Historie Zuidwijk, Pendrecht, Tarwewijk en Zuidplein in
'Charlois - Wonen in de schaduw van de metrobaan'
maasstad
raw
Rein Wolters samensteller van deel 14 'Rotterdam in voorbije dagen'
Charlois geldt als een veelzijdig woongebied met bijna 67.000 inwo-
ners. De deelgemeente van Rotterdam kent uitersten. Historische
panden gaan in harmonie met eigentijdse nieuwbouw. De rust van het
Zuiderpark staat in schril contrast met de gonzende bijenkorf van het
Zuidplein en Ahoy'. Geronk van scheepsmotoren overstemt de rust
van kabbelende golven in de havens aan de west- en noordkant. Wie
het ondanks geluidsgewenning nog hoort, weet wanneer de metro
passeert. De bovengrondse verbinding voor het openbaar vervoer
snijdt Charlois als het ware in tweeen. Vandaar de boektitel 'Charlois
- Wonen in de schaduw van de metrobaan', geschreven door Rein
Wolters. Het is zijn tweede deel over de deelgemeente Charlois. In
november 2000 werd het eerste gepresenteerd met als titel 'Charlois -
Van agrarisch dijkdorp tot deelgemeente'.
IBll
m
QgmgfiBi
door Elisabeth Schop
Charlois maakte een enorme groei door
in het kader van de wederopbouw van
Rotterdam. De gevolgen van de Tweede
Wereldoorlog waren vooral de eerste de-
cennia na de brute bezetting nadrukkelijk
merkbaar. In Zuidwijk en Pendrecht
werd de pijn na het opleveren van de eer
ste woningen al snel verzacht. Het waren
voor die tijd moderne wijken met goede
woningen en prima voorzieningen in de
omgeving. Het verval zette na 35 jaar al
in. Ondertussen zijn in de twee tuinwij-
ken van Charlois tal van woningen ver-
vangen door nieuwbouw en wordt kei-
hard gewerkt aan ook andere vernieuwin-
gen. Rein Wolters beschrijft de omm-
zwaai in zijn boek en staaft de historie
met veel data en namen van betrokkenen.
Het was aan wethouder A.J. van der
Vlerk voorbehouden op 15 juni 1957 op
Vader Klarendag de eerste steen te leg-
gen voor het clubhuis van de speeltuin-
vereniging Tarwewijk, dat door de leden
vervolgens zelf is afgebouwd. Burge-
meester Van Walsum opende het gebouw
aan de Mijnkintstraat 5 op 31 mei 1958.
De vereniging was tien jaar eerder opge-
richt. Mensen van het eerste uur waren
J.M.K. van der Vloet, het echtpaar W.Th.
Butzelaar en P.M. Snelders-Beckman.
Butzelaar was bewoner van de Mijnshe-
renlaan en Snelders-Beckman en Van der
Vloet woonden in de Tarwebuurt in de
Tarwewijk (tussen buurt en wijk bestaat
een nadrukkelijk planologisch verschil),
dus in de directe omgeving van het speel-
tuincomplex.
Decennia achtereen was Snelders-Beck
man de drijvende kracht achter het succes
van het jaarlijkse kinderkamp van de ver
eniging. In juli 2000 werd het vijftigste
gehouden, niet meer onder haar leiding,
maar onder die van haar opvolger Peter
Gouw. Door de jaren heen manifesteerde
de speeltuinvereniging zich als een rusti-
ge doch regelmatig innoverende organi-
satie, die met de activiteiten en de kwali-
teit van de speelwerktuigen op het com
plex doorgaans op het eerste plan stond.
Een bekende heilsoldaat op Zuid was
oma Heiltje van der Zalm. Ze woonde in
de Tweebosstraat in de Afrikaanderwijk.
Op zaterdagavond struinde ze de kroegen
in de omgeving af en hield de bezoekers
een collectebus onder de neus. Nadat ze
als gevolg van een slopende ziekte niet
meer kon lopen, deed ze haar godvruchti-
ge werk vanuit een invalidenwagen, zo'n
driewieler met handbediening. Jaren ach
tereen had ze een vaste stek op het win-
kelcentrum Zuidplein. Als Rein in de om
geving moest zijn, zocht hij heilsoldaat
altijd even op, maakte een praatje met
haar, vroeg naar haar gezondheid. 'God
waakt over me', zei ze dan. Maar niet die
keer dat Rein haar in tranen aantrof. Even
eerder had ze haar collectebus onder de
neus gehouden van een junk. 'Krijg de te-
ring, klotewijf,' kreeg ze toegevoegd.
Daar bleef het niet bij. De onverlaat druk-
te zijn peuk uit op de bovenkant van haar
hand, met een brandwond tot op de twee
de graad. Bij een drogist kocht Rein
brandzalf en verband. Dankbaar keek ze
hem aan. 'Je bent een goed mens.' Op
zijn vraag naar het signalement van haar
aanrander, zei ze: 'Jongen, zoek geen
moeilijkheden. God heeft het allemaal
gezien en zal op zijn manier straffen en
belonen.' Niet lang daarna stond Heiltje
niet meer op haar vertrouwde plek. Haar
gezondheid was verder achteruit gegaan,
vertelde een collega-heilsoldaat. 'Ze
komt niet meer buiten.' Enige tijd later
overleed ze. Graag had Rein deze 'we-
reldvrouw', die alleen maar dacht aan het
welzijn van anderen, de laatste eer bewe-
zen.
Van de hand van Rein Wolters zijn in de
afgelopen drie jaar boeken verschenen
over de Afrikaanderwijk, Noordereiland,
Feijenoord, Hillesluis, Hoogvliet en
Charlois deel 1. In het najaar verschijnt
van zijn hand 'Bloemhof - Een tuindorp
in een stadswijk'. Zes delen zijn geschre
ven door Herman Romer. Deze gaan over
Katendrecht, Centrum, Kruiskadekwar-
tier, Scheepvaartkwartier, Leuvekwartier
en de Zandstraatbuurt.
'Charlois - Wonen in de schaduw van de
metrobaan' bevat 120pagina's met 101
foto 's en is uitgevoerd in paperback. Au-
teur Rein Wolters. Uitgeverij: Europese
Bibliotheek te Zaltbommel. Prijs 29,90
gulden. ISBN 90.288.2698x.
de vrouw
die hij beqeerde
mmt*
Het filmtheater Harmonie bepaalde in de twintigste eeuw tussen de jaren dertig en
zeventig de drukte in de Gaesbeekstraat in de Tarwewijk. Vooral voordat de voorstelling
begon in het ruim driehonderd stoelen tellende theater was het druk in de straat. (foto's:
collectie H. van der Schoor).
Charlois is sinds 1 januari 1973 een
deelgemeente van Rotterdam. De ge-
schiedenis gaat verder terug dan deze
datum, die overigens wel geldt als een
ommekeer in de bestuurlijke historie.
Tot aan 1895 was Charlois een kleine
zelfstandige gemeente met maar enkele
duizenden inwoners. Deze woonden
verspreid door het gebied met als kern
de Oude Kerk bij de Charloisse Kerks-
ingel. Het grondgebied van de huidige
deelgemeente valt geheel binnen het
gebied van de voormalige gemeente
Charlois.
Andere zelfstandige gemeenten in de om
geving van Charlois waren onder meer
Hoogvliet, Pernis, Poortugaal, Rhoon,
Barendrecht en IJsselmonde. Kort na de
annexatie door Rotterdam begon de
groei. Dat was mede een gevolg van de
expansie van de haven en de industrie.
De Doklaanbuurt werd gebouwd, evenals
de omgeving van de Wolphaertstraat,
Katendrechtse Lagedijk en omgeving,
Grondherendijk en de Ambachtenbuurt.
Weer later kreeg de omgeving van de
Slotboombuurt gestalte en daarna Carnis-
se, de Eilandenbuurt, het Brabantsedorp
(nooddorp), Wielewaal en de naoorlogse
tuinwijken Zuidwijk en Pendrecht. Ten-
slotte kreeg de bebouwing van het Zuid
plein vorm. Het maakte dat Charlois in de
jaren zeventig van de 20ste eeuw ruim
tachtigduizend inwoners telde.
De historie van Charlois gaat ver en is
breed en diep. Bij de samenstelling van
zijn nieuwe boek heeft Rein Wolters een
keuze gemaakt van feiten en herinnerin-
gen vanaf ongeveer 1940, in het bijzon-
der van Zuidwijk, Pendrecht, Zuidplein
en Tarwewijk. Soms gaat de historie over
de grens van die tijdsperiode heen. Dat
heeft hij gedaan om daarmee de latere
historie te verduidelijken. Zoals altijd
heeft Wolters ook dit boek voorzien van
persoonlijke herinneringen en anekdotes.
Hij begint er zijn boek zelfs mee. Melk-
boer Wim Houtbraken liet hem als joch
van zeven, omstreeks 1953, kennismaken
met de Millinxbuurt. Houtbraken ging
gebukt onder griep. Overigens voor hem
geen reden om het bed te houden. Er
moest brood op de plank komen, ook in
het gezin van een zieke, zelfstandig wer-
kende melkbezorger. Sinds een jaar was
Rein knecht bij zijn broer Cor, ook een
melkboer, met wie Wim Houtbraken een
pakhuis deelde in de Steinwegstraat in de
Afrikaanderwijk. Cor zei die woensdag-
middag, nadat Rein van zijn lagere Sint
Franciscusschool in de Christiaan de
Wetstraat eerst thuis twee boterhammen
naar binnen had geschrokt en zich ver
volgens bij hem had gevoegd, dat hij
broer Wim maar moest gaan helpen.Cor
had het nog niet gezegd, of Wim kwam
aanrijden in zijn Crijnsen, een van de eer
ste naoorlogse elektrobezorgwagens.
Even tevoren had Wim lege flessen ge-
lost in de remise van melkfabriek De
Combinatie in de Bothastraat en nieuwe
voorraad ingeladen. Zijn neus leek op die
van een drinkebroer en zijn stem had iets
weg van een verstopte bromfietsuitlaat-
.Via klanten in het voor jonge Rein geen
geheimen meer hebbende Bloemhof en
op de Dordtselaan, kwam het duo terecht
in de Millinxstraat. In die buurt was Rein
nog nooit geweest, dus keek hij er goed
rond. De woningen bevielen hem wel en
de mensen ook, maakt hij de lezers deel-
genoot in het eerste hoofdstuk.
Rein ervaarde de klanten aan wie hij hun
pan met melk aanreikte of de flessen kof-
fiemelk, gortepap of via als vriendelijk
mensen. In de Moerkerkestraat, op de
hoek met het Mijnsherenplein, stond een
groot schoolgebouw. Dat Rein daarmee
zes jaar later iets zou hebben, wist hij op
dat moment uiteraard niet. Wim Houtbra
ken had veel klanten in de Millinxbuurt,
bijna alle straten werden aangedaan. Het
laatste adres was zijn woning aan de
Wolphaertsbocht, aan het eind van de
middag. Hij was zo ziek dat zijn wagen
werd opigehaald voor de rit naar het pak
huis. Wim gaf Rein twee kwartjes als be-
loning en van Cor kreeg het knulletje als
extra beloning een pakje smeerkaas mee
naar huis. Dat was iets bijzonders voor
die tijd. Het was een nieuw product.
Met de Millinxbuurt kwam Rein opnieuw
in aanraking in de tweede helft van de
vijftiger jaren. Toen als leerling van de
technische school Nicolaas Witsen in de
Oranjeboomstraat. In de Moerkerkestraat
Het metrostation Maashaven op 6 december 1967. Ruim twee maanden later stopten erde
eerste treinstellen met passagiers. Dat was nadat prinses Beatrix en prins Claus het 6,4
kilometer lange traject officieel hadden geopend op vrijdag 9 februari 1968.
De Binkhorst in de Horstenbuurt van Zuidwijk in de jaren zestig. Enkele
bezorgers van bakkerij Van der Meer en Schoep reden toen al met accu-
aangedreven elektrobezorgwagens rond, zoals op de foto. De
Horstenbuurt is afgebroken. Erzijn eigentijdse woningen voor in de plaats
gekomen.
had zijn school een dependance, waar les
werd gegeven in specialismen voor de
verschillende vakken in de scheepsbouw-
Reins opleiding als scheepsbeschieter,
een deftige naam voor scheepstimmer-
man, had tot gevolg dat hij op de helft
van een schooljaar met mede-leerlingen
in de school aan de Moerkerkestraat de
fundering voor een expositie moest tim-
meren. Dus overal panelen tegen muren
bevestigen en het maaken van een logi-
sche looproute maar de verschillende lo-
kalen. Aan deze voorvallen moest Rein
met een glimlach terugdenken tijdens het
kennismakingsbezoek van burgemeester
mr. I.W. Opstelten van Rotterdam aan de
deelgemeente Charlois op maandag 22
februari 1999. Rein liep in het gezelschap
mee in zijn functie van verslaggever van
het Rotterdams Dagblad. De wandeling,
met de bestuurders D. Lockhorst, L.B.
Martijn, R.F. Landsbergen en D.J. Schrij-
er bij toerbeurt als gids voorop, ging ook
door de Millinxbuurt, waarvan het oudste
deel (tussen de Weverhoekstraat en de
Rijsoordstraat) omstreeks 1902 is ge
bouwd.
Het andere deel van de wijk kreeg pas
omvang na bouwactiviteiten aan het eind
van het derde decennium. De omgeving
deed in 1999 zeker niet meer denken aan
veertig jaar eerder. Na Spangen was de
Millinxbuurt uitgegroeid tot het nieuwe
zorgenkind van de gemeente Rotterdam.
Rein herinnert in zijn boek ook aan bur
gemeester mr. G.E. van Walsum. Op 3
juli 1952 werd hij gei'nstalleerd als de
eerste burger van Rotterdam. Van Wal
sum bleef dat tot aan zijn pensionering op
28 februari 1970. Hij en zijn vrouw heb
ben een nadrukkelijk stempel gezet op de
naoorlogse ontwikkeling van de stad.
Voor het overgrote deel positief, maar af
en toe met ook een negatieve uitschieter.
Een daarvan is dat burgemeester Van
Walsum zich halverwege zijn ambtspe-
riode niet met hand en tand heeft verzet
tegen de bovengrondse aanleg van de
metro op de zuidelijke Maasoever. Het
resultaat van de beslissing om de metro
op Zuid niet ondergronds te stoppen, is
anno 2001 nog duidelijk merk- en hoor-
baar. Zeker op het tracegedeelte tussen de
Rijnhaven en het station Zuidplein. Met
name de Mijnsherenlaan - ooit een gegoe-
de middenstandsstraat waar onder meer
dokters, ambtenaren, onderwijzers, poli-
tiemannen en ook advocaten woonden -
is na de komst van het metroviaduct aan-
zienlijk verloederd. Bovendien moest een
aantal in uitstekende conditie verkerende
woningen op de hoek met de Wevers-
hoekstraat worden gesloopt voor de
bouw van een bocht voor het trace bij de
Zuidpleinflat. Enige jaren later is op die
plek een brandweerkazeme gebouwd,
aangepast aan de lijn van de metrobaan.
Dat was allemaal niet nodig geweest als
de gemeenteraad op 14 mei 1959 (met
slechts een stem tegen) bij het besluit tot
aanleg van een metroverbinding tussen
het Centraal Station en het Zuidplein over
een afstand van 6,4 kilometer had be-
paald dat deze volledig ondergronds
moest worden gerealiseerd. Maar dat
laatste verzuimde de raad. De metro ook
op Zuid onder de grond stoppen, bete-
kende een uitgave van ongeveer 40 mil-
joen gulden bovenop de 130 miljoen gul
den die was begroot. Een mogelijkheid
dit financiele gat te dichten was er niet, al
is er volgens insiders toentertijd ook niet
veel moeite voor gedaan. Zuid was toch
maar Zuid, de boerenzij
Van dat stempel heeft de bevolking van
Zuid nog steeds hinder, al is het wel aan-
zienlijk minder dan in de periode dat
Zuidwijk en Pendrecht werden gebouwd.
Oma Heiltje van der Zalm actief met Strijdkreet en collectebus in haar invalidenwagen, dit keer tijdens de beurs Binnenhuis in Ahoy'
op 24 februari 1983. Ze schudt de hand van Lee Towers, die optrad voor een inzamelingsgala voor de stichting Systic Fibrosis. In het
midden mede-organisator Joke van der Lee.
W.Th. Butzelaar op 12 februari 1988 op 'zijn' speeltuin. Hij was een van de oprichters van de buurt- en speeltuinvereniging
Tarwewijk. Daarnaast was de actieve wijkbewoner bestuurslid van de Rotterdamse Speeltuin Centrale en ook van de Nederlandse
Unie van Speeltuin Organisaties (NUSO).