maasstad
i
J/J 321 DDDJ/J O'f
5iruutnd'j'jcuui Hutie Mn dur Mule komt up joorduk- en UfflfchMn
J U
J J J
Medicijnen
Tongzoen
tekst Wouter Scheepstra
foto's Dick Sluijter
Uitkering
Uitgekotst door de maatschappij: dak- en thuislozen. ledereen
loopt er met een grote boog om heen. Rene van der Male niet.
Op zijn fiets zoekt hij ze juist op. Hij behartigt hun belangen.
De straten en parken van Rotterdam zijn het werkterrein van
de straatadvocaat.
Cadeautje
Woensdag 6 december 2000
L9QE
CX40
J
Jbibj;j2bj
jjsj/j
di isjkrjsj'i: f/JBir), Ijbjrj£j
advocaat krijgt hij nu een uitke-
ring. „Nico is heel speciaal voor
me", vertelt Van der Male. „Het is
een vriend van me geworden."
„Rechtsafroept de straatadvo-
caat. Plotseling verlaten we het
brede fietspad en schieten een smal
zandpaadje in. Vijf seconden later
staan we in de woonkamer van Ni-
co. Daar zit hij: midden in het park,
verscholen achter een boom. Te re-
laxen op zijn bank. De takken van
de boom hangen als een luifel over
hem heen. Ze beschermen hem te-
gen de regen. ,,He Nico, hoe is het
leven", vraagt Van der Male.
„Rustig", antwoord Nico, duide-
lijk verrast door het onverwachte
bezoek. „Moet je een kopje koffte?
"Van der Male haalt een thermos-
kan en plastic bekertjes uit zijn
rugtas. „Je slaapzak wordt zeiknat
Nico", zegt de straatadvocaat ter-
wijl hij de slaapzak van de grond
plukt. „Zo kan die niet drogen. Je
moet hem in een boom hangen of
zo." Nico kijkt met zijn dichtge-
knepen pretoogjes geamuseerd
naar de bedrijvige Van der Male.
„Nog gefeliciteerd met je verjaar-
dag", zegt de straatadvocaat. Hij
haalt een cadeautje uit zijn zak.
„Dit heb ik voor je meegenomen."
Nico pakt het pakketje voorzichtig
uit. Het blijkt een dun boekje te
zijn: vliegtuigen 2000.
Nico straalt. Hij houdt het boekje
omhoog en kijkt er vol ongeloof
naar. „Dit is voor mij een vreemd
cadeautje", stamelt hij. Zijn dicht-
geknepen ogen staan opeens wijd
open. „Het is wel een cadeautje dat
je droog moet houden", waar-
schuwt Van der Male. „Hier ben ik
zuinig mee", reageert Nico. Van
der Male pakt zijn fiets en vertrekt.
„Dit gaat nooit meer weg", roept
Nico hem na. Even later legt de
straatadvocaat uit waarom hij het
boekje heeft gegeven: „De GGD
vertelde mij dat hij vliegtuigen kan
herkennen."
De straatadvocaat aan de koffie met een van zijn clienten.
Het is niet de bedoeling van de
straatadvocaat om mensen van de
straat af te halen. „Dat is een hele
grote beslissing waar iemand zelf
achter moet staan. Ik luister eerst
eens naar hun verhalen. Kom niet
gelijk met oplossingen aanzetten,
maar laat ze in hun eigen waarde.
Ik geef alleen de keuzemogelijkhe-
den aan."
De straatadvocaat staat in contact
met zo'n vijftig dak- en thuislozen
per jaar. Van der Male daarover:
„Grofweg kan ik voor zeventig
procent van de mensen die ik tegen
kom iets doen. Voor de andere der-
tig procent niet." De straatadvo
caat maakt hoogstens vier afspra-
ken per dag. „Dan kan ik gelijk ac-
tie ondernemen", legt hij uit. An
ders ben ik net zo als andere hulp-
verleners die zeggen: 'kom over
twee weken maar terug'." Zijn
mobiele telefoon heeft Van der
Male altijd bij zich. Zo kan hij, als
het moet, praktische problemen ter
plekke oplossen. „Zo was er laatst
een dakloze met een hond die zijn
muilkorf kwijt was", vertelt de
straatadvocaat. „Van de officier
van justitie moest het beest een
muilkorf dragen. Ik ga dan meteen,
a la minute, een muilkorf regelen.
Uit zo iets kleins rolt vaak iets an-
ders. „Een week later werd de
hond van de man in beslag geno-
men. Het beest had zijn muilkorf
niet om; het had net gegeten. Justi
tie was van plan de hond te laten
inslapen. Toen ik dat hoorde heb ik
dezelfde avond nog een advocaat
ingeschakeld. Hij heeft druk uitge-
oefend op justitie en de dakloze
kreeg zijn hond weer terug. Ik ben
blij dat het gelukt is. Voor die man
is die hond heel belangrijk."
Rene van der Male: „lk kan snel beoordelen of iemand mij een verhaaltje op de mouw wil spelden.
gen ze momenteel niet. Van der
Male legt uit: „Als je woonlasten
onder een bepaalde grens liggen
krijg je minder geld. Een normale
bijstandsuitkering bestaat uit ze
ventig procent van het minimum-
loon. Een dak- en thuisloze krijgt
vijftig procent van het minimum-
loon. Als ze aan kunnen tonen dat
ze zeventien nachten in de nacht-
opvang slapen krijgen ze zestig
procent van het minimumloon. Het
gaat dus om een korting van tien of
twintig procent." De korting kan
volgens Van der Male het verschil
maken tussen op de straat en van
de straat. „Ze hebben het geld no-
dig. Het geeft ze een bredere finan-
ciele basis. Als je een kamer wilt
huren heb je toch een paar honderd
gulden in het handje nodig. Ik vind
het belachelijk dat de gemeente-
raad de dak- en thuislozen dat klei-
ne beetje extra niet gunt."
„Dak- en thuislozen hebben geen
woonlasten", zegt Dea van Soest,
voorlichtster van SoZaWe. Vol
gens haar is de korting slechts een
toepassing van de wet die geldt
voor alleenstaanden. Dak- en
thuislozen vallen daar onder. Van
Soest: „Als een alleenstaande min
der dan 535 gulden aan huur be-
taalt krijgt hij een uitkering die be
staat uit zestig procent van het mi
nimumloon. Een dak- en thuisloze
die de hele maand in de nachtop-
vang slaapt betaalt acht gulden per
nacht. Dat is 240 gulden per
maand. Hij komt dus niet aan die
535 gulden en krijgt dus zestig
procent. Alleenstaanden die geen
woonkosten hebben krijgen vijftig
procent van het minimumloon.
Dak-en thuislozen die niet in de
nachtopvang slapen vallen daar
onder.'"
Het leven op straat is duur. „Alles
kost geld", weet de straatadvocaat.
„Vanmorgen zat ik met een daklo
ze koffie te drinken in een cafe. Hij
durfde niet naar de wc omdat hij
dacht dat hij een kwartje moest be-
talen. Uiteindelijk heb ik hem er
van kunnen overtuigen dat hij niet
hoefde te betalen omdat hij gast
was." Het zou Van der Male ver-
bazen als de gemeenteraad een ein-
de maakt aan de korting. „Daarom
zoek ik naar alternatieven", zegt
de straatadvocaat. „Er zijn ver-
schillende subsidies die te maken
hebben met huisvesting en onder-
wijs. Dak- en thuislozen hebben
geen toegang tot die subsidies. Met
behulp van de gemeenteraad wil ik
de financiele positie van iedere
dak- en thuisloze verbeteren.
Doordat Van der Male zelf 'client
in de zorg' is geweest kan hij zich
in sommige situaties beter ver-
plaatsen; hij zat een tijdje in een
psychiatrische inrichting. „Er was
eens iemand die van zijn hulpver-
lener geen librium meer kreeg: een
soort slaapmiddel. Hij gebruikte
elke dag tachtig milligram. Dat is
een gigantische hoeveelheid. Door
een of ander administratief gedoe
kreeg hij van de een op andere dag
niks meer. Dat geklooi met medi
cijnen ken ik; je komt lichamelijk
en psychisch onder een enorme
druk te staan. Wat ik gedaan heb?
Dat is simpel. Ik vroeg wie zijn
hulpverlener was en heb hem me
teen opgebeld. Toen kreeg hij het
weer."
De periode in de psychiatrische in
richting heeft Van der Male veel
mensenkennis opgeleverd die hij
als straatadvocaat goed kan gebrui-
ken. „Ik heb ontzettend veel ellen-
dige verhalen gehoord. Als je die
verhalen goed beluistert, dat wil
zeggen: met je verstand, hart en
ziel, pik je daar veel van op. Ook
leer je snel te oordelen of iemand
jou een verhaaltje op de mouw wil
spelden. Dat is in mijn huidige vak
buitengewoon zinvol."
„We gaan op zoek naar Gijsbert",
vertelt Van der Male. „Zijn vader
belde me in paniek op. Hij had het
telefoonnummer van het kantoor
toevallig in het telefoonboek ge-
vonden. Ik heb morgen een af-
spraak met Gijsbert. Ik ga kijken
hoe het met hem gaat en de af-
spraak bevestigen." Hoe het met
Gijsbert gaat wordt al snel duide
lijk. Hij slaapt op een bankje voor
een klein winkelcentrum. Hij ligt
op zijn rug. Zijn handen liggen op
zijn buik. De middelvinger van
zijn rechterhand zit in een halflege
fles sterke drank die op zijn buik
rust. Het is duidelijk te zien dat
Gijsbert (24) nog niet zo lang dak-
loos is. Hij heeft een woeste baard.
Zijn iets te lange haar verdwijnt in
zijn koltrui. Van der Male probeert
Gijsbert tevergeefs wakker te ma
ken. Op het bankje naast Gijsbert
zitten vijf dak- en thuislozen. Een
van hen, Erik, schiet de straatadvo
caat te hulp. „Zal ik hem wakker
maken", zegt hij. Voordat Van der
Male hem tegen kan houden hangt
hij boven Gijsbert. ,,He, wakker
worden, anders krijg je een tong
zoen." Wanhopig kijkt Erik naar
Van der Male. „Hij is helemaal
van de wereld joh."
Erik raakt in gesprek met Van der
Male. Hij heeft een afspraak met
een maatschappelijk werker, maar
weet niet meer wanneer. „Met wie
had je een afspraak", vraagt de
straatadvocaat. Erik overhandigt
hem een kaartje met een telefoon
nummer. Van der Male pakt zijn
mobiele telefoon. Na een kort tele-
foongesprek zegt hij: „Je hebt don-
derdag om half tien een afspraak
met Leoni. Niet vergeten he."
Dan stopt er plotseling een politie-
motor voor het bankje van Gijs
bert. De agent probeert hem wak
ker te maken, maar slaagt daar niet
in. Pas als hij de sirene van zijn
motor aanzet komt Gijsbert tot le
ven. Verward slaat hij om zich
heen. „Je mag niet slapen op het
bankje", zegt de politieman. ,,We
hebben het al vaker gezegd. Je
moet hier weg, want je verpest het
voor de anderen." Na een korte
discussie mag Gijsbert blijven. „Je
blijft wel zitten", bijt de agent hem
toe. „Afgesproken", zegt Gijsbert.
„Dat zeg je wel vaker", besluit de
politieman. Hij praat nog even met
Van der Male en rijdt weg.
„Ik probeerde je nog te wekken
joh", zegt Erik. „Ik zei nog: 'word
wakker, anders krijg je een tong
zoen'." Gijsbert kan er wel om la-
chen. Van der Male niet: „Dat is
niet zo best wat ik net van die
agent hoorde." „Ach, het komt
wel goed", zegt Gijsbert. „Anders
had hij me wel een boete gege
ven." Van der Male streng: „We
hebben morgen een afspraak. Je
moet op tijd zijn en nuchter." De
straatadvocaat neemt Gijsbert in
zich op. „Wat ben je trouwens ma-
ger geworden", zegt hij. „De kip-
kerrie is duurder geworden", grapt
Gijsbert.
Vlak voor vertrek wil Van der Ma
le nog wat kwijt. Hij zet zijn ern-
stigste blik op. „Wat de politieman
zei stemt me somber." Gijsbert
lacht weer: „Het komt wel goed."
De straatadvocaat kijkt hem lang
en indringend aan, lacht even en
zegt dan: „Het komt ook goed,
maar dan moet je het wel zelf
doen." Beduusd kijkt Gijsbert
voor zich uit, zich even bewust van
zijn problemen. „Tot morgen",
zegt Van der Male en fietst weg.
De namen van de dak- en thuislo
zen zijn gefingeerd
De straatadvocaat vindt dat alle
dak- en thuislozen recht hebben op
een volledige uitkering. Die krij-
„Eerst even een misverstand uit
de weg ruimen", zegt Van der
Male „De straatadvocaat is geen
echte advocaat. We wilden een
pakkende titel. Zorgconsulent
voor dak- en thuislozen klonk
niet echt geweldig. Advocaat is
een knipoog naar de Engelse
taal. Daar kennen ze het woord
'advocate', wat belangenbehar-
tiger betekent."
Van der Male komt op voor de
rechten van dak- en thuislozen. Hij
zet zich vooral in voor diegenen
met psychische problemen. Net als
ieder ander hebben zij recht op een
woning, uitkering en andere voor-
zieningen. De straatadvocaat is on-
dergebracht bij Basisberaad GGZ
(Geestelijke Gezondheidszorg).
Hij is onafhankelijk van overheid,
hulpverlening en dienstverlening.
Staat aan de kant van de dak- en
thuislozen en bekijkt situaties van-
uit hun perspectief.
De dak- en thuislozen wilden zelf
een belangenbehartiger. Dit kwam
duidelijk naar voren in het in 1996
verschenen rapport: 'Wat als je al
leen maar dakloos bent'Basisbe
raad GGZ werkte voor dit onder-
zoek samen met SoZAWe (Sociale
Zaken en Werkgelegenheid) en de
GGD (Gemeentelijke Gezond-
heidsdienst). Deze organisaties
vroegen naar de meningen van
dak- en thuislozen. En die hadden
een duidelijke boodschap. Van der
Male: „Ze zeiden: 'Hou op met
rapporten schrijven. Zorg voor ie-
mand die in direct contact met ons
staat'." Ook bleek dat de dak- en
thuislozen die hulp nodig hadden,
maar moeilijk de juiste hulp kon-
den vinden. „Een gevolg van de
versnipperde zorg", beweert Van
der Male. „Als leek kom je daar
niet door heen. Als je een huis hebt
is het al overzichtelijker, want dan
heb je tenminste een huisarts."
Mei 1997 werd het 'project straat
advocaat' gelanceerd. Van der Ma
le kreeg een aantal opdrachten
mee. Zoek de dak- en thuislozen op
en kijk wat nu eigenlijk hun belan
gen zijn. Dring bij zorginstellingen
aan op een betere afstemming van
de zorg en de vraag om zorg. En
wijs dak- en thuislozen zo nodig de
weg in de zorg. Maar dat is niet het
enige wat de straatadvocaat moet
doen. Van der Male: „Ik organi-
seer inspraakrondes voor dak- en
thuislozen. Doe aanbevelingen aan
de politiek en houd elk jaar een
groot feest voor dak- en thuislo
zen."
,Ik ga even kijken of Nico thuis
is", zegt Van der Male terwijl hij
op zijn gele mountainbike stapt.
Nico was een van de eerste dak- en
thuislozen waar hij contact mee
kreeg. In eerste instantie moest Ni
co niks hebben van zijn toenade-
ringspogingen. Maar na enige
maanden kregen ze een band met
elkaar. Door toedoen van de straat-
Op zijn gele montainbike snelt Rene van der Male door de Rotterdamse straten en parken, op zoek naar dak- en thuislozen.
Als het moet lost de straatadvocaat ter plekke via zijn mobiele telefoon problemen op.