders bevolkt landschap dat Blijdorp
en Beekse Bergen doet verbleken.
r -
'Yambo (hallo, MH) and welcome
to Kenia', klinkt het hartverwar-
mend na een lange vlucht uit Am
sterdam op de internationale lucht-
haven van Nairobi, waar het twee
uur later is dan in Nederland. De
temperatuur op die zwoele avond is
nog steeds tropisch, al verraadt de
luchtvochtigheid wel de komst van
het regenseizoen in het Oost-Afri
kaanse land dat bekend staat om
zijn enorme wildstand. En dat is
precies de bedoeling van de reis;
een bezoek aan drie van Kenia's
mooiste wildparken en een kennis-
making met de vriendelijke zij het
soms wat vreemddenkende inheem-
se bevolking.
Voor het zover is moet eerst de
nacht worden doorgebracht in Nai
robi, dat er in de ochtend heel an
ders uitziet dan tijdens de donkere
avonduren. Tijdens de nachtelijke
rit naar het hotel lijkt de hoofdstad
nog een moderne metropool met
vooral veel westerse bedrijven, in
de ochtend blijkt die indruk niet te
kloppen. Het verstopte straatbeeld
wordt dan vooral bepaald door ro-
kende en stinkende tweedehandsau-
to's die sinds de versoepeling van
de invoerwetten in groten getale
zijn gei'mporteerd. Dan ook "blijkt
dat Nairobi een typische metropool
in de derde wereld is, met een hy-
permodern zakencentrum in het
stadshart en daaromheen steeds ar-
mer wordende wijken, met als diep-
tepunt de van golfplaten opgetrok-
ken krotten waar het grootste ge-
deelte van de bevolking 'woont'.
Indrukwekkend is het wel, een ple-
zierig gezicht allerminst. Na de
ruim een uur durende safari door
deze stadsjungle is het daarom maar
wat prettig dat dit chaotisch gewoel
wordt ingeruild voor de kleurrijke
pracht van het Keniaanse platteland.
Langs deze voor Afrikaanse begrip-
pen zeer goede 'snelweg' doemen
regelmatig kleine en middelgrote
nederzettingen op die gekenmerkt
worden door een enorme bedrijvig-
heid en handelsgeest. Wie uitstapt
om bij 66n van de vele fruitkraam-
pjes bijvoorbeeld een banaan te ko-
pen wordt steevast 'overvallen'
door een wandelende sieradenwin-
kel met vooral veel kralenpracht in
het assortiment. Weinigen blijken
dan de dwingende ondememers-
geest te kunnen weerstaan; vrijwel
iedereen keert terug in de wagen be-
hangen met armbanden, oorbellen
en kettinkjes. AI haast een ieder
zich trots te melden een koopje op
de kop getikt te hebben, want na ste-
vig afdingen werd de prijs maar
liefst gehalveerd...
Terug in de auto kan het niemand
ontgaan dat het landschap verandert
en dat mensen langzaam plaats ma-
ken voor dieren. Het begint met een
verdwaalde zebra, al snel gevolgd
door moeder en dochter giraffe. En
dat terwijl het eerste wildpark op de
route, Amboseli, nog minimaal
honderd kilometer verder Iigt. Het
leidt tot de constatering dat niet al
het grote wild uitsluitend in de na
tionale parken is te vinden; navraag
leert dat ongeveer vijftig procent
buiten de open grenzen van de wild
parken leeft en dus overal tegen het
soms gevaarlijke lijf gelopen kan
worden. Voorzichtigheid is dus ge-
boden, Dat geldt nog meer als de
vrachtwagen aan het einde van de
rode stoffige weg eindelijk onder de
poort van wildpark Amboseli door-
rijdt. Eenmaal binnen in het park
lijkt er in eerste instantie geen ver-
schil te zijn met het gebied buiten de
slagboom; een giraffe hier, een ze
bra daar, en verder vooral wat
gnoes. Toch blijkt het een illusie,
simpelweg omdat de wildpopulatie
in de parken enorm geconcentreerd
is. Eenmaal diep in Amboseli, dat
geheel terecht de bijnaam Dust
Bowl draagt, komen enorme kuddes
gnoes, zebra's en vervaarlijk uit-
ziende waterbuffels vrijwel bij de
auto staan. Hoe indrukwekkend de
ze dieren ook zijn, het zijn nog niet
de beloofde olifanten die ook ruim
vertegenwoordigd schijnen te zijn
in Amboseli. Vooralsnog laten zij
zich echter niet 'spotten'. Totdat in-
eens een grote, grijze rotspartij in
een oase in de verte blijkt te bewe-
gen. Met de telelens zijn dan onge
veer tien olifanten te zien die zich
tegoed doet aan de wilde dadels van
de palmbomen. Ze zijn te ver weg
om mooi te fotograferen, maar ie
dereen is toch behoorlijk blij dat de
machtige dieren eindelijk onder
ogen zijn gekomen. De euforie kent
daarna bijna geen grenzen meer als
plotseling een nog grotere kudde te-
voorschijn komt om op het dooie
gemak even de weg over te steken,
recht voor de auto. De beesten zijn
bijna aan te raken en lijken zelfs ge-
willig te poseren voor de fotografen
die rolletje op rolletje vol schieten.
Totaal opgewonden wordt besloten
dat het voor die dag mooi is geweest
en dat koers gezet wordt naar het op
de grens van Kenia en Tanzania ge-
legen tentenkamp dat een prachtig
uitzicht biedt op Afrika's hoogste
berg de Kilimanjaro (5895meter).
Het is vroeg dag die volgende och
tend als er weer een game drive op
het programa staat. Tegen de tijd dat
de zon opkomt en de lucht bijna
paars kleurt, zijn de dieren namelijk
al druk doende hun dagelijkse maal-
tijd te vergaren. Ze laten zich vooral
op die momenten het beste bekijken
en dus dienen toeschouwers vroeg
uit de veren te gaan. Dat is trouwens
ook nodig om binnen een dag de
enorme afstanden tussen de ver-
schillende Keniaanse bezienswaar-
digheden te kunnen afleggen. Het
volgende reisdoel is namelijk Lake
Naguru, een waterrijk nationaal
park dat vooral bekend staat om zijn
grote hoeveelheid flamingo's; Ke
nia herbergt ongeveer een kwart
van de wereldpopulatie van vier
miljoen, en het grootste gedeelte
daarvan staat rustig pootje te baden
in het Naguru-meer. Dichtbij de oe-
vers lijkt er wel een roze deken over
het het meer te liggen, met her en
der wat witte stippen, afkomstig van
de duizenden pelikanen die hier ook
bivakkeren. Ademloos worden ze
aanschouwd, zeker als het hele ge-
zelschap schrikt en en masse besluit
het luchtruim te kieszen.
Natuurlijk Kenia voldoet volledig
aan de verwachtingen, vooral ook
omdat het land voldoet aan het
beeld dat de meeste bezoekers zich
vooraf hebben gevormd op basis
van de vele documentaires die hier
op televisie worden uitgezonden.
De meeste van die films worden
'geschoten' in het aan de Tanziaan-
se Serengeti grenzende Masai Mara,
het beroemdste en rijkste park van
Kenia en niet toevallig het laatste
reisdoel. Hier moeten de leeuwen
zich eindelijk maar eens laten zien;
en dat doen ze dan ook prompt tij
dens de vroege rit door het park.
Eerst tonen drie reuzachtige leeu-
winnen hun jongen, waarna twee
grote mannetjes met allerlei tacti
sche trues langzaam de achtervol-
ging op een kudde zebra's inzetten.
Terug in het kamp komt de Engelse
reisleider met een verrassing: „Wie
het wil kan nu een wandelsafari
door hetzelfde gebied maken." En
hij meent het: een wandelsafari in
een gebied waar zoeven nog leeu
wen liepen en dat de niet geheel ge-
ruststellende bijnaam cheetah coun
try, ofwel jachtluipaardenland,
draagt. Maar het kan met een Masai
krijger aan kop van de groep, zo
blijkt als iederen de stoute schoenen
heeft aangetrokken en zich een weg
baant door het hoge gras. Wilde
roofdieren laten zich tijdens de
voettocht niet zien en iedereen be-
reikt zodoende ongeschonden de ri-
vier, waar pakweg honderd nijlpaar-
den net een vergadering lijken te
hebben belegd. Hele gesprekken
worden er gevoerd en er moeten af
en toe goede grappen tussen zitten,
want de hippo's liggen werkelijk te
bulderen in het water. Bij de afge-
sproken plaats wordt de groep per
jeep opgehaald om terug te gaan
naar het kamp. Net op het moment
dat iedereen denkt dat alle dieren
even waren weggejaagd om te zor-
gen voor een rustige wandeltocht
staan de toeristen ineens oog in oog
met drie prachtige jachtluipaarden.
Het is even slikken, maar het maakt
de ervaring er wel onvergetelijker
op.
Toch blijft het een raadsel, waarom
wilde dieren, en dan met name leeu
wen, geen leden van de Masai stam
aanvallen. Het moet iets in de genen
zijn, of te maken hebben met de
evolutie, geeft de Engelse gids een
uitleg die vrij vertaald op het vol
gende neerkomt. De kinderen wor
den opgevoed tussen de beesten en
ervaren dat als de normaalste zaak
van de wereld. Daardoor hebben zij
geen angst en begeven zich bij wij-
ze van sprekend fluitend in de wilde
natuur. De leeuwen aan de andere
kant zullen zich in een ver verleden
ongetwijfeld weleens tegoed heb
ben gedaan aan een mals stuk Ma-
sai-vlees, maar zijn zich in de loop
der eeuwen steeds meer gaan verba-
zen over de durf van dat vreemde
volk in rode lappen dat zich telkens
in hun nabijheid durft te vertonen.
Het moet uiteindelijk bij de koning
der dieren tot de conclusie hebben
geleid dat de Masai weleens gevaar-
lijk konden zijn en dat ze hen beter
uit de weg kunnen gaan. Helemaal
wetenschappelijk is de verklaring
niet, maar de praktijk wijst uit dat
het best weleens zo zou kunnen zijn.
Maar er kleven meer raadsels aan de
Masai-stam. Hoe is het bijvoorbeeld
mogelijk dat een stam die toch rede-
lijk vaak contact heeft met de bui-
tenwereld, nog steeds zo eenvoudig
en in afzondering kan leven, en dat
ook jongeren tot op de dag van van-
daag voor een dergelijke levensstijl
kiezen. Zeker gezien de vrij brute
overgangsrituelen die de stam er,
net als overigens meerdere Afri
kaanse stammen, op na houdt. Zo
zijn bijvoorbeeld hele extreme be-
snijdenissen nog immer gemeen-
goed en volkomen geaccepteerd.
Bij vrouwen die sexueel actief wor
den, worden zonder pardon zowel
clitoris als schaamlippen weggesne-
den, hetgeen vaak het begin is van
een lange lijdensweg. Ook jongens
moeten er aan geloven, alleen gel-
den daar weer wat andere regels, zo
legde het stamhoofd uit. De be-
snijdenis, waar de hele gemeen-
schap bij aanwezig is, duurt volgens
een vaste en uitgebreide procedure
ongeveer een minuut of vier. In die
tijd mag de jonge volwassene
(slachtoffer is wellicht een beter
woord, MH) niet met de ogen knip-
peren, de pijn wegzuchten of li-
chaamsdelen bewegen. Gebeurt dat
wel, dan wordt de besnijdenis afge-
broken en wordt hij verstoten uit het
dorp", vertelt hij, alsof zoiets dood-
gewoon is. De jongens die deze
kwelling doorstaan worden mannen
en gaan de eerstkomende jaren door
het leven als de zeer ijdele krijgers
van de stam; zij lopen continu rond
met een spiegeltje om zichzelf en
hun mooi beschilderde gezichten te
bekijken en plukken ook constant
aan hun collega's om ze nog mooier
te maken. Zij zijn enorm trots op
hun uiterlijk en laten zich graag op
hun nieuwe status voorstaan. Zo
werd de Engelse gids geplaagd met
de vraag wanneer hij nu eindelijk
eens een man wordt en zich dus laat
besnijden. Heel ad rem had hij het
antwoord meteen klaar: „Ik ben al
een man, want waar ik vandaan
kom, nemen mannen hun eigen be
slissingen en laten zich niet uitslui
tend leiden door voorgeschreven
tradities." Discussie gesloten, de
reis over de onverharde wegen kan
voortgezet worden.
Hoe verder van de hoofdstad Nairo
bi, des te slechter zijn de wegen, zo
kan iedereen zonder meer constate-
ren. De gaten in het wegdek worden
groter, de zit in de auto ongerieflij-
ker. De rit wordt nog veel erger, als
de dreigende regen werkelijkheid
wordt. Dan wordt toeren door Kenia
net zo'n beproeving als deelnemen
aan de wereldberoemde rallye om
de Camel Trophy. Het is dan niet
verstandig om slechts met een wa
gen op pad te gaan. Vooral de diep-
zwarte aarde (black cotton soil,
MH) verandert dan in een klei waar
een beeldhouwer een moord voor
zou doen. Auto's zijn dan nauwe-
lijks in een rechte lijn te houden en
glijden, sleeen bijna, over het aard-
oppervlak. Sturen is vrijwel niet
meer mogelijk, maar wel hoogst
noodzakelijk; het wegdek kent put-
ten die hun diepte door de water-
stand niet verraden. Op hoop van
zegen gaat het lang goed, maar er
komt een moment dat zelfs de meest
vermaarde coureur een te diep gat
inrijdt en met de bodemplaat van de
auto volledig vast komt te zitten op
de grand. Dan is hulp geboden en
wel door een vierwielaangedreven
jeep met lier; met eenvoudige men-
sen- of paardenkrachten is de auto
dan niet meer te verplaatsen vanwe-
ge de gladheid. Dergelijke hinder-
nissen zijn echter slechts luxepro-
blemen voor toeristen, die verwach-
ten hoog en droog te worden rond-
gereden door het arme land dat zo
rijk is aan natuurschoon. Kenianen
hebben er nauwelijks mee te kam-
pen. Zij doen in de binnenlanden
vrijwel alles te voet. In de buurt van
de bewoonde wereld is dat niet zo
verwonderlijk, maar wie opeens een
vrouw met een enorme vracht ziet
lopen in een stuk niemandsland
waar al een uur geen levend wezen
meer is gesignaleerd. vraagt zich
onbewust toch af waar ze vandaan
komt en waar ze naartoe gaat. On-
duidelijk is of zij zelf het antwoord
weet op deze essentiele levens-
vraag, net zomin als duidelijk ant
woord kan worden gegeven op die
vraag met betrekking tot Kenia zelf.
Voor meer specifieke informatie, vertrekdata en prijzen kan contact
opgenomen worden met reisorganisator My Way, dat de hierboven
beschreven reis aanbiedt in samenwerking met de Engelse touropera-
tor Guerba, dat met avontuurlijke reizen actief is door geheel Afrika:
My Way, postbus 157, 2280 AD in Rijswijk, tel. 070 - 307 II 55.
Voor meer algemene informatie over Kenia in het algemeen en het
verkrijgen van bijvoorbeeld een visum, kan contact opgenomen wor
den met de Keniaanse ambassade aan de Nieuwe Parklaan 21 in Den
Haag, tel. 070 - 350 42 15. Ook is het raadzaam om ruim voor ver-
trek, contact op te nemen met de huisarts of de plaatselijke GGD in
verband met inentingen en voorzorgsmaafregelen tegen malaria.
I yV Sill'' A» l
1 V .'S<
t H*
v
'../-A:.-.