Roeiers Vereeniging Eendracht al ruim honderdjaar onderdeel van de Rotterdamse haven
Voorzitter Arie Mol van de Koninklijke Roeiers Vereeniging Eendracht
den aangemeld, De eerste is het
Dirk Zwager-netwerk dat ieder
schip rapporteert dat in de Rotter
damse haven binnenkomt. De
tweede is het Informatie Verwer-
kend Systeem (IVS) van het Ge-
meentelijk Havenbedrijf. Op beide
systemen heeft de K.R.VE. een
abonnement, „Als er een schip
binnenkomt of vertrekt wordt dat
gemeld. Er staat dan bij of ze ge-
bruik willen maken van onze dien-
sten. Ook staat de locatie vermeld
en hoe groot het schip is. Er staan
radars op verschillende locaties
langs de rivier waar het IVS de
juiste informatie van krijgt, zodat
wij precies kunnen volgen waar
het schip zich bevindt en wanneer
wij in actie moeten komen."
Het werk van de roeiers is volgens
Mol iD feite gevaarlijk werk. Toch
gebeuren er weinig ongelukken.
Dit is volgens hem de verdienste
van de roeiers zelf. „Ik doe dit nu
al 34 jaar. Toen ik bij het bedrijf
kwam, was er net een man ver-
dronken. Daarna zijn er in zes jaar
nog vijf mensen verdronken. Dat
was het sein om meer te investeren
in veiligheidsmiddelen. Een voor-
beeld daarvan zijn de trossenklem-
men achterop de boten. Daarin
klem je een tros vast. Als er gevaar
dreigt geef je een ruk aan de ont-
grendelingshendel en dan rolt alles
overboord. Ook zijn de boten met
drijfvermogen voorzien, zodat zij
niet onmiddellijk kunnen zinken.
Verder is alle noodzakelijke com-
municatieapparatuur aanwezig om
tijdens het werk contact te kunnen
TEKST: VINCENT WERNKE
FOTO'S: HAJO PEEBENGA
ROTTERDAM - De Koninklijke Roeiers Vereeniging Een
dracht (K.R.V.E.) neemt in de haven van Rotterdam een bij-
zondere plek in. Al ruim honderd jaar maken de roeiers alle
grote zeeschepen vast en los die de havens aandoen. Bijzonder
aan de roeiers is vooral de bedrijfsvorm die zij hebben. De
K.R. V.E. is namelijk een vereniging, wat inhoudt dat alle le-
den in principe gelijk zijn aan elkaar. Volgens voorzitter Arie
Mol past deze bedrijfsvorm ook het beste bij de aard van de
werkzaamheden en bij de mentaliteit van de roeiers.
houden met de loods en sleepbo-
ten. Al die maatregelen hebben er
toe geleid dat we nu al 28 jaar zon-
der een dodelijk bedrijfsongeval
werken. De veiligheidsvoorschrif-
ten zijn nu voorwaarde voor het af-
geven van een vergunning."
Rayons
In het uitgestrekte havengebied
hebben de roeiers vier posten. De
eerste is de Centrale Post. Daar-
naast zijn er posten voor de rayons
Stad, Botlek en Europoort. „Deze
rayons hebben allemaal hun eigen
mensen, naar het gemiddelde aan-
bod van boten. De haven hebben
we grofweg in drieen gedeeld. Elk
rayon heeft ongeveer eenderde van
het werk, de mensen en het materi-
eel. Vanuit de Centrale Post wordt
al het loodsenvervoer gecoordi-
neerd, en vindt de operationele ad-
ministratieve verwerking plaats.
Ook coordineren we van daaruit
problemen als er in een bepaald
rayon te weinig mensen zijn of ma-
terieel. Die kunnen dan uit een an-
der rayon worden gehaald. Er zijn
altijd mensen die in een 24 uurs-
standby-schema draaien. 95 Pro-
cent van onze mensen loopt van
zulke diensten."
De Koninklijke Roeiers Vereeni
ging Eendracht telt op dit moment
zo'n 350 leden. De laatste jaren
worden er minder mensen aange-
nomen. Dit heeft volgens de voor
zitter te maken met de terugloop
van het aantal scheepsbewegingen.
„Deze terugloop heeft verschillen
de oorzaken. Zo zijn de schepen
steeds groter ge worden. Boven-
dien zijn de planningen beter,
waardoor de bezettingsgraad van
de schepen beter is. In aantal ton-
nen is de Rotterdamse haven dus
gegroeid, maar wij moeten het
hebben van het aantal zeeschepen.
De afgelopen jaren hebben we
minder mensen aangenomen. We
hebben ons aangepast aan de
markt. Maar we willen wel door
continuering van de opleiding deze
gegarandeerd op een hoog niveau
houden. De afgelopen jaren heb
ben we ongeveer zes nieuwe men-
sen per jaar aangenomen."
Voordat iemand lid kan worden
van de K.R.V.E., moet hij eerst mi-
nimaal vier jaar in loondienst zijn.
Jongeren moeten bovendien de op
leiding tot bootman (roeier) volgen
en het schippersdiploma halen.
Daarvoor zijn vier vaarjaren nodig.
Als de opleiding met goed gevolg
is afgesloten, wordt de wericnemer
eerst een jaar aangesloten lid. Pas
daarna kan iemand volwaardig lid
worden. Het kan voorkomen dat ua
twee jaar blijkt dat iemand toch
niet geschikt is: „Je probeert na-
tuurlijk zo snel mogelijk een beeld
te krijgen. Want als iemand na
twee of drie jaar niet geschikt
blijkt, is dat vervelend. Zowel voor
die persoon als voor ons. We heb
ben dan immers al veel tijd en geld
in zo iemand geinvesteerd.'
Mentaliteit
Als de K.R.V.E. nieuw personeel
nodig heeft, wordt er ook op men
taliteit geselecteerd: „We beoorde-
len heel scherp of leerlingen een
goed verenigingslid kunnen wor-
dqn", vertelt Mol. „Ze moeten
verantwoordelijkheid hebben en
hun werk goed uitvoeren. De men-
sen moeten zelfstandig kunnen
werken, maar ook in teamverband.
Je moet op elkaar kunnen vertrou-
wen." Dat de roeiers een besloten
familiebedrijf vorraen is volgens
de voorzitter niet waar. „Mis-
schien zijn we nog wel minder een
familiebedrijf dan andere bedrij-
ven. We adverteren ook gewoon
ais we mensen zoeken. De laatste
keer hadden we vijfitig sollicitanten
en daai*kiezen we dan de beste uit.
Uiteraard kan het voorkomen dat
er een paar zoons bij zitten, maar
er zijn ook wel eens jaren dat die er
helemaal niet bij zitten. Ik denk dat
het percentage familieleden bij ons
tussen de tien en vijftien procent
ligt."
Arie Mol is door toeval bij de roei
ers terecht gekomen. „Ik kom uit
een varensfamilie. Toen ik vijftien
was besloot mijn moeder aan de
wal te gaan wonen. Mijn vader
werkte toen bij de sleepdienst van
Smit. Ik heb daar ook ruim twee
jaar gewerkt. Toen heb ik gesolli-
citeerd bij de roeiers. In die perio-
de kwamen er heel veel mensen
van de sleepdienst bij de roeiers te
recht." In 1982 kwam Mol voor
het eerst in een van de commissies
van de vereniging terecht. Drieen-
half jaar geledett werd hij gekozen
als voorzitter. Inmiddels raaakt hij
ook deel uit van het bestuur van de
European Boatmen Association.
Bij dit Europese orgaan is hij pen-
ningmeester. „Daar zoeken ze
meestal een Hollander voor, want
die zijn vaak zuinig."
Erkend
De European Boatmen Associa
tion is bezig om het beroep van
roeier pfficieel erkend te krijgen.
Dat betekent dat er opleidings- en
veiligheidseisen komen, waarbij
de veiligheidseisen van Rotterdam
tot norm zijn verheven. De oplei
ding van de K.R.V.E. is inmiddels
iandelijk erkend. Dit houdt in dat
de opleiding voor iedereen vrij toe-
gankelijk is. Jaarlijks komen er
daarom leerlingen van roeiersbe-
drijven uit Delfzijl, IJmuiden, Am
sterdam, Schiedam, Rotterdam,
Dordrecht, Vlissingen en Terneu-
zen.
De Koninklijke Roeiers Vereeni
ging Eendracht bestaat al 103 jaar.
In deze periode is de vereniging
uitgegroeid tot de organisatie zoals
die er nu staat. Met 350 medewer-
kers en het vele materieel, waaron-
der 53 schepen, neerat de K.R.VJB,
een bijzondere plaats in, in de Rot
terdamse haven. De bijzondere or-
ganisatievorm staat volgens Arie
Mol garant voor een maximale in-
zet van de leden, die dag en nacht
bij weer en wind inzetbaax zijn. De
voorzitter is dan ook met recht
trots op zijn bedrijf. „Als je terug-
kijkt dan hebben wij ervoor ge-
zorgd dat ons kleine radartje in de
haven perfect heeft gelopen. We
zijn edit onderdeel van het rneubi-
lair van de haven geworden."
mmrni m*
„Het werk van roeiers was vroeger
een heel vrij beroep", vertelt Arie
Mol, voorzitter van de Koninklijke
Roeiers Vereeniging Eendracht.
„Toen gebeurden er cowboyachti-
ge taferelen. Door de oprichting
van een vereniging wilde de ha-
venmeester proberen meer zeker-
heden te krijgen. Want bij mooi
weer waren er vaak genoeg men-
sen, maar bij slecht weer niet. Het
was dus eigenltjk noodzaak dat de
roeiers zich gingen verenigen.
Omdat het allemaal zelfstandige
ondernemers waren kozen zij voor
de verenigingsvorm, Inmiddels
zijn we daarin gepokt en gema-
zeld. De aard van de werkzaamhe
den en de mentaliteit van de men-
sen leent zich er ook voor."
De belangrijkste taak van de roei
ers is het vast- en losmaken van
schepen in de Rotterdamse havens
en het Moerdijk-gebied. Vooral
grote schepen maken volgens Mol
altijd gebruik van de diensten van
de roeiers. „Voor schepen groter
dan honderd meter is het moeilijk
om geen gebruik te maken van
ons. Kleinere schepen worden ook
wel door de bemanning zelf vast-
gemaakt, net als binnenvaartsche-
pen. Als bedrijf moet je wel erkend
zijn om een schip vast te mogen
leggen. Daarvoor heb je een ver
gunning nodig van het Havenbe
drijf"
Abonnement
Voor de roeiers zijn er twee bron-
nen van waaruit de schepen die
binnenkomen of vertrekken wor-
'Vereriigingsvorm past bij de aard
en de mentaliteit van de roeiers'