maasstad
Zolang ik uit de voeten kan blijf ik op het eiland wonen'
Rattenvanger Hugo Schortinghuis blijft achter op Tiengemeten
'Er is geen perfectie waar geen eenvoud, goedheid en waar-
heid is'. Als deze zware woorden van Leo Tolstoi waar zijn,
zijn ze zeker van toepassing op het eiland Tiengemeten, gele-
gen in het Haringvliet. Een eiland van grillige wildernis, moer-
asgebied, en gorzen. Tot voor kort bewerkten boeren op het ei
land er nog hun akkers. Op dit moment ondergaat het gebied
een metamorfose. De eerste stap is gezet met het uitkbpen van
de eilandbewoners. Uiteindelijk zal het eiland een groot na-
tuurgebied worden, ontdaan van boeren en buitenlui. Twee be-
woners zullen de eilandzuivering weerstaan. Een van hen is
Hugo Schortinghuis, rattenvanger van beroep, Hagenees van
geboorte.
v
iSiSS*?
JWtel I
Premiejager
Ondermijnen
Doorgestoken dijken
Campingbeheerder
I HE
Woensdag21 maart2001
lwv%»y. rf.v!wl
Hugo, de rattenvanger, speurt met zijn geoefend oog naar een rat.
door Chris Roos
foto's Rob Kamminga
Het 'gereedschap' van de rattenvanger bestaat uit slechts een
klem en een stok.
Kleumend van de kou wachten
we bij het gehucht Nieuwendijk
op de veerboot die ons naar het
eiland zal brengen. Met het
vaarschema van een keer per
uur, is het handig om op tijd te
zijn. Dan is het zover. Een hand-
vol mensen die naar het eiland
willen verzamelen zich bij de
steiger. De boot meert aan, tijd
om in te stappen. De veerboot is
niet veel meer dan een uit zijn
krachten gegroeide sloep, maar
goed genoeg om het eiland te be-
reiken.
Ronkend verlaat het bootje de ha
ven en glijden we het rimpelloze
water van het Haringvliet op. De
overtocht duurt alles bij elkaar niet
veel langer dan een kwartiertje. Op
het eiland staat Hugo, de ratten
vanger al te wachten. We persen
ons tussen de zakken veevoer in
zijn auto, en rijden hobbelend het
eiland op. De auto van Hugo blijkt
een wrak waar elke ANWB keur-
meester tranen van in zijn ogen
zou krijgen. „Geen probleem",
zegt Hugo. „Voorlopig rijdt hij
nog steeds, en ik gebruik hem toch
alleen maar op het eiland."
Het eiland Tiengemeten is ontstaan
in de zeventiende eeuw. Toen was
het nog een simpele zandplaat in
het Haringvliet. De oppervlakte
van deze zandplaat was tien 'ge-
met', een oude maat die overeen
komt met vijf hectare. Deze oude
maat gaf het eiland zijn huidige
naam. Pas tussen 1750 en 1860 is
het eiland ingepolderd voor de
landbouw. Het eiland is nu onge-
veer duizend hectare groot, daar-
van bestaat zevenhonderd hectare
uit akkers. De Blanke Slikken lig-
gen buitendijks en zijn nooit ont-
gonnen. Het landschap is hier nog
woest en ruig.
Een bomenrij glijdt aan ons voor-
bij. Bevroren akkergrond, een Kie-
kendief die over een sloot scheert.
Rust en ruimte zijn hier nog aan de
macht. Een keer wijken we uit
voor een trekker, verder komen we
geen verkeer meer tegen. We stop-
pen en stappen uit. Het huis van
Hugo, zo vaak gefilmd, zo vaak
bekeken. Zo was hij ondermeer te
gast in het televisieprogramma 'De
Stoel' van Felderhof, en was hij
onderwerp in tal van documentai-
res. Binnen worden we begroet
door gekef van jonge hondjes. Al
les om ons heen is klein, en op
maat gemaakt voor Hugo, die nog
al klein van stuk is. We persen on-
ze benen onder de tafel en bewon-
deren de opgezette muskusrat op
de kast. Op de vraag hoe hij hier in
vredesnaam terecht is gekomen,
zegt hij: „Ik kwam hier vroeger op
vakantie. In 1990 ben ik hier voor-
goed op het eiland komen wonen.
Ik hoorde toen van een boer dat je
hier ratten kon vangen, en voor el
ke dode rat geld kreeg. Het leek me
wel wat, en ik ben toen als premie
jager aan de slag gegaan. Destijds
kreeg ik zeven en een halve gulden
voor een rat, we vingen toen wel
zeshonderd ratten per maand. Leuk
meegenomen dus."
Gevraagd naar zijn leven voor de
rattenvangerij, zegt Hugo: „Ik ben
eigenlijk zakenman geweest. Ik
had een cafebedrijf en een strand-
tent. Daar had ik allemaal genoeg
van, ik wilde het roer omgooien.
Rustiger aan doen, en dit eiland is
de ultieme plek om het te doen.
Daar komt nog eens bij dat ik uit
de grote stad weg wilde. Ik had ge
noeg van de drukte, ik kan geluk-
kig goed tegen de eenzaamheid.
En als het moet zit ik zo aan de
overkant." Is hij niet bang dat hij
straks helemaal alleen zit? „Nee",
zegt de rattenvanger. „De meeste
Thuis, aan tafel, vertelt Hugo bijzonderheden over de muskusrat, die hij in opgezette vorm toont.
bewoners zijn of gaan weg, maar
er komen nieuwe voor in de plaats.
En dan heb ik het niet over vaste
bewoners maar over wandelaars en
toeristen. Heel de Randstad barst
uit haar voegen, mensen komen
hier om nog wat van de natuur te
genieten."
Het rattenvangen is Hugo altijd
goed afgegaan. Volgens hem een
noodzakelijk kwaad omdat de
muskusrat dijken kan verzwakken.
„Die ratten hebben hier niet altijd
gezeten", vertelt hij. „Ruim tach-
tig jaar geleden nam een Boheem-
se graaf ze mee uit Alaska. De
graaf nam de diertjes mee naar huis
en zette ze uit om er op te jagen.
Na tien jaar liepen er al twee mil-
joen muskusratten rond. In 1941 is
de eerste rat in Nederland gesigna-
leerd bij Eindhoven. Eind jaren
zestig hadden de ratten Zuid-Hol-
land bereikt waar ze in korte tijd
uitgroeiden tot een ware plaag."
Hugo pakt het opgezette exem-
plaar van de kast. De rat heeft de
grootte van een volwassen kat,
scherpe nagels, en een dikke staart.
In tegenstelling tot andere leden
van de rattenfamilie, is de muskus
zo kwaad nog niet. Het is geen aas
of vleeseter. Hij vertoont zich niet
in de grote stad. Het beest leeft op
een vegetarisch menu, en ziet er
schoon uit. Wat maakt hem dan
schadelijk? „Toch is hij schade-
lijk", zegt de rattenvanger. „De rat
graaft en wroet in de oevers en dij
ken. Hij maakt er zijn hoi, en legt
er gangenstelsels aan. Vooral bij
kleine dijken is dat riskant. Het
dier graaft zijn gangen meestal net
onder de grond. Op die manier
krijg je overal onzichtbare valkui-
len, waar vee in kan struikelen. Het
kan zelfs zover gaan dat wegen en
spoorlijnen ondermijnd worden
door het graven van de ratten."
Hoe moeilijk is het om een rat te
vangen? „Je moet er oog voor heb
ben. Als het vriest zoals nu zijn de
dieren helemaal niet actief, dan
blijven ze in hun hoi zitten. De
muskusrat verplaats zich vooral in
de schemering. We kunnen de rat
ten vinden aan de sporen die ze
achterlaten. Dat kan bijvoorbeeld
een beschadiging aan de oever
zijn. Of proppen van plantenresten
die in het water drijven, de rat ge-
bruikt die om de ingang van zijn
hoi mee af te sluiten. Ze zijn ook te
vinden in zogenaamde winterhut-
ten. Dat zijn hopen takken, blade-
ren en andere plantaardige resten
die in de winter in ondiep water
staan. Daar maakt de rat zijn hoi in.
En dan is het aan ons om hem te
vangen", legt Hugo uit. Heeft hij
nooit medelijden met de rat? Hugo
haalt zijn schouders op en zegt:
„Het moet nu eenmaal gebeuren.
En als het dan toch moet dan kun je
het beter laten doen door iemand
die weet hoe hij het aan moet pak-
ken. Ik ben een echte dierenlief-
hebber. Ik heb schapen, honden,
noem maar op. Ik ben echt geen
dierenbeul." Hugo demonstreert
de ratteklem. Een apparaat te ver-
gelijken met een tosti ijzer. De rat
steekt zijn kop in de val, de val
klapt dicht. Door de klap breekt de
rat zijn nek. Een rattig einde van
een opgejaagd leven.„Tegenwoor-
dig is het geen premiejagen meer'
zegt Hugo. „Ik ben nu gewoon in
dienst bij de provincie Zuid-Hol-
land. Ik val onder het district
Hoeksche Waard en Goeree
Overflakkee, in totaal zijn we met
elf rattenvangers in dit gebied.
Soms helpen we elkaar, maar
meestal blijf ik gewoon op het ei
land."
De muskusrat is eigenlijk geen rat
maar een woelmuisachtige. Een
Hugo mag dan een gevaar voor ratten zijn, hij houdt niettemin van dieren. Behalve zijn hond houdt hij schapen en andere
huisdieren.
volwassen exemplaar meet van
kop tot staart ruim een halve meter,
en weegt een tot anderhalve kilo.
De staart is donker, dunbehaard, en
een beetje afgeplat. Rattenvangers
vingen in 1970 in Zuid-Holland
nog maar vier muskusratten. In
1975 waren het er ongeveer 200,
en in 1980 ruim 1600. Na een piek
van 96.600 dieren in 1991, werden
er in 1998 ongeveer 33.000 mus
kusratten gevangen. „Zolang als
dit eiland er is zullen er ratten moe-
ten worden gevangen", zegt Hu
go. „Als je het niet doet heb je bin
nen de kortste keren een rattenk-
raamkamer waar je u tegen zeg-
t.'Ts de rattenvanger blij met de
ontwikkelingen op het eiland? Hu
go: „Het is wel mooi dat het een
natuurgebied gaat worden. Jam
mer dat de boeren hier hun boerde-
rijen moesten verlaten. De grond
op het eiland is bijzonder vrucht-
baar, de oogsten waren goed. Je
kunt je voorstellen dat het voor de
meesten niet makkelijk is geweest
om het eiland te verlaten. Maar ja,
wat kun je doen? De dijken wor
den doorgestoken, een gedeelte
van het eiland zal onder water lo-
pen." Waar hijzelf naar toegaat?
„Ik ga naar de oude smederij. Dat
is op het gedeelte dat niet onder zal
lopen. Eigenlijk ga ik er op vooruit
want er zit nog een schuur aan vast
ook."
Volgens Natuurmonumenten
wordt Tiengemeten een uniek na
tuurgebied. Het eiland gaat samen
met de Ventjagerplaten en Spuim-
onding deel uitmaken van een na
tuurgebied van drieduizend hecta
re. De rattenvanger is blij dat Na
tuurmonumenten het eiland in
1997 aankocht. Voor die tijd was
het eiland in handen van de
AMEV, een verzekeringsmaat-
schappij, die het eiland vooral fi-
nancieel wilde exploiteren. Zo wa
ren er plannen om het eiland te
gaan gebruiken als stortplaats van
giftig slib. Andere projectontwik-
kelaars zagen weer meer in een
pret eiland a la Gran Dorado. Al
deze plannen zijn nu definitief van
de baan. Volgens Natuurmonu
menten zal het toekomstige land
schap van Tiengemeten uit drie de-
len gaan bestaan. Het grootste deel
over het eiland stromen en het
landschap vormen. Tiengemeten
ligt boven het gemiddelde water-
peil. Ook zonder kaden zou het ei
land dus meestal droog liggen. Er
zijn nu verschillende varianten be-
dacht om het eiland in te vullen. In
ieder geval komt er een natuur-
land. Het zal nog wel even duren
denk ik. Voor het eiland Tienge
meten een natuurgebied is ben je al
gauw een jaar of vijf verder."
Als het aan Hugo ligt blijft hij zo
lang mogelijk op het eiland. „Maar
je weet het nooit, de voorzieningen
worden hier steeds minder. Straks
Op moeilijk begaanbaar, moerasachtig terrein maakt Hugo dankbaar gebruik van zijn
amfibivoertuig.
zal wildernis worden, hier heerst
de natuur. De andere delen zullen
op beperkte schaal voor mensen
toegankelijk blijven. Hoe en wat
blijft voorlopig nog onduidelijk.
Op Tiengemeten zijn goede moge-
lijkheden voor een zoetwatergetij-
denlandschap, door het weghalen
van de kaden kan het water vrij
camping, en een educatief cen
trum. „Natuurmonumenten heb
ben me gevraagd om campingbe
heerder te worden'zegt de ratten
vanger. „Maar dat is allemaal nog
niet zeker. Als het aan mij ligt krijg
ik liever een functie bij het educa
tief centrum. Ik leid nu ook al re-
gelmatig groepen rond over het ei-
zal de veerboot niet meer elk uur
varen, maar op afroep. Het is tel-
kens een hoop gesjouw om al mijn
boodschappen hier te krijgen. Eer-
lijk gezegd denk ik dat ik er nog
wel een aantal jaren zal wonen. In
ieder geval zolang ik nog uit de
voeten kan."
De rattenvanger zit in zijn huisje, waar alles aangepast is aan zijn geringe lengte, gezellig op de praatstoel.