'Het grote voordeel is dat je niet meteen hoeft te kiezen' Baan met gigantische toekomst' 'Hier ben je niet het zoontje van, hier moet je je gewoon bewijzen' Je moet letterlijk weer op een ander kunnen rekenen' 'In de praktijk blijkt pas wat je op school allemaal hebt geleerd' Student ontwikkelde robotopstelling voor stagebedrijf Studente leert in Blijdorp haar vak kennen Ondernemen is te leren bij opleiding Small Business Culturele en Maatschappelijke Vorming zet hoog in Facilitaire Dienstvertening levert veelgevraagde managers af (Hogescnooi i-toueraam Umstreken) Wessel van den Hout heeft het ondernemen van huis uit meegekregen. Hij is nog student, maar ook al eigenaar van een horeca-etablissement. „Dat is hier in het eerste jaar wel leuk om te zien. Dan komen al die jongens binnen als de zonen van hun ondernemende vaders en eigenlijk denken ze allemaal al dat ze on- dernemer zijn. Maar na verloop van tijd blijkt dat dan toch niet helemaal te kloppen en zijn ze echt op zichzelf aangewezen. Je moet je kortom gewoon helemaal zelf be- wijzen bij de opleiding Small Business. Dat beviel mij wel. Niemand is hier meer het zoontje van...', vertelt student/ondernemer Wessel van den Hout, die op zijn eigen be- drijf mag afstuderen. Het ondernemen zat er bij Van den Hout al vroeg in. „Dat krijg je toch van huis uit mee. Mijn vader is ondernemer, heeft zelfs twee bedrijven. Hij wil- de altijd dat ik de bedrijven zou overnemen, dat ik hem zou opvolgen. En dat is nou precies wat ik nooit wilde. Ik wil op eigen benen staan en bewij- zen dat ik het ook zelf kan. Ik wil niet altijd gezien worden als 'het zoontje van...', want zo'n beeld blijf je altijd met je meedragen; dat mensen zeg- gen dat heeft hij allemaal aan zijn vader te dan- ken. Daar pas ik voor." ,,Daarom ben ik met deze opleiding begonnen, maar ook om toch een beetje zekerheid te heb- ben. Ik wil dolgraag ondernemer zijn, maar je weet natuurlijk nooit hoe het afloopt. Mocht het mis gaan dan heb ik altijd nog deze heao-oplei- ding om op terug te vallen. Al ga ik er natuurlijk niet vanuit, want het gaat hartstikke lekker met mijn bedrijf. Zo goed zelfs dat ik er momenteel aan denk om nog een tweede zaak te openen, een soort partycentrum." Hij vertelt enthousiast en maakt nauwelijks de indruk nog op school te zit- ten. Toch doet Van der Hout veel aan zijn studie en is ook goed te spreken over de opzet van de opleiding. „Die zit goed in elkaar. Je krijgt de eerste twee jaar vrijwel al leen theorie waar je later erg veel aan kunt hebben. Die fase wordt afge- rond met een stage, die je in principe bij een voor jou onbekend bedrijf moet lopen. Zo kwam ik te- recht bij een uitgeverij. Ik ben met die stageplaats achteraf enorm blij, want je oogkleppen vallen at. Je ziet namelijk ook eens hoe het er in een ander bedrijf en in een andere branche aan toegaat. Daar kun je alleen maar heel veel van leren en la ter jevoordeel mee doen." Wessel is tijdens zijn studie al aan zijn eigen on- derneming begonnen met de verwachting dat hij veel back-up zou krijgen van school. „ln de prak- tijk heb ik toch weinig coaching gehad. Er wordt toch verwacht dat je zelfstandig veel dingen kunt aanpakken. Dat is dan wel wennen, hoor. Het is overigens ook niet zo dat ik helemaal geen bege- leiding heb gehad of krijg. Zo heb ik voor mijn ei gen horecabedrijf eerst een ondernemersplan geschreven en een exploitatiebegroting gemaakt die nu worden afgezet tegen mijn eerste balans die ik net binnen heb. En een docent controleert dan ook of alles klopt en of ik dingen moet aan- passen. Dus in dat opzicht is er natuurlijk wel be- geleiding en dat is logisch want het gaat tenslotte wel om je afstudeerproject", besluit hij zijn ver- haal om vervolgens in de auto te stappen om te rug te keren naar zijn pool- en snookercentrum, waar inmiddels achttien mensen werken. Caroline van derHoeven voeltzich ti thuis in Diergaarde Blijdorp. „Het is gewoon heel leuk om hier stage te lopen. Ik was even bang dat ik misschien een soort koffiejuffrouw zou worden, maar dat bleek geheel ten onrechte. Ik word hier beschouwd als een volwaardig medewer- ker, zeker door mijn collega's." Aan het woord is Caroline van der Hoeven, derde- jaars studente Personeel en Arbeid aan de Hogeschool Rotterdam. Zij vertelt over de opleiding P&A en vooral over haar boeien- de stage in Diergaarde Blijdorp. Zoals zoveel middelbare scholieren wist Caro line niet precies wat ze moest gaan doen na haar havo-opleiding. Talen leken haar wel wat, even- als een studie rechten. Totdat ze bij toeval een folder van de Hogeschool Rotterdam in handen kreeg en leerde over de opleiding Personeel en 1ens haar stage Personeel en Arbeid Arbeid, waar ze zich zonder allerlei specifieke vakkenpakketten voor kon inschrijven. Boven- dien zag ze dat er in de opleiding ook 'iets met rechten' gedaan zou worden en dat leek haar wel wat. De talen verdwenen zodoende naar de ach- tergrond, maar spijt heeft ze er tot op heden niet van gehad. „Het grote voordeel van deze studie is dat je niet meteen hoeft te kiezen en dat je er zelf ook heel gericht invulling aan kan geven. De eerste twee jaar is het vooral theorie, maar het derde jaar is dan een tien maanden durende stage waarbij je vier dagen in de week werkt en ddn dag in de week naar school teruggaat. Het vierde jaar staat in het teken van de differentiatie; dan kun je dus kiezen welke kant je echt op wil, zonder de ande re mogelijkheden overigens helemaal uit te slui- ten." Kralingen opgebouwd. Ze hebben die Quooker zelf bedacht en doen nog steeds alles zelf. In de ze fabriek staan alleen maar machines die zelf gebouwd zijn. Natuurlijk kun je ze ook kopen, maar dat is een stuk duurder. Zo'n polijstmachi- ne kost normaal een half miljoen gulden en nu waren ze voor 8.000 gulden klaar. "Het grootste probleem was aanvankelijk dat niemand iets wist over het oude model robot. Uiteindelijk wist hij via via een oude monteur van ABB - de leveran- cier van de robot - op te sporen. „Die moest he lemaal uit Enschede komen, maar kon mij wel een heleboel waardevolle informatie geven." Daarvoor had hij op school al geexperimenteerd met een nieuw model robot. ,,Daarmee ben ik gaan oefenen. Dat is heel belangrijk geweest voor het opstarten van mijn idee." Stukje bij beetje verbeterde hij zijn ontwerp, tot de robotopstelling perfect was. „Het was echt een kick toen ik hem af had", zegt hij enthousiast. Dankzij de robot gebeurt het pol ijsten van kranen tegenwoordig automatisch. „Het leuke van deze opdrachtwas datalle facetten van mijn opleiding terug kwamen. Vaak zag ik dingen nog beter dan op school. Opeens ging ik begrijpen wat ik bij tentamens soms niet doorhad." Nu zijn studie is afgerond, heeft Van der Pol plannen om naar het buitenland te gaan. „lk wil graag naar Engeland, maar als dat niet lukt ga ik hier een baan zoeken. Ik heb vijfeneenhalf jaar over mijn studie gedaan, maar heb nu wel kans op een goede baan. Het afstuderen was heel be langrijk, daardoor werd het cirkeltje rond. Je ziet waarvoor je het gedaan hebt, want in de praktijk blijkt pas wat je op school allemaal hebt ge- leerd." Arjen Dik, Roderigh Groenland en Christian Groeneveld (v.l.n.r.) denken een gigantische toekomst te hebben. Ze hebben een eigen bedrijf, zitten nog op school en lopen ook nog eens een voltijdse stage. Waar ze de tijd vandaan halen is een raadsel, maar ze zien er in ieder geval fris en uitgeslapen uit als ze strak in het pak aanschuiven voor een gesprek over de baan van de toekomst, die van facility ma nager. Roderigh Groenland, Arjen Dik en Christian Groeneveld zijn razend enthou siast over de opleiding Facilitaire Dienst- verlening aan de Hogeschool Rotterdam. Zij zien nu al met veel genoegen uit naar het moment dat 'de bom op hun arbeidsmarkt barst', waardoor hun toekomst er onge- kend rooskleurig uit zal gaan zien. Een opleiding tot huismeester of concierge, zo mag het absoluut niet meer genoemd worden, de studie Facilitaire Dienstverlening aan de Hoge school Rotterdam. „De opleiding komt wel voort uit toegepaste huishoudkunde, maar tegenwoor dig komt er in dit vak veel meer bij kijken", vertelt student/zakenman Roderigh Groenland. ,,Waar het om gaat is een geheel pakket van taken dat je uit handen van een bedrijf neemt. Ondernemin- gen gaan zich namelijk momenteel vooral weer richten op hun kernactiviteiten en stoten de rand- bezigheden af, of richten daar speciale afdelin- gen voor op die gerund moeten worden door goed opgeleide professionals", vult collega Ar jen Dik hem aan. .Zonder de vroegere conciferges tekort te willen doen: hun capaciteiten voldeden op een gegeven moment niet meer vanwege de toegenomen acti- viteiten en dus komen er goed opgeleide mensen voor in de plaats."Christian Groeneveld, een der de facility manager in sp6: ..Tegenwoordig gaat het uiteraard nog steeds om gebouwenbeheer, maar al naar gelang de wensen van het bedrijf kan ook bijna de gehele dienstverlening uit han den genomen. Dan heb je het bijvoorbeeld over de papierstromen binnen een bedrijf of het ener- giebeheer. Vroeger werden die dingen er gewoon bijgedaan en werd er niet echt professioneel naar gekeken; het waren bijzaken. Maar een bedrijf is er om winst te maken en dat doe je onder meer door kostenbesparing. En met name op dat soort zaken blijkt enorm veel bespaard te kunnen wor den als je er goed naar kijkt. En daar zijn wij dan voor, want dat soort dingen leer je op de oplei ding facilitaire dienstverlening." Het trio is lo- vend over de opleiding, die als zoveel studies aan de Hogeschool erg projectmatig is en daar door juist erg veel ruimte biedt aan een eigen in vulling. „ln de eerste jaren krijg je natuurlijk een aantal algemene vakken, maar die kun je later op elk gebied toepassen. Het mooie is dat je allerlei projectopdrachten krijgt, waardoor je meteen met de praktijk aan de slag kunt. Zo moesten wij voor de opleiding een symposium organiseren, waardoor ik er in ieder geval achter kwam dat dit het werk is wat ik echt wil doen", vertelt Roderigh Groenland terwijl de andere twee instemmend knikken. „Zodoende zijn wij ook bij elkaar geko- men en hebben we uiteindelijk QL facility servi ces opgericht, waarmee we nu dus al een echt bedrijf hebben en aan het werk zijn. Dus ja, je hoeft ons eigenlijk niet te vragen waarom men- sen deze opleidingen moeten gaan doen. Het is ontzettend leuk en veelzijdig en bovendien een baan met gigantisch veel toekomst", klinkt het bijna in koor. Ineke van der Zande en Jacqueline de Jong praten zeergeengageerd over het project Meld Geweld, waaraan studenten van de opleidinq Maatschappe- hjke en Culturele Vormmg tijdens hun studie ook een bijdrage kunnen leveren. Haar gedrevenheid is aanstekelijk, haar doel helder. Ineke van der Zande, directeur van de opleiding Culturele en Maatschap pelijke Vorming aan de Hogeschool Rotter dam wil een mentaliteitsverandering in de samenleving, te beginnen in Rotterdam. En daarvoor zoekt zij gedreven studenten met hart en ziel voor de stad en de mensen die er wonen. Onderwerp van gesprek is de afstudeerrichting Samenlevingsopbouw en Educatie, waarover zij zeer geengageerd en gepassioneerd kan vertellen. Culturele en Maatschappelijke Vorming is een brede opleiding, al zal niet meteen voor iedereen duidelijk zijn wat het inhoudt. Kort gezegd komt het erop neer dat CMV zoals de studie kortweg heet, professionals opleidt die allerlei activitei- ten op het gebied van de toegenomen vrije tijd organiseren. Na de algemene en oriinterende propedeuse kunnen studenten een keuze maken. CMV kent drie afstudeerrichtingen: Recreatie en Toerisme, Kunst en Cultuur en Samenlevings opbouw en Educatie. Als het aan Van der Zande I igt moeten er heel wat studenten Samenlevingsopbouw en Educatie bijkomen. Nietalleen om dater in onder meer het buurt- en clubhuiswerk en het opbouwwerk een groot tekort is aan goed opgeleide mensen, maar meer nog omdat die mensen dan een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het leefbaarder ma ken van de samenleving. Want daar is het de di recteur om te doen. Zij probeert daarom in de op leiding allerlei projecten te integreren die daaraan bij moeten dragen. E6n daarvan is het samenwerkingsproject met de stichting Meld Geweld. „Dat is tot stand geko- men omdat ik in een landelijk platform tegen ge weld met Jacqueline de Jong van die stichting aan de praat raakte. Dat platform moet voorstel- len ontwikkelen om te komen tot een anti-ge- weldscode. Daar bleek Jacqueline hier in Rotter dam ook al mee bezig. En dat was natuurlijk voor de hogeschool interessant, want die hoort na- drukkelijk in de stad te staan, naar buiten te tre- den." „Wat wij willen is dat mensen zich weer druk gaan maken om misstanden. Het is nu nog veel te veel dat mensen als ze geweld zien de an dere kant opkijken of snel doorlopen onder het mom van 'het is niet mijn probleem'. Wij willen dat een beetje omdraaien: het is namelijk w6l jouw probleem, het is ieders probleem. Dat moet weer duidelijk worden", vertelt Jacqueline de Jong. Precies", vult Van der Zande aan. „Enwij beseffen best dat zo'n omslag naar een nieuwe morele code moeilijk te realiseren is. En we moeten daar niet alleen de 'jeugd' op aanspre- ken, want het zijn de volwassenen die al dan niet het goede voorbeeld geven. Vandaar dat we in dat kader zo de nadruk op deze afstudeerrichting leggen, want daar moet het vandaan komen. De afgestudeerden van deze opleiding moeten daar voor in de samenleving gaan zorgen. Daarom maken we ons zo druk over het feit dat er op ddn of andere manier nog zo weinig animo voor is. Ik begrijp dat wel: vanaf de jaren zeventig is het vak van opbouwwerker natuurlijk enorm verguisd. Daar kleeft dat imago van softe geitenwollen sokkendrager aan. En probeer dan een zeven- tienjarige havist er maar van te overtuigen dat het een boeiend, aantrekkelijk beroep is waarmee je heel veel goede dingen kunt bereiken. Vandaar dat we ons met de nieuwe duale leerroute ook richten op een andere, wat oudere doelgroep. Mensen die bijvoorbeeld in een internaat als groepsleider werken en niet echt meer door kun nen groeien. Met die duale opleiding en de ga- rantie op een arbeidscontract proberen we hen te verleiden de opleiding tot jongeren- of opbouw werker te gaan volgen. Ook dat is moeilijk, maar weblijven ons best doen." „Of we niet een beetje erg ambitieus zijn in onze poging die mentale omslag te bewerkstelligen? Zeker, maar dat moet ook, want als je bij de pak- ken neer gaat zitten verandert er nooit iets. Wij willen bereiken dat je in de toekomst letterlijk weer op een ander kunt rekenen", besluit Van der Zande haarpleidooi. „Voor mij is het nu al duidelijk dat ik de perso- neelskant van de opleiding het leukst vind. Dat is me hier bij Blijdorp wel duidelijk geworden. Ik vind het heel leuk om als het ware tussen de or- ganisatie en het personeel te staan. Aan de ene kant moet je natuurlijk de belangen van de werk- nemers behartigen, maar tegelijkertijd moet ik ook de doelstellingen van de directie in het oog houden. Een dergelijke positie als personeels- functionaris kan soms moeilijk zijn, maar dat maakt het wel des te boeiender." „Zo'n baan is in mijn ogen vooral heel leuk in een middelgroot bedrijf zoals Blijdorp. Bij grote- re bedrijven wordt een dergelijke functie al snel opgesplitst en ben je heel specifiek met ddn on- derdeel ervan bezig. Hier krijg je te maken met alle facetten van het werk: het maken van een so- ciaal jaarverslag, werving en selectie, functiebe- schrijvingen en noem maar op." Ondanks het feit dat ze naar eigen zeggen best na haar studie bij Blijdorp zou willen werken sluit ze een andere baan of een andersoortig bedrijf niet uit. „Dat is nogmaals het grote voordeel van deze brede opleiding. Als ik niet aan P-kant aan het werk zou kunnen, kan ik altijd nog naar de ar- beidskant gaan. Dan kun je bijvoorbeeld nog als arbeidsbemiddelaar gaan werken bij een uit- zendbureau of het arbeidsbureau. Of misschien wel voor jezelf beginnen met een bureau voor loopbaanbegeleiding", vertelt ze enthousiast over de opleiding die ze iedereen van harte aan wil bevelen. „Soms zien mensen dit werk een beetje als de softe sector, maar dat is het zeker niet. Het is boeiend, veelzijdig en veeleisend, en daar isniets softs aan." Arjen van der Pol bij de door hem gefabriceerde robotopstelling. Een oude, afgedankte robot uit 1973 omto- veren in een nuttige machine. Het lijkt een droom, maar het is student Werktuig- bouwkunde Arjan van der Pol (24) gelukt bij zijn stagebedrijf Peteri bv. De verbouw- de robot is nu een onmisbare schakel in dit jonge, succesvolle bedrijf. Peteri bv in Ridderkerk produceert de zelf ont- worpen Quooker; een speciale kraan, waaruit di rect heet water van 100 graden Celsius stroomt. Voor Arjan van der Pol was het een ideaal om bij dit ambitieuze bedrijf stage te mogen lopen. Hij was dan ook dolenthousiast toen hij er mocht beginnen en bovendien merkte dat hij vanaf het eerste moment serieus werd genomen binnen het bedrijf van de gebroeders Niels en Walter Pe teri. .Tijdens mijn tweede gesprek met Niels kwam die robot al ter sprake. Die hadden ze voor een prikkie gekocht bij een tweedehands machi- nehandel. Hij was echter vlak voordat ik kwam uitgebrand en het zag er niet naar uit dat hij nog zou werken." Toch ging de student werktuig- bouwkunde aan de slag. Zijn opdracht: het ont wikkelen van een robotopstelling voor het auto matisch polijsten van waterkranen. „Dat is nogal een smerig werkje en moest altijd met de hand gebeuren. Het was natuurlijk een uitdaging om deze opdracht te voltooien. Weinig mensen ge- loofden dat het mij zou lukken. Ze hadden zolets van: doe je best en we zien wel waar het schip strandt. Alleen Niels zag het vanaf het begin zit ten. Hij zei: ik heb het op televisie gezien, dus het moet kunnen." De sfeer op zijn stage-adres inspireerde Van der Pol. „Dit bedrijf is letterlijk vanuit een kelder in

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Maaspost / Maasstad / Maasstad Pers | 1999 | | pagina 21