ROTTERDAM - Zomaar een woensdagochtend, ergens
in januari. Het is miezerig, donker en koud. Winter in
Nederland. Terwijl automobilisten in de files de slaap uit
hun ogen wrijven en werkend Rotterdam in de tram of
metro stapt, heerst in Diergaarde Blijdorp een serene
rust. Een rust die slechts wordt verstoord door een tele-
fonerende man op een fiets. Het is Willem Schaftenaar.
„Ik ben onderweg", zegt hij, druk trappend op de peda-
len, tegen de persoon aan de andere kant van de lijn.
„Alleen nog even het echo-apparaat ophalen." Willem
(47) is dierenarts van Blijdorp. Hij heeft een afspraak
met de olifantenverzorgers; Bernhardine is misschien
zwanger. Maasstad weekbladen sprang bij Willem op de
bagagedrager en keek een dagje mee over zijn schouder.
Alle gegevens over de gezondheid van de dieren in Blijdorp worden door de dierenarts in de
computer verwerkt.
go's. Willem sehrijft alles op in beuren.
8.30 uur. Willem arriveert bij het
olifantenverblijf. Het karretje met
het echo-apparaat, dat hij vanaf
zijn operatiekamer per fiets heeft
meegesleept, wordt voorzichtig
naar binnen gereden en ontdaan
van twee blauwe vuilniszakken die
er overheen zijn getrokken. De oli-
fantenverzorgers hebben Bernhar-
dine al aan de ketting gezet. „Goe-
demorgen!", zegt hij vriendelijk
tegen de dikke dame. Dat praten
doet hij niet tegen elk dier, maar
„olifanten zijn zeer sociaal en dan
begroet je die gewoon even."
De andere olifanten kijken nieuws-
gierig naar de bedrijvigheid in het
binnenverblijf. Terwijl Willem een
groot, groen schort voordoet en
doorzichtige, roze handschoenen
aantrekt, zijn de verzorgers druk in
de weer met zwabbers en emmers
water. De vloer random Bernhar-
dine wordt goed schoongemaakt.
Als alle stekkers in de stopcontac-
ten zitten en het echo-apparaat op
de juiste plaats staat, gaat Willem
aan de slag. Willems rechterarm
verdwijnt tot aan zijn oksel in de
olifant, die daar erg onrustig van
wordt. Twee verzorgers kalmeren
de olifant met zachte klopjes op de
rug. Met de slang die Willem in
zijn hand heeft, spuit hij de baar-
moeder schoon. Vervolgens doet
hij de echoscopie, waarbij hij zijn
verrichtingen op een klein video-
schermpje bekijkt. Het zweet staat
hem op de rug en in zijn nek. Hij
kan niets vinden wat op een vrucht
lijkt...
Echoscopie bij olifanten is verrek-
te moeilijk en vooral bij Bernhar-
dine. Zij is al een keer eerder be-
vallen, waardoor de baarmoeder
groter en dieper is dan normaal.
Hierdoor is de vrucht voor Willem
moeilijker te zien. Voor de zeker-
heid neemt hij zijn echo op een vi-
deobandje op, zodat een Duitse
echospecialist, die later in de
maand op bezoek komt, het bandje
kan bekijken.
9.30 uur. Werkoverleg. De hoofd-
verzorgers doen dagelijks kort ver-
slag van de stand van zaken. Goril
la met diarree, chips voor jonge
zeehonden, mank-lopende flamin-
zijn agenda. Hij zal proberen al de-
ze dieren vandaag nog een bezoek
te brengen. Na het werkoverleg is
er tijd voor een bak koffte en het
bekijken van de post.
10.15 uur. Zes flamingo's lopen
Terwijl de verzorgers wachten op
een moment dat ze de eerste man-
ke flamingo kunnen vangen, treft
Willem zijn voorbereidingen. In
ieder geval zal hij bloed afnemen
en legt daarom de spuiten alvast
blik op de poten werpt. Een mede-
werker van Diergaarde Blijdorp
filmt de lange, roze stelten met een
videocamera in verband met de re
search die nog naar de flamingo's
gedaan wordt. Willem neemt al-
leen bloed af en de vogel kan weer
rondrennen. Voor de tweede fla
mingo geldt hetzelfde verhaal.
Bij flamingo drie ligt het anders.
De ontstekingen aan de poten zijn
dusdanig dat er niets meer aan ge
daan kan worden. Een operatie
helpt niet meer; de ontsteking zal
blijven terugkomen. Willem stelt
euthanasie voor. De verzorgers
plegen kort overleg en gaan dan
akkoord. Willem geeft de vogel
een spuitje en binnen een minuut
ligt de flamingo met het nummer
111 opgevouwen in de hoek. Zie-
lig? Willem vindt van niet. „Dit
dier heeft 24 uur per dag pijn. Ope-
erg zijn, biedt een operatie uit-
komst. De flamingo wordt overge-
bracht naar Willems operatieka
mer. Daar wordt hij onder narcose
gebracht door middel van een
slang die over de neusgaten in zijn
snavel wordt geschoven. De slang
lijkt niet helemaal te passen, waar
door het even duurt voordat de vo
gel buiten westen is. Voorzichtig
snijdt Willem de ontsteking weg,
waarna hij de wond met naald en
draad hecht. De operatie duurt nog
geen vijf minuten. Willem brengt
de flamingo met een spuitje weer
bij kennis, waarna deze terug naar
het winterhok wordt gebracht. Bij
de overige twee manke flamingo's
wordt alleen bloed afgenomen.
De oorzaak voor deze ontstekin
gen is waarschijnlijk de (te) harde
ondergrond waarop de vogels
moeten lopen. In het wild lopen ze
Ook de gezondheid en conditie van de aquariumdieren wordt nauwlettend in de gaten
gehouden.
houdt in dat er een chip onderhuids
wordt aangebracht met daarin op-
geslagen de gegevens van het dier.
Zodra de jonge zeeleeuwen zelf-
standig vis kunnen eten, gaan ze
over naar een ander verblijf. Het
drietal zit nu nog in het oude ver-
binnenverblijf met een laagje wa
ter. De laag had er eigenlijk uit ge-
moeten, want dan was het makke-
lijker geweest om de dieren te van
gen. Met een levensgroot net aan
een stok moeten de zeeleeuwen
een voor een worden gepakt. In de
Een zieke schildpad is vanwege een ontsteking aan zijn schild apart gezet en wordt door de
dierenarts op vooruitgang gecontroleerd.
Voordat Willem Schaftenaar naar zijn patienten toegaat neemt hij nog snel een kopje koffie.
mank. Willem neemt een kijkje in
hun winterhok, maar komt voor
een onprettige verrassing te staan.
De flamingogroep bestaat uit enke-
le tientallen vogels en de verzor
gers hebben de manke er nog niet
tussenuit gehaald. Dat wordt een
tijdrovende klus. Flamingo's zijn
zeer kwetsbaar vanwege hun dun-
ne poten, die bij het minste of ge-
ringste als luciferhoutjes in tweeen
breken. Het vangen van de vogels
moet dus uiterst voorzichtig ge-
klaar.
Flamingo een is gevangen en
wordt naar een kleine ruimte naast
het winterhok gebracht. Een van
de verzorgers houdt de vogel in be-
dwang als Willem een deskundige
reren helpt niet meer, dus dan kun
nen we hem beter uit zijn lijden
verlossen. Ik heb daar geen enkele
moeite mee."
Vogel nummer vier heeft meer ge-
luk. Hoewel de ontstekingen wel
op een soort zoutvlakten en staan
ze deels in het water. In een dieren-
tuin is die situatie lastig na te boot-
sen.
11.30 uur. Drie jonge zeeleeuwen
moeten 'gechipt' worden. Dit
blijf, naast de ruimte waar eerst de
ijsberen zaten. Twee van hen ver-
huizen naar het Oceanium en de
derde zal worden overgebracht
naar een dierentuin in Duitsland.
De zeeleeuwen zitten in een klein
De arm van dierenarts Willem Schaftenaar verdwijnt tot aan de
oksel in de olifant om te onderzoeken of zij zwangeris.
Willem doet zijn werk als dierenarts in Diergaarde Blijdorp nu 11,5
jaar. Voordat hij bij de Rotterdamse dierentuin in dienst kwam, werk-
te hij negen jaar 'in den vreemde'. Hij begon zijn buitenlandse avon-
tuur op de Kaapverdische Eilanden. „Ik ging daar destijds heen voor
een kleinschalig project dat door de Novib werd betaald. In de jaren
die ik in de tropen heb doorgebracht, werkte ik onder meer in het on-
derwijs en gaf ik cursussen. Daarnaast had ik een stuk of 20 plaatselij-
ke assistent-dierenartsen in 'mijn gebied' zitten en hoewel zij de situ
atie van de dieren daar goed
kennen, kwam het wel eens
voor dat ze er toch niet uitkwa-
men. In zo'n geval vroegen ze
mij om even te komen kij
ken." Na de Kaapverdische
Eilanden werkte Willem als
dierenarts in Mozambique en
Malawi. In het buitenland had
hij vooral te maken met koei-
en, varkens, kippen, honden en
katten.
De Blijdorp-arts had er een
prachtige tijd. Denkt hij wel
eens aan teruggaan? „Het lijkt
me wel leuk om de ervaring
die ik hier heb opgedaan, te
combineren met wat ik vroe-
ger deed. Wellicht over een
jaar of vijf... Maar ik kan hier
ook prima tot aan mijn pensioen blijven, hoor. Dat is geen enkel pro-
bleem."
De overgang van het ontwikkelingswerk in Afrika naar een grote die
rentuin (met wilde dieren!) in Nederland valt volgens Willem wel
mee. „Als je maar bereid bent om veel bij te leren", zo zegt hij. Een
studie of cursus heeft de arts echter niet meer gevolgd. 'Permanente
educatie' noemt Willem het werken in Diergaarde Blijdorp. „Je leert
door het werken in de praktijk en door veel te lezen. De verschillen
tussen de dieren zijn op zich wel groot, maar uiteindelijk heb je in ge
val van ziekte toch een standaard benadering: wat je iedere keer weer
wilt weten, zijn zaken als het bloedbeeld, de lichaamstemperatuur en
het eetpatroon. Het oplossen van problemen is dus in principe het
zelfde, alleen de manier waarop je dat doet, is steeds anders."
Is er dan geen verschil tussen huisdieren en wilde dieren? „Jawel: de
eigenaren. Die hebben namelijk andere belangen. Iemand met een
hond of een kat heeft toch een emotionele band met zo'n dier. Als je
op een gegeven moment als dierenarts ziet dat een dier geen toekomst
meer heeft, zou je wel eens geneigd kunnen zijn om vanwege de eige-
naar te zeggen 'We proberen dit of dat nog', terwijl je weet dat er ei
genlijk geen toekomst meer in zit. Het is dan bijna dierenmishande-
ling om zo'n dier nog in leven te houden. Een ander verschil is dat het
werken met wilde dieren in een dierentuin veelzijdiger is, al kom je
met kleine huisdieren ook wel
interessante dingen tegen. Dan
krijg je te maken met tumoren
en ouderdomsziekten, die toch
veelal het uiteindelijke gevolg
zijn van het domesticatieproces,
waardoor dieren langer leven
dan in de vrije natuur.
Komt het wel eens voor dat je
als dierenarts echt niet weet wat
er aan de hand is? „Nou, ik zou
het maar omdraaien. Het komt
een enkele keer voor dat je zegt
'En nu weet ik wat het is!'. Dat
betekent natuurlijk niet dat alles
hopeloos en reddeloos verloren
is, maar het is in ieder geval niet
zo dat je overal meteen een eti-
ketje op kunt plakken. Natuur
lijk heb je een heleboel situaties
al eens eerder meegemaakt, maar toch kom je als dierenarts iedere
dag weer nieuwe dingen tegen. Inderdaad, als je niet tegen frustratie
kunt, moet je dit vak niet kiezen."
Wat vindt Willem zo leuk aan zijn werk? „De afwisseling. Ik doe ie
dere dag wat anders en het werk wordt tevens gekoppeld aan onder-
zoek. We doen heel veel samen met de universiteiten dus je zit altijd
in de frontlinie van nieuwe ontwikkelingen."
Het afwisselende werk in Diergaarde Blijdorp vindt Willem leuk en
interessant. Toch heeft hij zelf niets speciaals met dieren. „Klopt. Ik
ben niet zo'n sentimentele dierenliefhebber, maar vind wel dat als je
dieren houdt, je daar op een zo diervriendelijk mogelijke manier voor
moet zorgen." Betekent dat dat je net zo goed chirurg had kunnen
worden? „Inderdaad. Ik denk alleen dat ik dit leuker vind. Meer uit-
dagend."
praktijk zijn hier echter vier ver
zorgers voor nodig maar als het
eenmaal gelukt is, schiet Willem er
met een klein pistool een chipje in.
Het klusje is binnen tien minuten
geklaard.
11.45 uur. Diarree bij een gorilla.
Samen met de hoofdverzorger van
de gorilla's neemt Willem voor de
lunch nog even een kijkje. De go
rilla ligt er troosteloos bij; op de
grand en helemaal in elkaar gekro-
pen. Willem kijkt ernaar vanachter
het glas, waar ook de dierentuinbe-
zoekers staan. Hij vraagt de hoofd
verzorger wat ontlasting te verza-
melen, zodat hij dat kan laten on
derzoeken in het laboratorium van
de diergaarde. De verzorger blijkt
dit al gedaan te hebben, zodat Wil
lem daar op korte termijn mee aan
de slag kan.
12.00 uur. Lunch
13.00 uur. Zieke barbeel in het
Oceanium. Willem bezoekt zijn
patient om te kijken hoe het ermee
staat. De hoofdverzorger van de
vissen loopt met hem mee. De vin-
nen en de staart van de grote bar
beel lijken niet helemaal gezond,
maar er zit verbetering in vergele-
ken met de week ervoor. De vis is
aan de betere hand.
14.15 uur. Slang met ontsteking.
Onlangs heeft Willem een slang
geopereerd met een ontsteking aan
de darm. Om de ontsteking weg te
halen, moest er een stukje van de
darm worden verwijderd. Leuk de
tail: omdat bij slangen de darm
kaarsrecht loopt (in de Iengte van
zijn lichaam), wordt de slang auto-
matisch een stukje korter als er een
stukje darm tussenuit wordt ge
haald. Willem kijkt hoe het met de
slang gaat. De wond is goed aan
het helen, dus het gaat prima. Wil
lem kijkt meteen even hoe het met
een schildpad staat die al een aan-
tal maanden onder behandeling is.
Het dier had een oiitstoken schild
dat Willem een tijdje terug heeft
behandeld en na een korte inspec-
tie blijkt dat het ook daarmee de
goede kant op gaat.
14.45 uur. De dag zit erop voor
Willem. Althans, wat de ziekenbe-
zoeken betreft. Wat hem nog rest is
het bijwerken van zijn administra-
tie. Hij doet dat in z'n kantoor, ge-
legen boven het nachtdierenver-
blijf. Daar noteert hij wat er bij
welk dier allemaal aan de hand is
en wat hij eventueel voor medicij-
nen heeft toegediend. Dit gebeurt
allemaal in het Engels, omdat als
een dier wordt overgeplaatst naar
een andere dierentuin, de gegevens
dan probleemloos kunnen worden
meegegeven. Er hoeft dan niets te
worden vertaald.
Terwijl een verzorger de flamingo vasthoudt behandelt Willem
Schaftenaar de ontsteking in de poot van de vogel.
'Het verschil tussen huisdieren
en wilde dieren? De eigenaren!'
Tekst en foto's: Tom Roedolf