maasstad Historic en sentiment van wijk beschreven in: Poortgebouw Anekdotes door Elisabeth Schop Spoortunneltje Aardbeving Aan het eind van de negentiende eeuw vestigden zich uit Bra bant en Zeeland, maar ook uit noordelijke provincies als Dren- the en Groningen zich de eerste bewoners in,ook de wijk Feij enoord. Aanvankelijk waren het eerst mannen, die kwamen verkennen of er voor hun gezin toekomst lag is het westen van Nederland. Zolderverdieping Woensdag 3 mei 2000 CX49 'Feijenoord - Wonen en leven tussen rails en waterkant* De afbraak van een deel van de Oranjeboomstraat (op de hoek met de Roentgenstraat) nadert. Het winkelpand van De Zuider Ster was in maart 1972 al geruime tijd dichtgeplankt. Voordien was Storm Ranke in het pand gevestigd. Foto collectie Hans van der Schoor geworden, en tegen de brug op- fietste en er daarna met een fikse vaart en wapperende haren weer vanaf reed, werd beneden opge- wacht door een agent die stiekem achter een hek van het BP-tanksta- tion van Van Engelen stond te glu- ren naar overtreders. Als Jaap de Nijs zijn treinstel had stilgezet bij mijn achtertuin, dan vlogen de keurig samengebonden pakken oude kranten in seconden door de lucht. Tot ellende van de ratten in de tuin, die vanwege het kabaal en het gevaar verpletterd te worden op de vlucht sloegen. Rat ten waren er in de wijk in kolonies, vaak het gevolg van onachtzaam gedrag van de bewoners zelf. De pakken verdwenen in de kelder onder de voorkamer van mijn huurwoning, die (hoe brandge- vaarlijk achteraf) dienst deed als opslagruimte voor oud papier voor buurtvereniging Bevrijding in de Polderbuurt. Toen er op 3 juni 1966 brand uitbrak in mijn wo- ning, en de achterkamer in de as werd gelegd, was de kelder geluk- kig even daarvoor leeggemaakt." Rein Wolters roert in zijn boek tal van kleine en grote zaken aan. Een van de grotere is het hoofdstuk dat hij wijdt aan de historie van het Poortgebouw en de problemen die de wijk ondervond door het plan van het gemeentebestuur er een eroscentrum te realiseren om de prostitutie-overlast op Katendrecht te verlichten. Gedateerd over een periode van tien jaar brengt Wol ters de problemen in beeld. Anderzijds schenkt hij ruim aan- dacht aan het Groot Rotterdams Koor, dat door toedoen van oprich- ter/koordirigent Fred Huyskes in 1982 het levenslicht zag in het dienstencentrum Feijenoord (het voormalige stationsgebouw van de Rotterdamsche Tramweg Maat- schappij, Rosestraat 123.Huyskes, die op 2 oktober 1997 door onop- gehelderde oorzaak stierf nadat hij de avond ervoor zwaar onderkoeld en geript van zijn bezittingen was gevonden in de Sandelingstraat naast een coffeeshop, gaf weinig om eigen bezit. Een auto was no- dig en een computer ook, evenals een alcoholische versnapering op zijn tijd gekoppeld aan een leuk feest. Daarmee is het wel gezegd. Als Fred Huyskes iemand kon hel- pen die het serieus nodig had, dan klopte niemand vergeefs aan. Re- gelmatig betaalde hij ook uitstap- jes voor lichamelijk en verstande- lijk gehandicapten. Soms ging het om bedragen die vrij fors waren. Als gevolg van het ontvallen van Huyskes, maakte het koor een ste- vige dip door. Indachtig zijn geest kwam het grootste gemengde koor van Nederland terug op de rails en floreert weer wens. Diverse reiinies zijn in de loop van jaren gehouden voor voormalige bewoners van de 'oude' Rose straat, waarin Rein Wolters een hand heeft gehad. Na de afbraak is er, op het gedeelte aan de westkant van de straat tussen de Roentgen straat en het Stieltjesplein in, een nieuwe Rosestraat gekomen. In niets lijkt deze meer op de oude, ook niet waar het herinneringen betreft. Tijdens de bijeenkomsten zijn tal van gemeenschappelijke herinneringen opgehaald, meege- brachte foto's aandachtig bekeken en afspraken hernieuwd om in pri- vd sfeer elkaar nog eens opnieuw te ontmoeten. Een aantal herinne ringen is tijdens de reiinies opgete- kend. Twee hiervan bij deze ver- meld. „Thuis waren we met drie broers en drie zussen. Vader had een oud zinken ligbad op de kop getikt. In de schuur monteerde hij het ge- vaarte, waarna het elke vrijdag badderen geblazen was. De oudste stapte als eerste in het heldere wa ter. Daarna de anderen in volgorde van leeftijd. Moeder was actief tus sen de wasbeurten door met een grote spaan. Daarmee schepte ze het groezelig vette vuil van je voorganger van het water. Heel vaak heb ik vergeefs geprotes- teerd, want ik was de jongste. Al- tijd zat ik in het vieze water van de anderen." En de andere: „Ruim zestig van mijn nu 73 levensjaren heb ik ge- woond in de Rosestraat. Van alles heb ik in die heerlijke volksstraat meegemaakt, vooral met de jon- gens. Mijn maagdelijkheid raakte ik aan een van hen kwijt toen ik 23 jaar was. Dat was met mijn rug te gen de grijze muur aan de overzij- de van de straat. Met de 'dader' ben ik bijna vijftig jaar heel geluk- kig getrouwd. Het was geen moet- je. Onze eerste keer intiem bleef zonder gevolgen. In de jaren daar na baarde ik vijf kinderen. Zestien kleinkinderen en- negen achter- kleinkinderen zijn tot op heden het resultaat van ons vruchtbare le ven." 'Feijenoord - Wonen en leven tus sen rails en waterkant' telt 120 pa- gina's met 106 foto. Auteur: Rein Wolters. Uitgeverij Europese Bi- bliotheek te Zaltbommel. Prijs 29,90. ISBN 90.288.1410.8. Dirigent/oprichter van het Groot Rotterdams Koor, Fred Huyskes, in actie voor zijn koor tijdens een repetitie op 2 maar '996 in wijkgebouw de Larenkamp in Zuidwijk. Foto collectie Rein Wolters nen- en het andere goederenver- voer er te veel last van zou onder- vinden en ook omdat de spoorweg- overgangen op het traject dan veel te lang gesloten zouden zijn voor het wegverkeer. Dit werd mij later verteld door Jaap, een zoon van olie- en zeep- boer Piet de Nijs, destijds werk- zaam bij de NS als machinist. De familie De Nijs was bevriend met mijn schoonouders. Dezelfde zoon wierp enkele jaren later, toen ik was verhuisd naar een benedenwo- ning op Rosestraat 258a, pakken met oude kranten uit zijn treincabi- ne in mijn tuin. Aan de achterzijde reed immers de trein, met pal naast de schutting een seinpaal. De schutting bestond uit rechtopstaande spoorbielzen en was de afscheiding van de spoor- baan en mijn tuin. Eigenlijk was mijn tuin meer een vuilnisbelt, waar de ratten vrij spel hadden. Dat kwam ook omdat ik voor het onderhoud geen tijd had. Veel treinen wachtten gedwongen tot de seinmast op groen sprang en omhoog klapte ten teken dat de overwegslagbomen bij de Rose- spoorstraat het wegverkeer tot stil- stand hadden gedwongen of tot het moment dat een andere trein was vertrokken van het perron van Sta tion Zuid. Automobilisten kozen soms, na enorme verwensingen aan het adres van de overwegwaehter 'die precies voor je muil de hekken sloot' tot omrijden via de Steven Hoogendijkstraat of de Varken- oordsebrug (deze is in 4996 afge- broken nadat het vijfhonderd me ter lange Varkenoordse Viaduct tussen de 2e Rosestraat en de Sta- dionweg/Olympiaweg gereed was) „Voetgangers en fietsers in de richting van de Beijerlandselaan maakten gebruik van het spoortun neltje onder het Station Zuid. Langs de tunnelmuur bevond zich een goot waar de fietswielen pre cies in konden rijden. Als je het tunneltje was gepas- seerd, dan was de ellende nog niet gedaan. Op een pechdag passeerde er ook net een trein de overweg tussen het gebied van de binnenha- ven naar het rangeeremplacement West-IJsselmonde, dat zich uit- strekte langs de West-V arkenoord- seweg tot Smeetsland. Op het emplacement West-Ussel- monde werd op 19 januari 1980 de laatste wagon gerangeerd. Deze functie was overgenomen door het nieuwe emplacement Kijfhoek tus sen Heeijansdam en Zwijndrecht. Hoewel de bewoners van Feijen oord verder van het emplacement woonden dan die van Hillesluis, werd de geluidsoverlast aanzien- lijk minder. Als de overweghekken weer een verticale stand hadden aangeno- men, dan was het soms wachten geblazen totdat het 'moordenaar- tje' de rijweg had gekruist van de oost- naar de westkant van de 2e Rosestraat. Vervolgens kon het nog eens ge- beuren dat honderd meter verderop de overweghekken tussen het ran- geerterrein Spoorweghaven/Hille- dijk en het emplacement West-IJs selmonde dichtklapten. Soms leek het alsof de overwegwaehter het deed om bewust te pesten. Voor fietsers en voetgangers was het sluiten van de overwegbomen niet werkelijk vervelend. Over de spoorbaan heen bood een houten brug soelaas. Wie ongeduldig was Het dienstencentrum Feijenoord bestond in 1982 10jaar. Het was gevestigd in het oude tramstation van de Rotterdamsche Tramweg Maatschappij, waarde roots liggen van het Groot Rotterdams Koor. Foto collectie BOF/Jaap Berkhout De Rosestraat met links op de hoek met de Rosespoorstraat cafe Sport aan het eind van de jaren zestig. Veel bewoners waren toen al vertrokken als gevolg van de dreigende afbraas. Op deze plek is nu station Zuid van de NS. Foto collectie Rein Wolters april 1963 om tien uur. Na de rit met tramlijn 2 naar het stadhuis aan de Coolsingel, die door mijn schoonouders werd betaald, werd er toch een klein feest gevierd. Geld bevond zich niet in onze knip als echtelieden van 15 en 16 jaar en waarvan de jongste bovendien acht maanden zwanger was. Met enkele pullen Heineken en een fles aal- bessenjenever kwamen we toch een eind, zo bleek. Gelukkig werd de drank betaald door mijn schoonouders, die net zelf een ba by van enkele maanden hadden, schoonzus Silvia." De wijk Feijenoord gezien vanaf het topje van de Hefbrug overde Koningshaven op 3 maart 1992. Het trace van de trein is verlegd om de bouw van de bouw van de Willemsspoortunnel mogelijk te maken. Foto collectie Bas groeneweg Feijenoord, en eveneens omrin- gende wijken als Hillesluis, Noor- dereiland en Afrikaanderwijk, ont- wikkelde zich tot een volksbuurt met als grenzen de oevers van ri- vier en havens en tegelijk de rails van doorgaande en lokale spoorlij- nen. De Nederlandse Spoorwegen (NS), de Rotterdamsche Tramweg Maatschappij (RTM) en de Rotter damsche Electrische Tram (RET) hadden allemaal belang in het goe- deren-enpassagiersvervoer. Honderd jaar later is het anno 2000 de zesde generatie die zich mag beroepen op roots in de wijken ten zuiden van de Nieuwe Maas. Het boekFeijenoord - Wonen en leven tussen rails en waterkant' van de hand van journalist/auteur Rein Wolters geeft een deel weer van de herinneringen, die velen aan de wijk hebben. Het is een zeker niet compleet beeld van de jaren tussen 1945 en 1995, dat door Wolters persoonlijk en ook anekdotisch is getint. Soms treedt zijn verhaal over de grens van het tijdpad, maar dat deed Wolters om de latere historie te verduidelijken. De titel 'com pleet' geeft hij zijn boek in het voorwoord niet mee. „Dat kan het niet zijn, doordat de wijk in de loop van decennia talrijke veran- deringen heeft doorgemaakt en waaraan de stadsvemieuwing se- dert de jaren zeventig zeker debet is. Het is niet gebaseerd op diep- gravend historisch onderzoek. Maar het geeft wel een gedegen beeld en een weergave van de sfeer in de bedoelde jaren van leven, wonen en werken tussen rails en waterkant." Rein Wolters kwam in 1963 als jonggehuwde te wonen aan de Ro sestraat 306, op de zolderverdie ping van zijn schoonouders. In zijn boek maakt hij wereldkundig: „Dat was de familie familie Johan en Marie Schop-Leentvaar. Zij woonden op de tweede etage met daaronder het gezin van Piet de deren waren Adrie, Ed, Jillis en dochter Ingrid, die met haar half jaar de jongste was toen ik door in- trouwen lid werd van de familie. Oom Dingeman werkte als graan- controleur bij het havenbedrijf Pe terson. Ook manifesteerde hij zich als een uitermate handig knutse- laar. In enkele weken tijd bouwde hij op het open gedeelte van de zolder van latten en hardboard een kamertje voor het jonge stel, dat nog niet was getrouwd, maar waar En: „Na het feest naar boven. Voor het eerst samen in den bed. Nog geen uur later schrok ik wakker. Naar mijn gevoel was er een aard beving aan de gang. „Kom op," schreeuwde ik tot mijn (v)echtge- note van nog maar een paar uur. „Het huis sodemietert in elkaar." Binnen twee seconden stond ik be- vend van angst drie etages lager in de ingang van de buitendeur. Het gerommel was opgehouden, het was weer doodstil. „Hd, kom naar boven," hoorde ik roepen. „Er is niets aan de hand. Het was maar een passerende ertstrein." Met een rood hoofd van schaamte kroop ik weer onder de deken. Dat het passeren van de trein zo- veel lawaai maakte, dat kwam door het kruisen van de rails in de Rosespoorstraat. Die rails waren van de goederentrein, die lege of De Oranjeboomstraat op 20 februari 1961 met tramlijn 2 in de richting van het Centraal Station. Bij de eerste auto links (achter de verkeersbrigadier) was de woning en praktijk van de destijds bekende verloskundige mevrouw Odenwalder. Foto collectie Rein Wolters Nijs, die in de Polderbuurt aan huis petroleum en waspoeder verkocht. Nadat het gezin was verhuisd naar de Slaghekstraat 128 in Hillesluis werd de woning betrokken door mijn schoonouders en haar etage door het vier kinderen tellende ge zin van Dingeman Markus en zijn vrouw Sien, een zuster van mijn schoonmoeder. Ze kwamen van een kleine woning aan de Dordtse- straatweg. De namen van hun kin- al wel heel nadrukkelijk een baby onderweg was. Zelfs aan elektrici- teit ontbrak het niet, al was het niet meer dan een simpel aftapdraadje. De eerste nacht dat ik er moest sla- pen, vergeet ik nooit meer. Dat was de nacht van de huwelijksdag, gesloten door ambtenaar van de burgerlijke stand C. A.P. van Deur- sen (in 1973 werd hij voor de PvdA lid van de deeigemeenteraad voor Charlois) op woensdag 24 voile wagons bracht of afhaalde op het Gemeentelijke Handelsterrein, dat globaal lag binnen het gebied dat werd omsloten door de Hille- dijk en Parallelweg in de Afrikaan derwijk, de 2e Rosestraat in Hille sluis, de zuidkant van de Stieltjes- traat en de westzijde van de Rose straat in de wijk Feijenoord. In die periode van mijn witte- broodsweken kreeg Hoogovens in IJmuiden enorm veel blokken met ijzererts aangevoerd vanuit Belgie en Frankrijk. Die brokken lagen op platte open wagons. Ongeveer honderd van die geladen wagons vormden de ertstrein, zoals die door bewoners van de Rose- en Oranjeboomstraat werd genoemd. Overdag mocht het transport niet plaatsvinden omdat dan het perso-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Maaspost / Maasstad / Maasstad Pers | 2000 | | pagina 16